14 INTERVIEW JOYCE SYLVESTER DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ARENDA OOMEN Joyce Sylvester verhuist van Amsterdam naar Paramaribo en keert weer terug. Ze ervaart ongelijkwaardigheid en onrechtvaardigheid, maar ze schopt het wel tot senator en tot ‘s lands eerste zwarte vrouwelijke burgemeester. ‘Mensen zagen mij als een pionier.’ JOYCE SYLVESTER SCHRIJFT GESCHIEDENS EN AUTOBIOGRAFIE ‘KLEUR BETEKENT NIETS VOOR MIJ’ waarna ze begin 2016 substituut ombudsman in Den Haag wordt. Joyce Sylvester is net senator. Buiten de vergaderzaal van de Eerste Kamer loopt ze VVD-senator barones Schimmelpenninck van der Oije tegen het lijf. Stralend zegt de barones: ‘Wat leuk om u te ontmoeten. Mijn over-overgrootvader had slaven in Suriname. Daarom komt Suriname ook voor in het boek dat wordt geschreven over onze familie.’ De doorgaans niet op haar mondje gevallen Sylvester is sprakeloos. ‘Dat haar geschiedenis voor mij weleens heel kwetsend kon zijn, kwam blijkbaar niet in haar op. Wat háár familie rijkdom en voorspoed had gebracht, betekende voor mijn voorouders armoede, verdriet en vernedering’, schrijft Sylvester in Bent ú de burgemeester? Autobiografie van een pionier. Inmiddels al weer een paar jaar ex-senator Sylvester (55) sprak afgelopen week nog met de barones. ‘Je kunt verontwaardigd blijven, maar je kunt veel beter in gesprek gaan. Dat deed ik. Ik ben van het verbinden. Met grote ogen vertelde de barones dat ze mij totaal niet had willen kwetsen. Mijn ouders hadden lachend hun schouders opgehaald. Niets nieuws onder de zon, gewoon doorgaan.’ En dat doet Sylvester. Ze komt zeer tegen de zin van het partijbestuur in 2007 met voorkeursstemmen terug in de senaat en is tussen de bedrijven door een maand of acht waarnemend burgemeester in Anna Paulowna en daarna meer dan zes jaar in Naarden. In juni 2015 vertrekt Sylvester uit de senaat, “Waarom schrijf jij het verhaal niet over de weg die je hebt afgelegd?”, vraagt een uitgever. Joyce Sylvester: ‘Ik dacht: wat heb ik te vertellen? Gaandeweg viel het kwartje: een zwarte vrouw in Nederland die burgemeester wordt. Waar is het perspectief? Zo’n boek staat bij niemand in de boekenkast. Misschien had ik tóch wel een verhaal te vertellen. Mijn vader stierf in 2012. Dat was erg aangrijpend. Hij liet een schoenendoos met foto’s na van de familie, hier in Nederland en in Suriname. Ik ben gaan graven in mijn geschiedenis. Er kwam een rode draad uit. En toen was het boek zo geschreven.’ ZWARTE SKODA'S Die rode draad is dat ze niet tegen onrecht kan en voor mensen wil opkomen, zegt Sylvester thuis in Huizen. ‘In mijn jeugd heb ik ongelijkwaardigheid en onrechtvaardigheid ervaren. Mijn Cito-score was 86 procent, hoog genoeg voor het vwo. Maar mijn schooladvies was lager huishoud-en nijverheidsonderwijs. We waren thuis even ontredderd. Uiteindelijk kregen mijn ouders bij de Christelijke Scholengemeenschap Oost in Amsterdam gedaan dat ik in het eerste jaar mocht laten zien wat ik kon. Je mag even klagen en uithuilen, maar je gaat door. Dat zeg ik ook tegen mijn nichtjes. Die worden moedeloos als de Belgische BinckBankbaas zwarte vrouwen vergelijkt met zwarte Skoda’s ‘die wel lekker rijden, maar waarmee je niet gezien wilt worden.’ “Tante, we werken hard, we doen mee. Waar hebben we dit aan te danken? Stopt dit nooit?” Gewoon doorgaan, zeg ik dan. Laat je niet uit de tent lokken en vaar je ‘We moeten mensen insluiten en niet uitsluiten’ eigen koers, zei mijn vader altijd.’ Zet door. Die boodschap wil Sylvester aan de hand van haar eigen ervaringen en overwinningen overbrengen in haar Bent ú de burgemeester? ‘Ik wil een inspiratiebron zijn voor mensen die niet meetellen of zich ongelijkwaardig behandeld voelen. We moeten mensen insluiten en niet uitsluiten.’ Haar eigen inspiratiebron? Sylvester, resoluut: ‘Ed van Thijn. Hij is mijn politieke vader en inspiratiebron. Hij is mij al die jaren blijven steunen en is gelukkig nog gezond en scherp van geest. Zijn ogen twinkelen. Ik overhandig hem dit weekeinde mijn boek. Zonder poespas hoor.’ Sylvester leert de burgemeester van Amsterdam in 1985 kennen, het jaar waarin ze begint met haar politicologiestudie aan de UvA (het vwo bleek niet te hoog gegrepen voor de ambitieuze Joyce). Niet via de universiteit, maar via haar moeder Margo. ‘Ze was voorvrouw bij de Dienst Was en Schoonmaak, Bad en Zweminrichtingen van de gemeente en het uitzendbureau had voor haar een nieuwe baan gevonden: assistent van de huismeester van de burgemeester aan de Herengracht. Toen de huismeester met pensioen ging, vroeg Ed van Thijn in het voorbijgaan of ze wilde solliciteren. Mijn ouders zegden de huur op en binnen een paar weken woonden ze BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
15 Online Touch Home