0

Luk Grypdonck deel 16 1870 - Het gistballetje rolt in de beerput Frankrijk begon almaar meer TILT te slaan, beducht voor de snelgroeiende Duitse macht, geleid door Pruisen. Die dominantie werd niet alleen bedreigd door Pruisen, maar ook door de 39 achterliggende Duitse bondstaten en -staatjes. Napoleon III bleef maar zijn stoute kwebbel roeren zonder besef dat het plots een brug te ver kan zijn. Het werd Napoleon III zijn finale ondergang. In 1870 heeft Spanje een probleem met de troonsopvolging. Verscheidene koningshuizen in Europa waren van mening recht te hebben op de Spaanse troon, dus ook de zoon van de Pruisische koning Wilhelm I. Die schoof prins Leopold Von Hohenzollern als kandidaat naar voor. Dit was niet naar de zin van Napoleon III, die zich opgesloten zag in het Noordoosten en in het Zuiden door PruisenHohenzollern. Napoleon III “eiste” de intrekking van prins Leopold zijn kandidatuur. Wilhelm I zal wel vies gebromd hebben om zoveel blijk van Franse pretentie. Maar bon, goed! Wilhelm I liet verstandig genoeg de bui voorbij waaien en ging akkoord. Enig tijd later verbleef Wilhelm I in Bad Ems en kreeg het bezoek over de vloer van Napoleon III zijn speciale gezant, Graaf Benedetti. Napoleon III “eiste” ditmaal dat de Pruisische prins niet alleen nu, maar ook in de toekomst zich nooit meer kandidaat mocht stellen voor de Spaanse troon. Wilhelm I, erg kwaad geworden, liet verstaan niet te zullen buigen voor het Franse dikke-nekken-gedoe. Napoleon III kon voorgoed de pot op!!! Wat te vrezen viel, gebeurde…! Von Bismarck kwam zich moeien. Wilhelm I verstuurde op 13 juli 1870 de tekst van zijn weigering in een telegram naar zijn kanselier Otto Von Bismarck (bekend als “de Emser Depesche”). Von Bismarck gehaaid, gepokt en gemazzeld in politieke en diplomatieke steekspelletjes verspreidde aan de Internationale pers een verkorte (maar cassante) versie. Het beoogde resultaat liet niet lang op zich wachten. Door de bewust verkorte tekst, ontstond een stugge toon welke provocerend inwerkte op de publieke opinie en het parlement in Frankrijk. Evenzeer voelden zich alle Duitstaligen geschoffeerd door de Franse houding. Het sterk aangewakkerde, opgeklopte nationalistisch gedachtegoed (van Napoleon Bonaparte) aan beide kanten begon te gisten en het gistballetje rolde in de Europese beerput. Vijf dagen later verklaarde Napoleon III en zijn “beledigde Frankrijk” de oorlog aan Pruisen op 19 juli 1870. Napoleon III, niet goed wijs bezig, verkeek zich op de Pruisische aanwezigheid binnen de Duitse Bond en dacht die uit verband te kunnen spelen. Tevoren was Napoleon III politiek en economisch gaan lobbyen met linke beloftes bij de andere Duitse Bondstaten. De pers – de kranten polariseerden de Duitse publieke opinie niet mee te stappen in een Frans avontuur vol wispelturigheid. De nieuwe factor der moderne tijden “de nieuwsmedia” bespeelden voortaan de wereldpolitiek. De 39 Bondstaatjes riskeerden het niet om in te gaan tegen de wil van het volk en verkozen de rangen te sluiten met Pruisen. Otto Von Bismarck ( foto rechts) realiseerde in één klap de Duitse eenmaking zonder slag of stoot. Napoleon III mocht nu alleen oorlog voeren tegenover 39 staten èn … Pruisen. Eén ervan lastig vallen was voldoende, om ze allemaal op je nek te krijgen. Tot die 39 losse staten behoorden zowel koninkrijken als groothertogdommen, waarvan heden in Duitsland nog steeds de namen vertrouwd klinken als Bayern, Baden, Württemberg, Olden burg, Mecklenburg, Thüringen, Hannover, Hessen, Holstein, Hohenzollern, Pommern, Nieder Sachsen en Sachsen-Anhalt. Jaren later zal Oostenrijk dit machtsblok komen aanvullen. © Wikipedia Desastreuze oorlog van 19 juli 1870 tot 10 mei 1871 Begin augustus 1870 opende Napoleon III zijn oorlogscampagne in het uiterste Noordoosten van Frankrijk, in de streek van Elzas-Lotharingen en Vogezen (Bas Rhin). Eind juli 1870 begon het getreuzel van de Franse legerleiding op de zenuwen te werken van politieke heethoofden en stemmingmakers. Men raakte verhit over zoveel tijdverlies en om de publieke opinie te sussen, vond Napoleon III er niks beters 1

op om eens een demonstratie ten beste te geven aan die Duitse slabhangers!!! Zonder grondige voorbereiding of beredeneerde strategie gaf hij het order op 2 augustus 1870 Saarbrücken op Duits grondgebied aan te vallen. In het bijzijn van Napoleon III duurde de bezetting van Saarbrücken tot 5 augustus 1870. Zijn al even intelligente Generaal Frossard ontmoette slechts 3 bataljons en 2 eskadrons Uhlanen ruiters. Die weigerden te vechten en trokken koelbloedig, gedisciplineerd zich achterwaarts terug. Duits Generaal Gneisau hield de Franse bezetters nauwlettend in de gaten op de hoogtes rondom Saarbrücken. Voorzichtig trok hij op 3 augustus alle Duitse troepen terug in bivak Hilsbach. ’s Anderendaags sloeg de Duitse legerleiding kilometers verderop offensief hard toe. Bij de Frans-Duitse grens in Wissembourg (Weissenburg gelegen ter hoogte van Karlsruhe) kwam het op 4 augustus 1870 tot een eerste bloedig treffen in een grensveldslag, waar de Fransen (numeriek in de minderheid) op een hoopje werden geveegd door de Pruisen en andere Duitse bondgenoten. De Franse bevelvoerders stapelden de ene vergissing op de andere van slimheid. Op 6 augustus 1870 kregen de Fransen die dag tot tweemaal toe een pandoering in de Slag van Forbach/Spicheren (Forbach gelegen ter hoogte van Saarbrücken). Generaal Frossard vond het niet nodig aanwezig te zijn, gaf wat algemene orders en vertrok relaxed om te dineren met notabelen. ‘s Avonds mocht hij letterlijk gaan lopen! Gelijktijdig in de Slag van Wörth (Froeschwiller/Reichshoffen/Woerth) kreeg Maarschalk Patrice de Mac Mahonook een ferme optater en werd westwaarts opgejaagd door Duitse coalitietroepen. In Frankrijk heerste één en al consternatie en commotie na het uitlekken van deze drie onheilstijdingen. Het was pijnlijk duidelijk dat de Fransen maar half klaar waren voor een conflict van deze omvang. De Franse en Pruisisch-Duitse bondsstaatlegers waren totaal verschillend qua organisatie en bevelvoering. Bewapening en troepenaantal was ook sterk uiteenlopend. De Duitse suprematie was ontstaan onder toedoen van de Pruisische Generale Staf, geleid door Helmuth Von Moltke. Oorlog voeren werd aanzien als een militair-academische en wetenschappelijke aangelegenheid. Eigen troepen leiden, bestuderen en vergelijken met de vijand, op basis van bewegingen, plaatsgesteldheid, troepensterkte, strategie en tactiek was hun oorlogstechniek bij uitstek. Het Pruisisch leger was goed gestructureerd en verdeeld in drie legerkorpsen. De Pruisisch-Duitse coalitie had 18 dagen na de Franse oorlogsverklaring aan het Franse grensgebied alleen al zo’n 318 000 man geconcentreerd. Op grote schaal waren uit alle bondstaten heel wat reservisten opgeroepen. Bij de Fransen stelde de legerstaf niet veel voor en bood geen enkele meerwaarde. Sommige generaals waren eigengereid en voerden hun eigen oorlogjes. Generaal François Bazaine (afb. links) en generaal Charles Frossard waren daarvan een goed voorbeeld: teveel blaaskaak en te weinig militair. Beiden behoorden tot de entourage van Napoleon III en waren jaloers op elkaar. Napoleon III zelf had geen enkele militaire kwalificatie. Organisatorisch liet het Franse leger veel te wensen over tijdens het mobiliseren van manschappen. Op het moment van de oorlogsverklaring 19 juli 1870 was in heel Frankrijk geen enkel legerkorps in staat van paraatheid. Aan Franse kant stonden in het grensgebied eind juli hooguit half zoveel manschappen (200 000) tegenover 400 000 Duitsers. De Franse legerleiding oordeelde dat reservisten in een bewegingsoorlog nauwelijks van nut waren en achtte het overbodig om ze te mobiliseren. Het Franse Rijnleger (vijf legerkorpsen) stond onder direct bevel van Napoleon III en twee legerkorpsen bij Straatsburg onder Maarschalk Patrice de Mac Mahon. De moderne bewapening van de Franse troepen betrof het “Chassepot”-geweer (achterlader) dat driemaal zover kon vuren tot 1 500 meter en Montigny-mitrailleurs. De Duitse troepen beschikten over een “Dreyse-geweer (achterlader) met 600 meter vuurbereik. Maar… een modern magazijngeweer is geen kanon!!! De Fransen schoten met een bronzen voorlader. De Duitsers met een splinternieuw stalen achterlader van staalreus Krupp: Duitse superieure artillerie met splintergranaten, brandbommen, snel vuurvermogen, grotere reikwijdte en precisie. De wapenwedloop was onafwendbaar begonnen, non-stop tot Wereldoorlog 1914-‘18. Duitse troepen drongen op hun beurt massaal binnen op Frans grondgebied en startten hun offensief westwaarts. Verrast en aangeslagen na de drie verloren grensgevechten beval Napoleon III op 7 augustus 1870 de terugtrekking van het Franse leger over de Moezel (Moselle). Van opmarcheren naar Berlijn was plots geen sprake meer. Ziek en besluiteloos trok Napoleon III zich terug in Metz te samen met zijn zoon Prins Louis. François Bazaine nam het bevel over op 12 augustus 1870 (Frossard stond buitenspel). De Franse legerstaf gaf er zich laattijdig rekenschap van dat hun troepenmacht verspreid was over de ganse grenslengte, zonder dat die elkaar steun konden verlenen. Waarop gevraagd werd te hergroeperen en terug te trekken richting Metz, wat lamlendig traag werd opgevolgd. Door de Pruisische aanvallen was het Frans leger nu in twee verdeeld en een vierde ervan reeds verloren gegaan. 2

Na Wörth stond in Alsace (Hagenau) Maarschalk P. de Mac Mahon met een legerkorps (1ste, 5de, 7de) en na Forbach stond in Lorraine (St-Avold) Generaal F. Bazaine met een legerkorps (2de, 3de, 4de). P. de Mac Mahon wou naar Châlons en Champagne (ten zuidoosten van Reims naar Camps Mourmelon) om een nieuw leger op de been te brengen, kwestie Parijs te beschermen. François Bazaine koos de aftocht naar de vesting van Metz. Heel ver kwam Bazaine niet want op 13 augustus kreeg zijn legerkorps reeds voeling met Pruisische voorposten. In de late namiddag van 14 augustus kwam het in Colombey/Borny/Nouilly (nabij Courcelles ten oosten van Metz) tot een veldslag, die de Fransen ertoe dwong om de rechteroever van de Moezel volledig te ontruimen tegen de morgen van 15 augustus. Achterna gezeten door de Duitse troepen probeerde Bazaine zijn leger verder te doen wegtrekken naar Verdun en over de Maas, om daar aansluiting te maken met het leger van de Mac Mahon. Zijn vluchtpoging westwaarts stuitte op twee Pruisische legerkorpsen die het Franse Rijnleger terugdrongen naar de forten van Metz. Spijts de Fransen in de meerderheid van vier tegen één vochten, slaagden zij er niet in om het koppige, weerbarstige, Pruisische zelfvertrouwen te breken en moesten uiteindelijk buigen voor de niet aflatende cavalerie-charges van de Duitse coalities onder leiding van Generaal Majoor Von Bredows. De slag van Mars-la-Tour (afb. rechts) op 16 augustus 1870 staat bekend als het grootste cavaleriegevecht dat ooit plaats vond in West-Europa. De Pruisen behaalden hier een klinkende overwinning, waardoor het zwaar gehavende Rijnleger van Bazaine Verdun niet haalde. Generaal Bazaine - de pas afgesneden -, zag maar één uitweg: vesting Metz. Onderweg naar de vesting raakte Bazaine zijn legertroepen tot overmaat van ramp opnieuw slaags met de Pruisen: op 18 augustus 10 km ten westen van Metz in de Slag van Gravelotte/Armanweiler/St-Privat. Spijts gunstige posities wisten de Fransen er geen voordeel uit te halen. In de nacht van 19 augustus ontruimden de Fransen hun stellingen en vluchtten met al hun vaandels en geschut in de vesting van Metz. Volledig omsingeld door de Duitse overmacht, werd Metz terstond belegerd door 150 000 Pruisen. Het beleg duurde tot de capitulatie op 29 oktober 1870. Bazaine en zijn troepen werden dusdanig uitgehongerd dat op 30 september de helft van de paarden geslacht was om iets te eten te hebben. Twee Franse bevoorradingscolonnes van elk 40 000 man werden door Pruisische artillerie en met buitgemaakte Chassepot-geweren aan flarden geschoten. Eenmaal duidelijk was dat noch Napoleon III, noch de Mac Mahon hen zou komen ontzetten volgde de overgave op 29 oktober 1870. Tussen de 133 à 173 000 door honger uitgeputte manschappen belandden in krijgsgevangenschap en 600 artilleriestukken werden buitgemaakt. © Wikipedia 3

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
Home


You need flash player to view this online publication