15

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ Dit hoort bij onze lokale historie en die geschiedenis willen we doorgeven’ een opleidingscentrum voor SS-ers. De Duitsers huisden sinds eind 1940 in het nabijgelegen landhuis Avegoor, dat ze in beslag hadden genomen. Budel: ‘Dit was het eerste werkkamp van Nederland. Joodse dwangarbeiders werden gedwongen het fundament en de atletiekbaan aan te leggen. Ze werden mishandeld, moesten onmenselijk zwaar werk doen.’ Van de 139 dwangarbeiders overleed een aantal al tijdens de bouw. De anderen werden afgevoerd naar Westerbork en van de complete groep overleefden er uiteindelijk slechts 33 de oorlog. DOORGEVEN Langs de doorgaande weg bij landgoed Avegoor staat een plaquette waarop die gruwelijke historie wordt beschreven. In het dorp is een Joods Monument, een bronzen tafel met 139 stenen, die herinnert aan het lot van die Joodse dwangarbeiders. Op het plaatselijke kerkhof is een gedenkgraf voor drie van de slachtoffers. ‘We kennen dit verhaal allemaal in het dorp’, zegt Budel. ‘We schamen ons er niet voor. Dit hoort bij onze lokale historie en die geschiedenis willen we doorgeven.’ In 2019 won de gemeente Rheden de BNG-erfgoedprijs. Het geld werd onlangs deels besteed aan de productie van een stripboek, over de honderden monumenten in de regio. Naast tekeningen van prachtige kastelen, komen ook de uitgemergelde dwangarbeiders op de illustraties voor, terwijl ze een sintelbaan en sporthal aanleggen. Budel: ‘We proberen mensen actief te interesseren voor onze hele geschiedenis. Niet alleen zestigplussers die in erfgoed zijn geïnteresseerd. Alle kinderen uit groep acht krijgen dit stripboek, als het aan mij ligt. Ook de totstandkoming van de turnhal hoort bij hun roots.’ In het voormalige landgoed Avegoor zit al jaren een Fletcher Hotel. De turnhal is een gemeentelijk monument en wacht op een nieuwe huurder. In hoeverre is dat beladen verleden daarbij een handicap? Budel: ‘Onze erfgoedafdeling is nauw betrokken geweest bij de gebiedsvisie rondom Landgoed Avegoor. Er kan veel: wonen, recreëren, een foodhall, een museum. Via het bestemmingsplan hebben we als gemeente natuurlijk wel invloed, al zijn we geen eigenaar. Het moet landschappelijk passen en het moet qua historie natuurlijk ook passen. Maar we zetten hier geen glazen stolp overheen.’ Een paar jaar geleden promoveerde Henk Hoogeveen, werkzaam bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, op de omgang met dadererfgoed uit WOII. Ook landgoed Avegoor kwam daarin aan de orde. Budel: ‘Hij schrijft hierover: verstop je dit achter de rododendrons of ga je die snoeien en maak je het verleden zichtbaar? Wij kiezen duidelijk voor dat laatste. Met een nieuwe bestemming krijgt dit gebouw een nieuwe toekomst, maar we willen dat de historie zichtbaar blijft.’ ONTSLUIEREN Zowel provincie als gemeente is zeer actief om het beladen verleden van de regio te ontsluieren, zegt Budel. ‘Er is in oorlogstijd veel gebeurd in de kastelen en landgoederen van wat wij Gelders Arcadië noemen. Sommige dingen zijn algemeen bekend, over andere wordt nog vooral gefluisterd in het dorp. Elyze Storms, adviseur erfgoed bij het Gelders Genootschap, gaat uitgebreid onderzoek doen naar dat verleden. Daar zijn we erg blij mee.’ Het beladen oorlogsverleden van de Maliebaan in Utrecht kreeg een aantal jaren geleden vooral aandacht door de inzet van historici als Ad van Liempt en Maarten van Rossem. De Maliebaan, een prachtige zeventiende-eeuwse bomenlaan van één kilometer lengte, kende gedurende WOII een opvallend hoge concentratie van panden waar NSB- en Duitse organisaties in waren gevestigd. De Ordnungspolizei zat op nummer 10, de ledenadministratie van de NSB op 27, de afdeling pers en propaganda van de NSB waar Volk en Vaderland werd gemaakt op de nummers 29 en 31, het hoofdkwartier van de NSB van Anton Mussert zat op 35, de Sicherheitsdienst huisde in de nummers 37 en 39, de Wehrmacht op 84, de Winterhulp op 90 en de Luftwaffe op 108. In totaal gaat het aan de Maliebaan om 21 ‘foute’ panden. Ad van Liempt: ‘Maar aan diezelfde Maliebaan zat ook een verzetsgroep, was het aartsbisschoppelijk paleis, werd Vrij Nederland gedrukt en zaten Joodse onderduikers.’ De Maliebaan is voor hem dé plek ‘waar de oorlog in al z’n krankzinnigheid te ervaren is: waar de kerk, het verzet en NSB-ers letterlijk naast elkaar zaten.’ SCHAMEN Van Liempt documenteerde het oorlogsverleden van de straat in een boek en een gelijknamige website: Aan de Maliebaan. Van Rossum besteedde er aandacht aan in een serie op RTV Utrecht. Maar wie er anno 2021 loopt, komt niets van dat beladen verleden tegen. Utrecht is bekend als stad van Gerrit Rietveld, besteedt op veel manieren en locaties aandacht aan de aanwezigheid van de Romeinen, maar de Maliebaan krijgt vooral credits als eerste officiële fietspad van Nederland. ‘Dat is natuurlijk veel makkelijker dan het oorlogsverleden van deze straat te herdenken’, concludeert Ad van Liempt. Hij vindt dat de gemeente Utrecht ‘onvolwassen’ omgaat met deze periode. ‘Ik heb het gevoel dat ze zich ervoor schamen. Ze vinden het ongemakkelijk.’ De Maliebaan was in de oorlog de Nederlandse variant van Unter den Linden. Er waren parades en defilés: op de verjaardag van Mussert in mei, en op de oprichtingsdag van de NSB in december. Utrecht werd door de NSB uitgroepen tot ‘Stad der Beweging’. Van Liempt: ‘Dat is natuurlijk niet leuk en Utrecht stond tijdens en na de oorlog daarom wel bekend als een ‘foute’ stad, maar dat is natuurlijk onzin: er waren in Utrecht niet meer NSB-ers dan elders.’ Na zijn boek over de Maliebaan, dat een verkoopsucces was in de stad, goed bezochte lezingen, aandacht op televisie en een serie Maliebaan-monologen met theatergroep Aluin in de bewuste panden, verwachtte Van Liempt dat de gemeente serieus aandacht zou besteden aan dit stukje historie. ‘Niets. Het is blijkbaar in strijd

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication