Aanvankelijk heb ik dit niet eens zo heel bewust in mijn poëzie gebracht. Dat merkte ik gewoon gaandeweg. Al mijn gedichten komen voort uit een bepaalde angst en een verlangen die angst te voorkomen of die angst in te kapselen. Met voorschriften, maatregelen, met oplossingen waardoor ik het niet hoefde te voelen. En toen ik doorhad dat die poëzie voor mij zó werkte, als dam of zo, voelde ik dit aan als een soort thema voor in een bundel. Zo is mijn eerste bundel tot stand gekomen. Om nog even terug te keren in de tijd. Was je verhuis van Rolde naar A’dam voor jou een grote stap? Ik heb nooit het gevoel gehad de ene plek voor de andere te verruilen. Ik ben nog altijd veel terug gegaan naar Drenthe. Ik heb ook nog een jaar in Groningen gewoond, wat best een grote stad is in Noord-Nederland. De afstand is ook relatief klein. Mijn ouders wonen nog steeds in Rolde. De overgang kwam geleidelijk. En mij onderdompelen in het leven van de grote stad vond ik heerlijk. In je nieuwe bundel ‘Bewijs van bewaring’ schrijf je veel over vrouwen die we in de geschiedenis over het hoofd hebben gezien. patriarchale toon gehad, een mannelijk perspectief, omdat van mannelijke schrijvers, kunstenaars, wetenschappers, veel meer bekend was en bewaard bleef dan van vrouwen. Daar heb ik in gedichten iets tegenover willen plaatsen. Je geeft Duits onderricht in een middelbare school, met daarnaast geschiedenis. Vind je dat een tegenhanger van schrijven? Precies! In de wereld van tieners, je moet er voor hen zijn. Het is een grote opdracht op hun interesse te wekken voor de geschiedenis. En de Duitse taal is niet het ideale middel om contact met ze te maken. Ik vind tieners zelf heel open mensen, wat anderen niet altijd (kunnen) snappen. Het is een van de leukste leeftijdscategorieën om contact mee te hebben. Ze zijn zo eerlijk, ze accepteren géén onoprechtheid. Je bent ook muzikaal … speelt viool? Of is het musiceren in de stofferige hoek beland? Structureel spelen zit er niet meer in. Luisteren doe ik nog wel regelmatig. Om door te gaan met het thema van je tweede bundel ‘Bewijs van bewaring’. Zelf ben ik voorstander van het feminisme. Jij ook, vermoed ik? Uiteraard, ja! Bij allebei de bundels en bij het schrijven in het algemeen, ook als ik verhalen maak of proza of columns schrijf, is dat wat mij betreft een vorm van bezwering. Om controle te hebben. Ik pretendeer niet het antwoord gevonden te hebben. Ik vind het wel fijn dat een gedicht kan aanzetten tot iets. Ik breng mensen graag in beweging. Eerder met vragen dan met een instructie. In onze manier van geschiedenis schrijven hebben we lang een heel Dat merkte ik ook toen ik las over die twee vrouwelijke astronomen die los van elkaar tussen de 17de en 20ste eeuw leefden en baanbrekend werk verrichtten en door de mannelijke geschiedschrijvers eerder in de vergeethoek werden geduwd. Breek je daar ook een lans voor in je gedichten? Ik voel daar wel een heldere verbondenheid mee, met het feminisme. Het aankaarten van ongelijkheid. In mijn studies en later viel het me op dat als we het hebben 3 over de geschiedenis of over hoe we verhalen vertellen, dat we er vaak veel perspectieven in missen. Dit hebben we enorm in de koloniale geschiedenis. Ik vind dat we rijkelijk laat zijn dat te beseffen en met dat een plek geven in de manier waarop we onze kinderen dan vertellen waar ze vandaan komen. Dat is ook zo bij vrouwengeschiedenis. Deze term is niet zo kloppend, omdat de geschiedenis inherent ook vrouwelijk is. De afgelopen jaren ben ik wel veel op zoek geweest naar de vrouwelijke stem, heel concreet in vrouwelijke biografieën die we zouden moeten kennen. Waarbij ik wens dat we die zouden moeten léren kennen. Ook bij vrouwenthema’s tot nu over “anticonceptie, heksenvervolging, abortus”. Die thema’s zijn zo alomtegenwoordig, maar worden vaak weggeschoven als ‘vrouwendingen’, die daar in de hoek blijven staan. Ik had daarbij gedacht: ik moet er misschien poëzie over maken. Om het breder te maken. In die tweede bundel maak je dat heel duidelijk en besteed je er veel aandacht aan. Het gaat veel over vrouwen, maar ook over het gevoel van hoe herinneren we ons dingen? Hoe gaan we om met de geschiedenis? Is de geschiedenis het wel waard om daar aandacht aan te geven? Want de wereld vraagt om heel veel toekomstige oplossingen voor toekomstige problemen. Is het dan wel zo opportuun om de geschiedenis er nog bij te halen? Ik denk van wel en het is wel interessant om te onderzoeken of dit wel nuttig kan zijn. De poëzie is ook een plek om er tussen nu, verleden en toekomst een balans te zoeken. Omdat poëzie zoveel ruimte geeft voor overdenkingen en nuance. Nu aangaande je verblijf hier in Beauvoorde, hoe kom je hier terecht? Ik ben hier op uitnodiging van Maud Vanhauwaert, ereburger van Veurne. We kennen elkaar nog niet goed. Maar dat zal donderdag 4 mei veranderen, wanneer ik samen met haar de poëzieavond in de Nobele Roze te Veurne met een lezing zal vullen. We kennen
4 Online Touch Home