35

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 35 ‘We hebben enige speelruimte om hobbels op te vangen’ analyse zou kunnen komen. We zijn tevreden met wat er in een dikke twee jaar allemaal is gebeurd’, reageert directeur Kristel Lammers van het nationale programma NP RES. ‘Tegelijk signaleren we dat het echte werk pas begint met de uitvoering. Daar gaan we nog genoeg hobbels in tegenkomen. Maar we hebben nu enige speelruimte om die hobbels op te vangen.’ KRITISCH De eerste twee hobbels dienen zich volgens het PBL in datzelfde rapport al aan. De Raad van State is kritisch over de door het rijk gehanteerde milieuregels bij de plaatsing van windturbines en wil aanvullend onderzoek. Dat zorgt nu al voor uitstel van plannen. En mocht het tot strengere normen komen, dan resteert er nog minder ruimte voor de vaak toch al zo omstreden plannen voor wind op land. ‘Het PBL heeft met deze kwestie al rekening gehouden in het rapport’, zegt Lammers. ‘Dus ondanks deze hobbel kunnen we volgens het PBL die 35 terawatt nog steeds halen. Tegelijk zien we dat de uitspraak van de Raad van State wel degelijk een effect heeft. Het rijk moet aan de bak, want er moet alsnog een uitgebreid milieuonderzoek plaatsvinden voor deze landelijke regels. En gemeenten zullen voorlopig zelf milieunormen moeten voorstellen, willen ze de uitvoering van hun plannen kunnen continueren.’ De uitspraak van de Raad van State raakt volgens Lammers vooral ver gevorderde energieprojecten met drie of meer windturbines. ‘In de ambities van de dertig regio’s voor de langere termijn zit veel minder windenergie en vooral zon op daken en zon op land. Daar heeft die uitspraak geen effect op.’’ Een tweede concrete hobbel ziet het PBL in het overbelaste elektriciteitsnet, waardoor er in steeds meer regio’s nauwelijks ruimte is voor nieuwe energie-opwek. Lammers: ‘We zijn daar al langer met netbeheerders, departementen en de decentrale koepels over in gesprek.’ De oplossing zit volgens haar in ‘programmeren en prioriteren’, zowel nationaal als regionaal. ‘We zullen niet zeggen dat bepaalde nieuwe energie-initiatieven moeten afvallen, wel dat ze wat later in de tijd komen. Zodat we eerst de doelstellingen voor 2030 kunnen realiseren.’ Daarnaast wil Lammers inzetten op technologische innovatie en slimme koppelingen. ‘Daar waar je energie kunt besparen, hoef je ook minder op te wekken. Daar waar je opwekt en de energie meteen lokaal inzet, heb je minder netbelasting nodig.’ Veel regio’s geven aan dat ze moeilijk kunnen sturen op de ingediende energieplannen vanwege het verplicht te hanteren principe van ‘first come, first served’. Lammers: ‘Dat is een Europese regel, wat het extra uitdagend maakt. Iedereen worstelt hiermee, zowel het rijk als de netbeheerders als de decentrale overheden. Ik verwacht dat men het Europees gaat aankaarten. In de tussentijd moeten we naar een oplossing blijven zoeken. Bijvoorbeeld door met initiatiefnemers aan de voorkant hun vergunning te bespreken en daar – met respect voor de Europese afspraak – de randen van het mogelijke in op te zoeken. Wellicht kun je onderling afstemmen wanneer een initiatiefnemer een vergunning aanvraagt. Want aanpassing van de Europese regels is niet een, twee, drie geregeld.’ VERSCHILLEN Wie de dertig RES’en eens langs de meetlat legt, ziet onderling grote verschillen. In een aantal regio’s is meer dan de helft van de plannen voor 2030 al uitgevoerd of zitten die concreet in de pijplijn. In andere regio’s bestaat de doelstelling nog vrijwel uitsluitend uit een stuk vagere ‘ambities’. Die verschillen zijn volgens Lammers niet vreemd. ‘We zijn niet met een blanco blad begonnen, hè. In Flevoland waren voor het oude, nationale Energie akkoord al ambities ten aanzien van duurzame energie-opwek. Die zijn inmiddels bijna allemaal gerealiseerd. Met het Klimaatakkoord is de beweging gemaakt om het voortaan regionaal op te pakken, in het hele land, zodat lasten en lusten beter in balans zouden zijn. We wisten dat er daarmee diversiteit zou ontstaan. Dat zien we nu in de praktijk gebeuren. Je moet als regio niet alleen kijken naar energie-opwek, maar ook naar de landschappelijke waarden en naar andere functies in een bepaald gebied.’ In hoeverre worden regio’s straks aan de door hen ingediende energieplannen gehouden? ‘We hebben een nationaal doel voor 2030. Daar dragen al die dertig regio’s aan bij. Juist vanwege de hobbels die we nog voorzien, moet iedereen z’n RES nu maximaal gaan uitvoeren. Vergeet niet: al die RES’en zijn vastgesteld door gemeenteraden en Provinciale Staten en de algemeen besturen van de waterschappen. Daarmee bestaat de politieke intentie om die ambitie gerealiseerd te krijgen. Tegelijk is er bewust ingezet op overprogrammering, zodat we tegenslagen kunnen opvangen. Het Klimaatakkoord stopt niet in 2030. Dus ja, het is mogelijk dat een deel na 2030 zal worden gerealiseerd. De RES in Zuid-Limburg bestaat bijna alleen uit ambitie. Of dat helemaal gaat lukken, dat gaan we ontdekken.’ Niet alle gemeenteraden hebben de RES overgenomen. Onder meer Landsmeer en Montfoort bijvoorbeeld niet. Wat moet daar gebeuren? ‘Praten. Er zijn in veel gemeenteraden stevige gesprekken gevoerd. Dat vergroot het bewustzijn, maar ook het democratisch gehalte van het gehele proces. Maar niemand heeft de deur dichtgegooid. Niet aan gemeentekant, niet aan regiokant.’ Wat waren de argumenten voor de raden om niet met de RES in te stemmen? ‘De situatie is per regio anders, dus ook de argumenten van de raad. Soms is er gewoon behoefte aan even wat meer tijd. Of om meer betrokkenheid van inwoners en volksvertegenwoordigers te organiseren.’ PARTICIPATIE Daarmee raakt Lammers een gevoelig punt: de mate van burgerparticipatie bij de diverse RES’en. In een rapport van de Noordelijke Rekenkamer werden

36 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication