0

… in de schrijfresidentie - interview Stef Duron - 01 tot 05 mei ‘23 Iduna Paalman Is dichter en schrijver Ze publiceerde bij Querido de dichtbundels ‘De grom uit de hond halen’ (2019) en ‘Bewijs van bewaring’ (2022) bio °1991 - Rolde (Nl) Ze kan vioolspelen, ze staat voor de klas en geeft Duits op een middelbare school. Ze houdt van toneelspelen, van schilderen en tekenen. Maar van alles wat ze leuk vindt, koos Iduna Paalman om te gaan schrijven en dichten. Een droom die langzaam maar zeker werd verwezenlijkt. Ze publiceerde de dichtbundels ‘De grom uit de hond halen’ (2019), ‘Bewijs van bewaring’ (2022) – uitgeverij Querido – en schrijft ook voor toneel. Van jongs af aan was Iduna bezig met het vertellen van verhalen. Eerst gebeurde dit met potlood op papier, maakte ze tekeningen. “Maar toen ik leerde schrijven, toen dacht ik ‘dit is veel leuker dan tekenen’. Voor mij was dit een bevrijding. Een tekening is maar één beeld en met schrijven kun je veel meer zeggen.” Tot het einde van de middelbare school. “Als 17-jarige deed Ik aan een dicht© foto - Simon Debbaut L'ecluse 1

wedstrijd mee en toen dacht ik: ‘Ja. Oh ja. Dit wil ik echt. Dat is iets waar ik goed in wil worden’ Eerst was het iets wat ik altijd thuis deed als niemand keek. En toen dacht ik: ‘Nu wil ik wel dat anderen een beetje mee gaan lezen’”. Ze zou Nederlands gaan studeren maar ze buisde voor haar eindexamen. “Ik had een natuurprofiel wat me totaal niet paste.” Ze deed herexamen met een extra vak. “Dat leek me wel leuk: Duits.” Na die korte omweg besloot ze toch niet Nederlands te gaan studeren. Nee, het werd Duits, aan de Universiteit in Amsterdam. Ze vertrok uit het Noorden van het land en verhuisde naar Amsterdam. Gelukkig was er iemand die in haar geloofde. “Edward van de Vendel nam mij mee in een schrijfproject voor jonge schrijvers. Hij moedigde me aan onder een vorm van mentorschap en zag me.” Door hem ging ze geloven dat ze misschien toch iets nieuws te vertellen had, dat haar werk echt mag bestaan. “Ik gun dat iedere jonge schrijver, iemand die er dicht bij je staat.” Het kwam op je pad. Niet is toeval, denk ik dan. “Ik had hem eerder al ‘ns geïnterviewd in Nederland voor een profielwerkstuk, dat je op het een na laatste jaar van je middelbare school maakt. Dit ging over schrijver zijn, hoe je schrijver wordt. Daardoor is er met hem een bijzondere vriendschap door ontstaan. Hij heeft mij als jonge twintiger echt op weg geholpen en hij is ook mijn eerste lezer geworden. Dat is zó belangrijk. Voordien had ik al heel wat geschreven, maar was er nooit iemand die ik dit liet lezen. Hij was voor mij een klankbord. Door mijn werk voor te dragen, voelde ik toen ook dat het podium iets was wat ook bij mij paste. Voordragen doet ze graag. Daardoor heeft ze het idee dat ze echt een publiek heeft. “Op een podium staan en spelen in een theatergroep, een jongerengezelschap vond ik altijd heel leuk © foto - Irwan Droog (2019) en dat mis ik ook heel erg.” Maar dat is niet het enige. “Ik heb ook lang viool gespeeld en dacht altijd ‘oh, ik zou in een orkest willen spelen!’ maar dat doe ik niet omdat ik geen tijd heb.” Ook het tekenen en schilderen wat ze graag doet, is op een laag pitje komen te staan. “Op een gegeven moment heb ik echt de keuze gemaakt dat ik wil schrijven, dus dan wordt het schrijven. Maar als je een extra leven hebt, kom ik hem graag van je afhalen!” Naast haar werk als schrijver, dichter en een periode van vier jaar als columnist bij het online-platform Hard//Hoofd, staat Iduna voor de klas. Ze geeft Duits, geschiedenis en toneelles op een middelbare school. “Het is een fijne combinatie. Ik heb het contact met de wereld nodig. Maar daarbij heb ik ook wel van huis uit meegekregen dat ‘van je hobby je werk maken’ maar voor heel weinig mensen is weggelegd.” Ze probeert in kleine stapjes te denken en te leven. “Ik wil dat het schrijven uiteindelijk een grotere rol gaat spelen, dat ik echt schrijver en dichter word. Maar ik probeer niet te ver vooruit te kijken.” Kleine successen wegen het zwaarst. Je won met je debuutbundel ‘De grom uit de hond ha2 Je vader was risicomanager op zee, met name op boorplatforms e.d. Je blijft dus alert voor het gevaar dat er zou kunnen zijn, al is de realiteit niet van die aard … Ja, en daardoor heb ik altijd de neiging gehad om naar een bepaalde mate van bescherming, naar indamming van risico’s te gaan. Het in kaart brengen en weten wat er zou kunnen toeslaan. Ja, dat heeft er zeker iets mee te maken. Ik ben een angstig iemand, was ik als kind al. Nu wordt dit ook iets groter, omwille van de wereld waarin we nu leven. De manier om hiermee om te gaan, heb ik van thuis uit. Mijn vader doet dit ook, om die angst te gaan berekenen en na te denken hoe je het gevaar kan voorkomen. Hoe je de dreiging kunt wegnemen uit de situatie die inherent dreigend zou kunnen zijn. len’ (2019) de Poëziedebuutprijs aan Zee. Van bij ons levensbegin leeft er enige angst in ieder kind. Jouw debuut gaat over het thema angst en de onvoorspelbare toekomst. Verwerk je dit door poëzie te schrijven als wapen tegen de dreigende toekomst, de onzekere tijden waarin we vooral nu leven? Je wil beheersen wat er op je afkomt. Hou je van vooraf georganiseerde zaken, wat niet aan het toeval of verrassingen is overgelaten? Speelt dit een algemene rol in je leven? Heeft dit er iets mee te maken?

Aanvankelijk heb ik dit niet eens zo heel bewust in mijn poëzie gebracht. Dat merkte ik gewoon gaandeweg. Al mijn gedichten komen voort uit een bepaalde angst en een verlangen die angst te voorkomen of die angst in te kapselen. Met voorschriften, maatregelen, met oplossingen waardoor ik het niet hoefde te voelen. En toen ik doorhad dat die poëzie voor mij zó werkte, als dam of zo, voelde ik dit aan als een soort thema voor in een bundel. Zo is mijn eerste bundel tot stand gekomen. Om nog even terug te keren in de tijd. Was je verhuis van Rolde naar A’dam voor jou een grote stap? Ik heb nooit het gevoel gehad de ene plek voor de andere te verruilen. Ik ben nog altijd veel terug gegaan naar Drenthe. Ik heb ook nog een jaar in Groningen gewoond, wat best een grote stad is in Noord-Nederland. De afstand is ook relatief klein. Mijn ouders wonen nog steeds in Rolde. De overgang kwam geleidelijk. En mij onderdompelen in het leven van de grote stad vond ik heerlijk. In je nieuwe bundel ‘Bewijs van bewaring’ schrijf je veel over vrouwen die we in de geschiedenis over het hoofd hebben gezien. patriarchale toon gehad, een mannelijk perspectief, omdat van mannelijke schrijvers, kunstenaars, wetenschappers, veel meer bekend was en bewaard bleef dan van vrouwen. Daar heb ik in gedichten iets tegenover willen plaatsen. Je geeft Duits onderricht in een middelbare school, met daarnaast geschiedenis. Vind je dat een tegenhanger van schrijven? Precies! In de wereld van tieners, je moet er voor hen zijn. Het is een grote opdracht op hun interesse te wekken voor de geschiedenis. En de Duitse taal is niet het ideale middel om contact met ze te maken. Ik vind tieners zelf heel open mensen, wat anderen niet altijd (kunnen) snappen. Het is een van de leukste leeftijdscategorieën om contact mee te hebben. Ze zijn zo eerlijk, ze accepteren géén onoprechtheid. Je bent ook muzikaal … speelt viool? Of is het musiceren in de stofferige hoek beland? Structureel spelen zit er niet meer in. Luisteren doe ik nog wel regelmatig. Om door te gaan met het thema van je tweede bundel ‘Bewijs van bewaring’. Zelf ben ik voorstander van het feminisme. Jij ook, vermoed ik? Uiteraard, ja! Bij allebei de bundels en bij het schrijven in het algemeen, ook als ik verhalen maak of proza of columns schrijf, is dat wat mij betreft een vorm van bezwering. Om controle te hebben. Ik pretendeer niet het antwoord gevonden te hebben. Ik vind het wel fijn dat een gedicht kan aanzetten tot iets. Ik breng mensen graag in beweging. Eerder met vragen dan met een instructie. In onze manier van geschiedenis schrijven hebben we lang een heel Dat merkte ik ook toen ik las over die twee vrouwelijke astronomen die los van elkaar tussen de 17de en 20ste eeuw leefden en baanbrekend werk verrichtten en door de mannelijke geschiedschrijvers eerder in de vergeethoek werden geduwd. Breek je daar ook een lans voor in je gedichten? Ik voel daar wel een heldere verbondenheid mee, met het feminisme. Het aankaarten van ongelijkheid. In mijn studies en later viel het me op dat als we het hebben 3 over de geschiedenis of over hoe we verhalen vertellen, dat we er vaak veel perspectieven in missen. Dit hebben we enorm in de koloniale geschiedenis. Ik vind dat we rijkelijk laat zijn dat te beseffen en met dat een plek geven in de manier waarop we onze kinderen dan vertellen waar ze vandaan komen. Dat is ook zo bij vrouwengeschiedenis. Deze term is niet zo kloppend, omdat de geschiedenis inherent ook vrouwelijk is. De afgelopen jaren ben ik wel veel op zoek geweest naar de vrouwelijke stem, heel concreet in vrouwelijke biografieën die we zouden moeten kennen. Waarbij ik wens dat we die zouden moeten léren kennen. Ook bij vrouwenthema’s tot nu over “anticonceptie, heksenvervolging, abortus”. Die thema’s zijn zo alomtegenwoordig, maar worden vaak weggeschoven als ‘vrouwendingen’, die daar in de hoek blijven staan. Ik had daarbij gedacht: ik moet er misschien poëzie over maken. Om het breder te maken. In die tweede bundel maak je dat heel duidelijk en besteed je er veel aandacht aan. Het gaat veel over vrouwen, maar ook over het gevoel van hoe herinneren we ons dingen? Hoe gaan we om met de geschiedenis? Is de geschiedenis het wel waard om daar aandacht aan te geven? Want de wereld vraagt om heel veel toekomstige oplossingen voor toekomstige problemen. Is het dan wel zo opportuun om de geschiedenis er nog bij te halen? Ik denk van wel en het is wel interessant om te onderzoeken of dit wel nuttig kan zijn. De poëzie is ook een plek om er tussen nu, verleden en toekomst een balans te zoeken. Omdat poëzie zoveel ruimte geeft voor overdenkingen en nuance. Nu aangaande je verblijf hier in Beauvoorde, hoe kom je hier terecht? Ik ben hier op uitnodiging van Maud Vanhauwaert, ereburger van Veurne. We kennen elkaar nog niet goed. Maar dat zal donderdag 4 mei veranderen, wanneer ik samen met haar de poëzieavond in de Nobele Roze te Veurne met een lezing zal vullen. We kennen

wel elkaars poëzie. Ik heb haar bundels in de kast staan. Ik bewonder haar erg als dichter en als mens. Poëzieavond in ‘de Nobele Roze’ te Veurne Sally Cauwelier, cultuurdeskundige van Visit Veurne, mag samen met een 50-tal aanwezigen terugkijken op een zeer geslaagde poëzieavond. Maud Vanhauwert, ereburger van Veurne, stadsdichter van Antwerpen en volgend academiejaar de nieuwe huisdichter bij de KULLeuven modereerde de avond. Haar rake vragen voor Iduna Paalman lokten boeiende reacties uit over haar leven en over haar debuutbundel ‘De grom uit de hond halen’ (2019), waarvoor ze genomineerd werd voor de Buddinghen de Ida Gerhardt Poëzieprijs. Door de Nederlandse Volkskrant werd ze uitgeroepen tot literair talent van het jaar. In 2020 won ze de Poëziedebuutprijs aan Zee. De grom uit de hond halen werd door recensenten lovend onthaald. Vooral de manier waarop Paalman existentiële angsten aangaande controle licht en met humor voor het voetlicht weet te brengen wekt indruk. Ook haar heldere stijl en rijke taalgebruik worden geroemd. Iduna Paalman verving in 2022 Petra Grijzen als presentator van de NPO Radio 1 en NTR wetenschapspodcast Atlas. Op zondag 7 mei ontving Iduna Paalman tijdens een feestelijke bijeenkomst in Buitengoed Fredeshiem de Mr. J.C. Bloem Poëzieprijs De jury, bestaande uit Noraly Beyer, Frouje van der Ploeg en Willem Thies maakte bekend dat Paalman de tweejaarlijkse prijs krijgt voor haar in 2022 verschenen bundel ‘Bewijs van Bewaring’. De gemeente Steenwijkerland kent sinds 2001 tweejaarlijks de prijs toe aan de tweede bundel van een dichter uit het Nederlandstalig gebied. De laatste winnaar was de Vlaamse dichter Moya de Feyter. Eerdere winnaars waren o.a. Maria Bar© foto rechts - Nonzuzo Gxekwa 4 Impressie Veurne en Beauvoorde: als ik terugdenk aan mijn week in het fijne schrijversverblijf naast het kasteel, denk ik aan alle zonnige, gastvrije, interessante, aandachtige, winderige, verstilde, gezellige, historische, stralende, teruggetrokken en uitbundige momenten, in de stad, de weilanden, tussen de mensen en met mezelf. Het was een eer en een genot om hier te zijn toen de lente definitief doorbrak. nas, Jonathan Griffioen, Maarten van der Graaff, Ester Naomi Perquin en Hagar Peeters. Er waren dit jaar 17 inzendingen. Een recensie uit POËZIE Paalman toont met ‘Bewijs van bewaring’ een bijzonder diepgaande reflectie op en exploratie van een dichterlijk-historische praktijk die de patriarchale tendensen van de institutionele geschiedenis ten dele kan compenseren. Sally Cauwelier, Maud Vanhauwaert, Iduna Paalman © foto’s - Stef Duron - © zaalfoto - Sally Cauwelier

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
Home


You need flash player to view this online publication