2

op om eens een demonstratie ten beste te geven aan die Duitse slabhangers!!! Zonder grondige voorbereiding of beredeneerde strategie gaf hij het order op 2 augustus 1870 Saarbrücken op Duits grondgebied aan te vallen. In het bijzijn van Napoleon III duurde de bezetting van Saarbrücken tot 5 augustus 1870. Zijn al even intelligente Generaal Frossard ontmoette slechts 3 bataljons en 2 eskadrons Uhlanen ruiters. Die weigerden te vechten en trokken koelbloedig, gedisciplineerd zich achterwaarts terug. Duits Generaal Gneisau hield de Franse bezetters nauwlettend in de gaten op de hoogtes rondom Saarbrücken. Voorzichtig trok hij op 3 augustus alle Duitse troepen terug in bivak Hilsbach. ’s Anderendaags sloeg de Duitse legerleiding kilometers verderop offensief hard toe. Bij de Frans-Duitse grens in Wissembourg (Weissenburg gelegen ter hoogte van Karlsruhe) kwam het op 4 augustus 1870 tot een eerste bloedig treffen in een grensveldslag, waar de Fransen (numeriek in de minderheid) op een hoopje werden geveegd door de Pruisen en andere Duitse bondgenoten. De Franse bevelvoerders stapelden de ene vergissing op de andere van slimheid. Op 6 augustus 1870 kregen de Fransen die dag tot tweemaal toe een pandoering in de Slag van Forbach/Spicheren (Forbach gelegen ter hoogte van Saarbrücken). Generaal Frossard vond het niet nodig aanwezig te zijn, gaf wat algemene orders en vertrok relaxed om te dineren met notabelen. ‘s Avonds mocht hij letterlijk gaan lopen! Gelijktijdig in de Slag van Wörth (Froeschwiller/Reichshoffen/Woerth) kreeg Maarschalk Patrice de Mac Mahonook een ferme optater en werd westwaarts opgejaagd door Duitse coalitietroepen. In Frankrijk heerste één en al consternatie en commotie na het uitlekken van deze drie onheilstijdingen. Het was pijnlijk duidelijk dat de Fransen maar half klaar waren voor een conflict van deze omvang. De Franse en Pruisisch-Duitse bondsstaatlegers waren totaal verschillend qua organisatie en bevelvoering. Bewapening en troepenaantal was ook sterk uiteenlopend. De Duitse suprematie was ontstaan onder toedoen van de Pruisische Generale Staf, geleid door Helmuth Von Moltke. Oorlog voeren werd aanzien als een militair-academische en wetenschappelijke aangelegenheid. Eigen troepen leiden, bestuderen en vergelijken met de vijand, op basis van bewegingen, plaatsgesteldheid, troepensterkte, strategie en tactiek was hun oorlogstechniek bij uitstek. Het Pruisisch leger was goed gestructureerd en verdeeld in drie legerkorpsen. De Pruisisch-Duitse coalitie had 18 dagen na de Franse oorlogsverklaring aan het Franse grensgebied alleen al zo’n 318 000 man geconcentreerd. Op grote schaal waren uit alle bondstaten heel wat reservisten opgeroepen. Bij de Fransen stelde de legerstaf niet veel voor en bood geen enkele meerwaarde. Sommige generaals waren eigengereid en voerden hun eigen oorlogjes. Generaal François Bazaine (afb. links) en generaal Charles Frossard waren daarvan een goed voorbeeld: teveel blaaskaak en te weinig militair. Beiden behoorden tot de entourage van Napoleon III en waren jaloers op elkaar. Napoleon III zelf had geen enkele militaire kwalificatie. Organisatorisch liet het Franse leger veel te wensen over tijdens het mobiliseren van manschappen. Op het moment van de oorlogsverklaring 19 juli 1870 was in heel Frankrijk geen enkel legerkorps in staat van paraatheid. Aan Franse kant stonden in het grensgebied eind juli hooguit half zoveel manschappen (200 000) tegenover 400 000 Duitsers. De Franse legerleiding oordeelde dat reservisten in een bewegingsoorlog nauwelijks van nut waren en achtte het overbodig om ze te mobiliseren. Het Franse Rijnleger (vijf legerkorpsen) stond onder direct bevel van Napoleon III en twee legerkorpsen bij Straatsburg onder Maarschalk Patrice de Mac Mahon. De moderne bewapening van de Franse troepen betrof het “Chassepot”-geweer (achterlader) dat driemaal zover kon vuren tot 1 500 meter en Montigny-mitrailleurs. De Duitse troepen beschikten over een “Dreyse-geweer (achterlader) met 600 meter vuurbereik. Maar… een modern magazijngeweer is geen kanon!!! De Fransen schoten met een bronzen voorlader. De Duitsers met een splinternieuw stalen achterlader van staalreus Krupp: Duitse superieure artillerie met splintergranaten, brandbommen, snel vuurvermogen, grotere reikwijdte en precisie. De wapenwedloop was onafwendbaar begonnen, non-stop tot Wereldoorlog 1914-‘18. Duitse troepen drongen op hun beurt massaal binnen op Frans grondgebied en startten hun offensief westwaarts. Verrast en aangeslagen na de drie verloren grensgevechten beval Napoleon III op 7 augustus 1870 de terugtrekking van het Franse leger over de Moezel (Moselle). Van opmarcheren naar Berlijn was plots geen sprake meer. Ziek en besluiteloos trok Napoleon III zich terug in Metz te samen met zijn zoon Prins Louis. François Bazaine nam het bevel over op 12 augustus 1870 (Frossard stond buitenspel). De Franse legerstaf gaf er zich laattijdig rekenschap van dat hun troepenmacht verspreid was over de ganse grenslengte, zonder dat die elkaar steun konden verlenen. Waarop gevraagd werd te hergroeperen en terug te trekken richting Metz, wat lamlendig traag werd opgevolgd. Door de Pruisische aanvallen was het Frans leger nu in twee verdeeld en een vierde ervan reeds verloren gegaan. 2

3 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication