0

ANDEROM DENKEN EGELEID MEDEWERKER NAAR OPTIMALE WERKSITUATIE KIJK OP DE VOLGENDE PAGINA CORONACRISIS RIJK NEGEERDE DE REGIO 22 TOESLAGENAFFAIRE EERST DE MENS, DAN DE REGELS 31 MILIEUZONES ZERO EMISSIE IS HET DOEL 43 14 januari 2022 | week 2 | jaargang 43 01 2022 BINNENLANDS BESTUUR WETHOUDERSONDERZOEK 2021 199 WETHOUDERS VERLIETEN HET PLUCHE Het Publieke Domein VAN EN VOOR DE PUBLIEKE SECTOR Als het om arbeidsmobiliteit gaat hetpubliekedomein.nl | info@hetpubliekedomein.nl | 030 - 208 1153 ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 06-46285131 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel +31 20 2251209. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: Jaarabonnement € 249,- . Abonnementen voor de doelgroep (zie criteria website), raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Je denkt te moeten dansen naar de pijpen van de baasjes Rutte en Kaag’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. WETHOUDERS IN NIEUW KABINET FUNCTIE ELDERS Vol trots stonden een burgemeester, twee wethouders en vier gedeputeerden maandag op het bordes van paleis Noordeinde naast of achter premier Rutte. Tel je de rechtstreeks vanuit de lokale en provinciale politiek afkomstige nieuwkomers op bij de bewindslieden met een grijzer verleden daarin, dan kom je op een totaal van dertien uit. In Rutte III was dat er zelfs één meer. Het werd om die reden een wethouders-kabinet genoemd. Heb je daar als gemeenten wat aan? Je zou mogen verwachten van wel. Wie kent er nou beter de problemen waar je als eerste, want het dichtst bij de burgers staande overheid tegenaan loopt en waar ze in Den Haag doof dan wel blind voor zijn. Een greep: de gevolgen van de toeslagaffaire en de aardbevingen, de tekorten in de jeugdzorg. Welke wethouder of gedeputeerde heeft er niet zijn of haar handtekening gezet onder de zoveelste brandbrief aan het Binnenhof dat de rek eruit is, het geld op is of dat beloofde maatregelen uitblijven? En dan mag je naar Den Haag en kun je wat veranderen. YES! Als gezegd, Rutte III ging door het leven als wethouders-kabinet. Maar ondanks die oververtegenwoordiging van voorheen lokale bestuurders in Vak K (14 van de 26 bewindslieden!) heb ik de afgelopen decennia zelden zoveel gemok gehoord over de interbestuurlijke verhoudingen. Er moest halverwege de rit zelfs een arbitragecommissie aan te pas komen om het wethouders-kabinet erop te wijzen dat er wel degelijk plichten zijn jegens het lokaal bestuur. Dus nee, het zegt op zich weinig dat pakweg de helft van de bewindslieden wortels heeft in het lokale of regionale bestuur. Als sneeuw voor de zon verdwijnt de aandacht voor wat ze achterlaten en voegen de nieuwkomers zich naar de nieuwe mores. Het doorbreken daarvan vergt moed, ruggengraat en overtuigingskracht en het moet in de eerste 100 dagen gebeuren. Studies wijzen uit dat je daarna onderdeel wordt van het systeem. Anders gezegd, je raakt op je functie elders gesensibiliseerd en denkt te moeten dansen naar de pijpen van de baasjes Rutt, Kaag en vooruit, Hoekstra. En laat die nou hoegenaamd niks hebben met de eerste overheid. ADVERTENTIE HANS BEKKERS CHEF REDACTIE BINNENLANDS BESTUUR

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 INHOUD 05 16 COVERSTORY WETHOUDERSONDERZOEK Voor wethouders blijft de huidige collegeperiode er een van records. Nooit haakten zo veel wethouders het laatste jaar voor de verkiezingen tijdelijk of definitief af: om de dag stopte er minimaal een. 12 INTERVIEW ANNE THIELEN Ze hoefde van de Venrayse gemeenteraad niet weg als wethouder, maar vertrok wel. Want: ‘In deze afrekencultuur hoor ik niet thuis.’ Wie weet is de kou na de verkiezingen uit de lucht en keert het CDA-kopstuk terug in het college. 28 VANAF 16 MEEDOEN AAN VERKIEZINGEN 34 DIRECTEUR LAMMERS: MENSKRACHT RES ZORGPUNT Op papier zijn veel RES’sen klaar, maar volgens Kristel Lammers, directeur NP RES, gaat het echte werk nu pas beginnen: de uitvoering. 2022 is het Europees Jaar van de Jeugd. Stemmen voor jongeren van 16 en 17 jaar, zoals het European Youth Forum graag wil, gebeurt al in de landen om ons heen. Maar niet bij ons. Het argument: het Nederlandse puberbrein zou het niet aankunnen. IN MEER LANDEN MAG OOK JONGERE STEMMEN NIEUWS Vlissingen als enige nog onder curatele Niet alle RES’en door de raad ACHTERGROND Bedrieglijke digitale rust Essay: Regionale aanpak crisis een droom Greetje Bos: ‘Ik geloof sterk in preventie’ ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. Serie gemeenteraadsverkiezingen: Buiten Nederland kan puberbrein stemmen wel aan Eerst de mens, dan de regels Mega-verhuizing in de jeugdzorg ‘Heel wat meer dan een nieuw verkeersbord’ 6 7 20 22 26 28 31 38 41 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN PERSONALIA 7 9 10 19 40 46

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS Slechts één gemeente valt de eer te beurt dit jaar om financiële redenen onder curatele van de provincie te staan: Vlissingen. De nieuwe fusiegemeenten uitgezonderd, zijn verder alle begrotingen oké bevonden door de provinciale toezichthouders. VERSCHERPT TOEZICHT NEEMT AF VAN TWAALF NAAR ÉÉN GEMEENTE VLISSINGEN ALS ENIGE NOG ONDER CURATELE In 2021 vielen om financiële reden nog twaalf gemeenten onder preventief toezicht: Borsele, Brummen, Castricum, Delft, Grave, Haaksbergen, Montfoort, Stadskanaal, Vijfheerenlanden, Vlissingen, Westervoort en Woudenberg. Van dat rijtje is in 2022 dus alleen Vlissingen over. De begroting van die gemeente is volgens de provincie Zeeland nog steeds niet op orde. Borsele is van dat verscherpte toezicht verlost: de gemeente leverde in november een sluitende begroting in. Dat was onder meer mogelijk door wat bezuinigingen en extra geld van het rijk voor de jeugdzorg. In Drenthe, Flevoland, Limburg en Zuid-Holland blijft alles zoals het was: om financiële redenen hoeft in 2022 opnieuw geen enkele gemeente onder verscherpt toezicht te worden gesteld. In Utrecht verandert de situatie wel. Het verscherpt toezicht op Woudenberg, Montfoort en Vijfheerenlanden is geschrapt. Datzelfde geldt voor Noord-Holland. Daar zijn geen preventieve gemeenten meer, omdat ze allemaal een structureel en reëel evenwicht hebben kunnen aantonen voor 2022 of een herstel daarvan binnen de meerjarenraming. Dat geldt ook voor Castricum, die dat vorig jaar niet lukte. In Brabant staat de teller dit jaar op nul: het financieel zwakke Grave, in 2021 nog onder curatele van de provincie gesteld, ging op in de nieuwe fusiegemeente Land van Cuijk. In Groningen vallen dit jaar eveneens alle ‘We zien bij de meeste gemeenten meer reserves’ gemeenten onder repressief financieel toezicht van de provincie. Dat betekent voor Stadskanaal dat ze hun niet begrote uitgaven niet meer hoeven voor te leggen aan de provincie alvorens ze worden gedaan. De gemeente weigerde vorig jaar een sluitende begroting in te leveren en kwam daardoor onder preventief toezicht te staan. Onder meer omdat Stadskanaal uiteindelijk toch enkele bezuinigingsposten vond en van het rijk meer geld kreeg voor de jeugdzorg, is de financiële positie van de gemeente volgens de provincies voldoende verbeterd. In Friesland vallen in 2022 alle gemeenten weliswaar onder het repressieve toezicht, maar de provincie ziet zich toch genoodzaakt om twee gemeenten extra in de gaten te houden: Dantumadiel en Súdwest-Fryslân. Zij voldoen volgens de provincie niet volledig aan alle criteria. In Overijssel is Haaksbergen verlost van het preventief toezicht van de provincie. Ook alle andere gemeenten hebben een begroting of meerjarenraming die voldoen aan de wettelijke eisen. Maar de provincie stelt wel dat dat de financiën bij de gemeenten onder druk blijven staan door het sociaal domein en de gevolgen van de coronapandemie. ZORG: GEMEENTEFONDS In buurprovincie Gelderland vallen eveneens alle gemeenten in 2022 onder repressief toezicht. Het verscherpte toezicht op Westervoort en Brummen is per 31 december 2021 beëindigd. Met name door het eenmalig extra toegezegde geld van het rijk staan de Gelderse gemeenten er volgens gedeputeerde Jan Markink beter voor dan vorig jaar: ‘We zien bij de meeste gemeenten positieve begrotingen voor volgend jaar en meer reserves. Daar zijn we echt blij mee. Tegelijkertijd zijn er zorgen voor daarna.’ Ondanks dat het extra rijksgeld eenmalig is, mogen gemeenten in de meerjarenbegroting doen alsof dit geld ook voor de jaren erna is toegezegd. Markink: ‘Zonder deze fictieve bijdrage krijgt bijna geen gemeente het verhaal meerjarig sluitend. Dit laat wel weer zien dat ze niet eenmalig maar structureel extra geld moeten krijgen.’ Andere zorg is de voorgenomen herverdeling van het gemeentefonds. Volgens de laatste inzichten zal de helft van de 51 Gelderse gemeenten daar nadelig uitkomen. Lang niet al deze gemeenten houden daar volgens hem rekening mee in hun begroting.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA RUIMTE NIEUWS 07 De gemeenten Landsmeer, Montfoort en Brielle hebben niet ingestemd met de regionale energiestrategie (RES) in hun regio. Geplande wind parken van buurgemeenten of te forse energie-ambities vormen de voornaamste bezwaren. TE FORSE ENERGIE-AMBITIES NIET ALLE RES'EN DOOR DE RAAD De 30 energieregio’s dienden afgelopen zomer hun plannen in bij het rijk. Ze gaven daarin aan wat hun bijdrage is aan de nationale doelstelling van het Klimaatakkoord om in 2030 minimaal 35 terawatt aan energie uit wind en zon op land op te wekken. Opgeteld komen de plannen uit op een totaal van tussen de 35 en 45 terawatts, zo analyseerde het Planbureau voor de Leefomgeving vorige maand. Maar niet alle gemeenten stemmen ook met die plannen in. De gemeenteraad van Landsmeer keert CARTOON BEREND VONK zich tegen de Amsterdamse plannen voor windturbines vlak tegen de gemeentegrens van Landsmeer en wijst daarom de regionale energiestrategie af. De raden van Brielle en Montfoort vinden dat er in hun RES te veel duurzame opwek van de gemeente wordt verlangd. Als een raad voet bij stuk houdt en daardoor de doelstellingen van het Klimaatakkoord gevaar lopen, kan de zogeheten Route 35 worden toegepast. Die geeft een hoger overheidsorgaan de mogelijkheid de energieverdeling aan een gemeente op te leggen. Dit vanuit de gedachte dat alle decentrale overheden eerder met de ambities van het Klimaatakkoord hebben ingestemd en er dus ook voor aan de lat staan. ‘Wie die gesprekken voeren, is maatwerk per regio’, valt op de site van het nationaal programma RES (NP-RES) te lezen. Bieden die gesprekken geen, ‘dan doorlopen we uiteindelijk de formele juridische weg.’ Directeur Kristel Lammers van NP-RES maakt zich geen zorgen dat de weigerende gemeenten de doelstellingen van het Klimaatakkoord zullen bedreigen. ‘Er zijn in veel raden stevige gesprekken gevoerd. Dat vergroot het bewustzijn, maar ook het democratisch gehalte van het gehele proces. Maar niemand heeft de deur dichtgegooid. Niet aan gemeentekant, niet aan regiokant. Soms is er gewoon behoefte aan even wat meer tijd. Of om meer betrokkenheid van inwoners en volksvertegenwoordigers te organiseren.’ Daarnaast zijn er gemeenten die hun regionale energiestrategie amendeerden. Zo steggelen de buren Veenendaal en Renswoude over windturbines aan hun grens en wil Rijssen-Holten eerst het draagvlak voor de duurzame energieplannen onder de burgers onderzoeken. Lees verder op pag. 34.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 LAAT DEN HAAG LIEVER VETTE VISSEN LEVEREN Met welke opleiding start u volgend jaar? Om welk vakgebied het ook gaat: als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid en weten regelgeving kan zijn. Start het nieuwe jaar goed met een van onze verdiepende masterclasses of leergangen voor heldere en praktische handvatten. De donkere dagen na kerst zijn een goede gelegenheid om heilige huisjes op te ruimen. Zoals de vergroting van het lokale belastinggebied. Al decennia is dat een politiek geloofsartikel in het decentraal bestuur, beleden in vele rapporten. VNG-voorzitter Jan van Zanen zong er ooit de lof van in zijn karakteristiek soort beeldspraak: ‘Gemeenten willen geen vissen toegeworpen krijgen, maar hebben een hengel nodig.’ Vergroting van het eigen belastinggebied is zelfs een van de weinige successen van de VNG in het regeerakkoord. Althans, bij de nieuwe financieringssystematiek die het kabinet Rutte-IV uitwerkt, zal ‘de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied worden betrokken’. VNG Leergang: ‘Het maken van een Omgevings-plan’ 20 januari 2022 Masterclass:    2022 27 januari 2022 VNG Leergang: Urban Communication voor gemeenten tot 100.000 inwoners 17 maart 2022 Leergang: De gemeentejurist in een complexe bestuurlijke omgeving 10 april 2022 Aan de slag met onze opleidingen? Kijk op vngconnect.nl/academie Sinds ik zelf een paar jaar geleden de huizenmarkt betrad en mijn bezit sindsdien verbouwd en bevolkt heb, krijg ik een steeds beter beeld bij dat vergroten van het lokale belastinggebied. De gemeenteontvanger komt bij mij jaarlijks steeds hogere bedragen binnenhengelen. En anders dan bij de btw en de inkomstenbelasting die je vrij ongemerkt betaalt, irriteert de lokale heffing veel meer. Omdat het toch voelt als geld waar je ook wat anders mee had kunnen doen. Minister Zalm noemde de ozb zelfs de meest gehate belasting en met name door zijn toedoen is het ozb-deel voor gebruikers afgeschaft. De irritatiefactor was destijds ook gewoon het argument van de regering, naast de liberale ergernis dat linkse gemeentebesturen hardwerkende ondernemers dwars zouden zitten natuurlijk. Tegen de halvering van de ozb-grondslag spande de VNG een procedure aan. En dat is niet op voorhand logisch. Welke bestuurder gaat nu de barricaden op voor het mogen binnenhengelen van meer irritante belasting? Gebrek aan logica is voor de echte gelovige geen probleem. Maar wie twijfelt, zoals ik, heeft voor de wenselijkheid van de lokale belastingheffing meer bewijs nodig. In zijn recente oratie zet Arjen Schep helder en rustig de theorie achter het lokale belastinggebied uiteen. De hoogleraar lokale heffingen onderscheidt drie functies: versterking van de lokale democratie, verbetering van effectiviteit van de overheid en effectieve bekostiging van maatschappelijke opgaven. Met name die democratische functie springt in het oog. Irritatie over belasting is een opmaat naar democratisch burgerschap. Het idee is dat ik mij na een forse ozb-aanslag ga verdiepen in wat de gemeente allemaal doet voor dat geld en mijn stem bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen mede daarvan laat afhangen. De ozbaanslag is kortom een nogal prijzige stempas. Tegen die achtergrond is een vergroting van het ‘ Aan het verhogen van de ozb zit een grens’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN lokale belastinggebied het goede plan waar de VNG zo hartstochtelijk voor pleit. En het kan zelfs worden ingevoerd zonder grote gevolgen voor de lastendruk. Er liggen al uitgewerkte plannen op de plank om met gelijkblijvende koopkrachtplaatjes een paar miljard inkomsten niet meer via de inkomstenbelasting maar via extra ozb en een lokale ingezetenenheffing op te halen. Maar breekt dan de democratische lente aan? Voor mij voelt dat niet zo en wetenschappelijk bewijs kan er nauwelijks voor vinden. Weliswaar is er een verband tussen de politieke kleur van een gemeenteraad en de hoogte van de ozbheffing, maar een enorme opkomst bij de raadsverkiezingen in gemeenten met een hoge ozb, zie ik vooralsnog niet in de cijfers. Terwijl er bij een verschuiving van nationale naar lokale belastingheffing wel iets fundamenteels op het spel staat. De verdeling van het geld via het gemeentefonds is niet neutraal maar ‘verevent’ waardoor – idealiter – alle gemeenten in staat zijn om een gemiddeld voorzieningenniveau te realiseren. Minder verevening via het gemeentefonds betekent meer verschillen. Niet alleen in lokale belastingdruk maar uiteindelijk ook in voorzieningen omdat er grens zit aan het verhogen van de ozb, analyseerde het onderzoeksbureau B&A in 2019. Plaatselijk minder bibliotheken en zwembaden dus. En dat soort verschillen zullen maatschappelijk niet geaccepteerd worden, waarschuwden de onderzoekers. Misschien moet Van Zanen dus maar niet om die hengel blijven vragen, maar zich beperken tot de leveringszekerheid van vettere vissen.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 10 NIEUWS IN BEELD ENERGIETRANSITIE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA ALTERNATIEF VOOR GAS WARMTENET MEEST GEKOZEN In stedelijke, dichtbebouwde, gebieden ligt de keuze voor een warmtenet voor de hand. Dat betekent in de praktijk dat de meeste Nederlandse woningen op een warmtenet met midden- tot hoge temperatuurbron moeten worden aangesloten: ruim 2,5 miljoen. Voor 1 miljoen stadswoningen heeft een warmtenet met lage temperatuurbron de voorkeur, veelal gecombineerd met een collectieve warmtepomp om de gewenste temperatuur voor verwarming en warm water te verkrijgen. In het landelijke gebied zal meestal worden gekozen voor de optie groen gas of all-electric. A W Aantal woningen per voorkeursoptie warmte Warmtenet met een middentot hoge temperatuurbron Groen gas 2.502.000 2.278.000 All-electric Warmtenet met lage temparatuurbron Onbekend 2.018.000 108.000 1.082.000 Voorkeursoptie warmte per type eigenaar 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 413.000 1.639.000 327.000 552.00 899.000 1.035.000 394.000 62.000 139.000 23.000 ZUID-HOLLAND KOPLOPER 1.254.000 520.000 159.000 Eigenaar bewoner Groen gas Warmtenet met lagetemperatuurbron Warmtenet met een middentot hogetemperatuurbron All-electric Woningcorporatie Particuliere investeerder 37.000 Tweede woning Zuid-Holland is onder de provincies koploper met het aandeel woningen dat op een warmtenet kan worden aangesloten. In veel wijken in Rotterdam en Den Haag is dat zelfs al gebeurd. De hoge score van plattelandsprovincie Groningen is te verklaren door de geschiktheid van het huizenbestand in de stad Groningen voor een warmtenet. Buurprovincie Drenthe is het sterkst aangewezen op groen gas: meer dan 60 procent van de Drentse huizen moet er straks mee worden verwarmd. All-electric, de oplossing met een individuele warmtepomp, komt het vaakst voor in Zeeland. 153.000 51.000

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 NIEUWS IN BEELD 11 In 2050 moeten alle woningen in Nederland van het aardgas af zijn. Het Planbureau voor de Leefomgeving bracht vorig jaar met de Startanalyse in beeld welk alternatief in een bepaalde wijk het meest voor de hand ligt. Die gegevens vertaalt het Kadaster nu door naar aantallen woningen. Hoeveel komen er voor een warmtenet met hoge temperatuurbron in aanmerking? Hoeveel kunnen er toe met een warmtebron met lagere temperatuur? Ook de opties all-electric en groen gas worden doorgerekend. HUISEIGENAAR AAN GROEN GAS Woningen in het buitengebied zijn veelal in handen van particulieren. Voor hun aansluiting op groen gas zullen ze hun huis goed moeten isoleren, maar kan de cv-ketel in veel gevallen behouden blijven. Woningcorporaties daarentegen staan voor grotere investeringen om hun woningen geschikt te maken voor aansluiting op een warmtenet. Ook kleinere groepen eigenaren, zoals tweedewoningbezitters en particuliere verhuurders, worden vaker op een warmtenet aangesloten. Warmtenet met een middentot hoge temperatuurbron Groen gas Aantal woningen per voorkeursoptie warmte 2.502.000 2.278.000 All-electric Warmtenet met lage temparatuurbron Onbekend 108.000 2.018.000 1.082.000 Aandeel woningen per alternatieve warmtevooziening Zuid-Holland Groningen Flevoland Noord-Holland Zeeland Noord-Brabant Utrecht Limburg Overijssel Friesland Gelderland Drenthe Warmtenet met een midden- tot hogetemperatuurbron Warmtenet met lagetemperatuurbron 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Groen gas All-electric VERDUURZAMEN IS NOODZAAK Bijna vier miljoen Nederlandse woningen zijn nog voor het jaar 1975 gebouwd. Slechts een op de vijf van deze huizen heeft nu al het straks min of meer noodzakelijke energielabel B. Hoe nieuwer de huizen, hoe beter het met de isolatiemaatregelen is gesteld. Toch verwacht het Kadaster dat naar schatting ruim vier miljoen woningen de komende jaren nog een ingrijpende verduurzamingsopgave wacht om zo de nieuwe warmtebron mogelijk te maken. Volop werk aan de winkel dus voor de bouwwereld of voor handige zelfklussers.

12 INTERVIEW ANNE THIELEN DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES Anne Thielen hoefde van de Venrayse gemeenteraad niet weg als wethouder, maar ze vertrok wel. Want: ‘In deze afrekencultuur hoor ik niet thuis.’ Wie weet is de kou na de raadsverkiezingen uit de lucht en keert het CDA-kopstuk Thielen terug in het college. OPGESTAPTE CDA-WETHOUDER VENRAY ANNE THIELEN ‘DIE LETTERTJES ACHTER JE NAAM HELPEN NIET’ beetje de nestor. Wij willen na alles wat is gebeurd weer het baken van rust en stabiliteit zijn. Er was nooit gedoe in Venray.’ Omroep Venray weet het na de ‘Venrayse bijltjesdag’ op 30 juni zeker: wethouder Anne Thielen (CDA) is ‘uit de Venrayse politiek gestapt’. De gemeenteraad heeft niet alleen Thielens glanzende carrière in de lokale politiek van Venray getorpedeerd, maar ook die van collegawethouder Jan Loonen (CDA). Vijf maanden later is het de beurt aan burgemeester Luc Winants (CDA). (Thielen: ‘Die drie lettertjes achter je naam helpen niet.’) De laatste twee bestuurders zien we niet terug in de Venrayse politiek, maar Anne Thielen? ‘Als we weer zo groot worden, kom ik na de gemeenteraadsverkiezingen graag terug als wethouder’, zegt Thielen (30). Het CDA is al jaar en dag de grootste partij in het Noord-Limburgse Venray (ruim 44.000 inwoners) en Anne Thielen de populairste politicus. De partij heeft nu negen raadszetels; tweede partij Venray Lokaal heeft er vijf (in een raad van 27). Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 kreeg Thielen als niet-lijsttrekker 1.148 voorkeursstemmen. Daarmee verbrak ze het record van ‘Mister Venray’ Grad Schols, die als niet-lijsttrekker in 1962 1.099 voorkeursstemmen kreeg. En straks in maart? Lijsttrekker Thielen: ‘Ik ben best hoopvol. De campagne gaat er professioneel uitzien – een goed programma, mooie foto’s, mooie filmpjes. We hebben een kandidatenlijst met jonge mensen, veel twintigers. Ik ben op mijn 30ste zo’n STAGIAIRE Limburger van verdienste en CDA-coryfee in Venray, Fred Welschen, vond dat ze zijn partij niet moest aanvoeren. In het weekblad Peel en Maas zei hij afgelopen zomer: ‘De partij zit in een neerwaartse spiraal en Anne Thielen gaan we vragen zich terug te trekken als lijsttrekker. Het roer moet om, andere gezichten zijn nodig.’ De nauwe familiebanden in de Venrayse politiek zaten hem ook dwars. En, heeft Welschen zich gemeld? Thielen: ‘Ik heb hem uitgenodigd voor een gesprek en hem gezegd dat ik niet van plan was om mij terug te trekken. Hij was bang dat het met de nieuwe kandidatenlijst meer van hetzelfde zou zijn. Ik heb hem verteld over de vele nieuwkomers op onze lijst. Van de twintig kandidaten zitten er nu twee in de gemeenteraad. Dat stelde hem gerust.’ En de nauwe familiebanden? ‘Voordat ik wethouder werd, was pap afdelingsvoorzitter en vorig jaar kort interim-voorzitter van het CDA in Venray omdat de oude voorzitter gemeentesecretaris was geworden. Mijn moeder is ruim twintig jaar ambtenaar in Venray. Zij heeft een ambtelijk hart, mag ik dan als kind geen wethouder worden?’ En dat werd Anne Thielen in september 2017; op haar 26-ste de jongste wethouder in Limburg. ‘Als raadslid had ik daar nooit over nagedacht. Ik was bestuursadviseur bij de provincie in Maastricht. Mijn voorganger stopte plotsklaps voor de zomer van ‘Als die mafkees het kan, dan kan ik het ook’ 2017. “Zou je het niet leuk vinden?”, vroeg de partij mij. Ik zou een zomercursus in Amerika doen, en die heb ik ook gedaan. Je kijkt naar het Witte Huis, en je denkt: als die mafkees het kan, dan kan ik het ook. Een beetje Pippi Langkous-achtig, hè? Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan. Natuurlijk wist ik dat het een sprong in het diepe was, maar het was prachtig en het ging goed. Je zag mensen wel kijken hoor – o, okay, bijzonder. Ik was eens op een bestuurdersdag van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en Herman Tjeenk Willink was er ook. Je zag hem denken: ‘Wat doet dat grietje hier?’ Ze was niet verontwaardigd? ‘O nee, ik vond het wel geinig. Ik genoot ervan als mensen dachten dat ik meekwam als stagiaire.’ GRONDDEAL Het CDA wint in 2018 de gemeenteraadsverkiezingen en Anne Thielen keert terug in het college als wethouder Leven. Na de kerst van 2020 gaat het rommelen in politiek Venray. Het weekblad Peel en Maas heeft een oude gronddeal van wethouder Jan Loonen met het waterschap Limburg tegen het licht gehouden, maar BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

INTERVIEW 13 CV ANNE THIELEN (Den Haag, 1991) studeerde bedrijfskunde aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven. Op haar 17e werd ze lid van het CDA. Thielen liep in 2011/2012 stage bij CDA-Tweede Kamerlid Ger Koopmans. In 2013 werd ze voorzitter van de nieuw opgerichte afdeling CDJA NoordLimburg. Ze werd in 2014 raadslid voor het CDA in Venray. In 2016 en 2017 was ze assistent van de CDA-gedeputeerden Patrick van der Broeck en Hubert Mackus. Thielen was van september 2017 tot juli 2021 wethouder in Venray. Ze is bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart lijsttrekker van het CDA in Venray. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

INTERVIEW 15 besluit na contact met burgemeester Winants en het waterschap te wachten met publicatie. NRC Handelsblad wacht niet. Loonen, sinds 2010 wethouder voor het CDA, sloot in 2016 namens zijn familie een gronddeal met het waterschap over de aankoop van 37 hectare grond in het Loobeekdal in Merselo (gemeente Venray). Waarnemend dijkgraaf Ger Driessen maakte het akkoord feitelijk met partijgenoot Loonen rond. De krant concludeert dat Loonen is bevoordeeld. En hoe zat het met belangenverstrengeling? Burgemeester Winants zegt ‘zijn hand in het vuur te steken’ voor wethouder Loonen. Anne Thielen heeft niets met de gronddeal te maken, maar als CDA-gezicht in Venray heeft ze alles te maken met de politieke fall-out en het imago van haar partij. ‘We vonden het prima dat er een integriteitsonderzoek zou worden gedaan. We vertrouwden erop dat het goed zou komen. Maar dan merk je dat het niet mogelijk is om binnen de coalitie een gesprek te hebben over de beschuldigingen. We communiceerden niet meer open met elkaar. De sfeer in de coalitie gaf mij geen vertrouwen in de samenwerking, ook niet toen Bureau Berenschot in juni concludeerde dat er geen waarheid zat in de beschuldigingen.’ Berenschot meldt op 24 juni in zijn onderzoeksrapport naar de handelwijze van wethouder Loonen in het Loobeekdal geen feiten en omstandigheden te hebben geconstateerd dat er daadwerkelijke belangenverstrengeling heeft plaatsgevonden. Loonen sloot simpelweg een goede deal omdat hij goed onderhandelde. Wel waren er volgens Berenschot drie risicovolle situaties waarbij Loonen ‘onvoldoende alert is geweest zodat enige schijn van belangenverstrengeling is ontstaan.’ VOGELVRIJ Als niet-ingewijde in de Venrayse politiek zou je kunnen denken: een tik(je) op de vingers, niet meer doen, en doorgaan tot de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022. Maar dan ken je Venray niet. Thielen: ‘Zonder dat er een feitelijke grond voor was, nam de gemeenteraad het politieke besluit om mijn collega weg te sturen.’ Op 30 juni steunen 18 raadsleden een motie van wantrouwen tegen wethouder Loonen. Het CDA, in de raad geleid door Loonens broer Toon, stemt tegen. ‘Niemand die objectief oordeelt kan goedpraten dat ik vanavond naar huis gestuurd word. De gemeenteraad kiest daarmee voor een nieuwe bijltjesdag in Limburg. Dit is een politieke afrekening’, zegt Loonen die avond. Een dag later dient hij zijn ontslag in. Dat doet zijn partijgenoot Thielen ook. ‘Ik ‘Ik ben op mijn 30ste zo’n beetje de nestor’ heb een grens getrokken. Zo gaan we niet met elkaar om. Ik wil niet werken in een afrekencultuur waarin bestuurders vogelvrij zijn.’ Thielen trekt de vergelijking met de ‘afrekening’ eerder in 2021 in het gouvernement in Maastricht, waarbij alle gedeputeerden opstapten en de commissaris vertrok nadat een motie van wantrouwen tegen hem was ingediend. Anne Thielen: ‘Hoor en wederhoor is er niet meer bij in de politieke arena. De conclusies liggen al klaar, een gesprek is niet mogelijk. Johan Remkes zei bij zijn afscheid als waarnemend commissaris in Limburg dat we op basis van feiten en bevindingen moeten discussiëren, en niet op basis van fake news en vooringenomenheid. Dat was volgens hem gebeurd bij de provincie, en dat is volgens mij in Venray gebeurd.’ MOE Als het rapport van Berenschot objectief gezien geen reden geweest kan zijn om wethouder Loonen naar huis te sturen, wat was dan wél de reden? Thielen draait er niet omheen: ‘Voor sommigen gold dat ze al langer genoeg hadden van de wethouder, die overigens had gezegd na de raadsverkiezingen te zullen stoppen. Als ik kijk naar onszelf, dan denk ik dat andere partijen moe van ons waren geworden. Sinds de oprichting van het CDA zijn we niet weg te denken uit het bestuur in Venray. Wij bepaalden met wie we een coalitie vormden. Ik heb niet het gevoel dat we daardoor arrogant waren geworden, maar het kan bij sommigen wel zo zijn overgekomen. Aan de andere kant: we zijn de grootste partij omdat wij het dichtst bij de inwoners van Venray staan. Zij maken het CDA bij de gemeenteraadsverkiezingen de grootste. Het is prima dat je het dan tóch zonder ons wilt doen, maar dan ga je niet zo met mensen om.’ Ook burgemeester Winants komt niet zonder kleerscheuren uit de affaire Loonen. De raad neemt een motie van afkeuring tegen hem aan. Winants zegt daarover ‘luchtig te doen’. De lichtgeraakte raad is wederom in zijn wiek geschoten. Winants biedt zijn excuses aan, maar het kwaad is al geschied. De vertrouwenscommissie van de gemeenteraad zegt hem de wacht aan. Eind november kondigt Winants zijn vertrek aan. De vertrouwenscommissie is een paar dagen later ook boos op Remkes, die het op de laatste dag als waarnemer in Maastricht opneemt voor Winants. Dat de fractievoorzitters de positie van Winants onhoudbaar vinden, vindt Remkes ‘uit een oogpunt van goed werkgeverschap jegens burgemeester Winants zéér (nadruk van de Remkes, red.) ongewenst.’ ‘Het is een drama voor Luc Winants’, concludeert Thielen. ‘Ik ben er oprecht van geschrokken. Hoe kun je een burgemeester na twee jaar al afschrijven? Na zijn excuses had het klaar moeten zijn. Winants beleefde veel plezier aan Venray en deed oprecht zijn best. Hij had net een huis gekocht.’ VERHARD Ondanks de politieke vijandigheid van het afgelopen jaar hoopt Thielen dit voorjaar te kunnen terugkeren als wethouder. ‘Het is aan de kiezer, maar als ik er vertrouwen in heb dat we de bitterheid achter ons kunnen laten, dan ga ik graag door. Door corona zijn de verhoudingen verhard. Zoveel is op afstand en onpersoonlijk. Volgens minister Kaag wordt in Nederland politiek bedreven door koffie te drinken. Dat vond ze maar niks. Ik mis zó die kopjes koffie in Venray.’ Omdat Thielen zich iets kan voorstellen bij de frustratie in de raad over de dominantie van haar partij, zou in Venray afgerekend moeten worden met het klassieke coalitieakkood. Anne Thielen: ‘Laat de gemeenteraad een hoofdlijnen akkoord sluiten. Zonder een dichtgetimmerd akkoord komen de fracties beter tot hun recht en zou je kunnen werken met wisselende meederheden. Raadsleden praten mee over de inhoud van het beleid en zijn er ook medeverantwoordelijk voor. Je kunt het dan eindelijk over de inhoud hebben en niet meer over de poppetjes.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

16 ONDERZOEK WETHOUDERS DOOR: HENK BOUWMANS Voor wethouders blijft de huidige collegeperiode er een van records. Nog nooit haakten zo veel wethouders het laatste jaar voor de verkiezingen tijdelijk of definitief af: om de dag stopte er een. Vooral om gezondheidsredenen of vanwege de keus voor een andere baan. Daartegenover staat dat politieke valpartijen in 2021 slechts 59 wethouders de kop kostten. Een laagterecord. WETHOUDERSONDERZOEK 2021 OM DE DAG STOPT ER EEN WETHOUDER Opnieuw is vorig jaar een recordaantal wethouders gestopt met het wethouderschap. Al dan niet vrijwillig, tijdelijk of definitief stopten 199 wethouders, waaronder 38 vanwege herindeling van hun gemeente. Dat blijkt uit het Wethoudersonderzoek 2021 dat in opdracht van Binnenlands Bestuur werd uitgevoerd door De Collegetafel. Het betekent dat er omgerekend vorig jaar om de dag minimaal een wethouder stopte. Dat aantal van 199 is bovendien een recordaantal in het laatste jaar voor de raadsverkiezingen. Daarmee wordt de lijn van de andere jaren in de huidige collegeperiode doorgetrokken: vanaf 2018 is er elk jaar een recordaantal wethouders gestopt van respectievelijk 175 in 2018 (waaronder 115 vanwege herindeling), 205 in 2019 en 228 in 2020. Minder goed nieuws voor wethouders is ook dat voor het derde jaar op rij een recordaantal wethouders om gezondheidsredenen tijdelijk of definitief is gestopt. In 2021 ging het om 29 wethouders waardoor in de huidige collegeperiode al 90 wethouders om gezondheidsredenen tijdelijk of definitief afhaakten. Ter vergelijking: over een gehele collegeperiode waren dat er tot nog toe nooit meer dan 54 (periode 2006-2010). De hoge werkdruk, de druk van (sociale) media en de fitheid van de wethouder wordt steeds meer een aandachtspunt bij de selectie. Voor de formatie van de nieuwe colleges na de raadsverkiezingen van 16 maart is dat een belangrijk signaal: het wethouderschap is topsport en vereist fitte wethouders die goed uitgerust zijn en over voldoende weerstand beschikken. Om zich vervolgens voor vier jaar te verbinden aan een tijd rovende, belastende functie in het college van burgemeester en wethouders. IN 2021 VERTROKKEN, DAN WEL TIJDELIJK OF DEFINITIEF TEN VAL GEKOMEN WETHOUDERS Politiek Burgemeester Andere zakelijke werkkring Andere politieke functie Persoonlijk Zwangerschapsverlof Gezondheid Einde interimschap Herindeling Overlijden Totaal 2021: 199 wethouders tijdelijk of definitief ten val gekomen of vertrokken 59 13 26 12 15 0 29 7 38 0 ANDERE BAAN Er werd in 2021 nóg een record gevestigd: nooit eerder besloten zo veel wethouders de handdoek in de ring te gooien en te kiezen voor een andere baan, buiten de politiek. Maar liefst 26 wethouders lieten hun gemeenteraad weten hun energie niet langer te besteden aan de gemeentepolitiek maar een nieuwe uitdaging aan te gaan in een andere, vaak minder tijdrovende en belastende reguliere baan. “Wethouder is een gave baan, maar het vraagt privé wel bizar veel van je”, zo verklaart de Zoetermeerse VVD-wethouder Marc Rosier zijn overstap naar de functie van hoofdverantwoordelijke voor de afdeling openbaar vervoer van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Rosier is een van de 44 wethouders in de huidige collegeperiode die ervoor heeft gekozen heeft de volle termijn te laten voor wat hij is en de voorkeur te geven aan een baan buiten de politiek. Opvallend is dat de overgrote meerderheid van hen die in 2021 voor een andere baan kozen, bijna twee of meer periodes als wethouder hadden volgemaakt. De langstzittende tussentijdse overstappers waren de TilBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ONDERZOEK 17 Er hoeft weinig of geen beroep op wachtgeld te worden gedaan REDEN VAN POLITIEKE VALPARTIJ (IN AANTALLEN WETHOUDERS) Verstoorde verhoudingen in coalitie 12 Breuk in coalitie Gebrekkige bestuursstijl Breuk met eigen fractie 18 9 6 Falende projectverantwoordelijkheid 6 Breuk in college Breuk met burgemeester Financiële verantwoordelijkheid Breuk met de raad Integriteit POLITIEK TEN VAL NAAR POLITIEKE KLEUR IN 2021 Lokaal CDA VVD GroenLinks ChristenUnie D66 SGP PvdA Lokaal/GroenLinks SP SGP/ChristenUnie Lokaal/VVD Politieke afspraak 15 11 8 9 3 4 1 4 1 1 1 1 burgse wethouder Berend de Vries en de Rucphense wethouder Martien de Bruijn: zij waren bijna drie periodes wethouder. Deze aantallen vroegtijdige vertrekkers tonen dat het gebruik begint te worden dat wethouders al tijdens hun wethouderschap rondkijken naar een andere functie, en niet wachten tot het einde van hun wethouderschap. Ter vergelijking: in de eerste duale collegeperiode 2002-2006 waren er slechts 14 wethouders die vroegtijdig kozen voor een baan buiten de politiek. Bij die 26 wethouders blijft het deze periode niet; er zijn al acht wethouders die de komende weken ook een dergelijke stap zetten, nog voor het voltooien van de collegeperiode dus. Onder deze acht zijn de Amsterdamse wethouder Victor Everhardt en de Bredase wethouder Greetje Bos. Maar ook anderen volgen hun voor0 0 1 0 6 1 ben, slechts drie van de 26 vroegtijdig overgestapte wethouders van een lokale partij is. Alleen Debbie Heesakkers (VLP, Beesel), Bert Groot Wesseldijk (Gemeentebelangen, Lochem) en Hans Marchal (PCG, Wijk bij Duurstede) verruilden het wethouderschap vroegtijdig voor een functie bij een corporatie, samenwerkingsverband of publiek bedrijf. beeld en wachten niet om met vele honderden afzwaaiende wethouders na de verkiezingen op een baan te azen. Een belangrijk voordeel van een dergelijke stap is dat er geen of nauwelijks een beroep op wachtgeld gedaan hoeft te worden. ADVIESBUREAU Opvallend is wel dat deze vroegtijdig overstappende wethouders niet alleen kiezen voor directeurs-, advies-, management- of bestuursfuncties in samenwerkingsverbanden, non-profitorganisaties of adviesbureaus maar ook overstappen naar een ambtelijke klus bij een gemeente. Berend de Vries (Tilburg) werd concerndirecteur Gezond Stedelijk Leven bij de gemeente Utrecht, Hans de Graaf (Tynaarlo) financieel adviseur bij de gemeente Emmen, Maureen Sluiter (Doetinchem) gemeentesecretaris in Westervoort en Marleen Damen (Leiden) is gestart als directeur maatschappelijke ontwikkeling bij de gemeente Den Bosch. Opvallend is ook dat 9 van de 26 wethouders die vroegtijdig overstapten naar een andere baan actief waren als wethouder in een grote stad. Met uitzondering van Sven de Langen (Rotterdam, CDA), die na drie jaar wethouderschap bestuurder werd bij een ouderen zorginstelling, maakten die grootstedelijke wethouders allemaal de keuze voor een zakelijke werkkring. Het meest opmerkelijke is dat daar waar lokale partijen de meeste wethouders hebCORONA Het goede nieuws voor wethouders is dat er nooit minder wethouders ten val kwamen door een politieke vertrouwensbreuk dan in het afgelopen jaar. Slechts 59 kwamen er politiek tussen de wielen, waarna er uiteindelijk 43 wethouders definitief moesten vertrekken. Ook dat is een laagterecord (zie pagina 18 voor de vergelijkende aantallen). De verklaring voor dit lage aantal politieke vertrouwensbreuken is vooral dat er nauwelijks gemeenten waren waar verstoorde verhoudingen en coalitiebreuken de relaties verziekten. Lag dat aan de wethouders die hun leven hebben gebeterd? Misschien. Lag het aan het feit dat in het eerste deel van de huidige collegeperiode juist in een recordaantal gemeenten wethouders ten val kwamen vanwege verstoorde verhoudingen en coalitiebreuken? Dat speelt absoluut een belangrijke rol, want waar coalities en colleges bij de formatie in 2018 niet goed in elkaar zijn gezet, zijn de politieke correcties in de eerste helft van de collegeperiode al snel uitgevoerd. Heeft corona er wat mee te maken? Dat is niet direct aanwijsbaar. Slechts twee wethouders – Michel Rog (CDA, Haarlem) en Winnie Prins (Leefbaar Zeewolde) – moesten het veld ruimen vanwege een politieke vertrouwensbreuk, ontstaan naar aanleiding van respectievelijk verzet (weigeren QR-code te tonen) en kritiek (het uiten van persoonlijke opvattingen op Facebook over de coronavaccinaties). Wel lijkt het erop dat het online vergaderen door gemeenteraden mogelijk een dempend effect heeft op het aantal valpartijen. Bekend is dat raadsleden het een groot gemis vinden dat zij bijna het gehele jaar thuis vanachter een pc met elkaar moeten vergaderen. Ze missen het persoonlijke contact in raadszaal en wandelgangen om zaken te bespreken. Daar

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 18 ONDERZOEK WETHOUDERS TOTAAL POLITIEK TE WETHOUDERS PER J N VAL GEKOME JAAR* 2002 (vanaf GR) 2003 waar een fysieke vergadering in de raadszaal kan ontaarden in een onvoorspelbare leeuwenkuil, schept digitaal vergaderen afstandelijkheid. Tegelijkertijd is het niet zo dat in de periode na de zomervakantie, toen er een paar maanden weer volop fysiek werd vergaderd, ineens een groot aantal wethouders politiek is afgerekend. VERTROUWEN Elke valpartij over een politieke vertrouwensbreuk trekt de aandacht en raakt wethouders. Spraakmakend is de tweede coalitiebreuk in deze periode in Arnhem. Waar een coalitiebreuk in de regel voldoende is om tijdens een collegeperiode de verhoudingen te verbeteren, gaat het in Arnhem in 2021 voor de tweede keer mis. Dit keer komt de coalitie ten val als VVD, GroenLinks en PvdA de stekker uit de samenwerking trekken met D66. De Democraten wordt verweten dat zij in een debat over het rapport over ongelijke, discriminerende behandeling in het personeelsbeleid op het stadhuis een motie van de oppositie steunen tegen PvdA-wethouder Martien Louwers. Het luidt het einde in van het wethouderschap van D66’er Hans de Vroome. Een vertrouwd beeld is dat integriteitskwesties, zoals gebruikelijk, de meest spraakmakende valpartijen te zien geven. En opnieuw moeten enkele wethouders tot hun schande ervaren dat er geen juridisch volmaakt bewijs nodig is van niet-integer handelen. Een schijn van niet-integer handelen of een schijn van belangenverstrengeling is voldoende, zo moeten in het afgelopen jaar CDA-wethouder Jan Loonen in Venray en de Somerense wethouder Guido Schoolmeesters ervaren. Loonen sneuvelt op een omstreden gronddeal met het waterschap. Hij heeft volgens onderzoeksbureau Berenschot gehandeld conform de gemeentelijke integriteitscode, maar heeft ook de schijn van belangenverstrengeling gewekt. Voor de raad is de maat vol, want ‘deze wethouder lijkt te denken dat alles is toegestaan dat niet bij wet verboden is’, zegt VVD-raadslid Bas Künen. Schoolmeesters wordt door de Somerense raad weggestuurd vanwege mogelijk niet-integer handelen bij het toedelen van een nieuwbouwwoning aan zijn zoon. Schoolmeesters moet met ontslag worden gestuurd omdat hij de betekenis van een aangenomen motie van wantrouwen 2004 2005 88 89 58 77 121 96 42 2006 58 2007 77 2008 121 2009 2010 42 2011 91 2012 112 2013 75 2014 31 2015 87 2016 119 2017 79 2018 46 2019 125 2020 109 2021 59 * Het voorlaatste jaar voor de raadsverkiezingen is in oranje gedrukt Het wethouderschap is topsport weigert te aanvaarden. Hij vecht tot op de dag van vandaag zijn ontslag aan. ONGEWENST GEDRAG Andere spraakmakende integriteitskwesties tonen dat er nog steeds wethouders zijn die niet beseffen dat voorbeeldgedrag belangrijk is, en dat zij zich in de ivoren toren van de lokale macht niet alles kunnen permitteren. De Amsterdamse wethouder Laurens Ivens (SP) en Frank van Wel (VVD) in Loon op Zand maken zich schuldig aan ongewenst gedrag jegens ambtenaren. Ivens blijkt dat al jarenlang te doen, maar op zijn vertrek wordt pas aangestuurd als er eindelijk aangifte is gedaan. Van Wel blijkt ‘te volhardend kameraadschappelijke betrekkingen’ te hebben aangeknoopt met een ambtenaar, maar wast bij zijn vertrek zijn handen in onschuld: ‘Er is niets gebeurd wat ik thuis niet wil of kan uitleggen.’ Dat macht het wethouderschap beïnvloedt, toonde ook het aftreden van Robert Scholten (De Nieuwe Lijn) in Epe. Hij blijkt niet alleen te jokken over de vraag of hij wist dat er bij een bedrijven terrein twee uitritten moesten worden aangelegd. Volgens Scholten was het een oprechte vergissing. ‘Als ik doelbewust had gelogen, zou ik hier nu niet meer zijn. Dat is een politieke doodzonde.’ Hij blijkt bovendien de appjes en andere berichten op zijn telefoon regelmatig te wissen om te voorkomen dat hij later bij mogelijke WOB-verzoeken allerlei informatie moet overhandigen. Volgens Scholten was dat onhandig, ging het om huis-, tuin- en keukenappjes en worden er tegen hem en zijn partij politieke spelletjes gespeeld. VERANTWOORDING Het Wethoudersonderzoek 2021 is uitgevoerd door DeCollegetafel in opdracht van Binnenlands Bestuur. De gegevens zijn verzameld op basis van publicaties op websites van dagbladen, nieuwsmedia, politieke partijen en alle gemeenten. Voor details: zie rubriek Personalia. Voor meer informatie, zie: www.decollegetafel.nl Bron: De Collegetafel, Wethoudersonderzoek 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 19 Na enkele grensoverschrijdende gedragingen IN DE CLINCH wordt een ambtenaar voorwaardelijk ontslagen. In zijn proeftijd gaat hij weer de fout in. Maar zijn die valse opmerkingen over zijn teamleider zo ernstig dat het ontslag daadwerkelijk moet worden uitgevoerd? PROEFTIJD: GEEN PLAATS VOOR NIEUWE FOUTEN Jan* is sinds 1991 werkzaam bij de gemeente Amstelveen. Hij is kennelijk niet de meest betrouwbare ambtenaar, omdat het college nogal wat foute gedragingen constateert. Zo verlaat Jan, tijdens zijn dienst, zeer regelmatig zijn wijk om niet-werkgerelateerde redenen. Verzamelt hij bedrijfsafval in ‘in ruil voor’ een kop thee of koffie. ‘Verdoet’ hij veel werktijd met deze activiteiten en pauzeert dus aanmerkelijk meer dan is toegestaan. En hij maakt ongefundeerde en kwetsende opmerkingen over collega’s en leidinggevenden. Voor het college zijn dat genoeg aanleidingen hem, wegens plichtsverzuim, de disciplinaire straf van voorwaardelijk ongevraagd ontslag op te leggen, met een proeftijd van één jaar. Die straf wordt niet ten uitvoer gelegd als Jan zich gedurende de proeftijd niet schuldig maakt aan soortgelijk of ander ernstig plichtsverzuim. Een half jaar later is het echter zo ver. Jan laat zich wederom beledigend en beschuldigend uit over andere medewerkers. Zoals over zijn teamleider, die volgens Jan een donkere collega zou voortrekken vanwege diens uiterlijk, dat zou beantwoorden aan de (seksuele) voorkeur van de teamleider. Het college wil vanwege dit gezagsondermijnende gedrag, wat plichtsverzuim oplevert, het voorwaardelijke strafontslag omzetten in een onvoorwaardelijk ongevraagd ontslag. De rechtbank Amsterdam houdt dat echter tegen. De opmerking van Jan over zijn teamleider is kwetsend en daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan ‘soortgelijk ‘De opmerking over zijn teamleider is kwetsend’ Wel heeft deze belangenafweging beperkte betekenis. Alleen onder bijzondere omstandigheden kan van het college worden verlangd dat het afziet van tenuitvoerlegging als de voorwaarde voor die tenuitvoerlegging is vervuld. Er moet vooral worden gekeken of de voorwaarde (niet nóg eens plichtsverzuim) is geschonden. Daarnaast is geen plaats voor een evenredigheidstoetsing. Dat Jan zich heeft schuldig gemaakt aan plichtsverzuim’ als bedoeld in het ontslagbesluit. Maar dit is echter niet zo zwaarwegend dat het college, gelet op de belangen van Jan, het ontslag mag doorzetten: ontslag is niet evenredig aan het plichtsverzuim. Tegen die uitspraak gaat het college in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep zegt: beoordeeld moet worden of de gestelde voorwaarde voor de tenuitvoerlegging is vervuld en, zo ja, of het college de voor die tenuitvoerlegging in aanmerking te nemen belangen heeft afgewogen en in redelijkheid tot die tenuitvoerlegging heeft kunnen komen. ADVERTENTIE inzicht in de maatschappij atlasresearch.nl Welke kansen bieden stedelijke regio’s aan hun bevolking? En waarom presteert de ene regio beter dan de andere? ‘soortgelijk plichtsverzuim’ is ook toerekenbaar, omdat hij de ontoelaatbaarheid van dat gedrag kon inzien en ernaar kon handelen. Jan brengt in dat hij nog last heeft van een eerdere hypofyseoperatie: hij kampt met stemmingswisselingen en een verhoogde prikkelgevoeligheid. Maar dat kan hooguit het gedrag van Jan verklaren, aldus de Raad in zijn uitspraak van 17 december 2021, maar niet dat hij de ontoelaatbaarheid van de gedraging niet kon inzien. Daarmee is voldaan aan de voorwaarde dat hij zich niet opnieuw schuldig zou maken aan plichtsverzuim. Het college kon in redelijkheid het voorwaardelijk strafontslag uitvoeren. Een evenredigheidstoetsing kan achterwege blijven. De vraag die de rechtbank eerder opwierp (is het plichtsverzuim zwaarwegend genoeg om over te gaan tot strafontslag) is dus niet aan de orde. Ook Jans leeftijd en de duur van zijn dienstverband zijn onvoldoende zwaarwegend. Het college mag Jan ontslaan. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:3218

20 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: ALEXANDER LEEUW BEELD: SHUTTERSTOCK De voorspelde rampen met Log4j bleven tot nu toe uit. Maar aanvallers zijn alweer op zoek zijn naar andere vormen van toegang. Scannen, patchen en beveiligen blijft voor gemeenten de komende jaren het motto. ‘Incidentbestrijding is nog geen sluitende, vanzelfsprekende, systematisch ingebouwde reflex.’ ONVEILIGHEID NEEMT VERDER TOE BEDRIEGLIJKE DIGITALE RUST Kwetsbaarheden in software zijn steeds vaker een manier voor aanvallers om digitaal bij organisaties binnen te dringen. Deze conclusie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid zou niet actueler kunnen zijn. Maar het komt uit een rapport over de beveiligingslekken die ontstonden bij duizenden organisaties vanwege de kwetsbaarheden in Citrixsoftware. Dat begon rond de jaarwisseling van 2019 naar 2020 en nog steeds gebruiken aanvallers deze kwetsbaarheden. Nu, twee jaar later, is er wederom geruchtmakende kwetsbaarheid: Log4j. Deze is echter veel wijdverspreider. ‘Blijf alert, ook tijdens de feestdagen’, adviseerde het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Log4j is onderdeel van veel verschillende applicaties en apparaten en de inschatting is dat iedere gemeente ermee te maken heeft. Op het moment van schrijven zag het NCSC nog slechts kleinschalig misbruik, maar ‘de verwachting is dat dit misbruik zal toenemen. Daarom blijven we waarschuwen voor aanvallen met een potentieel grote impact en adviseren organisaties nog steeds om zich voor te bereiden op dergelijke scenario’s.’ Log4J is een loggingtool voor Java, waarbij Java de programmeertaal van de software is. Het wordt vrijwel overal voor gebruikt en het is makkelijk uit te buiten. Dat maakt de kwetsbaarheid een wereldwijd probleem dat vrijwel elke sector treft. Zelfs als een gemeente voor de eigen organisatie BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 21 ‘ We blijven waarschuwen voor aanvallen met potentieel grote impact’ twee derde van gemeenten en provincies. Het is onbekend hoeveel organisaties zijn getroffen, omdat de meeste niet naar buiten treden als ze zijn aangevallen, maar het totaal is ‘in potentie groot’: toen de aanvallen in januari 2020 begonnen, waren er ruim vijfhonderd servers waar aanvallers relatief eenvoudig konden binnenkomen. geen Log4j gebruikt, kun je worden geraakt als je zaken doet met een partij die wel Log4j hanteert. Wanneer een gemeente informatie verwerkt in een kwetsbare cloudapplicatie, dan loopt die informatie risico. En zwakheden op ‘losse’ systemen van thuiswerkers kunnen worden uitgebuit om de netwerksecurity van het hele bedrijf aan te tasten. De bekendste kwetsbaarheid die naar voren kwam was Log4Shell. De ‘log’ staat voor het loggen oftewel vastleggen van gebeurtenissen. Wanneer iemand bijvoorbeeld op een link klinkt die niet werkt, komt er een foutmelding. De webserver waarop die website draait, noteert met Log4J die gebeurtenis ten behoeve van de gebruikers en eigenaars. Log4j is dus slechts bedoeld om informatie vast te leggen, maar het blijkt informatie die op een bepaalde manier wordt geformuleerd op te vatten als commando’s. Met de juiste code kunnen aanvallers servers opdrachten geven en ze overnemen. De eigenaar wordt buitengesloten en alleen de aanvaller kan er dan nog bij. Misbruik en afpersing worden zo makkelijk. KWETSBAAR Zoiets gebeurde ook met Citrix. ‘Direct in de weken na de bekendmaking van de softwarekwetsbaarheid drongen aanvallers de digitale systemen van verschillende organisaties binnen’, schrijft de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het onlangs verschenen rapport. Op 17 december 2019 maakte de Amerikaanse softwarefabrikant bekend dat een aantal van hun softwareproducten kwetsbaar waren en op 17 januari adviseerde het NCSC Nederlandse gebruikers hun Citrix-servers uit te zetten. De software werd gebruikt door ‘Bekend zijn dat een gemeente, ziekenhuis en verschillende overheidsorganisaties getroffen waren.’ ‘Organisaties hebben steeds minder tijd om kwetsbaarheden te verhelpen voordat servers wereldwijd worden aangevallen’, concludeert de Onderzoeksraad. Aanvallers kunnen organisaties bovendien ook raken via de ketenpartners – de keten is zo sterk als de zwakste schakel. De Onderzoeksraad wijst op ‘opvallende overeenkomsten’ tussen de onderzochte voorvallen: organisaties, en mensen die van deze organisaties afhankelijk zijn, waren digitaal onveilig omdat zij kwetsbare software gebruikten. Uit de reacties van fabrikanten, gebruikers en incidentbestrijders blijkt verder dat ‘incidentbestrijding nog geen sluitende, vanzelfsprekende, systematisch ingebouwde reflex is’. In veel gevallen bereikten de waarschuwingen de organisaties niet. En (vrijwillige) beveiligingsonderzoekers spelen ‘een cruciale rol’ in de incident bestrijding. ONVEILIG Een van de lessen is volgens de Onderzoeksraad dat het gebruik van software ‘inherent onveilig’ is. Gebruik gaat altijd gepaard met risico’s en onkwetsbare software bestaat niet. Hoe ouder de software wordt, hoe meer kwetsbaarheiden er ontstaan. Softwarefabrikanten bouwen voort op bestaande producten en voegen functies toe die de software complexer maken. Ook de programmeertaal, hergebruik en (inconsistente) lagen in de architectuur kunnen zorgen voor kwetsbaarheden. ‘De ongelijke verhouding tussen fabrikanten en afnemers van softwareproducten dwingt te weinig af dat fabrikanten zich inspannen om de veiligheidsrisico’s te beheersen.’ Wet- en regelgeving biedt weinig mogelijkheden om fabrikanten te dwingen, afnemers vinden het moeilijk om eisen te stellen en veel afnemers hebben niet de juiste kennis en capaciteit om eisen te stellen en te controleren. ‘Daarmee worden kwetsbaarheden in software een probleem van de afnemer.’ Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Onderzoeksraad, geeft in gesprek met AG Connect een mogelijke oplossing voor de relatie met leveranciers: een niet-commercieel, centraal orgaan met breed mandaat dat wél contact op kan nemen met kwetsbare partijen. Al moet die intermediair niet een nieuwe tussenlaag zijn die tijd opslokt. Ook plaatst Dijsselbloem Citrix in een langere traditie: ‘Het is eigenlijk begonnen bij DigiNotar.’ Iraanse hackers vielen die certificaatuitgever in 2011 aan en gebruikten de systemen van het Nederlandse bedrijf om valse certificaten te verstrekken voor Google-domeinnamen, onder meer om mailverkeer te kunnen aftappen. De Onderzoeksraad onderzocht die hack. Later, in 2018, onderzocht de Onderzoeksraad de cybersecurity in de zorg vanwege ransomware-aanvallen op ziekenhuizen waardoor de spoedeisende hulp tijdelijk werd gesloten en operaties niet konden worden uitgevoerd. ‘Dus dit is nu het volgende rapport in een reeks.’ RUSTIG En dan nu Log4j. De Informatiebeveiligingsdienst (IBD) laat weten dat Log4j veel wijdverspreider is dan Citrix: ‘Log4j zit in tienduizenden softwarepakketten en hardwarecomponenten. Het maakt Log4j-kwetsbaarheden urgent voor alle organisaties. Niet alle organisaties maken gebruik van Citrix.’ Volgens de IBD zijn gemeenten vanaf het begin voortvarend met de kwetsbaarheid aan de slag gegaan en de feestdagen zijn dan ook digitaal rustig verlopen. ‘Er zijn ons geen gevallen van succesvol misbruik of andere incidenten betreffende Log4j bekend.’ Er was wel een nieuwe kwetsbaarheid ontdekt tussen kerst en oud & nieuw en daarvoor is een nieuwe patch gekomen. Zo blijven organisaties bezig met scannen, patchen en beveiligen. En zo blijven aanvallers zoeken naar een ingang en, eenmaal binnen, naar manieren om hun toegang uit te breiden. Mogelijk nog jarenlang.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 22 ESSAY CORONACRISIS FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY REGIONALE AANPAK CRISIS EEN DROOM Het kabinet maakte bij de tweede lockdown, najaar 2020, bekend te moeten afwijken van de regionale aanpak van de corona-crisis. Kort daarvoor had het kabinet juist ingezet op het inpassen van lokale en regionale besluiten, zodat het virus lokaal de kop in kon worden gedrukt. Toen de besmettingen weer opliepen werd teruggegrepen op nationale regie. Dat was de start van gerommel tussen rijk en regio. De economie heeft volgens Jurian Edelenbos en drie van zijn EUR-collega’s baat bij een gedifferentieerde aanpak, maar dat blijkt vanuit bestuurskundig perspectief lastig uit te voeren. In Nederland zijn taken en verantwoordelijkheden traditioneel belegd bij verschillende bestuurlijke lagen. We zijn een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Hoe de verschillende bestuurlijke lagen zich tot elkaar verhouden is al langer onderwerp van gesprek. Denk bijvoorbeeld aan: “je gaat erover of niet” (Regeerakkoord, 2010) en “werken als één overheid” (Studiegroep IFV, 2020). De verhoudingen tussen de lagen worden zo besproken, aangepast en ingevuld. Volgens de studie Droomland of Niemands land (Raad voor het Openbaar Bestuur, 2021) met uitgangspunten voor regionaal bestuur zou er ruimte moeten zijn voor bestuurlijk maatwerk waarbij regio’s ruimte moeten krijgen om opgaven op te pakken op een wijze die past bij het gebied. Maar hoe zit dit in de dagelijkse praktijk van de COVID-19 crisis? Is regionaal maatwerk daarin onrealistische droom of een mogelijke realiteit? Met name tijdens en na de zomer van 2020 speelde het vraagstuk van regionaal maatwerk om adequaat te kunnen reageren op economische en maatschappelijke effecten als gevolg van corona. Eerst leken er beleidsinstrumenten in de gereedschapskist van de regio te komen waarmee regionaal maatwerk kon worden gerealiseerd, maar na de zomer van 2020 werden toch weer landelijke maatregelen genomen. Waarom de stap naar regionaal maatwerk niet werd gezet en wat hierbij de overwegingen van het kabinet waren blijft tot nu toe onduidelijk. Kort na het begin van de coronacrisis werd duidelijk dat het coronavirus niet landen trof, maar regio’s binnen landen. Per regio kon het aantal besmettingen enorm verschillen. In Nederland werden ongeacht het aantal besmettingen alle regio’s onderworpen aan dezelfde landelijke aanpak en regels die daarmee gepaard gingen. De impact van de maatregelen op de regio’s waar de besmettingsaantallen relatief beperkt waren, was hierdoor onevenredig groot. Hierdoor groeide de vraag naar regionaal maatwerk. DIFFERENTIËREN Begin september 2020 stelde het kabinet voor om te differentiëren per regio. Afhankelijk van het aantal besmettingen konden dan bepaalde maatregelen worden toegepast. Premier Rutte kondigt aan dat het kabinet bij het nemen van maatregelen de regionale situatie als uitgangspunt neemt. Hij zegt daarbij: ‘Die regionale en lokale aanpak is de kern van onze strategie, we willen het virus zo hard en precies mogelijk raken met zo min mogelijk negatieve gevolgen voor de economie en de samenleving.’ Het aantal besmettingen loopt echter hard op. Regio’s nemen zelf niet het initiatief tot extra maatregelen. De rijksoverheid kondigt op 18 september extra maatregelen aan voor een zestal veiligheidsregio’s. Als het aantal besmettingen nog verder oploopt, wordt op 28 september het einde van de regionale strategie aangekondigd. In de woorden van minister De Jonge: ‘We schalen de regionale aanpak dus tijdelijk op naar een landelijke, om het virus voor te blijven en de pas af te kunnen snijden.’ In juni 2021, bijna een jaar na het opschalen naar een landelijke aanpak, komt de ontevredenheid tussen het rijk en de regio’s bovendrijven. De Jonge meldt dat het kabinet voortaan per regio lockdownmaatrege

ESSAY 23 len afkondigt in geval dat het coronavirus weer mocht oplaaien. Hij voegt daaraan toe: ‘De les van vorig jaar is dat je niet moet zeggen: “Kijk zelf maar wat verstandig is.” Dan zie je dat men het in die regio’s spannend vindt om maatregelen te nemen.’ De burgemeesters voelen zich in hun hemd gezet. Blijkbaar heeft het rijk geen vertrouwen in de regionale capaciteit om adequaat te handelen. Deze discussie heeft tot nu toe niet geleid tot het veranderen van de landelijke aanpak. Het regionale schaalniveau is om meerdere redenen een wenselijk vertrekpunt om de COVID-19 crisis aan te pakken (droomland), maar tot nu toe komt dit niet van de grond (niemandsland). Vanuit ons onderzoek willen wij graag een aantal observaties delen dat mogelijk ten grondslag ligt aan het niet kunnen realiseren van regionaal maatwerk in de COVID-19 crisis. OVER DE SCHUTTING Zowel het kabinet als de burgemeesters wilden meer mogelijkheden voor regionaal maatwerk. Er zou meer autonomie bij de regio’s komen, maar daarop werd door het kabinet niet meteen enthousiast gereageerd. Aan de andere kant waren of werden de burgemeesters niet goed voorbereid op de overgang van een landelijke naar een regionale aanpak. Zij hadden het gevoel dat het stokje over de schutting naar de regio werd gegooid zonder een specifieke invulling van de verantwoordelijkheden: zo, nu zijn de regio’s aan zet. Zo hebben rijk en regio bijvoorbeeld niet gezamenlijk toegewerkt naar een duidelijk verhaal en een gedeeld plan van aanpak voor de transitie van een landelijke naar een regionale aanpak. Er werd wel gewerkt aan de routekaart, met een regionaal dashboard ‘ Er is niet gezamenlijk toegewerkt naar een duidelijk verhaal’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

Een woning voor opa Cees Omdat zijn hart bij zijn kleinkinderen ligt We willen graag dat opa Cees in de buurt van zijn kleinkinderen kan wonen. Dat is belangrijk voor opa Cees, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Den Haag of Diemen? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt

ESSAY 25 ‘ Burgemeesters voelden zich vol in de wind gezet’ JURIAN EDELENBOS IS HOOGLERAAR BESTUURSKUNDE IN HET BIJZONDER INTERACTIEVE VORMEN VAN BESTUUR AAN DE AFDELING BESTUURSKUNDE EN SOCIOLOGIE VAN DE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM en een gereedschapskist die uitkomst zouden moeten bieden voor regionaal maatwerk. Een ‘gereedschapskist’, gevuld met gerichte maatregelen waarmee de burgemeesters snel en plaatselijk kunnen ingrijpen om de brandhaarden adequaat te kunnen bestrijden, dacht het kabinet in de zomer van 2020. De meeste politieke energie ging echter naar het aanslingeren van het testbeleid en de discussies over de coronawet die de noodverordeningen, die sinds maart 2020 van kracht waren, moet vervangen. Pas in augustus begon het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met het uitwerken van een regionaal dashboard. Het duurde tot 23 september voordat de eerste versie van de ‘gereedschapskist’ werd verspreid. Dat is één dag voordat het kabinet door de oplopende besmettingen nog maar één uitweg zag: het invoeren van landelijke maatregelen, strak geregisseerd vanuit Den Haag. De urgentie om vanuit landelijk oogpunt om instrumenten te ontwikkelen voor regionaal maatwerk lijkt te ontbreken. Daarnaast lijkt het houden van snelheid ook belangrijker te zijn geweest. De observatie dat de overgang van een landelijke naar een regionale aanpak nog onvoldoende was uitgevoerd toen de praktijk erom vroeg blijft daardoor overheersen. HETE AARDAPPEL Toen het kabinet in september 2020 aangaf dat de regio’s nu aan zet waren, voelden de burgemeesters zich door het kabinet vol in de wind gezet. Het bestuurlijke instinct zegt namelijk dat je aan dit dossier je handen kan branden. Dan zou het verstandiger kunnen zijn om de hete aardappel op het bord van het kabinet te laten liggen. Daarnaast is de uitvoerbaarheid van regionale differentiatie lastig: je doet als burgemeester niet snel beloftes waarvan je weet dat je die niet kan waarmaken. De situatie kan ontstaan dat maatregelen in de ene regio strenger zijn dan in een naastgelegen regio. De druk van ondernemers en bewoners op bestuurders neemt dan toe. Het creëren van regionale verschillen gaat in tegen het principe van gelijke behandeling. Dat voelt onrechtvaardig. Leg dat maar eens uit aan burgers en ondernemers. Daarnaast heb je nog het waterbedeffect: ruimtelijke neveneffecten van plaatsgebonden maatregelen. Mensen trekken naar regio’s waar ze datgene kunnen doen wat in hun eigen regio op dat moment niet tot de mogelijkheden behoort, bijvoorbeeld om daar te winkelen en naar het café te gaan. Dat maakt het noodzakelijk dat er overleg plaatsvindt tussen regio’s waarbij hun bestuurlijke vermogen op de proef wordt gesteld. Bij het nemen van besluiten op landelijke of regionale schaal hoort eindverantwoordelijkheid. Er was besluiteloosheid vanuit het rijk over wie op welke wijze eindverantwoordelijk zou worden bij regionaal maatwerk. Het kabinet keek naar de burgemeesters en de burgemeesters keken naar het kabinet. Ze stonden in een impasse. Geen van de partijen bracht de afstemming tussen rijk en regio op gang. Over de overdracht van landelijk naar regio was te weinig nagedacht en er was niet gehandeld om dit proces gezamenlijk aan te gaan. Toen de coronabesmettingen in september 2020 opliepen, liep de kar die van landelijk naar regionaal moest rijden vast in de bestuurlijke modder. HECHT BLOK Vanaf het begin van de pandemie heeft het rijk de regie strak in handen. De crisissituatie vroeg daarom en over het algemeen, met de ervaringen van de intelligentie lockdown, was er geen directe reden om dat aan te passen. De strakke regie door het rijk heeft wel tot gevolg dat de regiobestuurders moeilijk in beeld konden komen. Op centraal niveau was een hecht machtsblok ontstaan met de Ministeriele Commissie Crisis Beheersing (MCCB), de Interdepartementale Commissie Crisis Beheersing (ICCB) en het Outbreak Management Team (OMT). Het MCCB is het kernteam, en bestaat uit de ministers die uiteindelijk de politieke beslissingen nemen. De MCCB heeft een belangrijke rol in de besluitvorming. Er is in aanloop overleg, met RIVM-directeur Jaap van Dissel, met de coalitiefracties in de Tweede Kamer en met burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen, die de 25 veiligheidsregio’s vertegenwoordigt. Voor lokale bestuurders was het hechte blok slecht toegankelijk. De MCCB en vooral minister De Jonge van Volksgezondheid konden aanwijzingen blijven geven richting de regio’s en daarmee centraal sturen. Lokale keuzes en mogelijkheden tot regionaal gedifferentieerde maatregelen bleven beperkt. De 25 regioburgemeesters met de minister van Veiligheid en Justitie kwamen (op maandagen na het centrale overleg) wel samen in het Veiligheidsberaad, maar ruimte en tijd voor inbreng en discussie was er niet of nauwelijks. De maatregelen werden medegedeeld en sommige burgemeesters communiceerden na afloop de hoofdlijnen aan hun collega’s in de regio zodat die konden anticiperen. Anderen pas na het kabinetsbesluit dinsdag, omdat er nuanceverschil kan zijn tussen maandag en dinsdag. Alles stond in het teken van de uitvoering van landelijk afgekondigde maatregelen. De roep om regionale differentiatie is dikwijls te horen, de acties en maatregelen zijn vooralsnog (overwegend) landelijk. We hebben drie observaties gedeeld die verklaren waarom regionale differentiatie in tijden van corona vooralsnog een droom blijft: de wens om snel en efficiënt te kunnen handelen, de moeizame dialoog tussen rijk en regio over corona als politiek heet hangijzer, en de gesloten besluitvormingscultuur zijn belangrijke verklaringen waarom regionale differentiatie in de corona-aanpak niet van de grond is gekomen. Het rijk wil graag ‘in control’ blijven, er vindt weinig dialoog en afstemming tussen rijk en regio plaats behalve als het gaat om het doorgeleiden van rijksmaatregelen naar regionaal en lokaal bestuurs niveau. De regio is afwachtend als het gaat om het overpakken van verantwoordelijkheid en zit niet aan de overlegen beslistafel die vooral op rijksniveau staat. Een crisis vraagt vaak om een centrale aanpak, maar dat betekent niet dat dit vanzelfsprekend de beste aanpak is. De centrale aanpak die vanaf het begin van de crisis is gevolgd, is eigenlijk stilaan gecontinueerd. De interactie tussen rijk en regio komt niet vanzelfsprekend tot stand. Het bestuurlijk vermogen schiet op dit vlak nog te kort. Jurian Edelenbos schreef dit essay samen met de onderzoekers Jitske van Popering-Verkerk, Marijn Stouten en Mattijs Taanman BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

26 ACHTERGROND GREETJE BOS DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: ERALD VAN DER AA / ANP-HH Breda gelooft in inzet van inwoners bij het veilig en leefbaar houden van de gemeente. Er is al tien jaar een groot buurtpreventienetwerk. Scheidend wethouder leefbaarheid en wijkveiligheid Greetje Bos (VVD) blikt terug op de behaalde resultaten. ‘Na elke campagne gaat het aantal meldingen omhoog.’ GREETJE BOS OVER BREDASE AANPAK WEERBARE STAD ‘ IK GELOOF STERK IN PREVENTIE’ Hoe veilig en leefbaar is Breda nu? Bos: ‘We hebben een behoorlijk leefbare en veilige stad. Als ik weleens over de stadsgrenzen kijk, dan hebben we hier niet te klagen. Onze problematiek bestaat uit digitale ongelukken en ondermijnende criminaliteit. En er is ook een groeiende tweedeling tussen het noorden en de rest van de stad.’ Is het veiliger en leefbaarder dan voor u aantrad? Bos: ‘Ik ben niet zo hoogmoedig om te denken dat het door mij komt. Ik heb mazzel met de ambtenaren in het team weerbare stad. Zij zijn heel gemotiveerd en toegewijd en stonden open voor mijn kennis en visie op digitale buurtpreventie. Nu werken we met cyberambassadeurs en ik heb Jonathan van Eerd, beleidsmedewerker cybercrime [die bij het Teams-interBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 27 ‘Er is een duidelijke verschuiving naar online criminaliteit’ view zit, red] nodig om dat om te zetten in klinkende munt. Die combinatie werkt: mijn visie en het team.’ Is het aantal inbraken vorig jaar opnieuw gedaald? Bos: ‘Specifieke cijfers heb ik niet, maar het aantal inbraken blijft op een redelijk laag niveau. Als het ergens oppopt, dan volgt meteen verhoogde inzet van ons, de politie en de buurtpreventie. Dan is er ook snel resultaat. Door met elkaar op te letten, kunnen we de trend keren.’ In hoeverre heeft corona – de lockdowns en het thuiswerken – daar invloed op gehad? Bos: ‘Nu mensen meer thuiszitten, groeit de animo voor het buurtpreventienetwerk alleen maar. Sommigen moeten zelfs even wachten. Een deel van het succes van deze aanpak is dat mensen het zelf doen en wij het oppakken. Wij duwen ze de markt in. Ze krijgen allemaal instructies en informatie en worden daar ook bij geholpen. Hoe let je goed op? Wat zijn signalen?’ Als de inbraken dalen, zou de criminaliteit kunnen verschuiven naar andere plekken. Bos: ‘We zien een duidelijke toename van online criminaliteit. Het verdienmodel van de crimineel verandert. Fysieke inbraken zijn onzeker, de buurt let op, terwijl online de pakkans een stuk kleiner is.’ Van Eerd: ‘Mensen zijn alert en schakelen snel als ze een busje zien staan of een verdacht persoon.’ U hebt in 2019 de cyberambassadeur gelanceerd. Wat doen zij precies? Bos: ‘Betrokken inwoners krijgen een gratis opleiding van vijf avonden. Ze doen daar fantastische kennis op. Het zijn topavonden met vertegenwoordigers van de gemeente, politie en de Avans Hogeschool.’ Van Eerd: ‘Eerst leren we hen globaal: wat is cybercrime? Wie zijn die cybercriminelen? En dan gaan we door naar het handelingsperspectief: hoe kunnen we cybercrime voorkomen en meer mensen erover informeren? Daarna gaan de ambassadeurs hun opgedane kennis verspreiden. Ze gaan bij scholen langs en zijn bij de start van buurt preventiegroepen.’ Een ander onderdeel van de weerbare stad aanpak is ondermijningssignalering. Daarbij is de opvolging van de meldingen de cruciale succesfactor. Dat lukt nu niet altijd? Bos: ‘Niets is zo ontmoedigend als een melding die niet wordt opgevolgd. Burgers willen wel iets zien. We besteden daar veel aandacht aan door het ‘rond sluiten’ van de keten. Eerst doen we campagnes. Via artikelen in de krant geven we vervolgens terug wat er is gebeurd. Dat leverde mooie successen op. Na elke campagne gaat het aantal meldingen omhoog. We hebben nu e-learning ontwikkeld en als het weer kan, rijdt een safetyhopper door de wijken, waar inwoners informatie kunnen krijgen. Bij de buurtpreventienetwerken stond de laatste keer ondermijning op de agenda. Dat werd heel erg gewaardeerd.’ Wat wel werkt implementeren we in onze lange termijnaanpak, wat minder goed werkt laten we liggen, liet u eerder weten. Wat heeft u laten liggen? Bos: ‘Fysiek contact is heel belangrijk. Dat geeft een bepaalde dynamiek. E-learning of een webinar kan goed werken, maar daarvoor hebben we nieuwe skills nodig. Je moet het actief brengen en er echt aandacht aan besteden. Anders is het een mooi product, maar slijt het ook weer snel.’ Welke impact heeft de ondermijnende criminaliteit op de ontwikkelkansen van de Bredase jeugd? ‘ Geef gemeenten meer middelen voor jeugdprojecten’ Bos: ‘Dat is een moeilijke vraag. Je weet namelijk niet wat je niet weet. Je ziet dat kwetsbare jeugd gevoelig is voor ronselpraktijken en subtiele verleidingstactieken om hand- en spandiensten te verrichten voor de drugsindustrie, zoals pakketjes wegbrengen. Daar is meer nodig dan awareness. Het jongerenwerk is hierin sterk, de gevoelssprieten in de wijken staan aan. De jeugd moet iets anders doen dan met deze ‘stoere jongens’ mee te gaan. We hebben succesvolle projecten moeten wijzigen wegens corona. Daar lopen we tegen dezelfde beperkingen aan als iedereen, maar het is van belang om wel door te blijven gaan. Hier ligt een belangrijke opgave voor de landelijke politiek.’ U vraagt om extra structureel geld uit Den Haag. Waar zou dat naartoe moeten gaan? Bos: ‘Het belang van preventie onder de jeugd moet echt op de agenda komen. Er moeten meer middelen naar gemeenten om goed werkende jeugdprojecten toe te rusten. Je wordt niet gelukkig van een leven in de georganiseerde criminaliteit. Je gaat eraan dood. Dat gun ik ze niet. Er zijn hier allerlei projecten voor, zoals ‘de grote broer en zus-aanpak’. Het moet systemisch, met respect voor de groep. Laat hen meedenken over wat er moet gebeuren. Ik zag eens dat een jongere die een regel had overtreden een sanctie werd opgelegd door de groep: hij werd een rang teruggezet. Dat soort ingrediënten heb je nodig. We moeten the wisdom of the crowd gebruiken: statusverwerving, beloning, trots, erkenning van kwaliteiten. Preventie is een mooi woord, maar moeilijk meetbaar. Toch geloof ik er sterk in. Als je echt investeert in het voorkomen dat jeugd crimineel wordt, dan heb je ook geen zaken. Dan hoeft er ook aan de repressieve kant niks te gebeuren. Dat moeten we meer gaan zien. Laten we daar veel middelen voor inzetten.’ Greetje Bos wordt half januari raadsheer bij het gerechtshof Den Bosch.

28 SERIE VERKIEZINGEN DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: EVERT ELZINGA/ANP-HH 2022 is het Europees Jaar van de Jeugd. Stemmen voor jongeren van 16 en 17 jaar, zoals het European Youth Forum graag wil, gebeurt al in de landen om ons heen. Maar niet bij ons. Het argument: het Nederlandse puberbrein zou het niet aankunnen. EUROPESE JONGEREN NAAR DE STEMBUS BUITEN NEDERLAND KAN PUBERBREIN STEMMEN WEL AAN In Griekenland, Duitsland, Oostenrijk, België, Estland, Wales, Schotland en op Malta kunnen jongeren al vanaf hun zestiende naar de stembus. Deze landen hebben allemaal regelingen voor volledig of gedeeltelijk – bijvoorbeeld lokaal of regionaal – passief en actief kiesrecht. Malta spant in Europa de kroon. Want daar mogen jongeren vanaf 16 jaar behalve stemmen, ook gekozen wórden en hun zetel innemen. En dat geldt op Malta voor álle verkiezingen. ‘Jongeren betalen vanaf 16 jaar ook belasting als ze werken. Dus moeten ze ook kunnen stemmen. We geloven dat jongeren opener zijn dan volwassenen en minder te verbergen hebben en dat ze juist vanwege hun jonge leeftijd minder gevoelig zijn voor belangenverstrengeling. Ze zijn niet corrupt’, zegt Samuel Azzopardi, regionaal bestuurder van het bij Malta horende eiland Gozo, en lid van het Comité van de Regio’s. LOCO VAN 18 Zo werd Illona Fenech (nu 20) op 17-jarige leeftijd gekozen voor Labour in de gemeente Sliema, gelegen aan de oostkust van Malta: ‘We hebben in BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 SERIE 29 RAADSVERKIEZINGEN In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart zoomt Binnenlands Bestuur met name in op de jongeren. Deel 1: jongeren en stemrecht. ‘ We hebben in Malta zelfs een locoburgemeester die op zijn 17e gekozen werd’ niveau van de deelstaat en/of het lokale bestuursniveau. Of neem Wales en Schotland. Daar mogen 16- en 17-jarigen op lokaal niveau en voor hun nationale parlementen stemmen. In Griekenland stemmen kiezers van 16 en 17 jaar bij de Europese verkiezingen. Malta zelfs een locoburgemeester die op zijn 17e gekozen werd. Die kandidaat kreeg voor zijn partij de meeste stemmen en werd daardoor verkozen als locoburgemeester. In de raad kon hij meteen plaatsnemen, maar het locoburgemeesterschap moest even wachten tot hij 18 was. Want hij was nog niet tekeningsbevoegd voor de bank. Dat zijn geen bestuurlijke regels maar bankregels.’ Voor Illona Fenech was de corruptie op het eiland een reden om de politiek in te gaan, vertelt ze. En juist vanwege die corruptie hebben veel jongeren geen geloof in politiek. Corruptie is een groot probleem op het eiland. Malta deelt met onder meer Italië de 52e plaats op de Corruption Perceptions Index van Transparancy International. Nederland staat in diezelfde index op de achtste plaats. Of haar brein – in Nederland het punt van discussie – het aan kan? ‘Ik denk dat we betere keuzes kunnen maken dan volwassenen. Toen ik net gekozen was, hield ik mij soms stil. Maar nu ik weet hoe het werkt, spreek ik mij gewoon uit.’ Andere EU-lidstaten bewegen eveneens in dezelfde richting, alhoewel het daar vooral om passief kiesrecht gaat. Zo geldt in Oostenrijk een volledig passief kiesrecht voor 16- en 17- jarigen sinds 2007. Voor een zetel moeten ze 18 zijn. België gaat de Europese verkiezingen van 2024 openstellen voor jongeren vanaf 16 jaar, na een experiment voor stemmers van 16 en 17 jaar in Gent. En in Duitsland heeft meer dan de helft van de deelstaten jongerenregelingen voor verkiezingen op het EXPERIMENTEREN In Nederland is dat voorlopig uitgesloten. De kiesgerechtigde leeftijd staat stevig verankerd in de Grondwet. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) heeft het kabinet geadviseerd de Grondwet op dat punt te wijzigen, maar daar wil de regering niet aan: het hecht aan bepaalde zogeheten levensloopzaken in de Grondwet. ‘Dat betekent dat je niet kunt experimenteren, zoals in de landen om ons heen’, zegt Sarah de Lange, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en voormalig lid van de ROB. Precies daartegen liepen de provincies Zeeland en Friesland in 2018 aan toen ze met gezamenlijke ideeën kwamen om de Provinciale Statenverkiezingen voor kiezers van 16 en 17 jaar open te stellen. Minister van Binnenlandse Zaken Ollongren gaf destijds in het AD aan dat de Grondwet geen ruimte biedt voor experimenten. Sindsdien is het stemmen voor pubers wat de provincies betreft een gelopen race. Wel beloofde het kabinet in 2019 al om te werken aan meer vormen van burgerparticipatie voor jongeren. Dat gebeurt door een jongerenparlement dat de Tweede Kamer moet adviseren. En verder krijgt wet- en regelgeving een generatietoets. Sarah de Lange is echter van mening dat de kiesgerechtigde leeftijd uit de Grondwet kan worden gehaald. Wanneer de leeftijd in de ‘gewone’ kieswet wordt opgenomen, kan die bij nieuwe wetenschappelijke inzichten eenvoudiger worden aangepast. Voor 1972 stond de kiesgerechtigde leeftijd, die toen nog 21 was, ook niet in de Grondwet. Nu is het in beton gegoten: voor een Grondwetswijziging is een extra zware procedure nodig. Als de Eerste en Tweede Kamer een Grondwetwijzingingsvoorstel aannemen, wordt de Tweede Kamer ontbonden en volgen verkiezingen. Het idee daarachter is dat zo het volk zich over de Grondwetswijziging kan uitspreken. Na de verkiezingen leest het parlement het voorstel opnieuw en moet de nieuwe Grondwet met twee derde meerderheid worden aangenomen. GEMISTE KANS Een Grondwetswijziging is uiteraard niet onmogelijk. Zo deconstitutionaliseerde de Staten-Generaal eerder de aanstellings wijze van de burgemeester. Maar de kiesgerechtigde leeftijd eruit halen, ziet de regering niet zitten. En dat is volgens Sarah de Lange een gemiste kans. In Nederland loopt de discussie altijd weer vast op het puberbrein dat het niet aan zou kunnen, stelt ze. Opmerkelijk is daarbij dat de Kieswet wel ruimte biedt voor mensen om vóór hun 18e verjaardag op een kieslijst te gaan staan. Als ze gekozen worden, mogen ze die positie vervolgens innemen als ze 18 worden. ‘Dus de wetgever vindt dat je wel volwassen genoeg bent om je verkiesbaar te stellen als je 16 of 17 bent, maar pas met 18 ben je volgens de wetgever geschikt om ook te stemmen of een zetel in te nemen’, zegt De Lange. Volgens haar is het belangrijk dat jongeren mogen stemmen, omdat zij een ander perspectief en een ander belang hebben dan volwassenen bij thema’s als het klimaat en migratie. Volgens haar kunnen jongeren prima hun eigen keuze maken. Tegelijk moeten jongeren wel bij hun stem worden geholpen door ouders of school, zegt De Lange en daarbij is ongelijkheid een zorg. ‘Uit onderzoek blijkt dat hoger

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 30 SERIE VERKIEZINGEN opgeleide jongeren meer politiek zelfvertrouwen hebben dan lager opgeleide jongeren. En daarbij geldt in Nederland ook nog eens dat in het lager voortgezet onderwijs minder uren aan burgerschapskunde worden besteed dan op het vwo.’ Oostenrijks onderzoek toont dat kinderen waarvan de ouders grote politieke belangstelling hebben, zelf ook een hogere interesse aan de dag leggen. Volgens onderzoek van de Universiteit in Wenen blijkt dat burgerschapskunde voor Oostenrijkse jongeren belangrijk is: werkende jongeren hebben minder politieke kennis dan nog schoolgaanden. De oorzaak is volgens de onderzoekers gelegen in het feit dat er minder aandacht voor burgerschapskunde is in het middelbaar beroepsonderwijs. BELANGRIJK Ook Christine Huebner van de Nottingham Trent University noemt de school belangrijk. Zelf deed ze onder meer onderzoek in Wales, en daaruit blijkt dat 16‘ Ruim 10 procent van onze 1.200 leden is onder de 18’ en 17-jarigen niet veel verschillen van oudere stemmers. Iets wat ook in Oostenrijk is vastgesteld. Een lagere kiesgerechtigde leeftijd geeft volgens haar veel voordelen en dat gevoel leeft breder. De Duitse Bertelsmann Stiftung constateert een duurzame stijging van opkomstcijfers, omdat jonge mensen die stemmen ook op latere leeftijd blijven stemmen en schreef daarom: ‘Was Hänschen lernt, verlernt Hans nimmermehr.’ Hoewel je bij kiesrecht normatief de vraag kunt stellen wie tot de burgerij behoort – en in Malta horen de 16-jarigen daarbij – , en wie dus zou moeten mogen stemmen, is de afweging om uit te breiden er in de praktijk vooral een van politiek-opportunistische aard, denkt Huebner. ‘In Schotland was de nationalistische partij, de SNP, vooral voorstander van uitbreiADVERTENTIE ding van het kiesrecht omdat werd gehoopt op meer stemmen voor het onafhankelijkheids referendum.’ Jongeren zijn zeker belangrijk voor politieke partijen, beaamt de Fryske Nasjonale Partij bij monde van fractieleider Sijbe Knol. ‘We richten ons in onze ledenwerving vooral op hen. Ruim 10 procent van onze 1.200 leden is onder de 18. Die hebben veel frisse ideeën. Op persoonlijke titel zie ik graag een uitbreiding van het kiesrecht.’ Hoewel het nog lang kan duren, denkt Sarah de Lange dat Nederland uiteindelijk ook het kiesrecht gaat uitbreiden. ‘We zullen uiteindelijk meegaan op de golven in de ons omringende landen’, zegt ze. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. Democratie maak je. Experts in het openbaar bestuur Onderzoek Advies Interim-inzet

DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: MARCO DE SWART / ANP-HH SOCIAAL ACHTERGROND 31 De gedupeerden van de toeslagenaffaire hebben voor hun herstel meer nodig dan alleen financiële compensatie. Daarom bieden gemeenten aanvullende hulp op allerlei leefgebieden. Tegelijkertijd wordt er nog volop aan de hersteloperatie gesleuteld. GEMEENTEN HELPEN GEDUPEERDEN TOESLAGENAFFAIRE EERST DE MENS, DAN DE REGELS JANET RAMESAR staat de pers te woord Het liefst zou Janet Ramesar dichter bij haar zoon wonen. Bijna drie jaar geleden werd hij uit huis geplaatst, toen Ramesar kampte met zware financiële en mentale problemen nadat de Belastingdienst onterecht 30.000 euro aan kinderopvangtoeslag bij haar terugvorderde. Maar verhuizen is geen optie, gezien de oververhitte woningmarkt. In plaats daarvan gaat de gemeente Den Haag haar nu helpen met het verven van haar huis. Dat klinkt misschien als een schrale troost, maar voor Ramesar heeft het betekenis. ‘Ik heb veel moeite gehad met mensen in mijn huis ontvangen. Op deze manier kan ik van mijn huis een thuis maken.’ De gemeente bood zelfs aan om de verf te betalen, zonder dat Ramesar daarom vroeg. ‘Doordat mijn consulent goed naar mijn verhaal heeft geluisterd, weet ze dat ik nu weinig geld over heb omdat ik mijn schulden heb afgelost.’ Terwijl de Belastingdienst druk is met de financiële compensatie van slachtoffers van de toeslagenaffaire, bieden gemeenten aanvullende hulp om de levens van gedupeerden weer op orde te krijgen. Het gaat bijvoorbeeld om ondersteuning bij problemen rondom schulden, gezondheid, werk, wonen of opvoeding. Omdat elke gedupeerde een ander verhaal heeft, wordt het hulpaanbod op maat gesneden, zoals ook bij Janet Ramesar. De 36-jarige Ramesar – inmiddels bekend door haar optreden in de documentaire Alleen tegen de Staat – heeft wel lang BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 32 ACHTERGROND SOCIAAL gewacht op hulp vanuit de gemeente. Al in januari 2020, zo’n twee jaar geleden, kaartte ze het in een interview met lokale krant De Posthoorn aan. ‘Ik zou graag willen dat er een casemanager wordt aangesteld door de gemeente voor de Haagse slachtoffers van de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst’, zei ze toen. ‘Iemand die naar alle betrokken instanties fungeert als aanspreekpunt.’ De Belastingdienst kan immers niet alle hulp bieden die toeslagenouders nodig hebben, legt Ramesar uit. ‘De Belastingdienst kan alleen maar geld innen en uitbetalen. Maar in veel gezinnen is er sprake van multi-problematiek. De gemeente is de enige die het totaalpakket in huis heeft om daarbij te helpen.’ Op die manier hoeven gedupeerden maar één keer hun verhaal te doen, en hoeven ze niet zelf bij allerlei verschillen loketten aan te kloppen. PILOT Na dat interview zou het nog een hele tijd duren voordat de gemeentelijke ondersteuning op gang kwam. In april 2020 zet de Belastingdienst een pilot met drie gemeenten op om te onderzoeken hoe de ondersteuning moet worden ingericht. Halverwege 2020 worden er in verschillende gemeenteraden, waaronder Den Haag, moties aangenomen die oproepen een gemeentelijk steunpunt voor gedupeerden in te stellen. Maar de samenwerking tussen gemeenten en de Belastingdienst loopt in de maanden daarna stroef (zie kader). En nog steeds lopen gemeenten tegen de traagheid van de Belastingdienst aan, zegt wethouder Petra Molenaar (armoedebestrijding, SP) van Nijmegen, een gemeente die 291 gedupeerde ouders kent. ‘De Belastingdienst moet duidelijk zijn in de communicatie. Er worden allemaal dingen beloofd die niet worden waargemaakt.’ Als voorbeeld noemt ze de belofte van toenmalig staatssecretaris Alexandra van Huffelen (D66) dat alle gedupeerden die zich vóór 15 februari meldden uiterlijk 1 mei hun compensatie binnen zouden hebben. Die deadline werd uiteindelijk niet volledig gehaald. Moeizame samenwerking Sinds het begin van de hersteloperatie voor slachtoffers van de toeslagenaffaire zijn er spanningen tussen gemeenten en de Belastingdienst. In september 2020 is onenigheid over de financiële compensatie voor de hulp aan gedupeerden. Wethouder Peter Heijkoop, die namens de VNG het woord voert op dit onderwerp, toont zich ontdaan en teleurgesteld in de Belastingdienst die weigert beloftes te doen over de kosten van de ondersteuning. ‘We willen het leven van de gedupeerden zo snel mogelijk op de rit krijgen en we hoeven er geen euro aan over te houden’, aldus Heijkoop. ‘Maar dit kunnen we er niet even bij doen. Deze ellende is door de Belastingdienst veroorzaakt.’ Na Heijkoops uitspraken komt er binnen een paar dagen een akkoord over de financiering. Maar het volgende probleem dient zich al snel aan. Gemeenten hebben grote moeite om gedupeerde inwoners op te sporen. Ze willen inzage in de gegevens van mensen die zich bij de Belastingdienst als gedupeerde hebben gemeld. Volgens de Belastingdienst kan dat niet vanwege privacyregels. Over dat knelpunt worden afspraken gemaakt, maar ook daarna loopt het nog niet bepaald soepel. Begin februari 2021 noemt Heijkoop de hersteloperatie een ‘race tegen de klok’. Nog steeds zijn niet alle gedupeerden in beeld. Bovendien is er nog geen duidelijkheid over wat er gebeurt met de schulden van gedupeerden. De Catshuisregeling, die 30.000 euro compensatie belooft aan alle slachtoffers, is inmiddels aangekondigd, maar er is nog geen regeling om schulden van slachtoffers kwijt te schelden, waardoor het risico bestaat dat het compensatiebedrag in de zakken van schuldeisers verdwijnt. Dat zorgt voor vertraging in het herstelproces, waarschuwt Heijkoop. In het najaar van 2021 ziet de VNG zich wéér genoodzaakt aan de bel te trekken. Eind oktober kondigt het kabinet aan dat de hersteloperatie aanzienlijk wordt uitgebreid: ook kinderen en ex-partners van toeslagenouders komen in aanmerking voor compensatie. De VNG vindt dat het kabinet te hard van stapel loopt. Zorg eerst dat de bestaande hersteloperatie goed loopt voordat je nieuwe beloftes maakt, is de boodschap. ‘Niets is frustrerender voor gedupeerde ouders dan het presenteren van nieuwe plannen en regelingen die later toch weer niet uitvoerbaar blijken te zijn’, schrijft de VNG. ‘Dat schaadt het delicate proces van herstel van vertrouwen.’ Dat beeld bevestigt Mathilde Makris, een van de medewerkers bij het Nijmeegse steunpunt voor gedupeerden. ‘Ik begeleid een vrouw die haar werk heeft verloren en diep in de put zit. Die ligt nu bij de psychiater op de bank, met name omdat de Belastingdienst zo traag is met het bieden van duidelijkheid. Ik kan haar niet verder helpen zolang de Belastingdienst niet meewerkt.’ Het steunpunt voor toeslagenouders werkt vanuit de zogenaamde doorbraakaanpak. ‘Dat betekent dat we alle leefgebieden coveren’, legt wethouder Molenaar uit. ‘Ik hoor dat we daar best uniek in zijn.’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 33 De doorbraakaanpak is bedoeld om verschillende soorten problemen in één traject aan te pakken, en sluit daarom goed aan bij de behoeften van toeslagenouders. Die kampen immers vaak met multi-problematiek, zoals Janet Ramesar al twee jaar geleden constateerde. Molenaar: ‘Onze aanpak is gestoeld op kijken naar de totale persoon. Gedupeerden hebben vaak heel diverse hulp nodig. Behalve schulden hebben ze ook vragen over het contact met de Belastingdienst, huisvesting, opvoeding, uithuisplaatsing van kinderen of gezondheidsklachten. Het doet nogal wat met mensen.’ SLOGAN ‘Het credo is: eerst de mens, dan de regels’, vult hulpverlener Mathilde Makris aan. Om die slogan waar te maken, is het belangrijk om goed te luisteren naar de gedupeerden, weten de medewerkers van het team inmiddels. Ramesar bevestigt dat: ‘Mijn zaakbehandelaar bij de Belastingdienst heeft nooit naar mijn verhaal gevraagd. Maar mijn consulent bij de gemeente heeft echt geluisterd. Superfijn.’ Ramesar raadt gemeenten aan om ruim de tijd te nemen voor gesprekken met toeslagenouders. ‘Plan een kwartiertje extra in. Het is belangrijk om zo’n gesprek niet af te raffelen. Als mensen het gevoel hebben dat er niet wordt geluisterd, komen ze niet meer terug.’ Een andere manier om gedupeerden de kans te geven hun verhaal te doen, is door ze in contact te brengen met lotgenoten. De gemeente Nijmegen heeft daarom een lotgenotengroep opgezet, die inmiddels door de gedupeerden zelf wordt gerund. ‘Het is mooi om te zien hoeveel steun ze aan elkaar vinden’, aldus teammanager Trude Ariaans. Ook in Den Haag is er interesse in zo’n praatgroep, ziet Janet Ramesar. ‘Ik ben er zelf ook uitgekomen door te praten met anderen. Het praten is echt ontzettend belangrijk.’ Om de eerdergenoemde problemen in de samenwerking tussen gemeenten en de Belastingdienst op te lossen, heeft er inmiddels een ‘herijking’ van de herstelaanpak plaatsgevonden. ‘Dat was nodig omdat de hele operatie vastgelopen was’, zegt wethouder Peter Heijkoop, die namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de afspraken maakte over die herijking. Dat de operatie vastliep, kwam vooral door het grote aantal gedupeerden. De teller staat inmiddels op bijna vijftigduizend aanmeldingen. ‘Het aantal ouders dat zich meldt is vele malen groter dan oorspronkelijk gedacht’, schreef staatssecretaris Van Huffelen daarover. Tegelijkertijd lijkt een groot deel van die melders niet binnen de doelgroep van de compensatieregelingen vallen, hoewel ze soms wel ‘reële problemen met de overheid’ hebben, ziet Van Huffelen. VOORRANG In de aangekondigde herijking moeten de zwaarst gedupeerde ouders voorrang krijgen. Dat betekent dat gemeenten eerder in het proces worden betrokken en urgentie voor bepaalde cases kunnen doorgeven aan de Belastingdienst. ‘De doelstelling is dat gemeenten meer in the lead zijn wat betreft de zwaarst gedupeerden’, aldus Heijkoop. Daarvoor heeft hij namens de VNG wel een aantal randvoorwaarden gesteld. De belangrijkste: ‘Alle niet-gedupeerden moeten worden afgewezen en uit het proces worden gehaald. En ook met licht gedupeerden, die verder geen hulp nodig hebben, dient snel een afrondend gesprek te worden gevoerd. Dan kunnen wij ons richten op de hulp aan de zwaarst gedupeerden. Tot voor kort was de staatssecretaris daar niet toe bereid. Verder willen wij op casusniveau mee kunnen kijken met de Belastingdienst. Als een inwoner bij ons in een schuldentraject zit, en er komt een uitkering vanuit de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen aan, dan moeten we dat weten. Op dit moment loopt dat niet goed.’ De gegevensdeling tussen de Belastingdienst en gemeenten moet sterk worden uitgebreid. Tot nu toe was de privacywetgeving vaak een blokkade voor de uitwisseling van dossiers. Heijkoop: ‘Ik ben ervan overtuigd dat de Autoriteit Persoonsgegevens maximaal mee wil denken. En in het kabinet is er bereidheid om dit van een wettelijke grondslag te voorzien.’ En er zijn nog drie randvoorwaarden. Zo mogen de nieuw taken voor gemeenten niet zorgen voor onnodige administratieve verantwoordingsdruk. Ook moeten alle kosten worden vergoed door het rijk. Ten derde: ‘De communicatie naar gedupeerden en naar de samenleving, dat doen we in overleg. Eerlijke en duidelijke communicatie is echt belangrijk’, aldus Heijkoop. Zo had hij eerder kritiek op de manier waarop nieuwe regelingen voor onder andere kinderen van toeslagenouders werden aangekondigd voordat ze goed en wel waren uitgewerkt. ‘En de betrokkenheid van ouders moet ook echt anders’, vindt Heijkoop. ‘Zij kunnen veel toevoegen aan het herstelproces als zij op basis van gelijkwaardigheid worden betrokken. Onder leiding van Prinses Laurentien is daar onlangs een goed rapport over verschenen: Gelijkwaardig herstel.’ GOED BEGIN Het feit dat de Belastingdienst en de VNG onlangs met een gezamenlijk persbericht over de herijking van de hersteloperatie naar buiten kwamen, lijkt volgens Heijkoop een goed begin van de hernieuwde samenwerking. De sfeer in de bestuurlijke overleggen is dan ook verbeterd. ‘Ik merk dat er meer bereidheid is om verbinding te zoeken met de gemeenten. De sfeer is constructief en positief. Dat is in het verleden wel eens anders geweest.’ Voordat de herijkte herstelaanpak in de praktijk kan worden gebracht, moet er nog wel een uitvoeringstoets worden gedaan. Vervolgens moet de Tweede Kamer zich erover buigen. ‘Dus het is niet van vandaag op morgen geregeld. Maar het laatste wat we kunnen gebruiken is dat het weer té snel gaat en het vertrouwen bij gedupeerden wordt geschaad. De Kamer heeft immers ook aangegeven: het moet snel, maar ook zorgvuldig.’ De hersteloperatie is een proces van lange adem. Het einde is nog niet in zicht. Dat geldt ook voor het herstel van Janet Ramesar. Ze is, elf jaar nadat de toeslagenellende voor haar begon, nog steeds met haar dossier bezig. ‘Voor de Commissie Werkelijke Schade moet ik nu een inschatting maken van de schade die ik heb geleden. Ik vind dat echt heel moeilijk. Wat moet ik invullen voor het verliezen van mijn baan, mijn huis, mijn zoon?’ Liever zou ze het op een andere, snellere manier oplossen. ‘Als je onterecht in de gevangenis terecht komt, krijg je als compensatie een vast bedrag per dag dat je hebt vastgezeten: 80 euro. Als ik dat krijg voor die elf jaar, dan hoef ik niet weer mijn hele dossier door te lichten en kan ik verder. Ik word binnenkort 37, ik was 25 toen dit begon. Ik wil het graag afsluiten.’

34 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: SERGE LIGTENBERG Met de ingediende RES’en 1.0 liggen de dertig regio’s op papier op schema om de duurzame energiedoelstellingen voor 2030 te halen. Nu wacht de uitvoering, in tijden van toenemend verzet tegen windturbines en een overbelast stroomnetwerk. Kristel Lammers, directeur NP RES: ‘Het echte werk gaat nu pas beginnen.’ DIRECTEUR NP RES KRISTEL LAMMERS: ‘ DE EERSTE KEER IS ALTIJD INGEWIKKELD’ In december kwam het Planbureau voor de Leefomgeving voor de verandering eens met positief nieuws over de energietransitie. In de dertig beoordeelde ‘RES’en 1.0’ staan volgens het PBL meer dan voldoende duurzame energieplannen om de doelstelling van het Klimaat akkoord te halen. De totale duurzame energie-opwek zou de komende tien jaar kunnen oplopen tot meer dan 50 terawatt, waarvan het PBL verwacht dat tussen de 35,4 en 46,4 terawatt ook daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. Dat biedt een veilige marge ten opzichte van het streefcijfer van 35 terawatt in 2030. Een pluim dus voor alle regionale, duurzame ambitie. ‘Toen we begonnen had niemand durven denken dat het PBL met een dergelijke BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 35 ‘We hebben enige speelruimte om hobbels op te vangen’ analyse zou kunnen komen. We zijn tevreden met wat er in een dikke twee jaar allemaal is gebeurd’, reageert directeur Kristel Lammers van het nationale programma NP RES. ‘Tegelijk signaleren we dat het echte werk pas begint met de uitvoering. Daar gaan we nog genoeg hobbels in tegenkomen. Maar we hebben nu enige speelruimte om die hobbels op te vangen.’ KRITISCH De eerste twee hobbels dienen zich volgens het PBL in datzelfde rapport al aan. De Raad van State is kritisch over de door het rijk gehanteerde milieuregels bij de plaatsing van windturbines en wil aanvullend onderzoek. Dat zorgt nu al voor uitstel van plannen. En mocht het tot strengere normen komen, dan resteert er nog minder ruimte voor de vaak toch al zo omstreden plannen voor wind op land. ‘Het PBL heeft met deze kwestie al rekening gehouden in het rapport’, zegt Lammers. ‘Dus ondanks deze hobbel kunnen we volgens het PBL die 35 terawatt nog steeds halen. Tegelijk zien we dat de uitspraak van de Raad van State wel degelijk een effect heeft. Het rijk moet aan de bak, want er moet alsnog een uitgebreid milieuonderzoek plaatsvinden voor deze landelijke regels. En gemeenten zullen voorlopig zelf milieunormen moeten voorstellen, willen ze de uitvoering van hun plannen kunnen continueren.’ De uitspraak van de Raad van State raakt volgens Lammers vooral ver gevorderde energieprojecten met drie of meer windturbines. ‘In de ambities van de dertig regio’s voor de langere termijn zit veel minder windenergie en vooral zon op daken en zon op land. Daar heeft die uitspraak geen effect op.’’ Een tweede concrete hobbel ziet het PBL in het overbelaste elektriciteitsnet, waardoor er in steeds meer regio’s nauwelijks ruimte is voor nieuwe energie-opwek. Lammers: ‘We zijn daar al langer met netbeheerders, departementen en de decentrale koepels over in gesprek.’ De oplossing zit volgens haar in ‘programmeren en prioriteren’, zowel nationaal als regionaal. ‘We zullen niet zeggen dat bepaalde nieuwe energie-initiatieven moeten afvallen, wel dat ze wat later in de tijd komen. Zodat we eerst de doelstellingen voor 2030 kunnen realiseren.’ Daarnaast wil Lammers inzetten op technologische innovatie en slimme koppelingen. ‘Daar waar je energie kunt besparen, hoef je ook minder op te wekken. Daar waar je opwekt en de energie meteen lokaal inzet, heb je minder netbelasting nodig.’ Veel regio’s geven aan dat ze moeilijk kunnen sturen op de ingediende energieplannen vanwege het verplicht te hanteren principe van ‘first come, first served’. Lammers: ‘Dat is een Europese regel, wat het extra uitdagend maakt. Iedereen worstelt hiermee, zowel het rijk als de netbeheerders als de decentrale overheden. Ik verwacht dat men het Europees gaat aankaarten. In de tussentijd moeten we naar een oplossing blijven zoeken. Bijvoorbeeld door met initiatiefnemers aan de voorkant hun vergunning te bespreken en daar – met respect voor de Europese afspraak – de randen van het mogelijke in op te zoeken. Wellicht kun je onderling afstemmen wanneer een initiatiefnemer een vergunning aanvraagt. Want aanpassing van de Europese regels is niet een, twee, drie geregeld.’ VERSCHILLEN Wie de dertig RES’en eens langs de meetlat legt, ziet onderling grote verschillen. In een aantal regio’s is meer dan de helft van de plannen voor 2030 al uitgevoerd of zitten die concreet in de pijplijn. In andere regio’s bestaat de doelstelling nog vrijwel uitsluitend uit een stuk vagere ‘ambities’. Die verschillen zijn volgens Lammers niet vreemd. ‘We zijn niet met een blanco blad begonnen, hè. In Flevoland waren voor het oude, nationale Energie akkoord al ambities ten aanzien van duurzame energie-opwek. Die zijn inmiddels bijna allemaal gerealiseerd. Met het Klimaatakkoord is de beweging gemaakt om het voortaan regionaal op te pakken, in het hele land, zodat lasten en lusten beter in balans zouden zijn. We wisten dat er daarmee diversiteit zou ontstaan. Dat zien we nu in de praktijk gebeuren. Je moet als regio niet alleen kijken naar energie-opwek, maar ook naar de landschappelijke waarden en naar andere functies in een bepaald gebied.’ In hoeverre worden regio’s straks aan de door hen ingediende energieplannen gehouden? ‘We hebben een nationaal doel voor 2030. Daar dragen al die dertig regio’s aan bij. Juist vanwege de hobbels die we nog voorzien, moet iedereen z’n RES nu maximaal gaan uitvoeren. Vergeet niet: al die RES’en zijn vastgesteld door gemeenteraden en Provinciale Staten en de algemeen besturen van de waterschappen. Daarmee bestaat de politieke intentie om die ambitie gerealiseerd te krijgen. Tegelijk is er bewust ingezet op overprogrammering, zodat we tegenslagen kunnen opvangen. Het Klimaatakkoord stopt niet in 2030. Dus ja, het is mogelijk dat een deel na 2030 zal worden gerealiseerd. De RES in Zuid-Limburg bestaat bijna alleen uit ambitie. Of dat helemaal gaat lukken, dat gaan we ontdekken.’ Niet alle gemeenteraden hebben de RES overgenomen. Onder meer Landsmeer en Montfoort bijvoorbeeld niet. Wat moet daar gebeuren? ‘Praten. Er zijn in veel gemeenteraden stevige gesprekken gevoerd. Dat vergroot het bewustzijn, maar ook het democratisch gehalte van het gehele proces. Maar niemand heeft de deur dichtgegooid. Niet aan gemeentekant, niet aan regiokant.’ Wat waren de argumenten voor de raden om niet met de RES in te stemmen? ‘De situatie is per regio anders, dus ook de argumenten van de raad. Soms is er gewoon behoefte aan even wat meer tijd. Of om meer betrokkenheid van inwoners en volksvertegenwoordigers te organiseren.’ PARTICIPATIE Daarmee raakt Lammers een gevoelig punt: de mate van burgerparticipatie bij de diverse RES’en. In een rapport van de Noordelijke Rekenkamer werden

Kompas 2022 3 februari Echt contact met inwoners De rol van bestuurders wordt steeds publieker. Burgers weten hen steeds beter te vinden en bestuurders hechten er grote waarde aan te weten wat er onder inwoners leeft . Daar is echt contact voor nodig. Denk bijvoorbeeld aan het optreden van bestuurders bij demonstraties of aan de soms verhitte discussies op sociale media. En de coronacrisis heeft nog eens extra beroep gedaan op de communicatieve skills van de bestuurder. Tijdens deze editie van Kompas/ Beste Bestuurder gaan we dieper in op het contact tussen bestuurder en inwoner. Hoe ervaren bestuurders het contact met de burgers? Wat zijn hun tips en tricks? En hoe zorg je ervoor dat je als bestuurder écht contact met je inwoners maakt? Bekendmaking Beste Bestuurder 2021 Tijdens deze bijeenkomst worden voor de 12e keer de Beste Bestuurder, de Beste Jonge Bestuurder en de Beste Bestuurder van een kleine gemeente bekendgemaakt. Mis het niet en meld u nu gratis aan! www.BBkompas.nl in samenwerking met: Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland livestream

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 37 ‘ Er zijn in veel gemeenteraden stevige gesprekken gevoerd’ daar eind vorig jaar kritische noten over gekraakt: 80 procent van de inwoners van Friesland en Groningen had nog nooit van de RES gehoord, terwijl die verregaande invloed zal krijgen op de toekomstige inrichting van hun provincie. ‘Bij het inleveren van de concept-RES’en in 2020 hebben de regio’s aangegeven dat ze meer op participatie zouden inzetten’, reageert Lammers. ‘Bij de RES 1.0 hebben ze dat ook echt meer gedaan. Er zijn talloze enquêtes uitgevoerd. Regio’s zijn in de weer geweest met participatieve waarden-evaluaties. En in bijna alle regio’s zit Jong RES aan tafel om ook jongeren beter te betrekken bij de keuzes. Op allerlei manieren is geprobeerd de burger bij het proces te betrekken. Gemeenten nemen daarin het voortouw. Wij zeggen vanuit NP RES: ga voor een permanente dialoog met inwoners en zorg dat je ook de stille meerderheid erbij betrekt.’ VLIEGWIEL Dat die inzet in het noorden minder is geland, is volgens Lammers niet vreemd. ‘Daar bestond de RES vooral uit het om armen van bestaand beleid. De participatie heeft er al eerder plaatsgevonden. En veel gemeenten noemen de RES ook niet bij naam. Regionale energiestrategie – dat klinkt minder interessant voor een inwoner. Het draait om wat er concreet verandert in zijn of haar leefomgeving. De RES’en waren tot nu toe vooral input voor regionaal beleid. Nu worden ze in de uitvoering ook voor de burger steeds concreter. Maar hoe bereik je de stille meerderheid? Wij zien de RES als vliegwiel voor vernieuwing in burgerbetrokkenheid. Daarom hebben we energieparticipatie.nl opgezet, een zo pragmatisch mogelijk platform. Niet alleen voor overheden, maar ook voor initiatiefnemers.’ Een belangrijke manier om burgerbetrokkenheid te organiseren is lokaal eigenaarschap. De helft van alle energie-initiatieven zou in 2030 mede in handen van de lokale bevolking moeten zijn. Wie controleert of dat lukt? ‘Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft daarvoor een monitor. Maar gemeenten staan ervoor aan de lat om te zorgen dat lokaal eigenaarschap meeweegt in de gunningsprocessen. Samen met de koepels helpen we om het beleidsmatig goed te verankeren, zodat het niet bij een papieren doel blijft.’ Hoe kan een gemeente dat lokale eigenaarschap meer gaan stimuleren? ‘Als ze het opnemen in de eigen beleidskaders, wordt het een stuurmiddel in de vergunningverlening. Maar ook de markt vindt lokaal eigenaarschap belangrijk en omarmt het. Dat zie je nu al terug in de gedragscodes die de zonne- en windsector voor zichzelf heeft opgesteld. Daarin is dit onderwerp geborgd.’ Al met al komt er als gevolg van de RES’en de komende jaren veel werk op gemeenten af. Hebben ze daarvoor voldoende capaciteit? ‘Nee, dat hebben ze niet. En dat is een ADVERTENTIE grote zorg. Wij zien het water bij gemeenten aan de lippen staan. En dan maakt de krappe arbeidsmarkt het nog extra ingewikkeld. Je kunt als gemeenten misschien wel een zak geld krijgen van het nieuwe kabinet, maar er zijn te weinig mensen beschikbaar die ervaring hebben met de fysieke leefomgeving: met omgevingsplannen maken, het lokaal eigendom verankeren of participatieprocessen aangaan met de stille meerderheid. Dat vraagt op de eerste plaats kennis, en veel menskracht.’ Maakt de Omgevingswet dat proces straks eenvoudiger of moeilijker? ‘In die wet zit een kansrijk instrumentarium als het programma waarbij de samenwerking in de regio makkelijker kan verlopen dan nu in de Wro. De Omgevingswet gaat ook uit van een dynamische beleidscyclus die meebeweegt met de opgaven die op je afkomen. In theorie vormt de RES met de woningbouwopgave een van de eerste maatschappelijke opgaven waar je de Omgevingswet kunt gebruiken voor het versnellen van de besluitvorming. Aan de andere kant: de eerste keer iets doen is altijd ingewikkeld. En de capaciteitsproblemen zijn met de komst van de Omgevingswet natuurlijk niet weg. Ook die opgave vraagt menskracht. Niet alleen bij de overheden, ook bij netbeheerders, ontwikkelaars en energiecoöperaties. We kunnen een tijdje aan deeltijdwerkers vragen om meer uren te maken, maar die rek is er op een gegeven moment uit. Dus dit is echt een zorgpunt.’ DE EFFECTIVITEIT VAN JE LEIDERSCHAP VERGROTEN? Volg de training Effectief Leiderschap en vergroot jouw impact. Communiceer helder, creëer samenwerking en inspireer écht. Ga naar AlexvanGroningen.nl/BB BEOORDEELD MET 9.2 BRON: SPRINGEST.NL

38 ACHTERGROND JEUGDZORG DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: FRANK MULLER / ANP-HH Sinds 1 januari moet de rekening voor de jeugdzorg worden betaald door de gemeente waar de jongere woont. Niet langer is de woonplaats van de ouder leidend. Zo’n tienduizend jeugdzorgcliënten moeten daarom administratief worden verhuisd. ‘We zijn bang dat jongeren tussen wal en schip gaan vallen.’ NIEUW WOONPLAATSBEGINSEL MEGA-VERHUIZING IN DE JEUGDZORG Bij de invoering van de Jeugdwet in 2015 werd ook het zogeheten woonplaatsbeginsel jeugd van kracht. ‘Eigenlijk waren er van meet af aan twijfels over de toepasbaarheid ervan’, zegt Truus Vernhout, die zich als projectleider bezighoudt met de invoering van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel jeugd. Dat doet ze vanuit het Ketenbureau i-Sociaal domein. Het ‘oude’ beginsel hield kortgezegd in dat de rekening van de jeugdzorg moest worden betaald door de gemeente, waar de gezagsdrager (zoals een ouder) woont van het kind dat jeugdzorg krijgt. In de praktijk leidde dit beginsel al snel tot problemen. Als de gezagsdrager naar een andere gemeente verhuisde, moest de nieuwe gemeente de rekeningen gaan betalen. Dat leverde gepuzzel en administratieve rompslomp op. ‘Neem een kind dat al jarenlang in een pleeggezin in Alkmaar woont, maar waarvan de gezagsdrager vanuit Groningen naar Breda verhuist en later weer naar een andere gemeente. De financieel verantwoordelijke gemeente wisselt continu. Daar komt bij dat het moeilijk te achterhalen is waar een gezagsdrager naar toe verhuist.’ Regelmatig is het ook lastig te achterhalen wie de gezagsdrager van de jongere met jeugdzorg is. Gedoe en onduidelijkheid, kortom. De nieuwe wet moet daar een eind aan maken. Vanaf 1 januari geldt dat de gemeente waar het kind bij de start van de jeugdhulp in de basisregistratie personen (BRP) staat ingeschreven, financieel verantwoordelijk is voor de jeugdzorg voor deze jongere. ‘Neem de casus Groningen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 39 ‘ Vaak moet je ver terug in de geschiedenis’ Als het kind daar staat ingeschreven en in een intramurale jeugdzorginstelling verblijft, maakt het niet uit waar de gezagsdrager naartoe verhuist. De gemeente Groningen blijft verantwoordelijk’, verduidelijkt Vernhout. Het maakt ook niet uit of het pleeggezin uit Alkmaar verhuist – Groningen blijft de pleegzorg betalen. ‘De nieuwe wet moet leiden tot minder administratieve lasten. Ook voor de aanbieders is het fijner. De factuur kan altijd naar een en dezelfde gemeente worden gestuurd.’ GEEN SINECURE Het klinkt eenvoudig, maar het is een hele operatie om de nieuwe systematiek toe te passen. De invoering van de wet is niet voor niets twee keer uitgesteld. Voor jongeren die vanaf 1 januari voor het eerst jeugdzorg krijgen, is er geen probleem. Die vallen meteen onder de nieuwe regels. Voor jongeren die voor 1 januari jeugdzorg met verblijf kregen − soms al jaren en soms zelfs al ver voor de decentralisatie jeugdzorg in 2015 − is het een ander verhaal. Het gaat in totaal om zo’n tienduizend jongeren. ‘Vaak moet je ver terug in de geschiedenis. Sommige jongeren zitten al vanaf 2003 in jeugdzorg. Gemeenten moeten uitzoeken in welke gemeente de verblijfszorg voor de jeugdige is gestart’, aldus Vernhout. Dat is geen sinecure gebleken. Als eenmaal is achterhaald welke gemeente vanaf 2022 financieel verantwoordelijk is, moet de zogeheten ‘latende’ gemeente de jongere in een speciaal ontwikkelde tool afmelden en de ‘ontvangende’ gemeente moet deze jongere overnemen en een nieuwe zorgtoewijzing afgeven. Deze ‘ontvangende’ gemeente moest per 1 januari 2022 nieuwe contracten sluiten met de aanbieder. Ook dat klinkt simpel, maar is het niet. Jeugdzorg Nederland trok in oktober aan de bel. ‘We hebben toen onze zorgen geuit over de financiële risico’s die op 1 januari zouden ontstaan voor jeugdzorgorganisaties. Nog niet alle gemeenten hadden destijds de verhuizende jeugdigen in beeld. Slechts enkele aanbieders waren op de hoogte gebracht en contractafspraken werden vrijwel nergens gemaakt. Daarnaast waren er voorbeelden van toewijzingen die werden ingetrokken, zonder dat er duidelijkheid was over het vervolg van het traject’, aldus een woordvoerder van Jeugdzorg Nederland. Peter Paul Doodkorte, die vanuit het zogeheten Regioteam gemeenten en aanbieders ondersteunt bij het ‘inregelen’ van de nieuwe wet, deelt die zorgen. ‘Diverse ‘latende’ gemeenten lieten vorig jaar aanbieders weten vanaf 1 januari de rekening niet meer te betalen, terwijl de ‘ontvangende’ gemeenten nog geen nieuwe toewijzing had afgegeven of nog geen contract met de aanbieder hadden gesloten’, legt Doodkorte uit. ONDUIDELIJK Die zorgen van aanbieders zijn volgens Doodkorte weggenomen door de zogenaamde ‘1-november-maatregel’, die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van VWS vorig jaar overeenkwamen. Alle gemeenten hebben ermee ingestemd. Via deze maatregel neemt de ‘latende’ gemeente de financiële verantwoordelijkheid op zich voor een jongere die nog niet is overgedragen aan de toekomstige gemeente. De jongere behoudt de zorg, de aanbieder blijft die geven en krijgt zijn facturen betaald. Later verrekenen beide gemeenten de kosten van de verleende zorg. Het is op dit moment niet duidelijk hoeveel jongeren administratief van de ene naar de andere gemeente zijn verhuisd. Jeugdzorg Nederland is er niet helemaal gerust op. De branchevereniging is op zich blij met de 1-november-maatregel, maar blijft erop toezien dat deze ook daadwerkelijk wordt nageleefd. ‘Er is de laatste weken van 2021 veel werk verzet, maar onduidelijk is nog hoe het er nu precies voorstaat en of er de laatste weken een inhaalslag is gemaakt die voldoende comfort biedt aan alle partijen. Dit zal de komende weken moeten blijken’, aldus de woordvoerder. ‘De meeste gemeenten zijn vrij laat begonnen met de voorbereidingen op de nieuwe wet’, stelt Doodkorte. ‘Ze onderschatten wat er allemaal moet worden geregeld of hebben veel ander werk.’ Dat constateert ook Charlotte Vanderhilt, adviseur Jeugd bij Stimulansz, die gemeenten juridisch advies geeft over de uitvoering van de Jeugdwet, waaronder de toepassing van het woonplaatsbeginsel. ‘De druk op gemeenten is in alle opzichten groot. De invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel vraagt veel, waarschijnlijk meer dan aanvankelijk gedacht. De bedoeling van de wetswijziging is dat het voortaan makkelijker is om te bepalen welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor jongeren die jeugdhulp krijgen. Dat is ook zo voor ambulante jeugdhulp, maar voor jeugdhulp met verblijf neemt het vaak meer tijd in beslag voor alles is geregeld. Dit vraagt om afstemming, maar vaak ook overeenstemming tussen gemeenten.’ Via de juridische helpdesk Jeugd van Stimulansz kwamen de afgelopen periode veel uiteenlopende vragen binnen. ‘Bij een paar gemeenten is nog niet duidelijk wat de nieuwe definitie van woonplaats is en daarmee welke gemeente financieel verantwoordelijk is. Dan is er nog veel werk te verzetten.’ Ook komt het wel eens voor dat de ‘latende’ en ‘ontvangende’ gemeenten de wet anders interpreteren, en daarmee anders denken over welke gemeente financieel verantwoordelijk moet blijven of worden. MELDPUNT Voor dergelijke situaties is medio september een speciaal meldpunt in het leven geroepen dat onder de vlag van het Ketenbureau opereert. ‘We willen lange discussies voorkomen en snel hulp bieden’, verduidelijkt Vernhout. De regioadviseurs ‘bemiddelen’ vervolgens tussen gemeenten onderling of tussen gemeenten en aanbieders. Tot de kerst waren er twintig meldingen bij het meldpunt binnengekomen, waarvan de meeste inmiddels zijn opgelost. ‘Een van de twee meest voorkomende meldingen gaan over gemeenten die per 1 januari de jeugdzorgtoewijzing intrekken, terwijl de nieuwe gemeente de jongere nog niet heeft overgenomen. Dat mag niet. De andere meldingen gaan over de overdracht van jongeren van de ene naar de andere gemeente, waarbij de ‘ontvangende’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 40 ACHTERGROND JEUGDZORG gemeente weerspreekt dat zij voortaan financieel verantwoordelijk is.’ Naast het uitzoekwerk over welke gemeente voortaan de rekening moet betalen, moet de ‘nieuwe’ gemeente contracten afsluiten met aanbieders waarmee ze vaak nog geen contract heeft. Complicerende factor is dat de ene gemeente een ander tarief hanteert en een andere contractvorm heeft dan de andere. In de wet is een overgangsrecht opgenomen: de jongere heeft een jaar het recht op dezelfde jeugdzorg van dezelfde aanbieder. Tarief en contractvorm mogen dit niet ‘tegenwerken’. Via een breed gedragen motie van het GroenLinks-Tweede Kamerlid Lisa Westerveld is dat overgangsrecht min of meer verlengd. ‘In die motie wordt gesteld dat jongeren met jeugdzorg de zorg moeten blijven behouden als de zorgvraag niet wijzigt en het zorgtraject nog niet is afgerond, ook na die overgangstermijn van een jaar’, licht Vernhout toe. Naast de discussie over welke gemeente via de nieuwe wet financieel verantwoordelijk is voor de jongere met jeugdzorg, trekken gemeenten en aanbieders vooral over de tarieven aan de bel. ‘Het levert de COLUMN JAN VERHAGEN ‘ Zorgaanbieders en gemeenten mogen niet in financiële problemen komen’ meeste zorgen en discussie op’, zegt Doodkorte, ‘maar het gaat in het algemeen over minimale verschillen.’ Hij verwacht na herindicatie ook geen grote problemen. ‘Zowel zorgaanbieders als gemeenten mogen niet in de financiële problemen komen’, verzekert Vernhout. BANG De budgetten die gemeenten nu voor de jeugdzorg krijgen, worden als gevolg van de nieuwe wet herverdeeld. ‘Er zijn veel verschuivingen, maar die moeten voor gemeenten kostenneutraal uitpakken.’ Het optimisme van Vernhout en Doodkorte wordt niet door iedereen gedeeld. ‘We zijn bang dat jongeren tussen wal en schip vallen, als gemeenten de financiële verantwoordelijkheid niet op zich willen nemen’, stelt de woordvoerder van Jeugdzorg Nederland. Ook Vanderhilt is er niet helemaal gerust op, mede gezien de vragen die in toenemende mate bij de helpdesk van Stimulansz binnenkomen. Die gaan voornamelijk over ingewikkelde en uitzonderlijke situaties, maar die zullen er ook onder de nieuwe wetswijziging blijven. ‘De wetswijziging is voor jongeren die ambulante jeugdhulp krijgen een verbetering. Bij jeugdhulp met verblijf, zeker bij een lange zorggeschiedenis, kan het lastiger zijn om te bepalen welke gemeente financieel verantwoordelijk is’, aldus Vanderhilt. ‘Voorkomen moet worden dat de zorg voor kinderen in de knel komt. Regel eerst de zorg en kijk pas daarna wie de rekening moet betalen. Het belang van het kind moet leidend zijn. Daar kan geen meningsverschil tussen gemeenten tegen op.’ VERVELEND namelijk 2 tot 3 promille van het fonds. Dat vindt het ministerie veel en vervelend. Die kosten moeten omlaag. Eind vorig jaar verscheen de evaluatie van het btw-compensatiefonds. Dat is een fonds van het ministerie van Financiën waar de gemeenten hun btw kunnen declareren. De evaluatie ging over 2016 tot en met 2020. In die vijf jaar is er ruim 17 miljard euro btw-compensatie gegeven. Dat komt neer op 1.000 euro per inwoner. Dat bedrag rechtvaardigt een goede, onafhankelijke evaluatie. Maar niks daarvan. Het ministerie heeft de evaluatie van het fonds zelf uitgevoerd. Wat is de aanbeveling van de evaluatie van deze 17 miljard euro? Wel, het ministerie vindt dat er heel veel menskracht aan wordt besteed. Die mensen kosten allemaal geld, Ik vind vervelend dat het een slechte evaluatie is. De evaluatie moet nagaan of het rijk het goede bedrag in het btw-compensatiefonds stopt. Het btw-compensatiefonds moet elk jaar groeien met twee bedragen: met de verwachte btw over nieuwe taken, en met compensatie voor het accres van het gemeentefonds. Wat die nieuwe taken betreft: in die vijf jaar heeft het rijk daarvoor 483 miljoen euro in het fonds gestopt. Of dat bedrag correct is, is niet te controleren. De reden: het rijk weigert in de evaluatie toe te lichten waarom hij welke bedragen erin heeft gestopt. De data blijven geheim. Uit de evaluatie blijkt dat ook het ministerie van Financiën zelf niet weet of die compensatie correct is. Helaas is dat niet uitgezocht in de evaluatie. Het ministerie maakt zich zorgen over de btw-com‘ 420 miljoen euro te weinig’ pensatie voor nieuwe taken, met een merkwaardige redenering. Als het rijk te veel btw in het fonds stopt voor nieuwe taken, dan krijgen de gemeenten te veel compensatie. En als het rijk te weinig btw in het fonds stopt, dan krijgen de gemeenten volgens de evaluatie óók te veel compensatie. Wie dit snapt, mag het zeggen. En wat het accres betreft: uit de cijfers van de evaluatie blijkt dat het rijk in die vijf jaar 420 miljoen euro te weinig accres in het btw-compensatiefonds heeft gestopt. Dat staat er niet letterlijk in, dat moet je zelf afleiden uit de cijfers. De gemeenten hebben dus 420 miljoen euro te weinig gekregen. Dát vind ik het vervelendste van alles.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 DOOR: KATJA KEUCHENIUS FOTO: LAURENS VAN PUTTEN / ANP-HH RUIMTE ACHTERGROND 41 Dit jaar zijn er een stuk minder vervuilende vrachtwagens en ook personen- en bestelauto’s welkom in de Nederlandse binnensteden. Gemeenten scherpen hun milieuzones aan als opmaat naar de zero emissie-zones voor stadslogistiek. Maar gebeurt dat ook een beetje geharmoniseerd? GEMEENTEN BREIDEN AANTAL MILIEUZONES UIT ‘ HEEL WAT MEER DAN EEN NIEUW VERKEERSBORD’ Het was voor Utrecht echt pionieren in 2015. Naast een milieuzone voor vrachtauto’s, die al bestond sinds 2007, begon het als eerste gemeente acht jaar later met het weren van oude personen- en bestelauto’s. Het vereiste creativiteit. Specifieke verkeersborden hiervoor bestonden toen nog niet. Rondom de binnenstad hing daarom onder de bestaande C6borden met de tekst ‘gesloten voor motorvoertuigen’, een onderbord met een uitleg voor welke voertuigen dit verbod allemaal gold. Dat leek Utrecht de moeite waard, want een milieuzone was volgens onderzoek van Royal HaskoningDHV een van de effectiefste manieren om de luchtkwaliteit in de binnenstad te verbeteren. Utrecht scherpte in de jaren daarna de toegangseisen tot de milieuzone verder aan. Vanaf begin dit jaar moeten alle vrachtwagens en zelfs ov-bussen en touringcars aan de hoogste emissieklasse (6) voldoen om het centrum in te mogen. Nog steeds loopt Utrecht daarin voorop, maar de stad hoeft dat inmiddels niet meer te doen met houwtje-touwtje-werk. Er bestaan nu duidelijk herkenbare milieuzone-borden,

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 OO O C / 42 ACHTERGROND RUIMTE ‘Onze software moet op de nieuwe want het milieuzone-beleid is onder leiding van het rijk geharmoniseerd. In zo’n vijftien steden hangen inmiddels dezelfde borden, met bijna dezelfde eisen. Die harmonisatie is vooral prettig voor professionele weggebruikers, zegt AnneMarie Nelck, beleidsadviseur van branchevereniging Transport en Logistiek Nederland (TLN). Je zou misschien verwachten dat deze vertegenwoordiger van vrachtauto’s en bestelbussen dwarsligt bij de uitrol van milieuzones, maar dat is niet zo, verzekert Nelck. In TLN’s eigen duurzaamheidsambitie uit 2017 was een van de drie pijlers Zero Emission binnenstad. Nelck praat ook al jaren mee in de landelijke werkgroep milieuzones, waar ze met andere brancheverenigingen en alle gemeenten ‘heel plezierig’ samenwerkt. Zo spraken ze over de geharmoniseerde eisen in alle milieuzones voor vrachtauto’s. Sinds dit jaar moeten die emissieklasse 6 regels worden aangepast’ hebben of überhaupt niets meer uitstoten. Dat sluit aan op de TLN’s visie, zegt Nelck. Maar er is een probleem: de levertijden voor deze emissie-armste auto’s zijn enorm opgelopen. ‘Veel onderdelen komen uit China en die hebben veelal vertraging’, zegt Nelck. ‘Covid heeft hierop natuurlijk ook impact gehad.’ OPLOSSINGEN De werkgroep bedacht oplossingen voor bedrijven die hier tegenaan lopen. Vrachtvervoerders die maar sporadisch op een bouwlocatie in de milieuzone hoeven te komen, kunnen dagontheffingen krijgen. Bedrijven die meerdere keren per week in de stad komen om supermarkten te bevoorraden, kunnen een langdurige tijdelijke ontheffing aanvragen in verband met langere levertijden van EURO IVtrucks. Toch gaat dat nog niet goed, vindt Nelck. Bij de aanvraag is nog geen sprake van harmonisatie. Ondernemers moeten dat doen bij individuele gemeenten met verschillende aanvraagprocedures. Nelck: ‘Soms is het op de website van gemeenten moeilijk of zelf niet te vinden hoe je dat moet doen. Dat is helemaal lastig voor bedrijven die in meerdere steden komen. Als je pech hebt moet je bij acht verschillende gemeenten acht verschillende formulieren invullen.’ Dat kán volgens Nelck makkelijker, ook al is het juridisch ingewikkeld. Veel ontheffingen mogen immers alleen worden verleend door colleges van B&W, die elkaars ontheffingen niet zomaar kunnen erkennen. Nelck denkt nu aan een digitaal systeem waarbij een ondernemer online één

FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 43 ‘ Bij de aanvraag is nog geen sprake van harmonisatie’ formulier invult dat dan automatisch bij verschillende aangevinkte gemeenten wordt ingediend. ‘Als je er samen over nadenkt, is dat een puzzel waar je uit moet kunnen komen.’ Voor gemeenten is het niet de enige puzzel die ze moeten leggen. Bij de invoering en handhaving van milieuzones komt nog veel meer kijken. Berco Verhoek, projectleider milieuzone bij de gemeente Rotterdam, weet er alles van. ‘Zijn’ milieuzone beliep de afgelopen jaren een hobbelige weg. In 2015 besloot de stad de bestaande milieuzones voor vrachtauto’s uit te breiden. De zone werd geografisch groter en er werden niet alleen vrachtauto’s, maar ook oude bestel- en personenauto’s geweerd. Op 1 januari 2016 gingen de nieuwe regels in. Overtreders kregen via een camerasysteem automatisch een waarschuwingsbrief thuisgestuurd. Pas in mei werden dat boetes. Rotterdammers mochten eerst nog even wennen aan de nieuwe regels, onder aanmoediging van een campagne voor schonere lucht en grote displays langs de weg die lieten zien of een voertuig welkom was of niet. Aanvullend op de milieuzone werd een bestaande sloopsubsidie voor voertuigen aangepast aan de toelatingseisen van de binnenstad. Mocht je voertuig niet meer het centrum in? Dan kon je die gesubsidieerd laten slopen en een moderner voertuig kopen. OPSCHONING Alle maatregelen samen leidden al snel tot een opschoning van het stedelijke wagenpark, maar ook tot grote verontwaardiging van sommige Rotterdammers. Er werd zelfs de Stichting Rotterdamse Klassiekers opgericht, om de rechten van klassieke auto’s in de binnenstad te verdedigen. Ook individuele Rotterdammers tekenden bezwaar aan. Zo volgde een gerechtelijke procedure tot aan de Raad van State. Op 14 juni 2018 oordeelde de rechter dat de gemeente niets fout had gedaan. ‘Dat was voor ons goed nieuws’, zegt Verhoek. ‘De erkenning dat wat wij deden, los van de politieke keuzes, inhoudelijk een goed verhaal was en bleef.’ De opluchting en rust voor de Rotterdamse verkeersambtenaren was van korte duur. Nog in diezelfde maand werd er een coalitieakkoord gesloten tussen GroenLinks en de VVD. De stad zou blijven werken aan schonere lucht en minder CO2 -uitstoot, maar de milieuzone voor bestel- en personenauto’s werd weer afgeschaft. ‘Roerige tijden’, zegt Verhoek. ‘Vanaf 2020 mochten oude bestel- en personenauto’s er weer in en wij moesten dat implementeren.’ Inmiddels is er wéér een nieuwe aanpassing gemaakt. De harmonisatie van milieuzones vereist dat vanaf dit jaar ook in de Rotterdamse binnenstad alle vrachtauto’s voldoen aan emissieklasse 6 of zero emissie. Dat was in Rotterdam hiervoor emissieklasse 4. ‘Dat klinkt misschien niet als een heel grote verandering, maar dat is het wel, hoor’, lacht Verhoek. ‘Het is meer dan alleen de verkeersborden vervangen. Dit betekent juridisch weer een nieuw verkeersbesluit en een nieuw ontheffingsbesluit. Onze software moet ook weer op de nieuwe regels worden aangepast en er moet een mailing uit naar alle eigenaren van te oude vrachtauto’s.’ MINDER UITSTOOT Alle inspanningen van Verhoek en zijn collega’s om vervuilende auto’s uit het centrum te weren hebben overigens wel geleid tot minder voertuiguitstoot in de stad, meldt een Vervolgevaluatie Koersnota Luchtkwaliteit van de gemeente in 2018. De gegevens komen voornamelijk van een wagenparkscan, dus een telling van auto’s en een berekening van hun uitstoot. De lucht zelf is niet gemeten, omdat die te veel wordt beïnvloed door het weer en andere omgevingsfactoren. De berekende roetuitstoot van het wagenpark in Rotterdam bleek in van 2015 tot 2017 harder afgenomen dan de uitstoot van het nationale wagenpark. Dat laat zien dat de maatregelen effect hebben gehad, legt Verhoek uit. ‘Het nationale wagenpark ondergaat ook een ‘autonome verschoning’, vanwege bijvoorbeeld nieuwe leaseregelingen, meer elektrische auto’s en überhaupt meer aandacht voor schone lucht. Met een milieuzone of zero emissiezone versnel je de verschoning plaatselijk. Dan heb je in die periode dus wel CO2 bespaard en de luchtkwaliteit en gezondheid van mensen verbeterd.’ De nieuwe nationale eis aan vracht auto’s in milieuzones bereidt vervoerders voor op de komst van zero emissiezones in 2025. Volgens het Klimaat akkoord uit 2019 moeten vanaf dan minstens dertig steden emissievrij worden bevoorraad met uitsluitend uitstootvrije vrachtwagens en bestelbusjes. Dat begint met een overgangstermijn voor de hoogste emissieklassen. Hoe die zero emissiezones voor stadslogistiek er precies uit gaan zien is alleen nog steeds niet bekend. Dat baart vooral TLN zorgen, zegt Nelck. ‘Het is nog lang niet duidelijk waar die milieuzones komen te liggen en wat de contouren precies zijn. Voor onze ondernemers is het wel belangrijk om de grenzen van de zones tijdig te kennen, zodat ze bijvoorbeeld kunnen berekenen hoeveel nieuwe voertuigen er nodig zijn.’ Met die informatie moeten niet alleen vervoerders, maar ook energieleveranciers zich op de nieuwe milieuzones voorbereiden. Nelck: ‘Voor emissievrije bevoorrading van steden is ook voldoende laadinfrastructuur en netcapaciteit nodig.’ ‘Klopt’, zegt Verhoek. Die laadinfrastrucuur is volgens hem niet alleen nodig ín het centrum, maar ook bij de herkomstplekken van de voertuigen. ‘Rotterdam is nu in regionaal verband bezig met gemeenten als Barendrecht en Ridderkerk, waar de bestelbusjes ‘s nachts laden.’ TIJDIG BEGINNEN Tijdig beginnen is dus handig voor bewoners en bedrijven, maar ook voor de gemeente zelf. Daarbij moeten gemeenten ook niet te lichtzinnig denken over camerasystemen om de nieuwe regels te handhaven, tipt Verhoek. ‘Het kost natuurlijk tijd om alles op te hangen en vervolgens te onderhouden, maar er gaat ook veel aan vooraf. Kentekens worden bijvoorbeeld gezien als persoonsgegevens. Dan moet je werken met protocollen en verwerkersovereenkomsten afsluiten met leveranciers van camerasystemen om de privacy te waarborgen. Al die procedures duren zo een half jaar.’ Als het eenmaal zover is, adviseert Verhoek verder om een team klaar te hebben zitten voor vragen van burgers en bedrijven, want die gaan er volop komen. ‘Bellen werkt zo veel beter dan mailen of vage Q&A’s op de website. Je kweekt er enorm veel goodwill mee. In een tijd dat de overheid onder een vergrootglas ligt, kan een milieuzone een mogelijkheid zijn om de relatie met bewoners te verbeteren.’

JEUGDHULP EN WMOONDERSTEUNING IN TIJDEN VAN CORONA 2021: EEN BEWOGEN JAAR IN ONDERZOEKEN VAN TANKSTATIONS NAAR ZONNEVELDEN Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/BMC Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ IenOResearch Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ TotalEnergies WORKS

VERHUUR EN MEDEGEBRUIK VAN SCHOOLGEBOUWEN GEEF DE WARMTETRANSITIE VORM IN TOEKOMSTBESTENDIGE WIJKEN Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/HEVO VERSTERK JE MENTALE VEERKRACHT Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ SkillsTown Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ OverMorgen

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 Foto: Rob Voss 46 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: HENK BOUWMANS In het coronajaar 2021 kwamen slechts 59 wethouders tijdelijk of definitief ten val als gevolg van een politieke vertrouwensbreuk, een laagterecord! Tegelijkertijd kozen meer wethouders dan ooit voor een overstap naar een andere baan. Dat blijkt uit onderzoek van De Collegetafel. INTEGRITEITSKWESTIES LAURENS IVENS (SP, Amsterdam) stapt op wegens grensoverschrijdend gedrag in mails en ander berichtenverkeer. Ivens spreekt van ‘lichte klachten’ maar erkent zijn fouten. Hij was al eerder gewaarschuwd, maar de exit komt in beeld wanneer in 2021 formele meldingen over zijn gedrag worden gedaan. ROBERT SCHOLTEN (De Nieuwe Lijn, Epe) zegt dat hij niets weet van de verplichting om twee uitritten aan te leggen, maar blijkt later wel op de hoogte. Bovendien zegt Scholten ‘regelmatig eventjes de geschiedenis te wissen’ op zijn telefoon om de dans te ontspringen bij WOB-verzoeken. Hij stapt op. BREUK MET EIGEN FRACTIE FRANK VAN WEL (VVD, Loon op Zand) stapt op na een beschuldiging van ongewenst gedrag. Hij zou ‘te volhardend kameraadschappelijke betrekkingen’ hebben aangeknoopt met een ambtenaar die daar niet van was gediend. De vrouw diende een formele klacht in. JAAP BORG (VVD, Midden-Groningen) handelt in strijd met de beleidsregel over wonen in een recreatieverblijf. Hij heeft het college verzuimd te informeren over de tweede recreatiewoning die hij bezit en verhuurt. Hij stapt pas op als duidelijk wordt dat de raad de opvatting van het college deelt dat hij moet vertrekken. GUIDO SCHOOLMEESTERS (Gemeenschapslijst, Someren) wordt ontslagen door de raad. Aanleiding: een integriteitsrapport over de beschuldiging dat hij zijn zoon bij het toedelen van een nieuwbouwwoning heeft bevoordeeld en ook een bouwbedrijf heeft voorgetrokken. JAN LOONEN (CDA, Venray) verdwijnt na een aangenomen motie van wantrouwen. Aanleiding: vermeende belangenverstrengeling over een omstreden deal met het waterschap. Loonen heeft gehandeld volgens de gemeentelijke integriteitscode, maar heeft wel de schijn van belangenverstrengeling gewekt. MAARTEN VAN VIERSSEN (D66, Apeldoorn) stopt nadat drie van de vier D66-raadsleden boos uit de partij stappen, waarbij het partijbestuur de kant koos van het achterblijvende raadslid dat volgens de drie weg moest. GERARD BRUIJNIKS (GemeenteBelangen, Loon op Zand) vindt dat het college een goed voorstel heeft over de bouw van de nieuwe Wetering, maar zijn fractie is verdeeld over het nieuwe dorpshuis in Loon op Zand. Hij stapt op door deze breuk. SJAAK VAN DEN BERG (NZLokaal, Noordwijk) stapt op omdat een groot deel van zijn eigen fractie het vertrouwen in hem heeft opgezegd. Er zijn klachten over zijn gebrekkige wijze van communiceren en men wil hem niet meer op de kieslijst. EDO KOOIMAN (Texels Belang, Texel) treedt af na een motie van wantrouwen van zijn eigen partij Texels Belang. Kooiman wordt verweten dat hij ‘geen invoelingsvermogen heeft met de gemeenschap’. JOHN COENEN (CDA, Vaals) vertrekt omdat hij zich niet meer kan vinden in de koers van zijn partij, het CDA. ‘Ik mis de menselijke maat. (..) Ik ontwaar steeds meer vervreemding tussen mijn beelden en idealen en de nieuwe, huidige koers.’ MAARTEN MINER (GroenLinks, Weesp) stapt op vanwege onenigheid met zijn fractie over het plaatsen van windmolens. Anders dan Miner wil GroenLinks pertinent geen windmolens in de Bloemendalerpolder.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 Foto: Elvike Imelman Foto: Ernst Klip PERSONALIA 47 BESTUURSSTIJL PETER VAN BOEKEL (CDA, Bernheze) stoort zich aan het verharde politieke klimaat waarin steeds meer op de persoon wordt gespeeld en kleine zaken worden uitvergroot. Het past niet bij zijn stijl van wethouderschap. LIESBETH BOERSEN (De Blaricumse Partij, Blaricum) stapt op vlak voordat de raad wil debatteren over haar functioneren: Broersen wordt verweten Blaricum negatief in het nieuws te brengen en dat zij vragen over bouwdossiers onvoldoende beantwoordt, en dat maakt haar controleren moeilijk. PAUL HEIJMERINK (P21, Bunnik) stapt op na een aangenomen motie van afkeuring. Heijmerink wordt verweten onvoldoende rekening te houden met wat de raad wenst en dat hij zich onvoldoende heeft ingespannen om de bouw van windmolens door Zeist te voorkomen. ANDRÉ LANDWEHR (VVD, De Bilt) zegt te vertrekken volgens afspraak maar geen fractie kent ‘deze geheime deal’ met de uitzendwethouder die al maanden overhoop ligt met de raad. De ophef over zijn legitieme beroep op wachtgeld doet de deur dicht. GEERT RITSEMA (GroenLinks, Ede) neemt ontslag. Hij wil meer werk maken van de groene en sociale ambities in Ede, maar ergert zich dat de coalitiefracties hem in die ambities niet willen steunen. Zijn ambitie om tot een zero emissiezone te komen verwatert daardoor. SANDRA DIEPSTRATEN (CDA, Gilze Rijen) stopt drie maanden voor de verkiezingen omdat de bestuurlijke samenwerking in ABG-verband (Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze-Rijen) na twee jaar proberen nog niet beter wordt. ‘Als de stukken niet worden aangeleverd, is het lastig functioneren.’ BESTUURSSTIJL COALITIEBREUK MICHAEL ROG (CDA, Haarlem) neemt ontslag na de reuring over zijn principiële weigering om zijn QR-code te laten zien bij een wijkraadsvergadering. Rog die de kritiek van staatssecretaris Mona Keijzer op de coronapas deelt, krijgt een motie van afkeuring aan de broek. JEANNETTE HOFMAN (Lokaal OP1, Krimpenerwaard) stapt per direct op nadat haar partij zich uit de coalitie terugtrekt. ‘We willen niet met modder gooien, maar gaandeweg is er wrijving ontstaan waarbij de chemie is verbleekt’, verklaart Lokaal Op1. LIA DE RIDDER (D66, Wassenaar) treedt terug omdat zij haar ambities niet kan waarmaken met een parttime aanstelling van 0,6 fte. ‘Alles overwegende ben ik tot de conclusie gekomen dat ik in de huidige omstandigheden niet langer de juiste persoon op de juiste plaats ben’. WINNIE PRINS (Leefbaar Zeewolde, Zeewolde) wordt weggestuurd met een motie tot ontslag. Prins houdt haar persoonlijke opvattingen niet voor zichzelf. In 2017 en 2019 was Prins daarvoor al eens gewaarschuwd en de maat is dit keer vol als zij op Facebook stelt dat er rond de coronavaccinaties ‘niet zo veel vrijheid meer is’. HANS DE VROOME (D66, Arnhem) is geen wethouder meer nadat voor de tweede keer in deze collegeperiode de stekker uit de coalitie gaat. Aanleiding is het stemgedrag van D66 in het debat over het rapport over ongelijke behandeling in het personeelsbeleid op het stadhuis. D66 steunt, tot onvrede van de andere coalitiepartijen, een motie tegen wethouder Martien Louwers. PAUL VERBRUGGEN (PvdA, Alkmaar) en Christian Baak (GroenLinks, Alkmaar) dienen hun ontslag in. Aanleiding is een aangenomen motie van wantrouwen, ingediend door coalitiepartners VVD, CDA en D66, omdat volgens deze partijen PvdA en GroenLinks hen niet hadden geinformeerd over het houden van een extra raadsvergadering over de opvang van asielzoekers.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 PERSONALIA 49 BREUK IN COALITIE PETER VERHEIJ (SGP, Alblasserdam) stapt op als duidelijk wordt dat de breuk in de coalitiesamenwerking van SGP, CDA en PvdA definitief is. Aanleiding: het besluit van de gemeenteraad over de inzet op zondag van een shuttlebus naar Kinderdijk. ‘Voor ons is de positie van de zondag een principieel punt’, aldus de SGP. ELINE VAN BOXTEL (PvdA, Dongen) stapt op omdat zij het onderwijshuisvestingsbeleid niet de dupe wil laten worden van de discussie over de verlaging van de gemeentelijke schuldpositie. De PvdA is het eens met haar wethouder en trekt zich terug uit de coalitie met VVD en Volkspartij Dongen. BREUK IN COALITIE ALBERT KONING (Lijst Kras, Edam-Volendam) geeft er de brui aan. Aanleiding: een verschil van inzicht op het dossier nieuwbouwwijk Lange Weeren in Volendam, vooral over het aantal te bouwen woningen. ‘Het verschil van inzicht is voor mij een principekwestie. Daarom zie ik mij genoodzaakt om direct te stoppen.’ MICHIEL WIERSINGA (De Nieuwe Lijn, Epe) stopt er na drie maanden mee en krijgt 1,5 ton wachtgeld. Wiersinga trekt de integriteit van een collega-wethouder in twijfel nadat zijn voorganger vanwege integriteit weg moest. Zijn partij twijfelt over een opvolger en dat leidt er uiteindelijk toe dat De Nieuwe Lijn zich terugtrekt uit de coalitie. TOON BOSMANS (PvdA, Heeze-Leende) stopt twee weken nadat zijn partij zich uit de coalitie heeft teruggetrokken. ‘Stoppen vind ik de meest integere beslissing. Toch blijven zitten, past niet bij mij. Ik houd de eer aan mijzelf en treed terug.’ SANDER VAN ’T FOORT (ChristenUnie, Renswoude), regionaal trekker voor de energiestrategie, stapt op als zijn gemeenteraad tegen het collegevoorstel stemt om op de Emminkhuizerberg twee windmolens te plaatsen. De ChristenUnie verlaat vervolgens de coalitie. PROJECTVERANTWOORDELIJKHEID JEROEN OOIJEVAAR (GroenLinks/PS, Schiedam) moet ontslag nemen als GroenLinks en Progressief Schiedam het vertrouwen in de coalitie opzeggen omdat de coalitiepartijen het oneens blijven over de duurzame verstedelijking van Schiedam. KIM SCHMITZ (GroenLinks, Sittard-Geleen) geeft haar wethouderspost op als haar fractie uit de coalitie stapt. Aanleiding is een aangenomen motie die de komst van een windmolenpark in Holtum Noord vertraagt. De indieners willen nieuwe landelijke regels afwachten, wat volgens GroenLinks onnodig is. URSULA BEKHUIS (GB/VVD, Tubbergen) stapt op nadat haar fractie uit de coalitie is gestapt. Aanleiding: het besluit van het CDA, dat in Tubbergen de absolute meerderheid heeft, om voor de bouw van een nieuw gemeentehuis, het Glashoes, te stemmen (kosten elf miljoen euro). CLAUDIA BISSCHOPS (CDA, Valkenburg) moet vertrekken als Algemeen Belang Valkenburg en Progressieve Groene Partij het vertrouwen opzeggen in coalitiepartner CDA. Aanleiding: het CDA houdt zich niet aan het besluit van de gemeenteraad om het zwembad in de Polfermolen te sluiten. HANS BUIJTELAAR (VVD, Amersfoort) treedt per direct af. Aanleiding: het vastgelopen project inzake de westelijke ontsluiting. ‘De aanbesteding van de westelijke ontsluiting heeft geleid tot frictie in de coalitieverhoudingen. (...) Door nu zelf opzij te stappen, wil ik ruimte creëren zodat de blik weer naar voren gericht kan worden.’ PATRICK VAN DER VELDEN (GBWP, Bergen op Zoom) houdt de eer aan zichzelf en stapt op. Aanleiding: de stevige kritiek van de raad op 1,4 miljoen euro aan coronasteun die het college heeft gestoken in de reorganisatie van het eigen cultuurbedrijf. Het college besloot om 5 ton hiervan te gebruiken voor het inhuren van topambtenaren.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 50 PERSONALIA CARRIÈRE PROJECTVERANTWOORDELIJKHEID ANDERE BAAN BERT VAN ALPHEN (GroenLinks, Den Haag) stapt op vanwege de gang van zaken bij de Energieacademie, die kwetsbaren kansen moest geven op de arbeidsmarkt. Aanleiding: het onderzoeksrapport van Berenschot waaruit blijkt dat in de planvorming en uitvoering veel is misgegaan. ‘De gemeente had vanuit haar bijzondere rol als vertegenwoordiger van het algemeen belang en subsidieverstrekker, zorgvuldiger en scherper moeten zijn.’ ROELOF SIEPEL (ChristenUnie, Dronten) biedt zijn ontslag aan omdat hij de emoties in de raad over de geplande woonwijk in Swifterbant onvoldoende heeft onderkend. ‘Helaas heb ik moeten constateren dat het vertrouwen rond mijn ambt en werkwijze ter discussie is komen te staan, in het bijzonder met betrekking tot het dossier Swifterbant-Zuid.’ ERIK STRUIJLAART (VVD, Enkhuizen) stapt op vanwege het verzet tegen de komst van een geitenhouderij aan de rand van de wijk Kadijken. Bewoners waren het oneens met de komst en dienden bezwaar in bij de gemeente. In de raad is ergernis dat het besluit om de geitenhouderij te bouwen twee weken is achtergehouden. JIM JANSSEN (SPM, Senioren Partij Maastricht) stapt op vlak voor het geplande debat over de kwestie ‘interimdirecteur Dekkers’. Dekkers was ingehuurd om orde op zaken te stellen in het sociaal domein en jeugdzorg. Hij kreeg voor een half jaar werk een kwart miljoen euro, terwijl de gemeente kampt met forse bezuinigingen. ROY VAN DER BROEK (CDA, Beekdaelen) verruilde het wethoudersambt voor de functie van directeur van afvalbedrijf RD Maasland in Midden-Limburg. DEBBIE HEESAKKERS (VLP, Beesel) stopte als wethouder en ging aan de slag bij de woningcorporatie Woonwenz in Venlo. ANDERE BAAN MIRJAM HAAGH (PvdA, Breda) stopte als wethouder en ging aan de slag bij BrabantZorg als voorzitter van de raad van bestuur van de Brabantse organisatie voor ouderenzorg, thuiszorg, welzijn en zorg op maat in Oost-Brabant. PAUL DE BEER (D66, Breda) verruilde het wethouderschap voor de functie van programmamanager voor de Zuidwestelijke Delta, een belangrijk onderdeel van het Deltaprogramma. MAUREEN SLUITER (VVD, Doetinchem) stapte over van het wethouderschap naar de functie van gemeentesecretaris bij de gemeente Westervoort en adjunctdirecteur van 1Stroom, de ambtelijke organisatie van de gemeenten Duiven en Westervoort. MARTIEN DE BRUIJN (RVP, Rucphen) begon een eigen bedrijf: West Brabant Prefab voor het leveren van houtskeletten voor bouwpakketten van huizen waarmee hij zo snel als mogelijk wil beginnen, en daarom niet de collegeperiode vol wil maken. HARRIËT TIEMENS (GroenLinks, Nijmegen) verliet het wethoudersambt en gaat aan de slag als directeur bij Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen, de opvolger van de regio Arnhem-Nijmegen, een samenwerkingsverband tussen 18 regiogemeenten voor wonen, werken en mobiliteit. BART NOOTEBOS (PvdA/GroenLinks, Stedebroec) verruilt het wethouderschap voor de functie van projectleider Ruimtelijke Ordening bij adviesbureau Eelerwoude, dat zich richt op landschap en natuurontwikkeling en streeft naar 100 procent natuur inclusief.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 Foto: Ariane Kok PERSONALIA 51 ANDERE BAAN GEERT MEIJERING (CDA, Kampen) verruilde het wethouderschap voor de functie van manager public affairs bij het team van de regiodirectie Noord-Oost van de NS. RAMON LUCASSEN (CDA, Landgraaf) trad af als wethouder en ging in dienst als adviseur van de directie van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg in Maastricht. ANKIE VAN TATENHOVE (ChristenUnie, Lansingerland) stopte als wethouder voor de overstap naar een nieuwe functie bij BMC, een adviesbureau voor de publieke sector. MARLEEN DAMEN (PvdA, Leiden) stopte als wethouder en werd directeur Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Den Bosch. ERIK VAN BEURDEN (GroenLinks-PvdA, Leusden) verruilde het wethouders voor de functie van adviseur bij bureau Over Morgen, dat advies geeft over duurzame leeromgeving. BERT GROOT WESSELDIJK (Gemeentebelangen, Lochem) verruilde het wethouderschap voor de functie van interim-directeur bij Tribuut, het centrale belastingcentrum voor Lochem, Apeldoorn, Epe, Voorst en Zutphen. PAUL DE ROOK (D66, Groningen) stopte als wethouder en ging aan de slag als directeur organisatie- en onderwijsontwikkeling bij Noorderpoort. MARC ROSIER (VVD, Zoetermeer) stopte als wethouder en wordt hoofdverantwoordelijk voor de afdeling openbaar vervoer van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). SVEN DE LANGEN (CDA, Rotterdam) stapte over van wethouder naar de functie van bestuurder bij PZC Dordrecht, een instelling voor ouderenzorg. HARRY MATSER (GroenLinks, Zutphen) verruilde het wethouderschap voor het lidmaatschap van het College van Bestuur bij Conexus, een scholenkoepel met 31 scholen in de regio Nijmegen. HILDE NIEZEN (GroenLinks, Gouda) stopte als wethouder en werd directeur van de Stichting RIONED, de koepelorganisatie voor stedelijk waterbeheer. MARIEKE VAN DIJK (D66, Waterland) verruilde het wethouderschap voor de functie van senior-adviseur sociale economie bij adviesbureau KplusV. MARIO JACOBS (GroenLinks, Tilburg) stapte over van het wethouderschap naar de functie van dijkgraaf in het waterschap Aa en Maas. HANS MARCHAL (PCG, Wijk bij Duurstede) stopte als wethouder en gaat aan de slag in het bedrijfsleven als projectmanager in gebiedsontwikkeling. GITTA LUITEN (PvdA, Hardenberg) verruilde het wethouderschap voor de functie van partner Cultuur en Erfgoed bij BMC. IRMA VAN DER SLOOT (GroenLinks, Kampen) stopte en begint in januari aan een nieuwe baan. BEREND DE VRIES (D66, Tilburg) verlaat het wethouderschap en wordt concerndirecteur Gezond Stedelijk Leven voor de gemeente Utrecht, na elf jaar wethouderschap. HANS DE GRAAF (ChristenUnie, Tynaarlo) beëindigde het wethouderschap om financieel adviseur bij de gemeente Emmen te worden. ADVERTENTIE Vooruitlopend op de gemeenteraadsverkiezingen adviseren wij u tijdig te oriënteren op uw toekomst. Ons Pre-APPA programma ondersteunt u hierbij! Start de Quick Scan. www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 3030 630

Voor onze organisatie zijn wij op zoek naar een: Directeur-bestuurder Bergopwaarts is een dynamische woningcorporatie die in regio Deurne en Asten zo’n 5000 woningen beheert. Samen met onze 35 medewerkers zijn wij actief binnen een sterk veranderende werkomgeving. Wij zijn een betrokken organisatie en luisteren goed naar onze huurders en geluiden vanuit de samenleving die nieuwe oplossingen bieden voor bestaande en toekomstige vraagstukken. www.bergopwaarts.nl Voor meer informatie over de organisatie verwijzen wij naar www.bergopwaarts.nl Voor de uitgebreide vacaturetekst en de sollicitatieprocedure verwijzen wij naar www.cbk.org www.cbk.org Afdelingsmanager HRM Verandermanager met visie • Zakelijk • Energiek • Ondernemend • Verbindend Afdelingsmanager Innovatie Projecten en Advies Directie Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte Coachend leiderschap • Samenwerkingsgericht • Daadkrachtig • Bruggenbouwer Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl Senior Beleidsmedewerker Onderwijs Integraal Huisvestingsplan (IHP) 36 uur per week | schaal 11 • Toekomstbestendige huisvesting PO en VO •Werkt nauw samen met schoolbesturen • Beheert budgetten, adviseert portefeuillehouder • Neemt deel aan diverse overleggen Larissa Plantinga | 06-24863093 Larissaplantinga@certusgroep.nl Technisch Coördinator Maatschappelijk Vastgoed 36 uur per week | schaal 11 • Coördineert gemeentelijk vastgoed • Conditie en onderhoud van vastgoed • Verduurzaming van de portefeuille • Schakel tussen team en teamleider Verkeerskundig Ontwerper 32-36 uur per week | schaal 10 • Adviseren • Integraal ontwerpen • Nieuwe stukken stad • Creativiteit binnen complexe context www.certusgroep.nl Bas Auckel | 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl

INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT BeljonWesterterp | Gemeente Apeldoorn BeljonWesterterp | Gemeente Apeldoorn Bergopwaarts Bestman | Gemeente Emmen Bestman | Gemeente Voorne aan Zee i.o. CAOP De Buch via Merwede Executive Search Gemeente Beverwijk Gemeente Breda Gemeente Den Haag Gemeente Dijk en Waard Gemeente Eindhoven Gemeente Hengelo via Aardoom & de Jong Gemeente Horst aan de Maas Gemeente Meppel Gemeente Roosendaal Gemeente Schiedam via Aardoom & de Jong Gemeente Waddinxveen Manager Vastgoed & Grond Manager Vitaal Ondernemend Apeldoorn Directeur-bestuurder Griffier Kwartiermaker/(beoogd) gemeentesecretaris Secretaris Openbaar Bestuur en Veiligheid Domeinmanager Bedrijfsvoering (regio Noord-Holland) Adviseur Participatiewet / Klantmanager Beleidsadviseur Jeugd Beleidsadviseur sociale, digitale en fysieke toegankelijkheid Bestuursadviseur Programmamanager stationsdistrict & stedelijke opgaven Concernmanager Aandachtsgebied Sociaal Domein Beleidsadviseur VTH Manager Financiën & Belastingen Bestuursadviseur Teammanager Vastgoed en Grondzaken Senior beleidsadviseur Jeugd Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Manager Publiekszaken Pool Management | Gemeente De Fryske Marren Raeger Autismecentrum Rijksoverheid UWV Veiligheidsregio Utrecht Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Werkorganisatie HLTsamen Provincie Flevoland FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Amsterdam Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Scherpenzeel Gemeente Steenbergen Teammanager Bestuur- en Concernadvies Bestuurssecretaris Hoofd cluster Inspecties Business Adviseur Directeur Informatievoorziening Facilitair Bedrijf Adviseur bestuurlijke zaken en accountmanagement Teamleider Personeel en Organisatie/ Managementondersteuning Senior beleidsmedewerker Maatschappelijke Ontwikkeling Strategisch Adviseur Samenwerkingsverband Regio Zwolle Senior financieel adviseur Projectcontroller Regionaal Coördinator Europese Aangelegenheden Griffiemedewerker Adviseur Economie en Ruimte Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

54 INDEX Veiligheidsregio Kennemerland Rijksoverheid Concerncontroller JS Consultancy | Gemeente Emmen ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Beverwijk Gemeente Enschede JS Consultancy | Regionaal Historisch Centrum Eindhoven JURIDISCH Gemeente Apeldoorn Gemeente Dordrecht Gemeente Scherpenzeel Gemeente Scherpenzeel JS Consultancy | COA Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Provincie Utrecht MILIEU Gemeente Steenbergen Gemeente Steenbergen Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Waternet OVERIGE Gemeente Amsterdam Gemeente Harderwijk Rijksoverheid PERSONEEL EN ORGANISATIE Cedris Publiek Netwerk | Gemeente Haarlem Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Zeelenberg | Gemeente Almelo RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER BMC Certus Groep | Gemeente Leiden Certus Groep | GemeenteNissewaard Certus Groep | Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Heumen Gemeente Losser Gemeente Moerdijk Gemeente Utrechtse Heuvelrug Kadaster Provincie Utrecht Publiek Netwerk | Gemeente Amsterdam SOCIAAL BMC Gemeente Den Haag Gemeente Eindhoven Gemeente Waddinxveen Gemeente Zwijndrecht JS Consultancy | Gemeente Venray Meerinzicht VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Lelystad Rochdale Adviseur Grondprijzen Verenigingsadviseur Sport Afdelingsmanager Verpleging en Verzorging Projectleider Inclusieve arbeidsmarkt Afdelingsmanager HRM Corporate Recruiter Ontwikkelgerichte manager team HR Traineeship Fysiek Domein Verkeerskundig Ontwerper Senior Beleidsmedewerker Onderwijs Integraal Huisvestingsplan (IHP) Technisch Coördinator Maatschappelijk Vastgoed Beleidsmedewerker ruimtelijke ordening Beleidsadviseur/projectleider Fysieke leefomgeving en wonen Projectleider energietransitie gebouwde omgeving Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Manager team landinrichting (ruimtelijke ontwikkeling) Omgevingsmanager Afdelingsmanager Innovatie Projecten en Advies Afdelingsmanager Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) Junior beleidsmedewerker Sociale Basis Beleidsadviseur (thema werk, participatie en inkomen) Senior beleidsadviseur Participatie Ervaren Adviseur Sociaal Domein Teammanager Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsadviseur Participatiewet Teamleider Bestuursondersteuning en Communicatie Communicatieadviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Pagina 52 Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Integrale adviseur klimaatadaptie en water Adviseur Natuur en Landschap Adviseur Bodem en Bouwstoffen Senior Adviseur Toezicht en Handhaving Industrieel Senior Toezichthouder Bodem Senior Adviseur Toezicht en Handhaving Agrarisch Senior Adviseur Vergunningverlening Industrieel Assetmanager technische assets watersysteem Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Juridisch Beleidsadviseur Adviseur Onderwijshuisvesting Raadsadviseur/plaatsvervangend griffier Kwaliteitsmedewerker Sociaal Domein Jurist met privacy als aandachtsgebied Specialist Omgevingsveiligheid Jurist Natuur- en Omgevingsrecht Juridisch Adviseur Bestuurs- en Privaatrecht Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Adviseur digitalisering rijksvastgoed Teamleider Financiën Chief Information Security Officer (CISO) Adviseur informatiemanagement Adviseur Toezicht en Inspectie Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022

Bekijk het eens van de andere kant Denk andersom en kies voor verzuimpreventie en vitale medewerkers www.everybodygroep.nl/andersom info@everybodygroep.nl 088-246 04 04

Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeamleider Financiën 36 uur | schaal 12 + AM-toeslag | max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren leidinggevende die meebouwt aan een organisatie en team in ontwikkeling. Echte inspirator die organisatorisch sterk is, mensen meekrijgt en duidelijk en koersvast is. Heeft voldoende affiniteit met de inhoud, maar gaat vooral voor de ontwikkelopgave. Is een uitstekende sparringpartner voor collega’s, MT en college. Is pro-actief en politiek sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Adviseur Toezicht en Inspectie 36 uur | schaal 10 max. € 63.123,- bruto per jaar (incl. IKB) Gedreven en ervaren adviseur met groot hart voor (digitale) archivering. In de rol van relatiemanager adviseren van klanten. Legt makkelijk contact met bestuurders, managers en medewerkers. Pro actieve houding, analytisch sterk en prioriteiten kunnen stellen. Initiëren van verbeteringen, optreden als vraagbaak en uitvoeren van inspecties en rapporteren aan klanten. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Maatschappelijke Ontwikkeling 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren inspirerend en faciliterend manager met kennis van het Sociaal Domein. Zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven. Bijdragen aan verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers. Stuurt op resultaat, staat stevig in de schoenen, is overtuigend, politiek bestuurlijk sensitief, ambitieus en samenwerkingsgericht. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Jurist met privacy als aandachtsgebied 36 uur | vaste functie | max. € 64.902,- bruto per jaar (incl. IKB) Ben jij iemand die de verantwoordelijkheid neemt? Een aanpakker die resultaten het liefst samen met anderen behaalt? Wij zoeken een pragmatische en toekomst-gerichte Jurist, met als aandachtsgebied privacy (AVG ). Een stevige inhoudelijke adviseur, met een pioniers-mentaliteit en verbindende visie. Iemand die laveert in het krachtenveld met verschillende belangen en stakeholders (intern en extern). Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
Home


You need flash player to view this online publication