30

30 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: SABINE JOOSTEN / ANP-HH De lokale democratie is niet in crisis, maar er zijn genoeg problemen om aan te pakken. Structuurwijzingen zijn volgens Julien van Ostaaijen niet nodig. Wel vraagt deze tijd om een andere houding van politici en politieke partijen. Vrijblijvende burgerparticipatie kan echt niet meer. LOKALE POLITIEK MOET DE SCHIJNWERPERS IN ONBEKEND MAAKT ONBEMIND Vier jaar geleden stak Julien van Ostaaijen de thermometer in de lokale democratie. Nu, in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van maart, heeft de universitair docent bestuurskunde aan Tilburg University en lector Recht & Veiligheid bij Avans Hogeschool dat opnieuw gedaan. Met een brede blik: hij heeft niet alleen het functioneren van de lokale politiek onder de loep genomen, maar ook de houding van de samenleving en van de landelijke politiek op die lokale democratie. Van Ostaaijen komt tot min of meer dezelfde conclusie als in 2018. De lokale democratie functioneert niet optimaal, maar er is geen sprake van een crisis. Gemeenten vervullen hun taken grosso modo naar behoren, maar vergeten wel te vaak de samenleving erbij te betrekken. In zijn nog te verschijnen boek Lokale democratie doorgelicht. Het functioneren van een onbegrepen bestuur verdeelt hij de problematiek in drie lagen: de lokale samenleving, de lokale politici en de landelijke politiek. Binnenlands Bestuur nam met Van Ostaaijen op deze drie niveaus de belangrijkste knelpunten door, waarbij de bestuurskundige mogelijke oplossingen aandraagt. DE SAMENLEVING HET PROBLEEM ‘Om van de lokale democratie te houden, moet je haar op zijn minst kennen’, stelt Van Ostaaijen. Zeker bij jongeren ontbreekt het aan kennis, en daarmee aan liefde. Uit diverse onderzoeken blijkt dat jongeren nauwelijks weten waar de gemeenteraad over gaat. Voor een ruime meerderheid van de jongeren staat daarnaast de landelijke politiek dichter bij dan die in de eigen gemeente. Ook volwassenen staan niet te trappelen om actief te worden in de lokale democratie. ‘Nederlanders zijn echt bereid de handen uit de mouwen te steken, neem de vele mantelzorgers. Maar als je kijkt naar politieke activiteit en interesse blijft dat achter. Je zou zeggen dat er potentieel zit, maar op de een of andere manier bereikt dat potentieel niet de lokale politiek.’ DE OPLOSSING Dé oplossing heeft Van Ostaaijen niet. Er zijn ook meerdere oplossingen denkbaar. De samenleving moet in ieder geval meer bij de politiek worden betrokken. Om te beginnen moet er in het (middelbaar) onderwijs meer aandacht voor lokale democratie komen. ‘Elke week een half uur les over het lokaal bestuur is wellicht een iets te grote inbreuk op een lesprogramma, maar er moet op scholen wel veel meer gebeuren dan nu. Ik heb ook niet de illusie dat na deze lessen jongeren massaal het lokale bestuur interessant vinden, maar die weg moet je wel bewandelen.’ De jongeren moeten op zijn minst leren hoe de lokale democratie werkt en wat het takenpakket van een gemeente is, vindt Van Ostaaijen. En daarna zouden de jongeren moeten snuffelen aan de praktijk, door bijvoorbeeld stage te lopen bij een wethouder of aan te sluiten bij een werkbezoek van de gemeenteraad. Inwoners moeten daarnaast door lokale politici en bestuurders worden betrokken, uitgedaagd en gestimuleerd om aan de lokale democratie mee te doen. Burgerparticipatie is een van de manieren om dat te bereiken. ‘In een situatie waarin zo weinig mensen zijn geïnteresseerd in de politiek zeg ik: koester iedereen. Dat je in burgerparticipatietrajecten steeds dezelfde mensen tegenkomt, weegt niet op tegen het feit dat je iedereen hard nodig hebt.’ Wel moet voorkomen worden dat inwoners tijdens of na een traject gedesillusioneerd afhaken. ‘Veel gemeentebesturen gaan wel erg vrijblijvend om met de resultaten van participatietrajecten. Durf invloed uit handen te geven.’ Van Ostaaijen vindt dat uitkomsten van participatietrajecten meer leidend moeten worden. ‘Natuurlijk moet je als bestuurder altijd afwegingen maken, maar er moet serieuzer met de resultaten worden omgegaan.’ HET LOKALE BESTUUR HET PROBLEEM Bestuurders en overheden moeten van onbesproken gedrag en integer zijn, stelt Van Ostaaijen. Ook moeten zij het goede voorbeeld geven. Dat gaat lang niet altijd goed. De Politieke Integriteitsindex komt ieder jaar tot vijftig affaires; daarbij wordt gekeken naar alle bestuurslagen, dus niet alleen naar het lokaal bestuur. ‘Op tienduizend bestuurders en politici is vijftig misschien niet veel, maar elke affaire is er een te veel. Uit onderzoek onder lokale bestuurders lijkt dit aantal overigens het topje van de ijsberg te zijn. Het gaat daarbij wel om vermoedens, niet om bewezen niet-integer gedrag.’ Vaak zitten er ook hele knullige dingen bij, weet Van Ostaaijen. Zoals een gemeenteraad die akkoord gaat met de aanstelling van een wethouder voor 95 procent, zodat de wethouder zijn neveninkomsten kan behouden. ‘Wettelijk gezien is er geen vuiltje aan de lucht, maar je moet gevoel BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022

31 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication