0

tweelingbroers Herman en Eric deel 1 Beste Beauvoordenaren Ik weet niet of het de andere 85-plussers al eens is overkomen dat de jeugdherinneringen zich plots beginnen op te dringen. Dat men de noodzaak aanvoelt die toch maar op te tekenen? Om mij te situeren, zeg ik u dat ik geboren ben in 1934 als tweelingbroer van Eric Missinne (foto boven: links Herman, naast Eric). Hiernaast zie je mijn geboortehuis van toen. Ook een foto van tijdens WO1 met aanpalend, het gebombardeerde klooster van de meisjesschool. De menner is Jozef Huyghe, vader van Thérèse. De recente kleurenfoto - anno 2020. Eric en ikzelf waren nummer vijf en zes en vier jaar later werd onze jongste zus Paula de rij komen afsluiten. Op de familiefoto zie je van links naar rechts - achteraan: Maria, Jozef, Lieve - vooraan: Cyriel Missinne, Herman, Odiel, Eric, Paula, Lisa Vercruysse Ik wil wat verhalen neerschrijven. Ook verhalen waar ik niet zo fier op ben, maar die mijn jeugd mee hebben getekend. Zo is er het verhaal van onze buurvrouw van rechtover, Bertha Ryckeboer en haar ‘keunebuk’. Berta was getrouwd met Fons, een veekoopman die ook een beenhouwerij en een café uitbaatte (zie foto bovenaan volgende pagina) op de hoek van de straat die uitloopt op Vinkemdorp, huidige Vinkemstraat. Ons huis, zo heb ik later vernomen, was eigendom van het kasteel. Ooit woonde daar een notaris. Hij verplaatste zich met paard en koets, want in een van de bijgebouwen, waar ons keunekot was, hing er een voederbak voor het hooi. Mijn broer Eric en ikzelf hebben die voederbak van de muurwand verwijderd. Het kasteel Beauvoorde werd bij legaat door Arthur Merghelynck geschonken aan de Vlaamse Academie voor Taal– en Letterkunde, die de gift enkel wilde aanvaarden mits toevoeging van enkele hofsteden en burgerhuizen. Die extra’s waren noodzakelijk om met de opbrengsten de onderhoudskosten van het kasteel te betalen. Net als wij had buurvrouw Bertha een aantal konijnen. Spijtig genoeg bezat ze geen keunebuk om voor kleintjes te helpen zorgen. 1

Stoet door Vinkem en Wulveringem bij de inhuldiging van burgemeester Adrien Rabaey van Vinkem. Reuzin Belle met de reuzenkinderen. Op de achtergrond de woning van Alfons en Bertha Ryckboer: café-beenhouwerij De Lelie. Links, naast het raam van de beenhouwerij: man met kepie is veldwachter Cyriel Missinne, vader van Herman. © foto’s (deel 1) Herman Duron Stefaan Duron Herman Missinne Julien Ryckeboer familie-album Palma Sampers konijn: Gorkhs via Pixabay Om het jaar stak Bertha met haar ‘keunemoer’ onder de armen de straat over om haar ‘keunekroost’ te laten uitgroeien. Geen probleem natuurlijk. Zo ging dit onder geburen. Eric en ik hadden voor haar bezoek afgesproken om Bertha op de loop te hebben. Achteraf gezien was dit een misplaatste grap. Bertha wist heel goed in welk hok onze ‘keunebuk’ zat. Vóór haar komst hadden wij de buk verwisseld met een ‘keunemoer’. Zo zat Bertha die bewuste keer het avontuur geduldig te bekijken. Ze kon alleen maar vaststellen dat de konijnen eerst geen aandacht hadden voor elkaar tot ze op zeker ogenblik met elkaar begonnen te vechten. Wij hadden het schouwspel in de gaten en zegden tegen Bertha: “Ge zult een beetje geduld moeten hebben. Misschien moeten ze nog een beetje aan elkaar wennen. Wacht, Bertha, we halen wel een stoel uit de keuken. Zo kunt u rustig afwachten.” Zo gezegd, zo gedaan! Na zo’n kwartier werd Bertha ongeduldig en begon zelfs te vrezen voor de goede afloop van deze ontmoeting. Toen hebben we Bertha de goed raad gegeven morgen eens terug te komen. Ik zie nog altijd voor mijn ogen hoe Bertha ontgoocheld met haar konijn de straat weer overstak. “Allez Bertha, morgen zal het wel beter zijn. Ge moet er niet aan twijfelen”. Een andere keer waren Eric en ik om welke reden dan ook in de tuin van Fons en Bertha, toen Bertha onwel werd en plots neerzakte op de grond. We haalden een plank of een ladder, legden Bertha er op en brachten haar zo in huis. Ik herinner me dat Dr. Verschelde uit Veurne erbij werd geroepen. Fons was intussen thuis beland. Toen de dokter ter plaatse was, hoor ik hem nog altijd tegen Fons zeggen: “Het spijt me Fons, maar ik kan jammer genoeg niet meer helpen. Bertha is overleden”. Toen zag ik als kind voor het eerst in mijn leven dat Fons in tranen uitbarstte. Fons was in onze ogen een eerder ruwe man die wij meerdere keren in de late uurtjes hoorden thuiskomen, wellicht wat boven zijn theewater en met een bijl kloppend op de deur, Bertha smekend om hem binnen te laten. Dit heeft een diepe indruk op mij nagelaten. Ook andere buren zijn niet weg te denken. Tegenover het klooster woonden toen de gemeentesecretaris Michel Duron en zijn echtgenote Palma Sampers. Palma was de oudste zuster van mijn latere echtgenote Marth Sampers. Michel en Palma waren bij de eerste 2 Lisa Vercruysse en Cyriel Missinne, de ouders van Herman, op latere leeftijd. in het dorp die over een televisie beschikten. Zo kwamen wij om die reden er dikwijls over de vloer. In die periode kwam het populaire programma “Schipper naast Mathilde’ op de buis. De allereerste TV-bezitter, voor zover ik mij kan herinneren, was Maurice Duthoit, werkleider bij de melkerij van Vinkem. Hij woonde toen in het huis op de hoek van de parking van Salons Driekoningen (Kwadestraat).

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
Home


You need flash player to view this online publication