3

Na Wörth stond in Alsace (Hagenau) Maarschalk P. de Mac Mahon met een legerkorps (1ste, 5de, 7de) en na Forbach stond in Lorraine (St-Avold) Generaal F. Bazaine met een legerkorps (2de, 3de, 4de). P. de Mac Mahon wou naar Châlons en Champagne (ten zuidoosten van Reims naar Camps Mourmelon) om een nieuw leger op de been te brengen, kwestie Parijs te beschermen. François Bazaine koos de aftocht naar de vesting van Metz. Heel ver kwam Bazaine niet want op 13 augustus kreeg zijn legerkorps reeds voeling met Pruisische voorposten. In de late namiddag van 14 augustus kwam het in Colombey/Borny/Nouilly (nabij Courcelles ten oosten van Metz) tot een veldslag, die de Fransen ertoe dwong om de rechteroever van de Moezel volledig te ontruimen tegen de morgen van 15 augustus. Achterna gezeten door de Duitse troepen probeerde Bazaine zijn leger verder te doen wegtrekken naar Verdun en over de Maas, om daar aansluiting te maken met het leger van de Mac Mahon. Zijn vluchtpoging westwaarts stuitte op twee Pruisische legerkorpsen die het Franse Rijnleger terugdrongen naar de forten van Metz. Spijts de Fransen in de meerderheid van vier tegen één vochten, slaagden zij er niet in om het koppige, weerbarstige, Pruisische zelfvertrouwen te breken en moesten uiteindelijk buigen voor de niet aflatende cavalerie-charges van de Duitse coalities onder leiding van Generaal Majoor Von Bredows. De slag van Mars-la-Tour (afb. rechts) op 16 augustus 1870 staat bekend als het grootste cavaleriegevecht dat ooit plaats vond in West-Europa. De Pruisen behaalden hier een klinkende overwinning, waardoor het zwaar gehavende Rijnleger van Bazaine Verdun niet haalde. Generaal Bazaine - de pas afgesneden -, zag maar één uitweg: vesting Metz. Onderweg naar de vesting raakte Bazaine zijn legertroepen tot overmaat van ramp opnieuw slaags met de Pruisen: op 18 augustus 10 km ten westen van Metz in de Slag van Gravelotte/Armanweiler/St-Privat. Spijts gunstige posities wisten de Fransen er geen voordeel uit te halen. In de nacht van 19 augustus ontruimden de Fransen hun stellingen en vluchtten met al hun vaandels en geschut in de vesting van Metz. Volledig omsingeld door de Duitse overmacht, werd Metz terstond belegerd door 150 000 Pruisen. Het beleg duurde tot de capitulatie op 29 oktober 1870. Bazaine en zijn troepen werden dusdanig uitgehongerd dat op 30 september de helft van de paarden geslacht was om iets te eten te hebben. Twee Franse bevoorradingscolonnes van elk 40 000 man werden door Pruisische artillerie en met buitgemaakte Chassepot-geweren aan flarden geschoten. Eenmaal duidelijk was dat noch Napoleon III, noch de Mac Mahon hen zou komen ontzetten volgde de overgave op 29 oktober 1870. Tussen de 133 à 173 000 door honger uitgeputte manschappen belandden in krijgsgevangenschap en 600 artilleriestukken werden buitgemaakt. © Wikipedia 3

Online Touch Home


You need flash player to view this online publication