63

Arthur Merghelynck had bij testament zelf gekozen voor een graf in Wulveringem. Dat betekende dat hij vanuit Ieper naar het dorp overgebracht werd om er door pastoor Van Ackere begraven te worden. Weduwe Merghelynck vroeg en kreeg de afstand van grond voor het graf. Dat ging niet gemakkelijk. De gemeenteraad wou eerst de grond doen afmeten om nadien de prijs per vierkante meter te bepalen. Op een andere zitting werd de vraag van de weduwe voor een concessie van veertig jaar uitgesteld “voor nader onderzoek”. Er werd een vergelijking gemaakt met de grafkelder en het gedenkteken van notaris Rolly. Uiteindelijk besliste de gemeenteraad, pas halfweg 1912, om een eeuwigdurende concessie toe te staan. Hun argument luidde dat het graf een verfraaiing zou zijn van het kerkhof. Kostprijs: 1548 frank, waarvan de helft bestemd was voor het Armenbestuur. Merghelynck had in zijn testament de zorg voor het graf opgedragen aan de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL). Die verkreeg het gebruik van het kasteel in 1941, na de dood van mevrouw Merghelynck. (testament uitgevoerd na de Tweede Wereldoorlog in 1947) Elk jaar vindt er omstreeks de sterfdatum van Arthur Merghelynck een jaarvergadering plaats. Dan verzorgt de academie nog steeds een korte bloemenhulde, aan het graf van Arthur. (jaarlijks de eerste woensdag van juli) Grafmonument van Emile Verhaeren, marmer. (ontgraven in 1926) Ontwerp van M.O. Van Rysselberghe. Kerkhof van Wulveringem 1917, grafmonument Emiel Verhaeren. In 1926 verhuist naar Sint-Amands

64 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication