29

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 29 Wilt u zich opnieuw verkiesbaar stellen in 2023? Ja, ik weet het zeker Ja, ik denk het wel Misschien, ik twijfel daarover Nee Weet ik niet/wil ik niet zeggen Ruim twee jaar geleden waren er Statenverkiezingen; de bestuursperiode is nu iets over de helft. Tijd om de Statenleden te vragen naar hun ervaringen in de provinciale politieke arena, de onderlinge verhoudingen, hun politieke plannen voor na 2023 en de gevolgen van corona voor het politieke werk. In opdracht van Binnenlands Bestuur heeft Necker van Naem het onderzoek uitgevoerd. Grofweg kan worden geconcludeerd dat de Statenleden overwegend positief zijn over hun eigen werk en dat van hun collega’s. Er is wel een aantal knelpunten, zoals het grote aantal afhakers, integriteitsschendingen, bedreigingen, de verhouding tussen oppositie en coalitie en de impact van corona. Een ruime meerderheid van de Statenleden is trots op hun werk en de mate waarin ze erin slagen om te doen waarvoor ze zich verkiesbaar hebben gesteld, zo blijkt uit het onderzoek. Die motivatie is overigens wel opvallend. ‘Er is in de drijfveren een duidelijke tweedeling te zien. Enerzijds zijn er Statenleden die sterk lijken te redeneren vanuit hun eigen behoeften en verlangens, anderzijds zijn er Statenleden die meer redeneren vanuit het algemeen belang’, aldus onderzoeker Sabine van Zuydam van Necker van Naem. Een bijdrage leveren aan de samenleving staat met stip op nummer een in het lijstje van belangrijkste drijfveer. Het controleren van het bestuur of het vertegenwoordigen van de belangen van inwoners – belangrijke taken voor Statenleden – staan pas op de zesde en zevende plek in de ranglijst. Zorgelijk vinden de onderzoekers het grote aantal Statenleden dat nu al zeker weer niet terug te zullen keren of daarover nog twijfelt. Nog geen derde (29 procent) wil na 2023 zeker nog vier jaar door en een kwart neigt naar bijtekenen. Bijna de helft zegt nu al nee of twijfelt over een nieuwe termijn. Provinciale Staten worstelen net als andere volksvertegenwoordigingen met de opgave om ervaring en expertise vast te houden. ‘De belangrijkste reden waarom Statenleden niet door willen gaan, is de hoge tijdsbelasting en werkdruk, de lage financiële vergoeding en het aantal uren dat ze kwijt zijn aan vergaderen’, aldus onderzoeker Daan Jacobs. Hij wijst op het gevaar van het gebrek aan ‘institutioneel geheugen’. ‘Het is vooral zaak om te onderzoeken hoe de werkdruk van Statenleden meer in lijn kan worden gebracht met de vergoeding die daar tegenover staat’, voegt Van Zuydam daaraan toe. ONAANTREKKELIJK Verschillende Statenleden vinden inderdaad dat die vergoeding omhoog moet. ‘Het is financieel zwaar onaantrekkelijk’, stelt Nico de Jager, fractievoorzitter van de Zuid-Hollandse Statenfractie ChristenUnie & SGP. ‘Het is een belangrijke bestuurslaag waar veel gebeurt. De vergoeding moet omhoog of er moeten meer Statenleden komen.’ Ook D66-fractievoorzitter Ton Veraart (Zeeland) pleit daarvoor. Als ondernemer kan hij zijn agenda zelf indelen, maar in de vorige periode hebben fractiegenoten van hem een deel van hun reguliere baan (en dus salaris) moeten inleveren. ‘Je bent toch zeker een dag per week aan het Statenwerk kwijt en in tegenstelling tot raadsleden gebeurt het Statenwerk overdag.’ Hij vindt dat de vergoeding moet worden opgetrokken naar die van raadsleden uit steden als Tilburg of Haarlemmermeer. Raadsleden uit Tilburg krijgen nu zo’n 1.900 euro vergoeding per maand, Statenleden in Zeeland rond de 1.100 euro. Statenleden vertegenwoordigen veel meer inwoners dan raadsleden, die ook nog eens dichter bij het gemeentehuis wonen en aanzienlijk minder reistijd hebben. Omdat het raadswerk vooral in de avonden gebeurt, is het makkelijker met een reguliere baan te combineren, stelt een aantal door Binnenlands Bestuur geïnterviewde Statenleden. Het Groningse SP-Statenlid Henk Hensen vindt een hogere vergoeding onzin, net zoals uitbreiding van het aantal Statenleden. ‘Je moet dit werk vanuit overtuiging niet en niet om het geld.’ Volop aandacht moet er komen voor de integriteit van Statenleden, stellen de 29% 25% 25% 20% 1% onderzoekers. ‘Bijna twee derde van alle Statenleden heeft in het afgelopen jaar gedragingen gezien die in meer of mindere mate als weinig integer kunnen worden beschouwd’, aldus Jacobs. Zo heeft een vijfde van de Statenleden gezien dat collega’s incorrect gebruik maken van (fractie)vergoedingen en (onkosten)declaraties. Een kwart van Statenleden heeft gezien dat andere Statenleden meestemmen over onderwerpen waar men persoonlijk belang bij heeft of hun familie of vrienden; belangenverstrengeling. Bijna de helft van de Statenleden geeft daarnaast aan dat collega-Statenleden respectloos omgaan met burgers, mede-Statenleden, bestuurders of ambtenaren. Het Zeeuwse Statenlid Veraart heeft gesjoemel met Statengeld meegemaakt. Twee Zeeuwse PVV-fractieleden hebben fraude gepleegd met declaraties, zo werd in 2019 na onderzoek vastgesteld. De fractieleden, inmiddels geen PVV’ers meer, zitten nog steeds in de Staten. ‘Het heeft de verhoudingen wel onder druk gezet’, stelt Veraart. VERBALE AGRESSIE Bijna een derde van de Statenleden heeft te maken gehad met verbale agressie van burgers en een vijfde met bedreiging of intimidatie. De provinciale politiek is niet immuun voor burgers die volksvertegenwoordigers op intimiderende wijze benaderen, stellen de onderzoekers. Daarvoor moet aandacht zijn. ‘Ondanks het feit dat de provinciale politiek op veel meer afstand van de burger staat, weten burgers Statenleden wel degelijk te vinden. Denk bijvoorbeeld aan de blokkade van het Brabantse provinciehuis tijdens de boerenprotesten’, brengt Van Zuydam in herinnering. Het Overijsselse Statenlid HELFT TEVREDEN OVER FUNCTIONEREN Bijna de helft van de Statenleden is tevreden (in meer dan wel mindere mate) over de invulling van drie belangrijke taken van Provinciale Staten: het controleren van het provinciebestuur, volksvertegenwoordiging en kaderstellen, oftewel bepalen van hoofdlijnen van het beleid. Een op de drie Statenleden vindt juist dat deze drie taken niet goed worden opgepakt door de volksvertegenwoordigers. Het meest ontevreden zijn de Statenleden over het nemen van initiatief voor nieuw beleid.

30 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication