30

Eén van de grootste Vlaamse kersthits blijft uiteraard Bakske Vol Met Stro van 1979 2 weken de hoogte positie innam in de hitlijsten en maar liefst 9 weken op 1 stond in de Vlaamse Top 10. Urbanus zou het naar eigen zeggen op een kwartier, 20 minuten hebben geschreven. Het is een parodie op de geboorte van Jezus Christus. Het lied vertelt hoe Jezus tijdens verschrikkelijk slecht weer lag te bibberen in een koude koeienstal. De Kerstster wordt door Urbanus omschreven als "een ster waaraan een wegwijzertje hangt." De Drie koningen stellen zich voor als babysitters en schenken een rol balatum, een pot vernis, een salami met look en een aquarium met een vis. De zwarte geeft aan Jozef van Nazareth een paar vijzen en een boor, Jezus krijgt een sjaaltje en een broekje in ivoor, Maria een zak cement "met ne grote roze strik" en ook Urbanus zelf kreeg een geschenk. Urbanus vertelt verder hoe de Heilige Geest daar aan het plafond "hing te schijnen" in "zijn blauwe training en purpere plastron". Jozef stelt Jezus voor aan de Heilige Geest en wijst op de gelijkenissen tussen hun neuzen. De Heilige Geest lacht Jozef uit en verklaart dat hij de vader is, waarop Jozef hem een vuistslag geeft die de hele ruimte in het duister zet. Er ontstaat een groot gevecht waarbij de os en de ezel buiten westen worden geslagen. Dan verschijnt God die de discussie oplost door te verklaren dat Jezus zijn zoon is. Alle aanwezigen staan perplex. Jozef slaat aan het drinken omdat "hij niet kan volgen", Maria kruipt weg in schaamte en alles werd, aldus Urbanus, "een kermis en een klucht", waarna er nog "een nest met engelen uit de lucht" valt. Jezus wordt het hele gedoe moe, neemt zijn fles, trekt nog een verse "pisdoek" aan en zegt: "Vrede op aarde aan iedereen die dat wil" (parodie op: "Vrede op aarde aan alle mensen van goede wil"). Alles wordt weer rustig en Jezus trekt zijn aureooltje scheef over zijn oor (parodie op de mode bij tieners om hun pet schuin of achterstevoren te dragen). Hij stapt "gelijk nen grote" in zijn sportwagen en besluit: "Al wie dat mij volgen wil, zal wreed hard moeten lopen." Platenhoes van ‘een bakske vol met stro’ Urbanus Van Anus die in Toen Urbanus "Bakske vol met stro" uitbracht zorgde dit voor veel controverse bij de christelijke gemeenschap in Vlaanderen. Urbanus ontving vele klachtbrieven van misnoegde en gechoqueerde mensen. Pastoors verboden hun parochianen het nummer te kopen en veel gelovige mensen uitten er hun verontwaardiging over. Toch stond het lied rond de Kerstdagen hoog in de Vlaamse hitlijsten genoteerd en in de eerste twee weken van januari 1980 prijkte het zelfs op nummer 1 in de Top 30 van de BRT. De single verkocht uiteindelijk 150.000 exemplaren. Urbanus' eigen bekendheid in Vlaanderen en later Nederland steeg er ook enorm door. Tegenwoordig is "Bakske vol met stro" één van Urbanus' bekendste en populairste nummers. Op alle compilaties van zijn muziek is het nummer terug te vinden. Mocht je nog niet weten over welk nummer dit juist gaat, zing gerust mee: Heel lang geleden voor de allereerste keer Dat had ge moeten zien, t was verschrikkelijk slecht weer Lag hij daar te bibberen in een kouwe koeiestal In een kribbeke met nen os en nen ezel, dat was al Maar boven in de lucht kon je een sterreke zien staan Dat alsmaar zat te fonkelen, d'er hing een wegwijzertje aan En t heeft ni lang geduurd of dat was daar vollen bak Het krioelde van de herders met nen dikke wollen frak Jezeke is geboren, aleluja alloo Jezeke is geboren in een bakske vol met stro Toen kwamen de drie koningen, ne zwarte en ne witte Ze vroegen of ze ook mochten komen babysitten Ze schonken een rol balatum en ne grote pot vernis Een salami met look en een aquarium met ne vis De zwarte gaf aan Jozef een paar vijzen en een boor En aan Jezeke een sjalleke en een broekske in ivoor Maria kreeg ne zak cement met ne grote roze strik En een potlood en een gommeke om te gommen krege kik Jezeke is geboren, aleluja alloo Jezeke is geboren in een bakske vol met stro Den heilige geest die hing daar te schijnen aan t plafond In zijne blauwe training en zijne purpere plastron Op dat moment zei Jozef kijk dat is hier mijne kleine' Bezie maar zijne neus, t is helemaal de mijne Den heilige geest moest lachen ah, ocharme sukkelaar' Die kleine die is van mij want ik was den ooievaar Jozef gaf de geest een goei mot op zijn gezicht Toen zaten ze meteen zonder klank en zonder licht Jezeke is geboren, aleluja alloo Jezeke is geboren in een bakske vol met stro Ze bleven daar maar zwaaien met hun vuisten in het rond Den os en den ezel lagen knock-out op de grond Toen kwam God de Vader en hij sprak dit is mijn zoon' Nu stonden ze te gapen, nu zaten ze daar schoon 58

31 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication