13

moeder in Houtem wonen. Elke maandag, kort na 4 u. ’s nachts, vertrekt hij voor een week naar Poelkapelle, en keert ’s zaterdags terug naar Houtem. Met zijn velo? Ongeval? Maandag 14 maart 1938. Cyrille Swaels en Maurice Vermeulen, landbouwwerkmannen bij boer Achiel Dekervel, zijn al vroeg aan het werk op het veld rechtover het huisje van Amelie. Ze vinden het raar dat alle luiken er nog dicht zijn en dat er omheen niet de minste beweging is. Kort na 9 u. besluiten ze maar eens te gaan zien. Zonderling: vooraan is alles gesloten, achteraan is alles open. Ze kijken door het venster, gaan binnen. Op slag zijn ze onthutst. Vlak voor hen, aan de voet van de trap, ligt het bewegingloze lichaam van Amelie uitgestrekt. Ze ligt op haar rug in een grote bloedplas, het hoofd achterover en haar benen op de trap. Erg geschokt vermoeden Cyrille en Maurice dat Amelie van de zoldertrap gevallen is, de valdeur staat open. Zwaar onder de indruk weten ze niet goed wat te doen, tenzij beklemd en zwijgend weer aan het werk te gaan. Maar ’s middags op de hoeve Dekervel wordt hun akelige belevenis ondraaglijk en delen ze het jammerlijke lot van de buurvrouw mee aan boer Achiel. Hij brengt onmiddellijk de rijkswacht van Houtem op de hoogte. Ter plaatse stellen de gendarmes vast dat de vrouw niet gevallen is maar een onnatuurlijke dood is gestorven. Want ze vertoont drie à vier diepe hoekwonden op de achterkant van de schedel en diepe wonden aan haar hals. Het parket van Veurne wordt dadelijk van dit verdacht overlijden in kennis gesteld. Procureur, wetsgeneesheer en andere gerechtsdienaars stappen af aan het huisje voor nauwkeurige vaststellingen en grondig sporenonderzoek. Het stoffelijk overschot van Amelie wordt naar een lokaal in het dorp overgebracht waar een lijkschouwing zonder meer uitwijst dat haar dood het gevolg is van hamerslagen waarvan de impact zich duidelijk op de gebroken schedel aftekent. Koffie van mette Zoon Arthur, maandagmorgen om vier uur van thuis naar Poelkapelle vertrokken, keert ijlings terug naar Houtem van zodra hij het droevige overlijden van moeder Amelie verneemt. Het is logisch dat hij verdacht wordt, maar hij pleit volkomen onschuldig. Hij helpt integendeel het onderzoek vooruit met zijn getuigenis dat een en ander uit het huisje verdwenen is: een half brood, wat margarine, wat chicorei en een kilo koffie. Geen geld want dat is er niet. De speurders oordelen dat Arthur niet de dader kan zijn. Wie dan wel? Arthur heeft een zoon, Julien (26), die geen goede reputatie geniet want, aldus de krant, “hij houdt van ’t mooie leven en vindt ’t werken gansch zijn leven lang veel te lastig”. Hij woont te Beveren-aan-de-IJzer met zijn 18-jarige echtgenote Marie Kaeckelbergh(3) van Leisele. De rijkswacht besluit hen onmiddellijk met een bezoekje te vereren. De moordenaar gevonden Huiszoekingen werden gedaan… en een kilogram koffie werd bovengehaald, zoodat op aanvragen der gendarmen waar hij die was gaan aankopen het antwoord kwam dat hij ze van “Mette’s” had meegebracht. Aanstonds vielen de vermoedens… en zo erg werden beiden in ’t nauw gedreven dat ze tenslotte Woensdagmiddag bekenden den moord te hebben bedreven. Hoe grootmoeder vermoord werd De moordenaar verklaarde verder aan de Rijkswacht hoe alles zich had voorgedaan. Kort na het vertrek van zijn vader – Bruneel, bij wie zijn grootmoeder inwoonde – was hij en zijn vrouw de woning binnengedrongen en troffen er “Mette” aan die pas alles weggedragen ... had van tafel waar haar zoon geëten had alvorens te vertrekken. Julien bleef er nog een tijdje ronddraven in huis, terwijl zijn vrouw buiten aan de achterdeur de wacht ging houden. Als Vrouw Amelie dan in den zetel was gaan zitten moeten er zich dan woordenwisselingen hebben voorgedaan en plots is hij er met een hamer opgevlogen en heeft haar drie slagen op den achterwand van den schedel gegeven, waardoor ze voorover viel, den schedel gekloven. Verder heeft hij ze opgenomen en aan den voet van den trap gaan leggen net of ze er van afgevallen zou zijn… om iedereen ’t gedacht te geven dat ze doodgevallen was. Daarop hebben ze ’t huisje doorsnuisterd; ze hebben geen geld gevonden en zijn op de vlucht geslagen met de hooger genoemde kruidenierswaren. 53 53

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication