0

ROER OM NIJMEGEN KAPT MET KEUKENTAFELGESPREK 18 ECONOMISCHE ZAKEN MINISTERIE VAN DE DOMINANTE BOYS 20 SPECIAL ICT SECUUR OMGAAN MET DATA 27 28 mei 2021 | week 21 | jaargang 42 10 2021 BINNENLANDS BESTUUR JOYCE SYLVESTER IN AUTOBIOGRAFIE: ‘ WE MOETEN MENSEN INSLUITEN’ Het Publieke Domein VAN EN VOOR DE PUBLIEKE SECTOR Als het om arbeidsmobiliteit gaat hetpubliekedomein.nl | info@hetpubliekedomein.nl | 030 - 208 1153 De noodzaak om te sturen op basis van data wordt steeds groter. Hoe zet je als gemeente stappen in datavolwassenheid? zie www.bmc.nl/datavolwassenheid ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 04COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Arenda Oomen VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ De bijzondere bijstand wordt ook per gemeente anders ingevuld’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. HULP AAN TOESLAGENOUDERS DE ROMMEL OPRUIMEN Het regende ontstemde reacties van Binnenlands Bestuur-lezers toen Dordrechts wethouder Peter Heijkoop namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn mening gaf over de ‘Rotterdamse aanpak’ van de compensatie voor gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire. Wethouder Michiel Grauss had het eigenwijze plan opgevat de toeslagenouders in zijn stad te hulp te schieten, in afwachting van de regeling die staatssecretaris Van Huffelen beloofde te treffen. Het ging om gevallen die in een schuldentraject zitten en vaak al jaren op het bestaansminimum leven. ‘Het wachten op een oplossing duurt te lang’, vond Grauss, dus begon hij zelf met het kwijtschelden van de openstaande schulden. Heijkoop vreest dat die aanpak leidt tot rechtsongelijkheid. Rotterdamse gedupeerden krijgen immers een andere behandeling dan elders. ‘Alle gedupeerden moeten dezelfde slechte behandeling krijgen, liefst inclusief dezelfde vernederingen’, klonk een van de cynische reacties op sociale media. Een ander: ‘Is er eindelijk een gemeente die aan de kant van de bewoners staat en oplossingsgericht te werk gaat, krijg je dit…’ Aangezien een zekere mate van rechtsongelijkheid inherent is aan decentraal bestuur, leek Heijkoops punt inderdaad een gelegenheidsargument. De bijzondere bijstand wordt ook per gemeente anders ingevuld. Een ander argument van Heijkoop was interessanter. ‘Uiteindelijk moet het kabinet wel hun eigen ellende oplossen’, zei hij. Met andere woorden: gemeenten moeten niet opdraaien voor de schade die het rijk aanricht. Er lijkt een diepere frustratie onder zijn woorden te liggen. Want al jaren hebben gemeenten het gevoel de rommel van het rijk te moeten opruimen. De sociale gevolgen van rijksbeleid belanden al tijden op hun bordje. Inwoners die slachtoffer worden van hardvochtig Haags beleid – een starre fraudewet, een onzekere arbeidsmarkt, een genadeloze kostendelersnorm, een niet-bestaand inburgeringsbeleid, een krap minimumloon, een karige bijstandsuitkering – kloppen uiteindelijk bij de gemeente aan voor hulp. Frustratie daarover is begrijpelijk. Of toeslagenouders daar de dupe van moeten worden, lijkt mij een andere vraag. ADVERTENTIE ADRIAAN DE JONGE REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven

- , - g s . BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 INHOUD 05 14 COVERSTORY JOYCE SYLVESTER Ze verhuist van Amsterdam naar Paramaribo en keert weer terug. Ze ervaart ongelijkwaardigheid en onrechtvaardigheid, maar schopt het wel tot eerste zwarte vrouwelijke burgemeester. ‘Mensen zagen mij als een pionier.’ 24 AARDGASVRIJE WIJK APELDOORN WIL DRAAGVLAK De Apeldoornse wijk Kerschoten werd geselecteerd voor de tweede tranche van het Programma Aardgasvrije Wijken. Binnenlands Bestuur volgt de komende jaren de ontwikkelingen. In deel één: de zoektocht naar draagvlak. 28 ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR/AG CONNECT 47 BETREKKEN INWONERS IN DEBAT OVER EUROPA Verplicht is het niet, gewenst wel: elke gemeente zou met haar inwoners in debat moeten gaan over de toekomst van Europa. De grote zorg is of er wat met de uitkomsten ervan gebeurt. Gemeenten oefenen weinig met cyberaanvallen. Rekenkameronderzoeken leggen kwetsbaarheden bloot, maar worden weinig gehouden, leert eigen onderzoek. Realiseert de gemeentelijke top zich wel hoe kwetsbaar gemeenten zijn? CYBERSECURITY: NOG VEEL WERK TE DOEN NIEUWS VNG matigt verhoging contributie Gemeenten vatbaar voor cybercrime Ambtenaar: vaker thuiswerken ACHTERGROND Nijmegen zet bijl in keukentafelgesprek EZ: Dominante boys die alles regelen SPECIAL ICT ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ‘Bescherming gegevens moet in ieders hoofd’ 33 De mens moet in beeld blijven Essay: kosten en kansen van ict 38 42 ACHTERGROND Sociaal stelsel steeds kariger 50 18 20 6 7 9 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK 7 NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK OPINIE PERSONALIA 10 13 23 49 53 55 58

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS De contributie voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gaat in 2022 minder omhoog dat gepland. Vanwege de precaire financiële situatie waarin veel gemeenten zich bevinden, gaat een streep door de eerder voorziene extra verhoging van 1 procent. 2020 BIJZONDER SLECHT JAAR VOOR CONGRES- EN STUDIECENTRUM VNG MATIGT VERHOGING CONTRIBUTIE Over het voorstel af te zien van die verhoging, bedoeld om in te groeien naar een volledige dekking van de kosten van de kernorganisatie van de VNG, mogen de leden zich tijdens de Algemene Ledenvergadering op 16 juni uitspreken. Eerder was afgesproken dat de jaarlijkse contributieverhoging zou worden gebaseerd op twee componenten. Enerzijds zou gelijke tred worden gehouden met de compensatie voor de loon- en prijsontwikkeling, en anderzijds zou er elk jaar 1 procent bovenop komen voor de groei naar een volledige dekking van de kernorganisatie vanuit de contributie. Van die laatste component wil het VNG-bestuur volgend jaar afzien. In eerdere ledenvergaderingen gaf het bestuur al aan ‘zich zeer bewust te zijn van de grote financiële problemen bij gemeenten.’ Vandaar dat voor het begrotingsjaar kritisch is gekeken naar de eigen begroting in relatie tot de contributie. Omdat het bestuur het wel van groot belang vindt dat de VNG zich richting het kabinet tot het uiterste blijft inspannen om toereikende budgetten voor gemeenten zeker te stellen, is het hoe dan ook nodig voldoende financiële middelen te hebben. BELEGGINGSPORTEFEUILLE Die dekking wordt gehaald uit het afbouwen van de beleggingsporte feuille tot een minimale reserve. Het geld uit de reserve dat door de afbouw beschikbaar komt, wordt dan Stijging beperkt tot 1,7 procent ingezet voor de kerntaken van de VNG. Het bestuur houdt wel vast aan het laten meebewegen van de contributie met de loon- en prijsontwikkeling. Die compensatie leidt tot en een contributiestijging van 1,7 procent. Dat betekent voor de te betalen contributie in 2022 het volgende bedrag per inwoner: grote steden met meer dan 200.000 inwoners betalen 68 cent per inwoner, de grootste categorie (gemeenten met 25.000 tot 200.000 inwoners) dragen 1,37 euro per inwoner af, kleinere gemeenten 1,59 euro en de allerkleinste – die met MEER PERSONEEL De kernorganisatie van de VNG telde eind 2020 een bezetting van 295 fte. Dat zijn er 26 meer dan in het jaar daarvoor. Blijkens het financieel jaarverslag stroomden er vorig jaar wel veel meer mensen uit vergeleken met 2019. In 2020 was dat 13 procent, in 2019 8 procent. Wat verder opvalt in de personeelsgegevens is een hoger ziekteverzuim bij de koepelorganisatie. Dat steeg van 2,6 procent in 2019 naar 3,4 procent in 2020. minder dan 5.000 inwoners – zijn met 1,73 euro het duurst uit. Het VNG-bestuur stelt van mening te zijn dat met het beperkte contributievoorstel 2022 ‘een goede balans’ is gevonden tussen het rekening houden met de financiële problemen van veel gemeenten en het behoud van de slagkracht van de VNG organisatie om zich in te spannen ten behoeve van de leden. ZWARE KLAPPEN Hoewel corona volgens het bestuur geen noemenswaardige invloed gehad heeft gehad op het financieel resultaat van de vereniging – 0,16 miljoen euro negatief, een verbetering van 0,300 miljoen ten opzichte van 2019 – is er op één post sprake van een behoorlijke tegenvaller: de gedaalde inkomsten bij het Congres- en Studiecentrum van de VNG. Het dochterbedrijf, zo blijkt uit het financieel jaarverslag over 2020, kreeg vorig jaar zware klappen door het stilvallen van de bezoekerseconomie. Het grootste deel van de fysieke congressen en trainingen moest worden afgelast, of online worden georganiseerd. Dat leidde tot meer werk en veel minder opbrengsten. Het resultaat? 1,8 miljoen euro lager ten opzichte van 2019. Het resultaat van Congres- en Studiecentrum B.V. voor belastingen bedroeg bijna 2 miljoen euro negatief ten opzichte van een winst van ruim 4 ton een jaar eerder. De tegenvaller werd vrijwel geheel goedgemaakt door positieve beleggingsresultaten.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 DOOR: ALEXANDER LEEUW EN SJOERD HARTHOLT BESTUUR NIEUWS 07 Gemeenten oefenen amper met cyberaanvallen van buitenaf. Ook bij de rekenkamers staat informatiebeveiliging niet hoog op de agenda. Dat blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect waar 27 gemeenten aan meededen. ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR EN AG CONNECT GEMEENTEN VATBAAR VOOR CYBERCRIME Bij een aanzienlijk deel van de gemeenten ontbreekt een draaiboek voor een digitale crisis. Dat is opvallend in een tijd dat de geruchtmakende cyberincidenten zich opstapelen. Ict-deskundige Brenno de Winter noemt de uitkomsten ‘erg teleurstellend’. Uit de antwoorden blijkt volgens hem ‘dat oefenen met cybersecurityaanvallen lang niet vanzelfsprekend is voor gemeenten. SomCARTOON BEREND VONK mige geven aan dit wel van plan te zijn, andere laten het volledig afweten.’ Zes van de 27 gemeenten oefenen niet met simulaties van digitale aanvallen en elf doen het gedeeltelijk of zijn dergelijke oefeningen nu pas aan het voorbereiden. ‘Dit past bij het beeld dat in plaats van een echte test voorkeur wordt gegeven aan vrijblijvende bijeenkomsten waar iemand een toespraakje houdt.’ Ongeveer een op de drie gemeenten verrichten in de afgelopen vijf jaar rekenkameronderzoek naar informatiebeveiliging. De onderzoekers vonden bij interne penetratietesten vrijwel altijd kritieke kwetsbaarheden. ‘In de praktijk lukt het vrijwel altijd om tijdens een fysieke inlooptest binnen te komen’, is de ervaring van een onderzoeker. Dat er weinig rekenkameronderzoek naar informatiebeveiliging wordt verricht, komt volgens De Winter mogelijk doordat rekenkamers dergelijk onderzoek moeilijk vinden omdat de relevante kennis ontbreekt. Uit de vragen blijkt verder dat gemeenten niet graag openheid van zaken geven over dit onderwerp, bijvoorbeeld als het gaat om het budget voor penetratietesten. ‘Openheid van zaken geven hierover is juist belangrijk’, zegt De Winter. Volgens de Informatiebeveiligingsdienst doen gemeenten dit niet omdat het een uitnodiging zou kunnen zijn voor ‘talloze commerciële aanbiedingen’. Lees verder op pag. 28

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 DOOR: HANS BEKKERS ORGANISATIE NIEUWS 09 Driekwart van de gemeenteambtenaren wil ook na corona enkele dagen thuis blijven werken. Eind 2020 was dat nog geen 40 procent. Dat is een van de uitkomsten van onderzoek van HEVO onder ruim 1.000 medewerkers eind vorig en begin dit jaar. POST-CORONA AMBTENAAR: VAKER THUIS WERKEN Wat opvalt in vergelijking met eind vorig jaar is dat met betrekking tot het thuisvoordeel het percentage ‘geconcentreerd, productief en efficiënt werken’ flink omhoog is gegaan: van circa 30 naar bijna 50 procent. De onderzoekers vermoeden dat dat mede komt omdat medewerkers een betere modus hebben gevonden om thuis te kunnen werken. En omdat ze daar in de loop van de tijd ook beter in worden ondersteund door de werkgever, op zowel technologisch vlak als qua afspraken rond verwachtingen. Uit het onderzoek blijkt verder dat medewerkers zich steeds comfortabeler voelen om thuis te werken. En datzelfde geldt voor de organisaties. Met name gemeenten die pre-corona al meer stuurden op resultaat dan op aanwezigheid hebben er nu duidelijk minder moeite mee dat me‘ De noodzaak full-time naar kantoor te gaan is verdwenen’ dewerkers thuiswerken, aldus onderzoekster Kim Vermeulen. ‘Daar staan echter ook gemeenten tegenover die aanwezigheid juist wel belangrijk vinden en er nu ook al op sturen dat medewerkers postcorona meer naar kantoor gaan. Overigens zijn zelfs die gemeenten er wel van overtuigd dat de noodzaak om weer fulltime naar kantoor te gaan verdwenen is.’ Wat volgens de respondenten minder ADVERTENTIE Abonneer en beluister via In onze 6-delige podcastserie gaan we in gesprek met ‘Griffiers van het eerste uur’ over lokale democratie en het vak van de griffier. goed blijkt te gaan is het digitaal brainstormen met collega’s. Daarbij blijft er sterk de behoefte om fysiek bij elkaar te zitten. ‘Ze zien dat bij digitaal brainstormen bepaalde mensen het voortouw nemen en anderen juist amper deelnemen. Bij fysiek brainstormen is het volgens hen eenvoudiger om iedereen er zoveel mogelijk bij te betrekken’, aldus Vermeulen. Verder valt het verschil op tussen jongeren en ouderen. Bij jongeren worden de antwoorden over wat wel en niet goed gaat bij thuiswerken mede bepaald door hun thuissituatie. Daarnaast hebben jongeren duidelijk een grotere behoefte dan ouderen om naar kantoor te gaan om daar collega’s fysiek te ontmoeten: jongeren willen graag de steun hebben van oudere collega’s en hebben ook de behoefte met hen te kunnen klankborden. PODCAST Democratie maak je.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 10 NIEUWS IN BEELD PERSONEEL DOOR: HANS BEKKERS WEER MEER COLLEGA’S Bezetting per 1.000 inwoners fte 15 15,4 15,7 16,5 16,9 10,5 7,6 8,4 8,1 7 6,3 7,7 8,5 8,3 7,1 6,3 7,87,6 6,1 8,4 8,3 7,97,5 6,4 8,6 8,07,7 8,7 6,8 6,9 2016 2017 G4 > 100.000 inwoners 50.000 tot 100.000 inwoners 20.000 tot 50.000 inwoners 2018 < 20.000 inwoners Alle gemeenten Ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting * Alle gemeenten 2016 2017 2018 2019 2020 137.930 157.290 160.810 140.980 163.650 144.750 168.500 149.460 171.050 151.890 * Inclusief medewerkers in gemeentelijke samenwerkingen. Gemeenten in gemeentelijke samenwerkingen tellen in de Personeelsmonitor mee als één organisatie. In personen In fte’s 2019 2020 VOORAL IN STAD TOENAME FTE’S Net als in 2019, was de stijging in de bezetting vorig jaar met 6,6 procent het grootst bij gemeenten met 50.000 tot 100.000 inwoners. Ook bij gemeenten met meer dan 100.000 inwoners, exclusief de G4, was de stijging hoog (6,3 procent). Bij gemeenten met tussen de 20.000 en 50.000 inwoners vond er een lichte daling plaats, van -0,4 procent. Voor de gemeenten met minder dan 20.000 inwoners is een grote daling waarneembaar (-39,6 procent). Dat komt volgens de onderzoekes ‘door een vernieuwing van de wegings methode voor die grootteklasse.’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 NIEUWS IN BEELD 11 Eind vorig jaar waren in totaal 171.050 personen in dienst bij deze gemeenten. De bezetting is met 1,5 procent gestegen ten opzichte van 2019. Daarmee zet de trend van de afgelopen jaren zich voort. Dat blijk uit de Personeelsmonitor Gemeenten 2020 van het A&O fonds Gemeenten. Top 3 redenen van toename bezetting MEER TAKEN, GROTER BUDGET Bijna driekwart van gemeenten geeft aan dat de bezetting in 2020 is toegenomen. Net als in 2019 gelden nieuwe taken/deprivatisering en een stijging van het budget als belangrijkste redenen voor de toename. In 2020 kwamen er bovendien nog corona-gerelateerde taken bij. 16 procent van gemeenten geeft aan dat de bezetting in 2020 is afgenomen. Dat komt dan vooral omdat ze moeite hebben met het invullen van vacatures. Met name in de functiegebieden ruimtelijke ordening/milieu en bouwkunde/civiele techniek zijn lastig geschikte kandidaten te vinden. 1 2 3 Nieuwe taken/deprivatiseren Toename budget Afname externen 8% 25% 21% Top 3 redenen van afname bezetting 1 2 3 Verwachte ontwikkeling van de bezetting De bezetting zal het komende jaar gelijk blijven 46% De bezetting zal het komende jaar lager uitvallen 47% De bezetting zal het komende jaar hoger uitvallen ‘RUIMTEVOLK’ ERG SCHAARS 7% Bijna de helft van de gemeenten verwacht dat de formatie dit jaar verder zal toenemen. 46 procent van de gemeenten verwacht dat deze gelijk zal blijven. Slechts een handvol gemeenten verwacht dat de formatie afneemt. Groei wordt vooral verwacht in de functiegebieden ruimtelijke ordening/ milieu (!), welzijn/jeugdzorg en automatisering/ict. Binnen de functiegebieden dienstverlening/ facilitair en burger/publiekszaken wordt juist krimp verwacht. Niet ingevulde vacatures Fusie Afstoten taken/ privatiseren 6% 6% 34%

INGEZONDEN MEDEDELING

GEERTEN BOOGAARD COLUMN 13 RAP TERUG NAAR ANDERE TIJDEN Ontwikkel u verder Kennis blijven delen, op de hoogte blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s verkennen en blijven verbinden. Dat is in deze tijd belangrijker dan ooit. Daarom focussen we juist nu met onze virtuele congressen en online opleidingen op wat u nodig heeft. Met inhoudelijke trainingen die aansluiten op de doelstellingen van de VNG, opleidingen die inspelen op vaardigheden voor uw persoonlijke ontwikkeling en sprankelende digitale evenementen. Ons aanbod 2-daagse training: Van gelijk hebben naar gelijk krijgen, door effectief communiceren 3 en 17 juni Week van de participatie Regio Noord: start 7 juni Regio Midden: start 15 juni Online module: Ontslagrecht 15 juni 2-daagse leergang: Democratische Rechtsorde 8 juni en meerdere data in het najaar Diverse masterclasses: Zo werkt de zorg binnen gemeenten 9 juni en 7 juli Online workshop: Werken met de geheimhoudingsplicht: Aandachtspunten voor de praktijk 22 juni Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Op de rommelzolder van het decentralisatierecht, tussen alle andere oude zooi, ligt de zogenaamde driekringenleer te verstoffen. Volgens deze leer behartigt elke bestuurslaag zijn eigen typische taken en behoren overheden de autonomie van elkaars kring te respecteren. Het reguleren van jaarmarkten is bijvoorbeeld typisch een taak voor de gemeenten, terwijl defensie nou juist weer iets is wat alleen het rijk zinvol kan. Gaat de rijksoverheid zich toch met jaarmarkten bemoeien dan heeft dat eenvoudig geen rechtskracht, aldus de driekringenleer. Om nog maar te zwijgen over de lokale aanschaf van een tank. Staatsrechtelijk is deze theorie perfect. De lokale autonomie stelt dan immers echt wat voor. Het gemeentelijk domein wordt onaantastbaar voor Haagse bemoeizucht. Het probleem is alleen dat overheidstaken niet zo makkelijk aan één bestuurslaag zijn toe te wijzen. Eigenlijk begint de ellende al meteen na de twee evidente voorbeelden van de jaarmarkten en defensie. Is woningbouw een typisch gemeentelijke zaak waar het rijk niets mee te schaften heeft? Zijn bejaardenoorden en bibliotheken typisch iets voor de provincie? De drie exclusieve kringen die het staatsrecht voor zich zag, blijken in de bestuurskunde niet te bestaan. De praktijk laat een scala aan gedeelde verantwoordelijkheden zien, met meer of minder beleidsruimte voor de verschillende bestuurslagen. Maar omdat de theorie van de drie kringen in al zijn eenvoud toch zo aanlokkelijk blijft, wordt die nog altijd wel even gememoreerd in de handboeken. Onlangs nog, in het solide boek van Hansko Broeksteeg. Maar ook hij sjouwt de theorie na een paar alinea’s met enige spijt naar zolder. ‘De idee van de driekringenleer werd al heel snel verlaten,’ schrijft hij, ‘zij bleek onhoudbaar.’ Waar het staatsrecht zich dus moet neerleggen bij de weerbarstige praktijk van het openbaar bestuur, lijkt er in de bestuurskunde een theorie op stoom te komen die inmiddels trekjes van de driekringenleer begint te vertonen: het integraal opgavegericht werken. De verschillende overheidsverbanden moeten, als één overheid, in elkaar schuiven om samen een maatschappelijke opgave aan te vatten. En dan niet met dat eindeloze gepolder, maar met een helder mandaat van alle deelnemers en effectieve doorzettingsmacht voor het collectief. Sowieso doen formele verhoudingen er niet zoveel toe. ‘Structure follows strategy.’ En democratie? Dat wordt een kwestie van draagvlak organiseren. Naar het mij voorkomt, is dit ultieme opgavegerichte werken even onhoudbaar als die oude driekringenleer. Zomin je het openbaar bestuur uit ‘ Klimaat-, woning- en stikstofcrisis dromen allemaal van een periodiek Catshuisoverleg’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN elkaar kunt trekken in drie volstrekt gescheiden kringen, zomin kun je het volgens mij verdelen in losse maatschappelijke opgaven met ieder hun eigen doorzettingsmacht. Uiteindelijk botsen al die verschillende opgaven keihard op elkaar en moeten de belangen tegen elkaar worden afgewogen. En dat kan alleen als decentrale volksvertegenwoordigingen zinvolle ruimte hebben om een integrale afweging te maken. Wordt die ruimte opgeknipt en herverkaveld om aparte maatschappelijke opgaven door te zetten, dan valt er niet meer wezenlijk aan lokale politiek te doen. Discussies over draagvlak voor de resultaten zijn dan nog het maximaal haalbare. Ongetwijfeld overdrijf ik. Maar dat is nodig voor de waarschuwing. Om corona te bestrijden staat ons land feitelijk al een jaar in de stand van dit opgavegerichte werken. Samen tegen corona. En dat werkt. Maar we ondervinden ook al een jaar de nadelen: weinig integrale afweging en weinig ruimte voor (lokale) democratie. Dus gaat het vooral nog over het draagvlak voor de maatregelen. Nu de coronacrisis af begint te lopen, lonken allerlei andere belangen meer of minder opzichtig naar de vrijkomende crisisstructuur. De klimaatcrisis, de woningcrisis, de stikstofcrisis en zo voort dromen allemaal van een periodiek Catshuisoverleg. Maar als we voortaan alleen maar opgavegericht crises bestrijden, wordt het nooit meer normaal. Het doorgedreven opgavegericht werken moet snel weer naar zolder. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

14 INTERVIEW JOYCE SYLVESTER DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ARENDA OOMEN Joyce Sylvester verhuist van Amsterdam naar Paramaribo en keert weer terug. Ze ervaart ongelijkwaardigheid en onrechtvaardigheid, maar ze schopt het wel tot senator en tot ‘s lands eerste zwarte vrouwelijke burgemeester. ‘Mensen zagen mij als een pionier.’ JOYCE SYLVESTER SCHRIJFT GESCHIEDENS EN AUTOBIOGRAFIE ‘KLEUR BETEKENT NIETS VOOR MIJ’ waarna ze begin 2016 substituut ombudsman in Den Haag wordt. Joyce Sylvester is net senator. Buiten de vergaderzaal van de Eerste Kamer loopt ze VVD-senator barones Schimmelpenninck van der Oije tegen het lijf. Stralend zegt de barones: ‘Wat leuk om u te ontmoeten. Mijn over-overgrootvader had slaven in Suriname. Daarom komt Suriname ook voor in het boek dat wordt geschreven over onze familie.’ De doorgaans niet op haar mondje gevallen Sylvester is sprakeloos. ‘Dat haar geschiedenis voor mij weleens heel kwetsend kon zijn, kwam blijkbaar niet in haar op. Wat háár familie rijkdom en voorspoed had gebracht, betekende voor mijn voorouders armoede, verdriet en vernedering’, schrijft Sylvester in Bent ú de burgemeester? Autobiografie van een pionier. Inmiddels al weer een paar jaar ex-senator Sylvester (55) sprak afgelopen week nog met de barones. ‘Je kunt verontwaardigd blijven, maar je kunt veel beter in gesprek gaan. Dat deed ik. Ik ben van het verbinden. Met grote ogen vertelde de barones dat ze mij totaal niet had willen kwetsen. Mijn ouders hadden lachend hun schouders opgehaald. Niets nieuws onder de zon, gewoon doorgaan.’ En dat doet Sylvester. Ze komt zeer tegen de zin van het partijbestuur in 2007 met voorkeursstemmen terug in de senaat en is tussen de bedrijven door een maand of acht waarnemend burgemeester in Anna Paulowna en daarna meer dan zes jaar in Naarden. In juni 2015 vertrekt Sylvester uit de senaat, “Waarom schrijf jij het verhaal niet over de weg die je hebt afgelegd?”, vraagt een uitgever. Joyce Sylvester: ‘Ik dacht: wat heb ik te vertellen? Gaandeweg viel het kwartje: een zwarte vrouw in Nederland die burgemeester wordt. Waar is het perspectief? Zo’n boek staat bij niemand in de boekenkast. Misschien had ik tóch wel een verhaal te vertellen. Mijn vader stierf in 2012. Dat was erg aangrijpend. Hij liet een schoenendoos met foto’s na van de familie, hier in Nederland en in Suriname. Ik ben gaan graven in mijn geschiedenis. Er kwam een rode draad uit. En toen was het boek zo geschreven.’ ZWARTE SKODA'S Die rode draad is dat ze niet tegen onrecht kan en voor mensen wil opkomen, zegt Sylvester thuis in Huizen. ‘In mijn jeugd heb ik ongelijkwaardigheid en onrechtvaardigheid ervaren. Mijn Cito-score was 86 procent, hoog genoeg voor het vwo. Maar mijn schooladvies was lager huishoud-en nijverheidsonderwijs. We waren thuis even ontredderd. Uiteindelijk kregen mijn ouders bij de Christelijke Scholengemeenschap Oost in Amsterdam gedaan dat ik in het eerste jaar mocht laten zien wat ik kon. Je mag even klagen en uithuilen, maar je gaat door. Dat zeg ik ook tegen mijn nichtjes. Die worden moedeloos als de Belgische BinckBankbaas zwarte vrouwen vergelijkt met zwarte Skoda’s ‘die wel lekker rijden, maar waarmee je niet gezien wilt worden.’ “Tante, we werken hard, we doen mee. Waar hebben we dit aan te danken? Stopt dit nooit?” Gewoon doorgaan, zeg ik dan. Laat je niet uit de tent lokken en vaar je ‘We moeten mensen insluiten en niet uitsluiten’ eigen koers, zei mijn vader altijd.’ Zet door. Die boodschap wil Sylvester aan de hand van haar eigen ervaringen en overwinningen overbrengen in haar Bent ú de burgemeester? ‘Ik wil een inspiratiebron zijn voor mensen die niet meetellen of zich ongelijkwaardig behandeld voelen. We moeten mensen insluiten en niet uitsluiten.’ Haar eigen inspiratiebron? Sylvester, resoluut: ‘Ed van Thijn. Hij is mijn politieke vader en inspiratiebron. Hij is mij al die jaren blijven steunen en is gelukkig nog gezond en scherp van geest. Zijn ogen twinkelen. Ik overhandig hem dit weekeinde mijn boek. Zonder poespas hoor.’ Sylvester leert de burgemeester van Amsterdam in 1985 kennen, het jaar waarin ze begint met haar politicologiestudie aan de UvA (het vwo bleek niet te hoog gegrepen voor de ambitieuze Joyce). Niet via de universiteit, maar via haar moeder Margo. ‘Ze was voorvrouw bij de Dienst Was en Schoonmaak, Bad en Zweminrichtingen van de gemeente en het uitzendbureau had voor haar een nieuwe baan gevonden: assistent van de huismeester van de burgemeester aan de Herengracht. Toen de huismeester met pensioen ging, vroeg Ed van Thijn in het voorbijgaan of ze wilde solliciteren. Mijn ouders zegden de huur op en binnen een paar weken woonden ze BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

INTERVIEW 15 CV JOYCE SYLVESTER (Amsterdam, 1965) studeerde culturele antropologie, politicologie en communicatiewetenschap aan de UvA en de Universiteit Utrecht. Ze promoveerde in 2000 aan de VU. Joyce Sylvester werkte als sportjournalist bij Het Parool en als programmamaker bij Migranten Televisie Amsterdam. Daarna werkte ze van 1992 tot 1994 als controller bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat en van 1994 tot 1998 als stafmedewerker bij de gemeente Amsterdam. Van 1998-2003 was ze bij TwynstraGudde als senior consultant eindverantwoordelijk voor het Centrum Overheid en Markt. Sylvester was van 10 juni 2003 tot 9 juni 2015 voor de PvdA lid van de Eerste Kamer. Van 1 oktober 2008 tot en met 31 mei 2009 was ze waarnemend burgemeester van Anna Paulowna. Van 14 september 2009 tot en met 31 december 2015 was Joyce Sylvester waarnemend burgemeester van Naarden. Sylvester is sinds februari 2016 substituut ombudsman bij de Nationale ombuds man. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

Volg je opleiding virtueel en/of klassikaal Start nog vóór de zomer!                    Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: • Burger- en publiekszaken • Sociaal domein • Ruimtelijk domein • Beleid, bestuur en management • Bedrijfsvoering • Persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden •  • Openbare orde en veiligheid     

INTERVIEW 17 met mijn zus onder één dak met de burgemeester. ‘s Avonds vroeg hij mijn vader soms om te komen biljarten.’ ‘Ik heb mij nooit met Zwarte Piet geassocieerd’ TOILET Ed van Thijn en Joyce Sylvester komen elkaar bijna twintig jaar later weer tegen – aan het Binnenhof. Van Thijn is sinds 1999 lid van de Eerste Kamer, Sylvester wordt dat in 2003. ‘Op weg naar mijn eerste vergadering zag ik hem komen aanlopen. Hij was in gedachten verzonken dus ik onderdrukte mijn neiging om hem te roepen. Toen hij de gang opliep, bleef hij stokstijf staan. Hij draaide zich om en keek mij indringend aan: “Ik ga nu naar het toilet, Joyce. Dát wil ik echt even alleen doen.” Ik was betrapt. We barstten in lachen uit. De boodschap was helder. Ik moest mijn eigen boontjes doppen.’ Sylvester is Eerste Kamerlid als commissaris van de koning Borghouts in NoordHolland haar in 2008 belt. ‘Of ik wilde solliciteren op het burgemeesterschap van Anna Paulowna. Dat leek mij wel wat. Het senatorschap is prima te combineren met het burgemeesterschap. Het is zelfs een pre.’ Zonder het zelf te weten schrijft ze geschiedenis. Cameraploegen en journalisten staan op de stoep van het gemeentehuis. ‘Ik was verbaasd. Ik was net begonnen. Waar kwam die belangstelling vandaan? Ik had echt geen idee dat ik de eerste vrouwelijke waarnemend burgemeester van Surinaamse afkomst was’, lacht ze. ‘Maar het was wel zo, in 2008, hè? ‘Joyce Sylvester, eerste vrouwelijke allochtone burgemeester’, kopte Binnenlands Bestuur. Mensen zagen mij als een pionier. Natuurlijk was ik daar wel trots op, maar het verbaasde mij ook. Ik had er geen moment bij stilgestaan. Kleur betekent niets voor mij.’ Voor de buitenwereld betekent haar kleur wel heel wat. Dat merkt de nieuwbakken burgemeester een maand na haar aantreden, als Sinterklaas en zijn Zwarte Pieten hun opwachting maken in Anna Paulowna. Sylvester: ‘Hoe haalde ik het in mijn hoofd om mee te werken aan zo’n racistische traditie? Ik was mij van geen kwaad bewust. Ik heb mij nooit met Piet geassocieerd. Wij waren thuis heel alert op discriminatie, maar deze heb ik niet gezien. De samenleving was inmiddels natuurlijk veranderd, dus begreep ik het ook weer wel. Ik heb er niets mee, maar als burgemeester kijk je niet alleen vanuit jezelf naar kwesties. Je moet kijken naar wat voor de lokale gemeenschap het beste is. Als het feest niet leuk meer is, dan moet je er iets aan doen. Maar dat maakt mij niet tot een Zwarte Pietactivist.’ NATURALISATIE Of ze wil of niet, haar uiterlijk blijft een thema, en lang niet altijd negatief. Sylvester: ‘Diversiteit betekent in het ambt van burgemeester heel veel. Er stond een naturalisatie van een 3-jarig jongetje gepland. Zijn vader kwam uit Anna Paulowna, zijn moeder had een Afrikaanse achternaam. Je kunt wel een officiële tekst uitspreken en een bos bloemen geven, maar daar heeft zo’n jongetje niets aan. Dus liet ik een rode speelgoedtractor kopen en zette ik de meubels opzij om met hem te kunnen spelen. Zijn ouders hadden hem in een smoking gehesen. Hij kwam heel verlegen en met betraande ogen binnen, maar toen hij mij zag, sprong-ie in mijn armen. Hij zag een zwarte vrouw! Zou-ie bij een blanke mijnheer in de armen zijn gesprongen? De Polderbode maakte er een foto van.’ Sylvester haalt de foto tevoorschijn. ‘Moet je kijken, die ogen, die afro! Mijn vader zei: “Het is net je kind.”’ Weer belt commissaris Borghouts. Of ze wil verkassen naar Naarden, waar de burgemeester naar Groningen vertrekt en er gedoe is over de fusie met Bussum, Muiden en Weesp. ‘De eerder opgedane fusie ervaring in de Noordkop kwam van pas’. Ook in Naarden zijn de fractievoorzitters unaniem positief over haar komst. Sylvester begint in september 2009. ‘Maar niet iedereen bleek blij met mijn komst. Ik was niet alleen vrouw, maar ook nog eens van de verkeerde partij en zwart bovendien’, zegt Sylvester. ‘Dat maakte de mijnheer wel duidelijk die mijn werkkamer binnenstormde en op hoge toon eiste dat ik zijn parkeerbon zou intrekken. “Weet u wel wie ik ben? Ik woon rietgekapt.”’ De rietgekapte mijnheer wist in elk geval dat Sylvester de burgemeester was, dat kon een andere Naardense mijnheer maar moeilijk geloven. ‘Hij bekeek mij tijdens een receptie in het gemeentehuis van top tot teen en zei toen: “Bent ú de burgemeester? Dat gelóóf ik niet!” Ik had mijn ambtsketen om. Op zo’n moment realiseer je je dat wat voor jou heel gewoon is, dat voor anderen helemaal niet is. Best raar, want de Nederlandse samenleving was in 2009 al heel divers. Dat ik niet voldeed aan het geijkte beeld van een burgemeester, moet het openbaar bestuur zichzelf aanrekenen. Dat moet aansluiten bij de mensen en op alle niveaus en diverser worden. Dan heb ik het niet alleen over etniciteit. Het gaat om een afspiegeling van de samenleving: mannen en vrouwen, mindervaliden, verschillende etnische afkomsten en culturen. Het zal toch niet gebeuren dat het nieuwe kabinet zo homogeen is als het huidige? Maak er een club van waarin mensen zich kunnen herkennen en zich vertegenwoordigd voelen.’ TREINONGELUK In 2015 verlaat Sylvester de senaat en Naarden. Ze kiest niet voor een nieuw burgemeesterschap, maar voor de Nationale ombudsman. Joyce Sylvester: ‘Ik heb altijd willen opkomen voor mensen. Voor álle mensen. Dat doe je bij de Nationale ombudsman. Mensen moeten kunnen vertrouwen op de overheid, op de drie pilaren van de rechtsstaat. Maar ze moeten ook kunnen vertrouwen op de professionals, op de artsen en de leraren. Zonder vertrouwen van burgers zakt de rechtsstaat in elkaar. Wat er na de Nationale ombudsman komt, weet ik niet. Ik heb in 1992 bij Hoofddorp een vreselijk treinongeluk overleefd. Vijf mensen kwamen om het leven. Voor die tijd was ik een planner. In een paar seconden is alles weg. Ik heb het amper overleefd. Daarna heb ik niets meer gepland.’ Bent ú de burgemeester. Autobiografie van een pionier is deze week verschenen bij uitgeverij Atlas Contact. Prijs €19.99. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

18 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YVONNE JANSEN BEELD: SHUTTERSTOCK Lange wachtlijsten, te veel bureaucratie en een doelgroep met onderling grote verschillen. Nijmegen gaat het radicaal anders doen in het sociaal domein en schaft de generalistische sociale wijkteams ‘van 0 tot 100-jarigen’ af. SOCIALE WIJKTEAMS AFGESCHAFT, NIET MEER EERST INDICEREN NIJMEGEN ZET BIJL IN KEUKENTAFELGESPREK Het keukentafelgesprek, dat bij gemeenten vanaf het begin van de decentralisaties bijna gold als panacee, moet er in Nijmegen aan geloven. ‘Dat keukentafelgesprek bestond vaak voor een groot deel uit vragenlijsten invullen, een indicatie doen, en herindiceren als het probleem na een half of een heel jaar nog niet opgelost was’, zegt wethouder Grete Visser (zorg en welzijn, D66). De balans opmakend over de afgelopen jaren: ‘Voortaan gaan we meteen aan de slag, zonder indicatie. Zelfs als het betekent dat zwaardere zorg moet worden ingezet.’ De nieuw te vormen teams zullen basishulp en de toegang naar aanvullende zorg bieden. Vooral het afschaffen van de indicaties is volgens Visser een innovatieve stap. ‘Als het even slecht met je gaat, krijg je direct alle hulp die nodig is. Indien nodig wordt bij de zorg voor jeugd en jongeren het hele gezin meegenomen, en ook de school of sportclub. Gaat het beter, dan schalen we af. Mocht het weer slechter gaan, dan is één telefoontje genoeg om bij dezelfde professional terecht te komen. Ouders hoeven niet meermaals hun verhaal te doen. Dit is echt de goede beweging.’ WACHTLIJSTEN De wethouder wil er niet aan dat de sociale wijkteams een totale mislukking zijn, zoals wel wordt beweerd. ‘Ze hebben hun opdracht goed uitgevoerd, maar die bleek te bureaucratisch. Onze inwoners hebben de weg naar de sociale wijkteams gevonden. Gemiddeld zijn er zevenhonderd tot duizend nieuwe aanmeldingen per maand.’ Daarmee is volgens haar ‘het fundament voor zorg dichtbij in de wijk gelegd’. De doorlooptijd vanaf het eerste contact naar het verlenen van hulp is echter lang, waardoor problemen verergeren. Verder joeg de vaak specialistische jeugdzorg die hulpvragers kregen de gemeente op kosten, hetgeen in belangrijke mate bijdroeg aan een financieel tekort van 7,5 miljoen euro over 2020. ‘Wachttijden moeten korter, hulp moet beter afgestemd met school en kinderopvang. De samenwerking met het informele wijknetwerk kan versterkt worden’, aldus Visser. Dat geldt zowel voor de jeugdteams als voor hulp en ondersteuning aan volwassenen. Het streven is de banden aan te halen met het (informele) wijknetwerk, behalve de huisartsen ook woningcor poraties en bewonersorganisaties. Nieuw te vormen ‘Buurtteams Jeugd en Gezin’ en ‘Buurtteams Volwassenen’ moeten het nu overnemen van de sociale wijkteams. ‘Als er kinderen in het spel zijn, is andere expertise nodig dan bij volwassenen’, aldus de wethouder. Visser heeft grote verwachtingen van de nieuwe constructie. Volgens haar gaat er een nieuwe wind waaien in het sociaal domein, die de meeste uitvoerders zullen verwelkomen: ‘De nieuwe organisatie legt veel verantwoordelijkheid bij de professionals zelf. Zij kunnen weer het vak uitoefenen waarvoor ze ooit hebben gekozen. Na vijf jaar evalueren en bijschaven constateerden we dat er te veel tijd ging zitten in de keukentafelgesprekken en indicatiestellingen. Zo kwamen er wachtlijsten en duurde het te lang voordat mensen eindelijk geholpen werden.’ Ook de kosten liepen uit de hand. ‘Veel ouders duurden de zes weken totdat ze aan de beurt waren te lang’ RODE CIJFERS Net zoals andere gemeenten constateerde Nijmegen dat vooral de alternatieve en vaak gebruikte verwijsroute voor jeugdzorg via de huisarts de gemeente in de rode cijfers joeg. ‘Veel ouders duurden de zes weken totdat ze aan de beurt waren bij het wijkteam te lang’, aldus Visser. Met vaak terecht de verwachting dat de huisarts sneller zou doorverwijzen. Soms naar veel zwaardere en duurdere vormen van zorg, zoals de jeugdpsychiatrie. ‘Dan medicaliseer je soms niet alleen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 BINNENL NDS BESTUUR - EEK 2 ACHTERGROND 19 ‘Ze hebben hun opdracht goed uitgevoerd, maar die bleek te bureaucratisch’ onnodig, maar ook heb je als gemeente het nakijken en mag je de rekening betalen. Mijn overtuiging is echt: goede ondersteuning is niet per se de duurste.’ Volgens recente CBS-cijfers starten de meeste jeugdhulptrajecten in de spreekkamer van de huisarts. In haar gemeente wordt volgens Visser nu 60 procent van de jeugdigen via een arts doorverwezen naar een zorgaanbieder, en 40 procent door de wijkteams. De ambitie is, dat straks 80 procent van de jeugdigen die nu nog door de wijkteams naar een zorgaanbieder worden doorverwezen, door de basisteams wordt afgehandeld en 20 procent door een zorgaanbieder. Datzelfde streven geldt voor de Buurtteams Volwassenen. Bij een zorgbehoefte die het basisteam niet kan leveren, wordt direct een zorgaanbieder met expertise ingezet. ‘Voor de tweedelijnsvoorzieningen wordt het wel een schralere koek’, voorziet de wethouder. Het verwijsrecht van artsen blijft ongewijzigd: het staat hen vrij naar (hoog)specialistische jeugdhulp te verwijzen. ‘Maar huisartsen zijn partner in de wijk, waarmee de buurtteams samenwerken’, benadrukt Visser. Lokaal is een preventie-akkoord gesloten, dat door ook door de huisartsen is ondertekend. Praktijkondersteuners Huisarts-Jeugd (POH-jeugd) die aan huisartsenpraktijken zijn verbonden (vaak orthopedagogen of psychologen met ervaring in de Jeugd-GGZ of kinder- en jeugdpsychiatrie) krijgen op het gebied van jeugdhulp een spilfunctie. Ouders kunnen er terecht voor snelle, kortdurende hulp, bij lichte gedragsproblemen, of vragen over gezin en opvoeding. ‘Dat lost al veel problemen op’, zo is haar verwachting. De herstructurering van het sociale domein is volgens Visser geen bezuinigingsoperatie, al is de hoop wel dat die uiteindelijk tot flinke besparingen leidt. Het bundelen van geld- en financieringsstromen moet bijdragen aan betere uitkomsten. ‘We kennen nu allemaal kleine subsidietjes die we gaven aan onder andere de GGD, jeugdzorgwerkers, de school als speelplaats, passende kinderopvang. Dat hebben we allemaal op een hoop gegooid.’ In het volwassenendomein gebeurt dat ook. INCLUZIO De partij die na een aanbesteding de jeugdzorg moet gaan uitvoeren, is een nieuwe organisatie gevormd door vier aanbieders, waarvan een uit Utrecht, als ‘kennispartner’. Samen vormen ze de stichting Buurtteams Jeugd en Gezin. Dit is een samenwerkingsverband van Bindkracht 10 (welzijn, maatschappelijk werk), Entrea Lindenhout (jeugdhulp), Driestroom (hulp bij beperking) en ten slotte het Utrechtse Lokalis (buurtteams) als ‘kennispartner’. Halverwege de zomer zullen de sociale wijkteams per buurt worden gesplitst in een Buurtteam Jeugd en Gezin, en een Buurtteam Volwassenen. Ook daar is sprake van een nieuwe organisatie. ‘Aanvankelijk dacht ik dat we de sociale wijkteams organisch tot een andere manier van werken konden bewegen. Maar er is echt een nieuwe wind nodig.’ Bij de teams voor volwassenen betreft het voor een deel dezelfde lokale instellingen Driestroom en Bindkracht 10. Het in verschillende regio’s opererende Incluzio (sociale wijkteams, thuishulp, wijkbedrijven, wijkcentra) krijgt na de aanbesteding het voortouw. Verder zijn bij de volwassenenteams het landelijk opererende Ixta Noa (ervaringsdeskundigheid) en het Zelfregiecentrum (Wmo en Participatie) betrokken. Zij starten per 1 januari 2022. De nieuwe organisaties nemen een deel van de zittende medewerkers uit de wijkteams over en krijgen een langjarig contract. Het Buurtteam Jeugd en Gezin vooralsnog 3,5 jaar, met daarna een optie tot verlenging van drie keer drie jaar. ‘De stichtingen krijgen per stadsdeel een zak geld. Daar moeten zij het mee doen. Op prijs hebben we niet geconcurreerd, wel op kwaliteit.’

20 SERIE DE MINISTERIES DOOR: JONNE HARMSMA FOTO: KOEN SUYK / ANP-HH Belangenbehartiger van ondernemers en stem van het bedrijfsleven. Het ministerie van Economische Zaken (EZ) richt zich sinds jaar en dag op het stimuleren van de bedrijvigheid. Zal de vreemde toevoeging ‘klimaat’ de kabinetsformatie overleven? ECONOMISCHE ZAKEN ALS BELANGENBEHARTIGER VAN HET BEDRIJFSLEVEN DOMINANTE BOYS DIE ALLES REGELEN In 1845 ontstond het ministerie van Handel en Nijverheid, waaraan in de tweede helft van de negentiende eeuw achtereenvolgens de beleidsgebieden Waterstaat, Landbouw en Arbeid tijdelijk werden toegevoegd. Onder invloed van de crisis van de jaren dertig vond er op het gebied van economische politiek een grote transitie plaats. Er gingen steeds meer stemmen op om de traditionele laissez-faire benadering los te laten en de overheid een actieve rol te laten spelen in het bevorderen van groei en werkgelegenheid. De naamswijziging van het departement in Economische Zaken in 1932 liet zien dat deze moderne benadering juist hier wortel schoot. Terwijl Financiën en de centrale bank er conservatieve ideeën op na bleven houden, werd op EZ een moderne economische politiek ontwikkeld. Hans Hirschfeld, die als secretaris-generaal in de oorlogsjaren de scepter zwaaide op het departement, sprak in dit verband over een ‘verlicht liberalisme’. De vrije markt bleef uitgangspunt in de visie van het departement, maar overheidsingrijpen werd omarmd om ongewenste ontwikkelingen te corrigeren en het particuliere initiatiefwaar nodig te ondersteunen. In de periode direct na de oorlog was de greep van de overheid op het maatschappelijke leven groot. Oorlogshandelingen en bezetting hadden hun tol geëist en overheidsingrijpen was nodig om de wederopbouw vorm te geven en schaarse goederen te distribueren. Hoewel velen deze mate van overheidsingrijpen zagen als tijdelijke noodzaak, werd centrale ‘planning’ van de economie door andere ambitieuze economen en politici juist gehuldigd als een blijvend kenmerk van de naoorlogse wereld. Was het niet juist de vrije markt die geleid had tot de ineenstorting van de economie in de jaren dertig, DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 5: Economische Zaken waaruit de totalitaire verschrikkingen van de jaren veertig voort waren gekomen? Breed gedragen was het idee dat de overheid op basis van moderne wetenschappelijke inzichten de conjunctuur in goede banen kon leiden. CENTRAAL PLANBUREAU Deze planningsgedachte leek ook op het departement voet aan de grond te krijgen, toen de sociaaldemocraat Hein Vos in juni 1945 minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart werd (de naamswijziging dateerde uit 1940). Onmiddellijk richtte Vos het Centraal Planbureau op en installeerde zijn partijgenoot Jan Tinbergen als directeur. Zijn ambitieuze wederopbouwplan leed echter schipbreuk, waarna het economische beleid tussen 1946 en 1952, onder de katholieke ministers Gerardus Huysmans (1946-1948) en Jan van den Brink (19481952), met krachtige hand op het oude spoor werd gezet: de overheid had zonder meer een belangrijke taak in de wederopbouw van het land, maar moest het particuliere bedrijfsleven vooral indirect steunen en stimuleren. In de jaren vijftig industrialiseerde Nederland in rap tempo, waarbij de industrialisatienota’s van EZ een beleidsmatig raamwerk boden. Het waren drie economen die als minister achtereenvolgens hun hand tekening onder deze nota’s zetten. Na Van den Brink waren dit de ARP’er Jelle Zijlstra (1952-1959) en de CHU’er Jan de Pous (1959-1963). Van directe planning vanuit het DG Industrialisatie was geen sprake. Het beleid was voorwaardenscheppend, door bijvoorbeeld industrieterreinen te bouwen, en stimulerend door investeringen te faciliteren via belastingaftrek en kredietverstrekking. Dit beleid kon zowel in de ministerraad als de Kamer op bredere politieke steun rekenen. Wel hield de overheid de lonen en prijzen in deze periode stevig in de greep om op die manier de concurrentiepositie van Nederland te verbeteren en de export aan te jagen. Op EZ volgde de directie Prijzen de prijsontwikkeling per productklasse nauwgezet. Waar nodig werd ingegrepen, al gaf het ministerie de voorkeur aan overleg met het bedrijfsleven. Stap voor stap vergrootte het ministerie de vrijheid van het bedrijfsleven. Dit kwam ook in de Prijzenwet van 1958 naar voren. MOOISTE WET In deze periode kwamen ook verschillende wetten voor het middenen kleinbedrijf (MKB) tot stand, een beleidsterrein dat politiek gezien veel minder aandacht dan prijzen en industrialisering trok en waarvoor tussen 1948 en 1989 steeds een staatssecretaris verantwoordelijk was. Vanuit ordeningsperspectief was vooral de Wet economische mededinging BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 SERIE 21 Stap voor stap vergrootte het ministerie de vrijheid van het bedrijfsleven INDUSTRIEPAUS Joseph Molkenboer tijdens de verhoren voor de RSV-commissie (WEM, 1958) belangrijk, waarin het kartelbeleid werd vormgegeven. Hoewel de overheid de instrumenten kreeg toebedeeld om prijsafspraken tussen bedrijven en monopolievorming tegen te gaan, bleef de bewegingsvrijheid voor het bedrijfsleven groot. Kartel- en monopolievorming hoorde bij het moderne economische leven, aldus Zijlstra. De minister noemde de WEM later zijn ‘mooiste’ wet. Het harmoniemodel, waarop de wederopbouw na de oorlog in grote mate was gestoeld, was in de loop van de jaren zestig gestrand. Lonen en prijzen stegen, inflatie stak de kop op en het aantal beleidsterreinen waarop de politiek met nieuwe welvaart- en welzijnsambities de pijlen richtte, nam sterk toe. Ook in het economische beleid was de aandrang groot om nieuwe doelstellingen na te streven. Dit kwam tot uiting in het regionale beleid, de spreiding van rijksdiensten en de selectieve investeringsregeling (SIR), waarbij investeringen in ‘oververhitte’ regio’s als de Randstad zou moeten worden tegengegaan ten gunste van achtergebleven gebieden. Het progressieve kabinet-Den Uyl (19731977), dat in deze verwachtingsvolle sfeer aantrad, werd echter na een halfjaar geconfronteerd met de oliecrisis. Het (dreigende) tekort aan aardolie zorgde allereerst voor allerlei crisismaatregelen zoals benzinedistributie, aanscherping van het prijsbeleid en invoering van de autoloze zondag. RECESSIE De sterke prijsstijging zorgde bovendien voor een wereldwijde recessie en wakkerde de inflatie aan. Voor sectoren zoals scheepsbouw en textielnijverheid, die al langer onder druk stonden door toenemende concurrentie uit het buitenland, namen de problemen hand-over-hand toe. Om banen te behouden ontstond een defensief industriebeleid waarbij EZ grote bedragen in verliesgevende sectoren pompte en waarvan directeur-generaal Joseph Molken boer als ‘industriepaus’ het symbool was. In dezelfde periode trok de directie Algemene Economische Politiek (AEP) op EZ steeds meer macht naar zich toe. Direct ressorterend onder de secretaris-generaal was AEP in 1952 opgericht als braintrust van het ministerie. Deze rol kreeg grote betekenis toen de economische problemen in de loop van de jaren zeventig toenamen en het keynes iaanse beleidsdenken onder druk kwam te staan. Onder secretaris-generaal Frans Rutten omarmde AEP de aanbodfilosofie: in plaats van het conjunctureel stimuleren van de vraag was de economie gebaat bij een structurele verbetering van het ondernemingsklimaat. Alleen via lagere loonkosten en hogere winstgevendheid konden groei en banen worden gerealiseerd. Deze macro-economische visie kreeg op EZ vorm in de ‘Nota selectieve groei’ van minister Lubbers. De zogenaamde WIR-regeling die hieruit voortkwam, leverde het bedrijfsleven tussen 1978 en 1988 meer dan 46 miljard aan fiscale vrijstelling op, met alleen al honderden miljoenen in het beruchte ‘WIR-weekend’. De jaren zeventig vormden de opmaat voor een nieuwe dominantie van EZ in de jaren tachtig en negentig. Dit bleek niet alleen uit de economische visie die de kabinetten in deze periode uitdroegen maar ook uit het feit dat de minister van EZ in de eerste kabinetten-Lubbers en

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 22 SERIE DE MINISTERIES het kabinet-Kok-II vicepremier was. Bovendien oefende AEP via de Centrale Economische Commissie (CEC) grote invloed uit op het interdepartementale overleg. Niet alleen was de machtige SG Frans Rutten voorzitter van de CEC, ook werden de vergaderingen door ‘zijn’ AEP voorbereid. Zo bevorderden en bewaakten de Rutten-boys van EZ in de jaren tachtig en negentig de neoliberale beleidslijn, met loonmatiging, exportbevordering, deregulering en privatisering als sleutelwoorden. KLIMAAT Tussen 2010 en 2021 werden in de kabinetten-Rutte voor het eerst weer (tijdelijk) nieuwe beleidsterreinen aan het ministerie van EZ toegevoegd. Dat ging in eerste instantie kort om Landbouw en in Rutte-III om het beleidsterrein milieu dat, omgedoopt tot Klimaat, werd overgeheveld naar EZ. Het is de vraag of deze toevoeging in het volgende kabinet wordt gehandhaafd. Het is een vraagstuk dat onlosmakelijk is verbonden met de wijze waarop de politiek in de komende jaren om zal gaan met heikele thema’s als kliLITERATUURLIJST J.A. de Bruijn, Economische zaken: Profiel van een ministerie (Den Haag 1989) P.E. de Hen, Actieve en re-actieve industriepolitiek in Nederland: De overheid en de ontwikkeling van de Nederlandse industrie in de jaren dertig en tussen 1945 en 1950 (Amsterdam 1980) Rob Hoppe, Economische zaken schrijft een nota: Een onderzoek naar beleidsontwikkeling en besluitvorming bij nonincrementeel beleid (Amsterdam 1983) Stephan Raes, Jarig van Sinderen, Pieter van Winden en Guido Biessen, ‘Het maken van economisch beleid: de rol van AEP in de afgelopen 50 jaar’, in: TPE (2002) 24:1, p. 7-50 Jeroen Touwen, Coordination in transition: The Netherlands and the world economy, 1950-2010 (Leiden 2014) bedrijfsleven gezet, waarbij ook EZ een actieve rol speelde. Het is dan ook zeer de vraag of de politiek erin zal slagen deze beeldvorming te doorbreken en integrale visie op economische groei, milieubeleid en klimaatverandering te ontwikkelen. De komende maanden zullen uitwijzen of die levensgrote taak primair tot het takenpakket van Economische Zaken en Klimaat (EZK) blijft behoren of niet. Deze paradigmaverandering zal het uiterste vragen van het ministerie. Hoewel het departement een voortrekkersrol had bij de nieuwe beleidsvisies in de jaren dertig, vijftig en zeventig, vraagt deze transitie het ongeclausuleerde streven naar groei, winst en werkgelegenheid los te laten. Of het DG Klimaat en Energie binnen de muren van het departement blijft of niet, deze fundamentele heroriëntatie zal sowieso op het bordje van de nieuwe minister liggen. maatverandering, stikstofproblematiek en energietransitie. In het verleden werden milieu- en klimaatbeleid steevast lijnrecht tegenover de belangen van de economie, de burger en het ADVERTENTIE * Jonne Harmsma is onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen en docent politieke geschiedenis aan de Univer siteit Utrecht

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 23 Een ambtenaar van het ministerie van FinanIN DE CLINCH ciën spaart een groot aantal reisdeclaraties op en dient ze dan in één keer in. Dat gebeurt minstens een half jaar nadat de reizen zijn gemaakt. Krijgt hij ze nog vergoed? REISKOSTENDECLARATIE WEL OP TIJD INDIENEN Op twee dagen in december 2018 dient Ewoud Vlonder*, werkzaam bij het ministerie van Financiën, dertig declaraties in voor gemaakte reiskosten over de periode 31 januari 2018 tot en met 28 augustus 2018. Totaal bedrag: 815 euro. Dat wordt gelijk met zijn salaris over december op zijn rekening gestort. Maar twee maanden later wijst de staatssecretaris deze declaraties alsnog af en wordt dit bedrag verrekend met de eerstvolgende salarisbetaling. De reden: Vlonder heeft de declaraties te laat ingediend. Dat moet gebeuren binnen drie maanden na de maand waarop het verzoek betrekking heeft. Nu hij niet binnen drie maanden na de gemaakte reis de kosten declareert, krijgt hij op grond van het Reisbesluit Binnenland de reiskosten niet meer vergoed. Maar Vlonder ontdekt nog een opening: in het Reisbesluit staat ook dat de minister van deze regeling kan afwijken als er ‘bijzondere’ omstandigheden zijn. Maar die ziet de rechtbank Oost-Brabant, waar het geschil al is beland, niet. Ook heeft hij niet aangetoond dat verschillende teamleiders op verschillende manieren omgaan met declaraties die te laat zijn ingediend, wat de staatssecretaris overigens betwist. Vlonder procedeert verder bij de Centrale Raad van Beroep. Die verwijst naar een eerdere uitspraak waaruit blijkt dat bij korte overschrijdingen van de indieningstermijn (vijf, zes maanden ‘te laat’) uitbetaling plaatsvindt op basis van de hardheidsControle vindt steekproefsgewijs plaats clausule. Deze werkwijze wordt nog steeds bij het ministerie gehanteerd en daarom moet de staatssecretaris – die niet heeft kunnen uitleggen waarom dit in Vlonders geval niet is toegepast – declaraties van dienstreizen die hebben plaatsgevonden binnen vijf tot zes maanden na indiening alsnog vergoeden. Dat deel heeft Vlonder nu binnen. Maar er liggen ook nog declaraties die ouder zijn dan zes maanden na indiening. Vlonder stelt met zijn declaratiewijze een spaarpot te willen maken – maar dat dit onder collega’s ‘gebruikelijk’ zou zijn weet hij niet hard te maken. Bovendien vindt de Raad dit sparen geen ‘bijzondere omstandigheid’. Verder wíst hij dat deze declaraties niet voor vergoeding in aanmerking ADVERTENTIE kwamen, omdat het P-Direkt-systeem bij te laat declareren de volgende melding geeft: ‘De reiskosten die u wilt declareren zijn langer dan drie maanden geleden gemaakt. Dit is een reden voor uw manager om uw reisdeclaratie af te keuren. Vul de reden waarom uw reisdeclaratie ouder is dan drie maanden in onder ‘Toelichting voor uw manager’.’ Vlonder doet dan een beroep op het vertrouwensbeginsel. Maar de Raad ziet nergens toezeggingen of andere uitlatingen of gedragingen waaruit Vlonder redelijkerwijs kon en mocht afleiden dat de declaraties zouden worden betaald. Dat andere ‘te late’ declaraties in het verleden wel zijn goedgekeurd, betekent niet dat deze ook worden geaccepteerd. Controle vindt steekproefsgewijs plaats of bij een bijzondere aanleiding. In dit geval was het bedrag dermate hoog dat achteraf controle heeft plaatsgevonden. Dat Vlonder de declaraties in december uitbetaald kreeg, wil niet zeggen dat dit definitief is. Volgens vaste rechtspraak mag een bestuursorgaan een gemaakte fout met terugwerkende kracht herstellen, zeker nu Vlonder redelijkerwijs had kunnen begrijpen dat het oorspronkelijke besluit onjuist was. De declaraties van dienstreizen die niet zijn gemaakt binnen vijf of zes maanden na indiening worden niet meer vergoed. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:948

24 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS Kerschoten gaat van het gas. De Apeldoornse jarenzestigwijk werd geselecteerd voor de tweede tranche van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW). Binnenlands Bestuur volgt de komende jaren de ontwikkelingen. In deel één: de zoektocht naar draagvlak onder de wijkbewoners. NIEUWE SERIE OVER AARDGASVRIJE WIJKEN EERST HET VERTROUWEN ONTWIKKELEN Kerschoten is een geliefde, een tikje vergrijsde buurt aan de noordrand van Apeldoorn. Grasvelden en vijvers omzomen de huurflats, de rijtjeshuizen en de enkele rij bungalows. De huizen zijn er nog betaalbaar. Op een steenworp afstand ligt zowel het winkelcentrum als Paleis Het Loo. Dat het een wijk is met veel mensen met lagere inkomens zie je niet in het straatbeeld terug. Geen vuil op straat, vrijwel overal nette tuinen. ‘De mensen zijn hier overwegend tevreden’, vat gemeentelijk projectleider Xandra van Lipzig de wijk samen. Kerschoten lijkt af – als die ene gaskwestie er niet was. De afgelopen jaren volgde Binnenlands Bestuur de energietransitie in het Purmerendse Overwhere. Een kleine honderd woningen gingen er met veel pijn, moeite en gemeentelijke inspanning van het gas: de eerste huizen van Nederland. Voor een

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 ACHTERGROND 25 ‘ Op de simpelste vragen heb je nog geen antwoord’ paar notoire ‘gasklevers’ in de buurt kwam er alsnog een duur gasnet light. Tijd voor een volgende serie. Kerschoten is een van de wijken die werd geselecteerd voor de tweede tranche van het Programma Aardgasvrije Wijken. Opschalen is hier het voornaamste leerdoel. De ruim 3.600 wijkbewoners moeten zoveel mogelijk worden aangesloten op een warmtenet, gevoed door een nabijgelegen rioolzuiveringsinstallatie van waterschap Vallei en Veluwe. Hoe krijg je de bewoners mee bij de ingrijpende operatie in hun dierbare wijk? ‘Sinds 2012 zijn we hier al bezig met verduurzaming’, verklaart Van Lipzig de gemeentelijke voorkeur voor Kerschoten. ‘Toen waren we een van de eerste wijken in Nederland waar werd onderzocht hoe je een wijkaanpak organiseerde. Er lag al een routekaart naar een energieneutrale wijk. Bijna de helft van de woningen is in bezit van wooncorporaties. Zij zijn de aanjagers van de transitie. Inmiddels hebben we een sterke organisatie en ook de bewoners erbij betrokken. Samen zetten we de schouders eronder.’ ENERGIEREGISSEUR Een van die wijkbewoners is Marjolein Tillema, die sinds 2014 door de gemeente voor twee dagen in de week als energieregisseur wordt ingehuurd ‘om bewoners in beweging te krijgen’. Dat liep goed, blikt ze terug. Wijkbewoners gingen in de beginjaren graag aan de slag. Er kwamen ruilbeurzen voor kleding en speelgoed, er werd geïsoleerd en bespaard. ‘Het kapstokje was duurzaamheid, maar dan in brede zin. In die tijd is er ook een zonnecoöperatie ontstaan, met twee collectieve daken. Veel buurtbewoners hebben daar panelen ingekocht.’ Gesterkt door dat enthousiasme organiseerde ze in 2018 een ambitieuze vervolgavond. Voormalig minister van Economische Zaken Wiebes had net aangekondigd dat de Groningse gaskraan dichtging. Tijd voor actie, vond Tillema. Kon Kerschoten niet van het gas af? ‘Ja’, lacht ze. ‘Xandra vroeg zich af of het in dat prille stadium van de energietransitie nou wel zo verstandig was, direct zo’n avond. Maar er kwamen maar liefst vijftig bewoners op af om erover te praten.’ Het is de spagaat waar niet alleen Apeldoorn maar vrijwel elke gemeente in belandt. Je wilt bewoners in een vroeg stadium betrekken bij de energieplannen, maar hoe doe je dat als er nauwelijks nog een plan ís? Daarmee stel je jezelf immers kwetsbaar op. ‘Dat klopt’, beaamt Tillema. ‘We hebben vorig jaar maart voor de bewoners van Kerschoten een informatieavond gehouden, omdat we de proeftuinaanvraag wilden doorzetten. Het zou raar zijn om dat plan niet vooraf in de wijk kenbaar te maken. Maar zoiets roept bij bewoners meteen vragen op. Pas hadden we een tweede, digitale bijeenkomst. Op de simpelste vragen van ongeruste wijkbewoners heb je nog geen antwoord. Zoals: wat gaat er nou in mijn huis gebeuren? Waar komt die warmte - wisselaar? Hoe gaat het buizenwerk lopen? We weten het gewoon allemaal nog niet.’ Zou het niet handiger zijn om als gemeente eerst een paar stappen vooruit te zetten, alvorens de burgers bij te praten? Nee, vindt Van Lipzig. Als voorbeeld van de Apeldoornse openheid geeft ze de warmtewerkgroep met zo’n vijftien betrokken burgers, waar ook Marjolein Tillema deel van uitmaakt. ‘Alles wat wij als gemeente in de projectgroep bespreken met de wooncorporaties, het waterschap, Liander en infrabeheerder Firan komt ook beschikbaar voor die werkgroep van burgers. Wel met de eis van vertrouwelijkheid, natuurlijk. Het moet niet zo zijn dat informatie zonder begeleidende context de wereld ingaat.’ BELANGRIJKE KWESTIES Het zijn belangrijke kwesties die de komende maanden op tafel liggen. Xandra van Lipzig: ‘We zitten nu in de ontwikkelingsfase. Eind volgend jaar hopen we die af te ronden met een principebesluit over de aanleg van het warmtenet. We hebben nu bijvoorbeeld nog geen warmteleverancier aan boord. Het selectieproces is recent opgestart, een Europese aanbesteding. Die is, als het goed is, begin volgend jaar voltooid. Dan zal de gekozen partij zich moeten verdiepen in de details van Kerschoten en haar aanbod formuleren aan bewoners en bedrijven.’ Hoe houd je als bewoners bij dit soort ingrijpende en ingewikkelde besluitvorming over je wijk de vinger aan de pols? Tillema: ‘Die warmteleverancier is voor bewoners een cruciale partij. Daar ga je straks immers je individuele energie-overeenkomst mee aan. En toch merk ik dat men bij de maandelijkse vergadering in de warmtewerkgroep denkt: het zal wel. Het abstractieniveau van het proces gaat veel wijkbewoners boven de pet.’ Ze vermoedt, zegt Tillema, dat gemeenten en overige betrokken partijen het belang van burgerparticipatie scherper zien dan een deel van de wijkbewoners in de werkgroep. ‘Die realiseren zich niet hoe belangrijk zij zijn. Ze zijn zich niet bewust van hun eigen belangrijke rol. Toch zit er ook veel kennis en kunde in de werkgroep, met name als het gaat om de zaken gerelateerd aan de eigen woning. Die kennis is onmisbaar voor het slagen van dit project.’ Hoe krijgt de gemeente de bewoners van Kerschoten straks mee aan boord? ‘Door het aantrekkelijke warmteaanbod’, reageert Van Lipzig. ‘We beseffen wel dat het niet alleen over geld moet gaan. We willen de bewoners ook zoveel mogelijk ontzorgen met maatwerkadviezen, toegesneden op hun huis. Dat ze precies komen te weten welke aanpassingen nodig zijn. We onderzoeken of we daarbij als gemeente een marktplaats kunnen inrichten waar de vraag van wijkbewoners en het aanbod van leveranciers elkaar ontmoeten. Het belangrijkste is dat we met elkaar vertrouwen ontwikkelen.’ Tillema: ‘En dat je als wijkbewoner de garantie krijgt dat het straks binnen warm genoeg is. Er zullen knopen moeten worden doorgehakt over de financiën. Je hebt de nieuwe energierekening, maar je moet als wijkbewoner ook een ander fornuis kopen en soms een bijdrage betalen voor de aansluiting van de afleverset. Als je iedereen in Kerschoten mee wilt nemen, ook mensen met een smalle beurs, zul je misschien alles moeten vergoeden. Dat is best veel geld.’ Van Lipzig: ‘Ons aanbod moet niet alleen financieel kloppen, maar ook sociaal. En ja, dat is op meerdere fronten voorlopig nog een zoektocht.’

Eén gezin, één plan, één Suite4Sociale Regie In het sociaal domein komt een probleem soms niet alleen. Hoe geef je inwoners dan de ondersteuning die ze nodig hebben? Hulpverlening aan gezinnen met meervoudige problematiek vraagt een geregisseerde aanpak vanuit meerdere disciplines. Op basis van één gezin, één plan en één regisseur. Daarvoor is er Suite4Sociale Regie, speciaal ontwikkeld voor samenwerking binnen multidisciplinaire teams, buurtnetwerken, zorg- en wijkteams. Suite4Sociale Regie biedt alle tools voor integrale hulp aan inwoners en hun omgeving. Zo krijg je samen grip op sociale regie.  Integraal klantbeeld  Regievoering en planvorming  Samenwerking in de keten  Van eenvoudige aanvraag tot complexe case  Flexibel in te richten Meer weten over de integrale aanpak van sociale regie? Bekijk het ebook op centric.eu/regie

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 ICT SPECIAL 27 ONDERZOEK IS BEWAPENING TEGEN CYBERAANVALLEN OP ORDE? 28 SPECIAL ICT DIGITALISERING VRAAGT OM BELEID SECUUR OMGAAN MET DATA PRIVACY GEGEVENSBESCHERMING MAG ONSJE MEER 33 STUREN MET DATA NOOIT ZONDER PUBLIEKE VERANTWOORDING 38 Gemeenten wapenen zich amper tegen cyberaanvallen, leert onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect. En er is meer te doen op data-gebied. De Autoriteit Persoonsgegevens constateert dat veel gemeenten een potje maken van gegevensbescherming. De Raad voor het Openbaar Bestuur roept gemeenten die willen sturen met data op om dat te doen met respect voor de publieke waarden.

28 SPECIAL ICT DOOR: ALEXANDER LEEUW EN SJOERD HARTHOLT BEELD: SHUTTERSTOCK Zoals gemeenten oefenen met brand, moeten ze ook oefenen met cyberaanvallen. Dat gebeurt weinig. Rekenkameronderzoeken leggen kritieke kwetsbaarheden bloot, maar ze worden weinig gehouden, leert nieuw onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect. Realiseert de gemeentelijke top zich wel hoe kwetsbaar gemeenten zijn? GEEN OEFENINGEN, DRAAIBOEKEN EN REKENKAMERONDERZOEKEN CYBERSECURITY: NOG VEEL WERK TE DOEN December 2020: nadat hackers vrij spel kregen om computernetwerken van de gemeente Hof van Twente te betreden, lag de dienstverlening lange tijd helemaal plat. De forensische rapportage vond veel tekortkomingen en privacydeskundige Brenno de Winter wees op tekortschietende sturing. Waar het een jaar eerder in Lochem fout ging en op het nippertje kon worden voorkomen dat de gemeente ten prooi viel aan ransomware, leed de gemeente Hof van Twente uiteindelijk een miljoenenschade. Sinds de geruchtmakende zaken zou het in gemeenteland alarmfase één moeten zijn als het gaat om digitale weerbaarheid. Toch is nog maar weinig te merken van die noodzaak, zo komt naar voren uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect waaraan 27 gemeenten deelnamen. Gemeenten nemen ondanks duidelijke waarschuwingen uit de praktijk weinig maatregelen tegen cyberaanvallen. Bijna de helft (45 procent) oefent niet met aanvallen van buitenaf en bij een aanzienlijk deel ontbreekt een draaiboek voor een digitale crisis. Slechts acht van de 27 deden rekenkameronderzoek in de afgelopen vijf jaar. Bij één op de vijf gemeenten is er geen draaiboek aanwezig voor het geval er een digitale crisis uitbreekt. Ook wordt duidelijk dat bij 11 procent het onderwerp cybersecurity niet structureel op de agenda bij B&W staat en de agendering hangt vaak af van de sturings informatie die in Hof van Twente tekortschoot. Dat veel gemeenten nog altijd niet oefenen met aanvallen van buitenaf, vindt De Winter Bijna de helft oefent niet met aanvallen van buitenaf ‘erg teleurstellend’. ‘Uit de antwoorden blijkt dat dit lang niet vanzelfsprekend is voor gemeenten. Sommige geven aan dit wel van plan te zijn, andere laten het volledig afweten. Dit past bij het beeld dat in plaats van een echte test de voorkeur wordt gegeven aan vrijblijvende bijeenkomsten waar iemand een toespraakje houdt.’ Hij trekt een vergelijking met ontruimingsoefeningen voor het geval er brand uitbreekt. ‘Je oefent ook jaarlijks een situatie met brand. Dan hoor je dit ook te oefenen, zodat je weet hoe het verloopt wanneer het mis gaat. Die ervaring is op die momenten onmisbaar.’ CYBERDREIGING Naast oefeningen met aanvallen van buitenaf, zijn ook andere extra maatregelen onder gemeenten nog geen gemeengoed. En dat terwijl digitale incidenten rondom gemeenten zich de afgelopen jaren in rap tempo opstapelden. Begin mei stelde de Autoriteit Persoonsgegevens de gemeente Hellevoetsluis nog onder verscherpt toezicht vanwege zorgen over de bescherming van gevoelige gegevens van inwoners. De Cyber Security Raad waarschuwde vorige week in zijn jongste rapportage voor toenemende cyberdreiging. Uit het rekenkamerrapport getiteld ‘Zo sterk als de zwakste schakel’ bleek in april dat de gemeente Utrecht met name van binnenuit zeer kwetsbaar is: het bleek eenvoudig de kantoorpanden te betreden en toegang te krijgen tot gemeentelijke systemen. Acht gemeenten, waaronder Utrecht, geven aan in de afgelopen vijf jaar dergelijk onderzoek naar informatiebeveiliging gedaan te hebben. Zeewolde leverde een uitzonderlijke prestatie: zowel van buiten als van binnen lukte het hacker-onderzoekers niet om ongeautoriseerde toegang tot het netwerk te krijgen. De Flevolandse gemeente is uitzonderlijk omdat bij de overige gemeenten die vergelijkbaar onderzoek deden van binnenuit wel kritieke kwetsbaarheden werden gevonden. Sommige denken dat gemeenten ‘gewoon’ hun beveiliging op orde hebben, omdat er in principe niemand fysiek binnen kan dringen. Maar uit de rekenkameronderzoeken blijkt dat vrijwel altijd toegang tot het gemeentehuis kan worden verkregen. Zelfs in Zeewolde, leren de ervaringen van de onderzoekers: ‘Tijdens de inlooptest is gebleken dat het mogelijk was om fysieke toegang te verkrijgen tot niet-openbare werkplekken en toegang te krijgen tot dossiers en toegang te krijgen tot dossiers en poststukken. Dit komt overeen met de ervaring van Hoffmann bij andere gemeenten. In de praktijk lukt het vrijwel altijd om tijdens een fysieke inlooptest binnen te komen.’ In Nijkerk bleek dat het interne netwerk ‘eenBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

n SPECIAL 29 Hoe vaak laten jullie de beveiliging testen en hoe doen jullie dat (in aantallen gemeenten)? Jaarlijks pentest Vaker pentest Geen pentest Jaarlijks pentest aker pentest Geen pentest Geen commentaar 0 5 Geen commentaar 12 3 5 6 10 15 15 20 Hoeveel budget is er jaarlijks voor testen van de beveiliging door pentesters/ethisch hackers? Hoeveel budget is er jaarlijks voor testen van de beveiliging door pentesters/ethisch hackers? Geen aparte cijfers Geen commentaar 18.000-20.000 eur Geen aparte cijfers Geen commentaar 18.000-20.000 euro 0 Is er in de afgelopen 5 jaar een r geweest naar informatiebeveiliging? Ja Nee Komt eraan Komt eraan 0 1 5 10 10152 15 20 Oefent de gemeente met simulaties van cybersecurityaanvallen? Oefent de gemeente met simulaties van cybersecurityaanvallen? Ja Ja Nee Gedeeltelijk Komt eraan Gedeeltelijk Komt eraan 0 Heeft de gemeente een draaiboek voor digitale crises? Ja Nee Gedeeltelijk Komt eraan Gedeeltelijk Komt eraan 0 3 2 5 10 510 15 15 20 20 6 Heeft de gemeente een draaiboek voor digitale crises? 16 2 9 5 10 101520 15 20 6 10 8 18 2 5 Is er in de afgelopen 5 jaar een rekenkameronderzoek geweest naar informatiebeveiliging? 10 510 15 15 20 20 6 17 17 Hoe vaak laten jullie de beveiliging testen en hoe doen jullie dat (in aantallen gemeenten)? voudig toegankelijk was voor iedereen die fysieke toegang heeft tot het pand’. ‘Meerdere kritieke kwetsbaarheden’ zijn aangetroffen. In een zin die de situatie voor Nijkerk misschien enigszins relativeert maar die de situatie voor overige gemeenten minder rooskleurig doet voorkomen, wordt over de interne kwetsbaarheid opgemerkt: ‘Dit komt overeen met de situatie die Hoffmann bij veel andere gemeenten aantreft. Nijkerk scoort op dit punt dan ook gemiddeld.’ Ook bij Breda, Leeuwarden en Noardeast-Fryslân werden grote aantallen kwetsbaarheden gevonden. Voor de duidelijkheid: het gaat hier om de acht van de 27 gemeenten die in het onderzoek aangaven in de afgelopen vijf jaar rekenkameronderzoek naar informatiebeveiliging te hebben gedaan. Zij lopen wat dit betreft voor op de rest. De Winter begrijpt echter wel dat er weinig rekenkameronderzoek wordt gedaan. ‘Rekenkameronderzoek naar cybersecurity is best ingewikkeld. Ik ben zelf functionaris voor de gegevensbescherming bij een aantal gemeenten. Dit soort thema’s vinden BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

VAN ONZE KENNISPARTNER

SPECIAL 31 ze ingewikkeld en eng. Het vergt kennis die er vaak niet is.’ Het gebrek aan technische kennis is een veel voorkomend probleem, ook bij besturen en gemeenteraden. Die moeten dus goed op de hoogte worden gehouden. Het is daarom niet ideaal dat ruim een derde van de gemeenten aangeeft dat informatiebeveiliging niet periodiek wordt geagendeerd of dat er vooral wordt vertrouwd op de ENSIA-beveiligingsaudits. De Winter schreef daar in zijn duidend rapport voor Hof van Twente over dat dit vanwege het hoge technische gehalte onvoldoende geschikt is als stuurinformatie. ‘Ik concludeerde al dat bestuurders echt niet in de smiezen hebben wat er gaande is in hun netwerken. Dit onderstreept het gewoon’, zegt hij nu. ‘ENSIA is heel nuttig maar het is niet een vrijbrief om te roepen dat je de zaak op orde hebt.’ PENETRATIETEST Een draaiboek voor een digitale crisis is bij gemeenten vaak niet aanwezig, zo blijkt verder uit de resultaten. Bij bijna een op vijf gemeenten ligt dit niet klaar. ‘Opvallend: zo’n draaiboek hadden ook Lochem en Hof van Twente niet toen bij hen een crisis uitbrak. In algemene zin ontbreekt het vooral bij kleinere gemeenten’, aldus de Winter. ‘En als je niet oefent met aanvallen van buitenaf, gaat dat draaiboek er ook niet komen. Je wilt een oefening draaien waarin alles in het honderd loopt, zodat er na afloop een gevoel ontstaat van: daar moeten we iets mee.’ Vrijwel alle gemeenten geven verder aan minimaal jaarlijks een penetratietest oftewel pentest te laten uitvoeren. Volgens De Winter is dat bij een stabiele situatie goed, zolang daarbovenop ook continu wordt gescand op veranderingen en gevoeligheden. Maar er kan naast een pentest meer worden gedaan. ‘Een pentest is vooral een gelegenheid om dieper in de beveiliging te graven.’ Inzicht in hoe aanvallen binnenkomen bij gemeenten, geeft het volgens hem niet. ‘Soms worden ze matig uitgevoerd. Om echt inzicht te krijgen dient er ook geoefend te worden met aanvallen van buitenaf.’ Dát er jaarlijks een pentest plaatsvindt, zegt dus niet alles. Het gaat om hoe diep en hoe lang er is gekeken. Daarom is er gevraagd naar het budget voor pentesten. Dertien gemeenten geven aan, soms verwijzend naar advies van de Informatiebeveiligingsdienst (IBD), dat deze informatie vertrouwelijk is en niet kan worden beantwoord. De IBD laat weten inderdaad gemeenten te hebben geGeheimzinnigheid wordt zo gekoppeld aan onkunde adviseerd geen informatie te geven over de budgetten voor pentesten omdat dat een uitnodiging zou kunnen zijn voor ‘talloze commerciële aanbiedingen’. ‘Hoezo kun je die vraag niet beantwoorden?’, reageert De Winter. ‘Een bedrag kan variëren, maar zegt niks over de uiteindelijke rapportages. Openheid van zaken geven hierover is juist belangrijk. Een volwassen organisatie kan prima verantwoording afleggen over deze vraag. Dat zij dit niet doen, rechtvaardigt bij mij de vrees dat er niet zo heel veel energie in wordt gestoken.’ Geheimzinnigheid wordt volgens hem zo gekoppeld aan onkunde, of vice versa. ‘Ze hoeven er niets over te zeggen en ze komen ermee weg. Ik heb bijvoorbeeld in mijn werk voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ervoor gezorgd dat de onderzoeken naar de CoronaMelder openbaar zijn gemaakt. Openheid en concreetheid gaan hand in hand. Als je dat niet kunt geven, dan moet je je zorgen maken.’ Hij verwijst hierbij naar het rekenkameronderzoek van de gemeente Utrecht, waar de kwetsbaarheden begin april zeer concreet werden gemaakt. ‘Je ziet het in hun beantwoording van de vragen in het onderzoek – ze zijn heel concreet in wat ze doen.’ ONVOLWASSEN GEDRAG Eén grote gemeente gaf bijvoorbeeld aan dat de zogeheten segmentering van het netwerk nog niet op orde is, maar dat hier wel aan wordt gewerkt. Het gevaar van slechte segmentering is dat je in één keer alles kwijt bent wanneer een partij binnen is. Vrijwel alle andere gemeenten gaven aan dat deze informatie ‘vertrouwelijk’ is of niet kon worden gedeeld volgens IBD-advies. De Winter: ‘Dan denk ik: leg eens uit waarom het je als gemeente kwetsbaar maakt? Als er al geen antwoord komt op deze vragen, hoed je dan maar voor de vragen die komen als het écht misgaat. Dit wekt een beeld alsof die gemeenten het maar gezeur vinden en zelf niet door hebben hoe kwetsbaar ze zijn.’ Besturen vinden het accepteren van kwetsbaarheid vaak nog moeilijk. De ethische hacker Wouter van Dongen vertelde in januari aan Binnenlands Bestuur dat zijn rapporten bij sommige organisaties leiden tot politieke spelletjes. Men gaat vingerwijzen en sommige werknemers krijgen een andere positie. ‘Ik snap dat ze geïrriteerd zijn, dat het lijkt alsof ze hun werk niet goed doen, maar daar gaat het niet om’, aldus Van Dongen. De Winter zei naar aanleiding van zijn duidend rapport over Hof van Twente uit mei dat het stilzwijgen van problemen nog veel gebeurt, dat hij bij partijen komt die niet met problemen naar buiten willen treden. ‘Dat is niet goed.’ Hij vindt het dan ook kwalijk dat veel gemeenten bij sommige vragen geen openheid van zaken geven. ‘Een belangrijk deel van informatiebeveiliging is verantwoording afleggen van wat je aan het doen bent en hoe je organisatie is ingericht. Daar zijn normen voor. Op geen enkele vraag in het onderzoek hoef je exact aan te geven welke maatregel er wordt genomen. Als je gecoördineerd gaat roepen dat dit de veiligheid in het geding brengt, moedig je onvolwassen gedrag aan. Wanneer je de antwoorden niet geeft , kun je deze ook niet aan een gemeenteraad geven. Het lijkt me verstandig dat gemeenteraadsleden van deze gemeenten in actie komen omdat dit een signaal is dat het wel eens niet goed kan zitten.’ Alle gemeenten werken hard aan hun informatiebeveiliging, laat de IBD in een reactie weten. ‘De voorbeelden in dit artikel zijn herkenbaar, maar het is een beetje selectief winkelen. Dit artikel wekt de schijn dat het bij gemeenten in het bijzonder slecht is gesteld, terwijl de maatschappij als geheel een been zou moeten bijtrekken. Gemeenten zijn transparant over hun incidenten en bestuurders zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheden rondom digitale veiligheid.’ De IBD benadrukt het belang van prioriteiten stellen: niet alles kan en zeker niet tegelijk. ‘Oefenen op incidenten is essentieel en daarom ontwikkelde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een Cyberoefenpakket.’ Verantwoording: voor dit onderzoek zetten Binnenlands Bestuur en AG Connect vragen uit bij 50 gemeenten en 27 van hen reageerden. Vanwege de gevoeligheid van het onderwerp zijn hun namen niet vermeld. Het onderzoek vond plaats in april. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: ROB ENGELAAR/ANP-HH ICT SPECIAL 33 Net als iedere andere organisatie moeten gemeenten voldoen aan de regels van de Algemene verordening gegevensbescherming. Maar het komt nog te vaak voor dat ze een potje maken van de privacy. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) vindt dat gemeenten beter hun best moeten doen. AUTORITEIT PERSOONSGEGEVENS MAANT GEMEENTEN TOT ACTIE ‘ BESCHERMING GEGEVENS MOET IN IEDERS HOOFD’ De gemeente Hellevoetsluis had dit jaar de twijfelachtige eer de eerste ge meente te zijn waar de Autoriteit Persoonsgegevens het toezicht verzwaarde. Na een onderzoek door de eigen rekenkamer bleek dat de gemeente niet genoeg deed om gevoelige informatie van haar eigen burgers te beschermen. Een eigen privacybeleid had de gemeente niet, en de regels werden meerdere keren overschreden. En de gemeente had beter moeten weten. In 2019 bleek dat Hellevoetsluis een datalek had in het eigen systeem; documenten en gegevens van burgers waren openbaar bereikbaar. In een eigen bekendmaking over het verzwaren van het toezicht noemde de AP Hellevoetsluis overigens niet bij naam. Dat was een bewuste keuze, zegt Monique Verdier, vicevoorzitter van de privacywaakhond. ‘We wilden met het bericht vooral een signaal geven: zorg goed voor de gegevens van de eigen burger. Neem het onderwerp niet pas serieus als het te laat is en je wordt geconfronteerd met een datalek of een hack.’ Maar de AP rolde ook even met de spierballen. De Autoriteit heeft sinds de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) bevoegdheden gekregen om in te grijpen als organisaties – dus ook overheden – zich niet houden aan de privacyregels. Verscherpt toezicht, waarbij een gemeente regelmatig moet rapporteren aan de AP, is daar één van. Maar er kunnen ook zware boetes worden opgelegd. Toch bestrijdt Verdier dat Hellevoetsluis als voorbeeld werd gesteld. ‘We hebben dat niet zomaar gedaan. Er is daar echt wat aan de hand.’ ONDUIDELIJKE GRENS Hellevoetsluis is beslist niet de enige gemeente waar de AVG, van kracht sinds 2018, nog niet heeft geleid tot een beter uitgewerkt privacybeleid. Vorige week bleek uit een onderzoek door de NHL Stenden Hogeschool dat gemeenten in het online volgen van de eigen burgers soms best ver gaan. Ze houden sociale media als Facebook en Twitter in de gaten om beter te anticiperen op ongeregeldheden bij demonstraties of speuren naar bijstandsfraude op Marktplaats. Daarbij wordt in een aantal gemeenten zelfs gebruik gemaakt van nepaccounts, bijvoorbeeld om toegang te krijgen tot besloten Facebookgroepen. Volgens de onderzoekers is de grens tussen wat wel en niet mag voor ambtenaren vaak onduidelijk. Verdier: ‘Gemeenten, of andere overheden, mogen mensen absoluut niet zomaar volgen. Alleen in uitzonderlijke gevallen en onder strikte voorwaarden is dat toegestaan. Wij kennen zo geen voorbeeld wanneer een gemeente dat wel zou mogen. In de meeste gemeenten wordt geen gebruik gemaakt van een protocol voor het online monitoren van burgers.’ De gevolgen van het verzamelen van persoonsgegevens of het lekken ervan kunnen groot zijn, zelfs als het op het eerste oog niet om heel gevoelige informatie gaat. Verdier: ‘Stel je eens voor dat een gemeente een mail over de aanvraag van een dakkapelvergunning heeft gelekt. Dat lijkt misschien geen gevoelige informatie, maar het kan wel gebruikt worden door een crimineel om zich bijvoorbeeld voor te doen als ambtenaar en de aanvrager op te lichten. En die gevoeligheid is nog veel groter als het om het sociaal domein gaat. In Finland werden ouders gechanteerd door criminelen nadat dossiers van de jeugdzorgorganisatie door een datalek waren bemachtigd. Gemeenten zetten de veiligheid van de eigen burger bovenaan. Als de riolering overloopt, dan komt men direct in actie. Dat moet ook gelden voor de digitale veilig‘ Veel FG’s hebben, naast hun rol als toezichthouder, vaak nog andere verplichtingen’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 SPECIAL 35 zijn over de belastingen. We leggen uit hoe we ermee werken, om te laten zien dat we wel degelijk fatsoenlijk met het geld van de burger omgaan. Voor de privacy geldt hetzelfde: fatsoen!’ heid. Als je goed zorgt voor de burger, zorg je ook goed voor zijn persoonsgegevens.’ DUBBELE PET Toch blijven veel gemeenten worstelen met de AVG. De nieuwe wetgeving stelt duidelijke regels, maar in veel gemeentelijke organisaties heerst het gevoel dat ze de beweegruimte van de gemeente beperken. Mag je nog wel overleggen met externe organisaties over specifieke zorgbehoevende burgers? Of met corporaties over overlastgevende inwoners? Die worsteling ziet Wilmar Hendriks, bestuurder van de stichting Privacy First, ook. ‘In veel organisaties, ook in de gemeentelijke organisatie, willen mensen gewoon hun taak goed en efficiënt uitvoeren. Als ze dan ineens worden geconfronteerd met de AVG, dan kost dat veel extra moeite. Dat wordt opgevat als tegenstrijdige regelgeving, maar dat is de verkeerde benadering. Uiteindelijk gaat het om bewustwording: we zijn er in de loop van de jaren aan gewend geraakt dat we naar de burger transparant Dat vergt een andere manier van denken over het inrichten van processen. Zowel Verdier als Hendriks wijzen erop dat bij het introduceren van nieuwe werkwijzen, tools en functies in de gemeentelijke gegevensverwerking vaak pas achteraf wordt nagedacht over de privacywetgeving. Maar ‘privacy by design’ moet het uitgangspunt worden. Hendriks: ‘Het zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens hoeft de efficiency helemaal niet in de weg te zitten. We hebben een gemeente geholpen met het trainen van leerplichtambtenaren om het invoeren van gegevens te beperken tot het strikt noodzakelijke. Uiteindelijk bleek dat het 10 procent van hun werktijd scheelde.’ Maar om te bepalen of, en op welke manier, persoonsgegevens kunnen worden gebruikt, moet de onafhankelijke Functionaris Gegevensbescherming (FG) een centrale rol hebben in de organisatie. Verdier: ‘Uiteindelijk zijn wij als autoriteit geen vraagbaak voor de gemeente. De FG moet intern toezicht houden op de naleving van de AVG. Maar dat betekent wel dat die in de juiste positie moet zijn om dat toezicht uit te oefenen, met rechtstreekse toegang tot het gemeentebestuur en de gemeentesecretaris.’ Aan die onafhankelijke positie schort het vaak. FG’s hebben vaker, naast hun toezichthoudende rol, nog een andere functie in de gemeente. Die dubbele pet is niet wenselijk, vindt de AP, omdat dat de onafhankelijkheid bedreigt. Ook woordvoerder Remco Groet van de Informatiebeveiligingsdienst voor gemeenten (IBD) merkt dat de positie van de FG in veel gemeenten moeilijk ligt. ‘Veel FG’s hebben naast hun rol als toezichthouder nog andere verplichtingen. Regelmatig moeten ze ook uitvoerende taken verrichten, of wordt hun taak door anderen opgevat als: ‘regel jij de privacy even’. Die verschillende petten maken het moeilijk om als onafhankelijke toezichthouder te werken.’ PERSOONLIJKE INFORMATIE Volgens Verdier moeten gemeenten zich er extra bewust van zijn dat ze met gevoelige gegevens werken. ‘Bij een bedrijf kun je kiezen of je er zaken mee doet, en of je persoonlijke informatie met ze deelt. Maar bij een gemeente heeft een inwoner die keuze niet. Het gaat er niet alleen om of je voldoet aan de AVG, het gaat ook om het besef dat privacy belangrijk is, dat werkprocessen worden bedacht met gegevensbescherming in ieders hoofd en dat er binnen de organisatie onafhankelijk toezicht is. Bescherming van persoonsgegevens hoort een belangrijk uitgangspunt van de organisatie te zijn, en de FG moet dat blijven toetsen en in een vroeg stadium betrokken worden. Als de Autoriteit Persoonsgegevens als toezichthouder moet optreden, ben je eigenlijk al een station te ver.’

38 SPECIAL ICT DOOR: ELISABETH VAN DEN HOOGEN De voortschrijdende digitalisering grijpt steeds meer in op het leven van burgers. Het openbaar bestuur moet private partners ter verantwoording roepen, vindt Martiene Branderhorst van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). En als gemeenten zelf gaan sturen met data, dienen ze dat te doen binnen publieke waarden. PUBLIEKE WAARDEN DOOR DATA ONDER VUUR DE MENS MOET IN BEELD BLIJVEN daarmee is het goed.’ Data-analyse biedt volop kansen, weet Branderhorst, ‘maar bespreek dus ook de mogelijke ongewenste effecten.’ IN GESPREK ‘We moeten veel meer gaan handelen vanuit publieke waarden. Techniek is niet beleidsneutraal, er zijn politieke keuzes nodig,’ zegt Martiene Branderhorst, lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur. ‘En de focus in het debat moet verschuiven. Het gaat nu vaak over de kansen van sturen met data, maar we moeten ons ook op de keerzijde richten.’ Branderhorst was voorzitter van de werkgroep die onderzoek deed voor het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ dat 28 mei verscheen (zie volgende pagina]. In haar presentatie eind mei tijdens het congres ICT & Overheid van Binnenlands Bestuur en iBestuur meldde Branderhorst een omslag te zien. ‘Jaren geleden werden bij overheden nog dataprodukten naar binnen gerold waar weinig over was nagedacht. De bewustwording over het belang van legitimiteit van het sturen met data komt nu wel op gang, al is er nog veel handelingsverlegenheid: hoe kan ik er in mijn gemeente op een goede manier aandacht aan besteden?’ Dat kan volgens Branderhorst door het gesprek te starten en daarbij de goede vragen te stellen: voor welk doel worden de data verzameld, is er geen bias in de dataset met kans op discriminatie, wie legt verantwoording af? ‘En vergeet ook niet te vragen of er voorzien is in menselijk contact om de uitkomst te duiden en eventueel te heroverwegen. Je kunt immers niet zeggen: het systeem draaide, dit was de uitkomst en De lijst met vragen die de Raad in het advies biedt, is geen afvinklijstje, waarschuwt Branderhorst. Overheden moeten volgens haar steeds in gesprek blijven, en werken aan een waardegedreven strategie. Zo is ze enthousiast over het ethisch beraad dat in Enschede is opgericht met gemeenteambtenaren, wetenschappers, ethici, experts en inwoners. Een dataproject met een ingewikkeld ethisch vraagstuk? Eerst beraad, om echt stil te staan bij de gevolgen, en dan pas aan de slag. Een voorbeeld van een waardegedreven strategie is ook te vinden in een manifest van de gemeente Nijmegen, dat is gemaakt samen met inwoners en instellingen. Hierin staan afspraken over publieke waarden. Een voorbeeld? ‘Wanneer de gemeente Nijmegen met een dataproject aan de slag gaat, zal het altijd een mens zijn die de duiding doet.’ In een vorige functie bij de gemeente Gouda nam Branderhorst het initiatief tot een datawerkplaats. Gouda werkte hierbij samen met andere gemeenten, de provincie Zuid-Holland, wetenschappers en experts. ‘Zeker de ‘ Bespreek de mogelijke ongewenste effecten’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

SPECIAL 39 goed was en of de inwoners er wat aan hadden. Nog een mooie opbrengst van de datawerkplaats: Het Data Deelkader. ‘Als je data deelt met een andere partij, een private partner of een instelling, wat betekent dat dan, wie is er verantwoordelijk voor, is er steun uit de top? Het Data Deelkader helpt de juiste vragen te stellen.’ SCHOLING universiteit kon ons helpen met reflectie en met expertise. We wilden geen dikke rapporten, maar instrumenten die ons handelen verder konden brengen.’ Een van de resultaten was een ‘datateamstart’. Aan de start van elk dataproject bekeek het team of er genoeg kennis en kunde in huis was, of de politiek goed was aangehaakt, de structuur en de legitimiteit Het samenwerken met de wetenschap is Branderhorst goed bevallen. Nu ze, behalve lid van de Raad, ook algemeen directeur stadsbeheer is bij de gemeente Den Haag, heeft ze wederom plannen om kennisinstellingen te betrekken bij datavraagstukken. Het helpt onder meer om de medewerkers de nodige kennis op te laten doen. Branderhorst raadt HR-afdelingen van overheden aan om meer werk van scholing te maken. En medewerkers moeten meebewegen: ‘Ik kom veel enthousiasme tegen, maar medewerkers vinden het ook spannend. Wat gebeurt er met mijn baan door al die technologische ontwikkelingen? Zelf denk ik dat het werk wel verandert, maar dat het niet minder wordt. Blijf leren, dan hou je genoeg werk.’ Binnen de gemeente Den Haag houdt Branderhorst zich bezig met de openbare ruimte, een wereld vol met data: ‘De riolering, verkeerslichten, afvalcontainers. Ook hierover ben ik weer vragen aan het stellen. Wat willen we? Hebben we de kennis en kunde? Verantwoorden we ons op een goede manier, weten we wat er gebeurt met de data die we delen?’ Het delen van data tussen overheden en externe partners vraagt trouwens om extra aandacht. In het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ roept de Raad het openbaar bestuur op om de rol als opdrachtgever steviger in te vullen. Branderhorst: ‘Als je gaat samenwerken met private partijen, moet je duidelijk maken wat je belangrijk vindt bij het gebruik van data. Bijvoorbeeld dat je wilt dat iedereen op dezelfde manier behandeld wordt, dat het transparant is wat je doet en hoe de algoritmes werken. Je moet het afspreken, ook contractueel, en je moet toetsen of het gebeurt.’ Bij de gemeente Den Haag houdt een wethouder zich actief bezig met digitalisering en datahuishouding. Dat is nog niet overal het geval, vandaar de aanbeveling in het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ om politieke portefeuilles te creëren. Op landelijk niveau zou er een permanente commissie in de Tweede Kamer moeten komen voor digitale zaken en datahuishouding en een ‘bijpassende’ minister. De dataminister legt dan verantwoording af in een data-jaarverslag. Dezelfde adviezen gelden voor lagere overheden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

SPECIAL 41 TIJD VOOR MEER TEGENMACHT Onafhankelijke toezichthouders, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens, moeten een steviger positie krijgen en meer capaciteit om daadkrachtig te kunnen optreden tegen techbedrijven. Voor meer tegenmacht is ook extra wetgeving nodig. ‘Momenteel zijn er maar beperkte mogelijkheden om techbedrijven publiekelijk ter verantwoording te roepen en ze, indien nodig, sancties op te leggen die ook echt pijn doen’, zo schrijft de Raad voor het Openbaar Bestuur in het rapport ‘Sturen en gestuurd worden’ dat op 25 mei verscheen. Volgens de Raad is de huidige ontwikkeling van de digitalisering er een van ‘disruptieve proporties’. En het openbaar bestuur staat daarbij op grote achterstand. ‘Wat weten we over deze machtige spelers, over hun werkwijze en over hun motieven?’ In het rapport staat de transparantieparadox treffend beschreven: ‘Partijen die sturen met data weten steeds meer over burgers, maar burgers weten steeds minder over hen.’ Het is de hoogste tijd de ‘black box’ van techbedrijven te openen, vindt de Raad. Maar het probleem is dat democratische organen als de Tweede Kamer en gemeenteraden private bedrijven niet kunnen dwingen om publieke verantwoording af te leggen over hoe zij sturen met data. ‘Door hun private karakter voelen ze zich daartoe ook niet verplicht of geroepen.’ Wellicht is het een kwestie van tijd. Het valt de Raad namelijk op dat private partijen in het buitenland steeds vaker worden opgeroepen om zich te verantwoorden, zoals Facebook en Amazon bij de Europese Unie. In Nederland zouden in elk geval de onafhankelijke toezichthouders hierin een stevige rol moeten vervullen, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens en de Autoriteit Consument en Markt. Om hen in staat te stellen private partijen met gezag ter verantwoording te roepen, bij bijvoorbeeld privacygevoelige zaken, zijn volgens de Raad wel meer bevoegdheden nodig en meer medewerkers. Bij de Autoriteit Persoonsgegevens is dat laatste onlangs toegezegd door de Tweede Kamer: het aantal medewerkers zal in 2022 ruim verdubbelen. De Europese Unie is overigens niet alleen bezig om techgiganten zich publiekelijk te laten verantwoorden over hun data-activiteiten, er is ook een strengere juridische aanpak in de maak. Zo gaan twee recente wetsvoorstellen van de Europese Commissie over het beperken van de machtspositie van grote techbedrijven. En er ligt een voorstel voor een Data Governance Act. De Act moet het delen van data tussen landen en sectoren gemakkelijker maken, maar biedt ook meer bescherming aan burgers en bedrijven en meer zeggenschap over het gebruik van hun data. De Raad beveelt het openbaar bestuur in Nederland aan om bij deze juridische ontwikkelingen aan te sluiten en er inspiratie uit te halen. In ieder geval ‘dienen bestuurders en volksvertegenwoordigers het juridisch kader te versterken om transparantie en een open cultuur van verantwoording af te dwingen’. DRINGENDE OPROEP In haar rapport benadrukt de Raad de urgentie. Het is geen gebruikelijk advies, zo is te lezen, maar een ongevraagd rapport met een dringende oproep om snel aan de slag te gaan met ‘publieke verantwoording’. De lat ligt hoog, volgens de Raad, omdat er een forse kennisachterstand is vergeleken met de kennis bij techbedrijven. Bovendien is voor het juiste politieke debat niet alleen kennis nodig over data-technologie, maar ‘ook over het inbedden van publieke waarden en doelen in het ontwerp van technologie’. Het geïntroduceerde Data Debat Denkkader, een ‘ Begin gewoon eens met een project’ handreiking met concrete vragen, is een van de instrumenten om het openbaar bestuur daarbij op weg te helpen. ‘Maak het niet te groot.’ Zo luidt het relativeADVERTENTIE en presentere Succes met Europa! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 ● Waar moet uw project aan voldoen ● Gaat u voor één project of twee tegelijk? ● Welke Europese subsidieprogramma’s zijn er? ● Welke samenwerkingspartners kiest u? ● Wie is uw contactpersoon in Brussel? ● Welke ondersteuning kunt u krijgen? informatie en aanmelden succesmeteuropa.nl 24 juni 2021 rende advies van Branderhorst aan mensen in het openbaar bestuur die aan de slag willen met publieke verantwoording. ‘Begin gewoon eens met een project. Kijk in je eigen context: is mijn gemeente of mijn ministerie bezig met een dataproject of een digitaliseringstraject? Stel daar dan vragen over, over wat het doel is, wat het voor burgers oplevert, welke gegevens met externe partijen worden uitgewisseld en of er genoeg kennis en kunde en capaciteit is. Een eenvoudige interventie, maar ik ben ervan overtuigd dat je daar een aantal vraagstukken uithaalt waar je verder mee kunt.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 livestream

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 42 SPECIAL ICT FOTO: SHUTTERSTOCK KANSEN VAN ICT ESSAY KOSTEN EN De opkomst van digitalisering en data biedt publieke organisaties waardevolle mogelijkheden. Van scanauto’s voor parkeercontroles tot e-loketten. Ict en informatievoorziening verschuiven steeds meer van overhead naar primaire functies: van het ondersteunen van ambtenaren naar uitvoering van taken. Maar gek genoeg moeten ict-verantwoordelijken volgens Mark Huijben, Johan Posset en Jeroen Wismans praten als Brugman voor extra budget. Een rondgang langs gemeenten leert dat de ict-kosten onder een vergrootglas liggen. Het gesprek over het belang ervan ontaardt snel in een Babylonische spraakverwarring. Er is behoefte aan een helder verhaal over de bijdrage van ict aan maatschappelijke opgaven, onderbouwd met cijfers. ‘Het is moeilijk de juiste woorden te vinden. Of het is niet concreet genoeg. En als ik het concreter maak, is het te technisch’, verzucht een CIO. We zitten met zeven hoofden ict in een digitale leerbijeenkomst van Vensters voor Bedrijfsvoering. De spraakverwarring ontstaat vooral doordat het onderscheid tussen ict en primaire processen vervaagt. Ict is integraal onderdeel van dienstverlening en bedrijfsvoering, wat de sturing erop bemoeilijkt. ‘Ons wordt gevraagd aan de business uit te leggen waarom we meer middelen nodig hebben, om iets te ondersteunen waar ze zelf om hebben gevraagd.’ De afweging tussen het met of zonder digitale middelen uitvoeren van een proces vereist partnerschap tussen ict en de business. Maar angst speelt een rol: gaat digitalisering ten koste van banen? ‘Je zit toch met de kalkoen het kerstdiner te bespreken.’ Het management moet het voortouw nemen, met een belangrijke rol voor HR. Het gaat vooral om het werven en ontwikkelen van medewerkers qua digitale vaardigheden en om veranderbereidheid. De samenwerking tussen IT en HR is vaak nog niet optimaal: ‘Als IT-manager denk ik soms, ben ik nu voorloper of Don Quichot?’ Het gevolg is dat dominant wordt gestuurd op kosten, niet op de waarde van ict. Die waarde moet veel duidelijker worden gemaakt in nauwe samenwerking tussen ict’ers en medewerkers in het primaire proces. Dat vereist heldere taal over de ontwikkeling van de organisatie als geheel, met ict en data als onlosmakelijk onderdeel daarvan. Het vraagt om het gezamenlijk onder de loep nemen van processen. Het management moet sturen op zowel de ict- als de HR-kant, om te waarborgen dat de gemeente met haar tijd meegaat en van waarde blijft voor burgers en bedrijven. PRODUCTIEFACTOR De nadruk op kosten gaat voorbij aan de digitale transformatie van gemeenten. Steeds meer wordt ict een productiefactor, een proces dat al langer gaande is in andere sectoren als banken en webwinkels. Tussen 2016 en 2020 zijn de apparaatskosten van gemeenten gestegen van 622 naar 736 euro per inwoner. De ict-kosten stegen net iets sneller: van 63 naar 86 euro per inwoner. Het aandeel ict in de apparaatskosten nam toe van 10,1 procent in 2016 tot 11,6 procent in 2020. We zien dus een kleine verschuiving van arbeid naar ict, maar minder dan verwacht. En de toename van ict-kosten gaat als verwacht gepaard met een lagere overhead. Dat roept vragen op. Moet je niet ruimhartiger zijn als het gaat om ict-investeringen? En juist strakker sturen op de apparaatskosten als geheel? Interessant is dat de werkgelegenheid bij gemeenten in dezelfde periode met 8 procent is toegenomen. De angst dat werk verdwijnt, is dus onterecht. Wel verandert het werk. ‘We wilden een manager digitale evenementen gaan werven. Waarop ik zei: maar we hebben toch al een evenementenmanager? Laten we die dan bijscholen.’ Dat beeld sluit aan bij de constateringen van het A&O fonds Gemeenten: hoewel de technologische ontwikkelingen snel gaan, verloopt de digitale transformatie langzamer dan verwacht. Ook is de impact op de arbeidsinhoud en werkgelegenheid minder ingrijpend dan gedacht. Bij gemeenten verdwijnt het routinematig werk in de publieke dienstverlening. Verwacht wordt dat dit ook zal gebeuren bij andere klantcontactcentra en financiële administraties. Tegelijkertijd is te zien dat er complexer werk voor terugkomt, waarvoor meer vaardigheden nodig zijn. Nieuwe functies in klantcontactcentra zijn volgens het A&O fonds die van communitymanager, contentregisseur, programmeur en chatbotspecialist. Het werk van beleidsmedewerkers verandert doordat zij meer datagedreven gaan werken. En er ontstaan nieuwe banen, bijvoorbeeld op het terrein van data-analyse, algoritmegebruik, digitale ethiek en cybersecurity. BELANGRIJKE TRENDS Achter de stijgende ict-kosten in de afgelopen jaren gaan belangrijke trends schuil. Zoals de digitalisering van de dienstverlening aan burgers (e-formulieren, zaaksystemen, DigiD, koppeling met backoffice) en digitalisering van de manier van werken: de

SPECIAL 43 papierstroom wordt vervangen door digitale processen. Covid heeft dat proces versneld. Deze trend versterkt het plaats- en device-onafhankelijk werken. Er is ook sprake van een toename van functies op het gebied van privacy en beveiliging: privacy officer, security specialist, CIO/CISO, functionaris gegevensbeheer. Daarnaast zie je de opkomst van datafuncties: in datalabs worden maatschappelijke vraagstukken opgepakt. Data worden steeds meer los van applicaties beheerd. Dat vraagt om standaardisering van gegevensbeheer. En eveneens is er een toename van software-as-a service en cloudsoftware waarneembaar. Software vormt dan ook een steeds groter aandeel in de totale ict-kosten. Tot slot zien we de trend van het verbeteren van de informatievoorziening tussen organisatieonderdelen en het beter inrichten van informatieprocessen, onder andere door een cio-office. Gemeenten geven zelf aan nog een flinke slag te moeten maken in hun digitale transformatie. Feitelijk ondergaat elke medewerker die nu vooral individueel. De ict en informatievoorziening bieden elke functie weer andere mogelijkheden om het werk beter in te richten, of het nu gaat om de vergunningverlener of de financieel controller. VERBETERPLANNEN Laten we het, in groter verband, eens bezien voor de gemeentelijke afdelingen. Wij vroegen de ict-verantwoordelijken om zo helder mogelijk hun belangrijkste verbeterplannen uiteen te zetten en welke waarde die hebben voor medewerkers en burgers. De nadruk lag bij hen tot dusverre op de digitale dienstverlening en op privacy. Informatiegestuurd werken, gegevensmanagement en digitale vaardigheden van medewerkers hadden een lagere prioriteit. Investeringen zijn zowel gericht op de dienstverlening aan de burger als op het verbeteren van interne processen. Gemeenten leggen de lat hoger, vooral omdat ze nog veel mogelijkheden zien voor verbetering. In het fysieke domein ligt de nadruk vooralsnog op het realiseren van wettelijke vereisten, zoals het aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Dat moet sneller duidelijkheid geven over vergunningsaanvragen, op basis van betere informatie. Daarnaast draait het in het dit domein om betere informatie voor het beheer van de openbare ruimte. Bijvoorbeeld veeg‘ De ict-kosten per inwoner zullen blijven stijgen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

Advertorial Zelfs de meest ervaren ict’er kan slachtoffer worden van een digitale aanval                                                  Slechts 27% van de medewerkers maakt zich zorgen over cybercrime Ten onrechte, want in 2019 is ruim 25% van alle bedrijven                                                                               meer doen? Altijd optimaal beschermd                                                                              Houd werk en privé gescheiden                                                                   

SPECIAL 45 ‘ De angst dat werk verdwijnt, is dus onterecht. Het werk verandert wel’ JOHAN POSSETH MANAGEMENTADVISEUR VENSTERS VOORBEDRIJFSVOERING/ PARTNER DATABEDRIJF KURTOSIS JEROEN WISMANS MANAGEMENTADVISEUR VENSTERS VOOR BEDRIJFSVOERING / VNG REALISATIE de hoge kosten die daarmee gepaard gaan. Qua bedrijfsvoering richten gemeenten zich op het digitaliseren van financiële en HR-processen. Meer transparantie, betere sturingsmogelijkheden en lagere kosten zijn het doel. Ook moeten basis- en kerngegevens beter worden ontsloten voor datagedreven werken. Gemeenten werken aan het verbeteren van digitale vaardigheden, om zo de aansluiting tussen mens en techniek te versterken. Ze investeren in voorzieningen die het plaats- en device-onafhankelijk werken ondersteunen. Dat stelt extra eisen aan informatieveiligheid en privacy, die tegelijk worden meegenomen. Verder werken gemeenten aan een veilige en uniforme gegevensuitwisseling met ketenpartners op basis van Common Ground. MARK HUIJBEN MANAGEMENTADVISEUR VENSTERS VOOR BEDRIJFSVOERING EN AUTEUR ‘HOE WORD JE DE BESTE OVERHEIDSORGANISATIE?’ machines die bijhouden wanneer welke straat moet worden geveegd. Bij de gemeentelijke klantcontactcentra gaat het om het van begin tot eind digitaliseren van processen en om het realiseren van digitale identificatie. In het sociaal domein is het centrale doel de kosten te beheersen en beter aan de hulpvragen te voldoen. Dat vereist veel meer inzicht bij gemeenten dan er nu is. Daarnaast willen gemeenten een aantal interne processen beter regelen. Om zo incidenten en datalekken te voorkomen, alsmede OVERHEAD Kosten en waarde zijn gedetailleerd te kwantificeren, ook op een hoger abstractieniveau. Er vindt een verschuiving plaats van arbeid naar ict. Goede ict leidt ertoe dat het werk minder tijd kost en beter verloopt. Dat maakt het zinvol om een aantal algemene indicatoren te volgen, zoals de tevredenheid van burgers, medewerkerstevredenheid, de tevredenheid over ict en bedrijfsvoering, de apparaatskosten en het percentage overheadformatie. Dat laatste zal als het goed is verder afnemen, doordat ict steeds meer taken van mensen overneemt. Dankzij ict kunnen medewerkers zaken zelf afhandelen, waar in het verleden ondersteuning van bijvoorbeeld een administratief medewerker nodig was. Bij elke indicator is naast het cijfer ook het ADVERTENTIE verhaal erachter belangrijk. De totale apparaatskosten worden immers beïnvloed door andere factoren, zoals extra taken. En de overheadkosten nemen niet alleen af door digitalisering, maar kunnen ook toenemen door extra kwaliteitseisen. De waarde van ict-investeringen moet helder worden gekoppeld aan de doelen en maatschappelijke opgaven van de organisatie als geheel. Wat wil een gemeente bereiken voor de burger en de samenleving? En hoe kan zij ambtenaren optimaal ondersteunen en processen efficiënter maken? Niet onbelangrijk, aangezien 80 procent van de apparaatskosten bestaat uit personele kosten. Dat vereist een helder verhaal, in elk geval voor de belangrijke gemeentelijke domeinen: het sociaal domein, het fysiek domein, het klantcontactcenter en de dienstverlening. En voor de eerdergenoemde bedrijfsvoeringaspecten. Het vereist ook een onderbouwing met de zojuist genoemde cijfermatige indicatoren. De ict-kosten per inwoner zullen blijven stijgen, net als het aandeel ict-kosten in de totale apparaatskosten. Dat kan aanvaardbaar zijn, zolang we deze kosten goed blijven monitoren en benchmarken. Het vereist samenwerking tussen ict, HR en de business. En het moet worden gemanaged. De productiefactor ict moet een vast onderdeel worden van programma’s, naast geld en mensen. Dit essay kwam tot stand op basis van ictleersessies met Almelo, Breda, Delft, Doetinchem, Haarlemmermeer, Helmond en Den Bosch vanuit Vensters voor Bedrijfsvoering. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

INGEZONDEN MEDEDELING

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 DOOR: SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK EUROPA ACHTERGROND 47 Verplicht is het niet, gewenst wel: elke gemeente zou met haar inwoners in debat moeten gaan over de toekomst van Europa. De grote zorg is of er straks echt wat met de uitkomsten evan gebeurt. OM EUROPA DICHTER BIJ DE BURGER TE BRENGEN WENS: EU-DEBAT IN ELKE GEMEENTE Gemeenten en regio’s zijn onmisbaar om de burger te bereiken met de Europabrede Conferentie over de Toekomst van Europa. Daardoor, zo is de achterliggende gedachte, zou de Europese Unie (EU) democratischer moeten worden. Maar veel gemeentelijke actie is nog niet te zien, bevestigt Overijssels gedeputeerde Eddy van Hijum (CDA, Economische Zaken). ‘Sommige bestuurders kijken je nog wat glazig aan als je met hen praat over de Conferentie over de

48 ACHTERGROND EUROPA Gedeputeerde Van Hijum wil mkb-ondernemers meenemen naar Brussel Toekomst van Europa’, zegt hij. En zonder betrokkenheid van het lokale en het regionale niveau lukt de oefening in democratie die de Conferentie over de Toekomst van Europa moet zijn, niet, vindt president Apostolos Tzitzikostas van het Comité van de Regio’s (CvdR). Hij roept gemeenten op er werk van te maken, via bijvoorbeeld burgerdialogen in de tweede helft van dit jaar. Van de bijna zeshonderd evenementen die in de tweede helft van mei op het platform van de Conferentie staan, waren er tot op het moment van schrijven van dit artikel vijf in Nederland gepland. Die worden allemaal georganiseerd door maatschappelijke organisaties; lokale en regionale overheden ontbreken nog. Delegatieleider van de Nederlandse delegatie in het CvdR en burgemeester van Hof van Twente, Ellen Nauta, laat weten dat er momenteel ‘hard wordt nagedacht’ over lokale evenementen zoals burgerdialogen. Wat opvalt is dat het kabinet participatie door gemeenten aan de Conferentie tot dusver niet promoot. In de Kamerbrief over de Conferentie die het kabinet in april naar de Tweede Kamer stuurde wordt met geen woord gerept over de rol die gemeenten kunnen pakken. Nauta kwalificeert dat als ‘een gemiste kans’. Gemeenten hadden eerder namelijk juist aangegeven een rol te kunnen spelen vanwege hun lokale netwerken. De conferentie is volgens haar belangrijk omdat de EU zich eens in de zoveel tijd opnieuw moet uitvinden. ‘Mede door de pandemie en de grote digitale en groene transities zijn in de verschillende lidstaten een aantal belangrijke vragen gesteld: welke bevoegdheden moet de EU hebben? Wie neemt welk besluit in de EU? Hoe democratisch is de EU? En waar liggen de grenzen? Dan is het een goede ambitie om daarover eerst een breed gesprek te starten. Tegelijk is het dan de kunst dat gesprek te voeren op plekken waar het er echt toe doet. En dat is waar de Europese Unie met de voeten in de klei staat: gemeenten, provincies en regio’s.’ VER VAN HET BED Gedeputeerde Van Hijum heeft voor in zijn provincie al concrete plannen. Hij wil Overijsselse mkb-ondernemers beter bij Europa betrekken. Vaak hebben ze geen idee wat de EU voor hen kan betekenen als het gaat om subsidies en grensoverschrijdende samenwerking, zegt hij. CvdR-lid Van Hijum wil daar verandering in brengen door met hen in gesprek te gaan en hen ook in het najaar mee te nemen naar Brussel. Tegelijk snapt hij dat zijn collega-bestuurders de Conferentie een ver-van-hun-bedshow vinden. De Conferentie is in zijn woorden nogal ongericht. ‘Juist daarom maak ik het concreet door mij te richten op een specifiek deel van mijn portefeuille.’ De grote uitdaging van de Conferentie is hoe de burger meer bij de instituties en het EU-beleid te betrekken, zegt ook Gonny Willems, directeur van Studio Europa Maastricht. In Studio Europa werken de universiteit van Maastricht, de gemeente Maastricht en de provincie Limburg samen om burgerdialogen en de wetenschap samen te brengen rondom Europese samenwerking. ‘Het betrekken van de tussenlaag van gemeenten en provincies is daarvoor onmisbaar’, aldus Willems De Conferentie moet gaan over een weerbare Europese democratie met participatie van de burger en een goede verantwoording van politici en bestuurders, meent ze. Eeuwige debatten over meer of minder Europa, wat Europarlementariër Michiel Hoogeveen (JA21) onlangs in De Telegraaf suggereerde, of over de vestigingsplaats van het Europees Parlement in Straatsburg waar PvdA-Euroafgevaardigde Vera Tax vanaf wil, passen daar minder in meent Willems. Over die eeuwige debatten zegt ze dat mensen natuurlijk sceptisch mogen zijn, maar niet cynisch. Want met cynisme breng je geen werelden bij elkaar en dat is wat zij graag wil met Studio Europa. MEERTALIG Studio Europa loopt zich warm voor de Conferentie, net zoals meer lokale en regionale overheden en maatschappelijke organisaties in de EU. ‘Het gaat ons om het verbinden van de lokale en regionale dimensie met de Europese dimensie. Dit door Europese thema’s als digitalisering en de Green Deal te verbinden aan de lokale situatie.’ In Maastricht staat op 1 juli het eerste event gepland in samenwerking met het CvdR: Werkplaats Europa. Studio Europa brengt dan wetenschappers, beleidsmakers, het maatschappelijk middenveld en politici bij elkaar. Dat gebeurt door gesprekken via de zogeheten open space‘Het betrekken van gemeenten en provincies is onmisbaar’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 ACHTERGROND 49 methode, waarbij gesprekspartners samen de onderwerpen bedenken en ook samen bepalen hoe die worden besproken. Later in het jaar en in het voorjaar van 2022 zal Studio Europa aandacht besteden aan het dertigjarig bestaan van het Verdrag van Maastricht, dat werd ondertekend in 1992. En bij die activiteiten komt de Conferentie eveneens ter sprake. Studio Europa organiseert dat soort bijeenkomsten vaker. In 2019 vond bijvoorbeeld het Spitzen-kandidatendebat plaats, in de aanloop naar de Europese verkiezingen. In de zaal waren duizend mensen aanwezig en buiten bij de videoschermen stonden nog eens duizend mensen. Dat debat was in het Engels. De uitdaging van deze tijd wordt het om de dialogen meertalig te maken, zegt de Bertelsmann Stiftung. De Duitse denktank die het CvdR ondersteunt, heeft daar al ervaring mee in de EU, waaronder in Den Haag. De stichting werkt al jaren aan concepten om de burger meer bij de Europese Unie te betrekken en die methodes komen ook online beschikbaar, zegt projectmanager Dominik Hierlemann. De Bertelsmann Stiftung gaat tien tot twintig regio’s en gemeenten ondersteunen met experimenCOLUMN JAN VERHAGEN MOOIE WOORDEN Of de gemeenten willen of niet, ze moeten de taken uitvoeren die het rijk hun oplegt. Daar bestaat een mooi woord voor: ‘medebewind’ – al zie ik daar niets ‘mede’ in. Er zijn ook taken waartoe het rijk zichzelf heeft verplicht. Daar bestaat echter geen mooi woord voor. Wat voorbeelden van verplichte taken die het rijk zelf moet uitvoeren: het rijk moet zorgen voor voldoende juffen en meesters op school, zodat al onze kinderen goed les krijgen. Het rijk moet zorgen voor onze defensie. En voor voldoende politie, zodat we veilig over straat kunnen. Er moeten voldoende ziekenhuizen zijn, met voldoende bedden en goed opgeleid personeel. Voldoende tandartsen. We moeten ons rijbewijs kunnen verlengen. De belastingdienst moet goed functioneren, zodat niemand te weinig betaalt – en ook niemand te veel. De automatisering van het rijk moet tiptop zijn, zodat we veilig onze privégegevens bij het rijk kunnen achterlaten. Het rijk moet zorgen voor voldoende woningen. Asielzoekers moeten snel te horen krijgen of ze mogen blijven of niet. Verdachten moeten snel een vonnis krijgen – ook prettig voor de slachtoffers. En de Tweede Kamer moet dat allemaal kunnen controleren. Maar helaas. Op al deze punten heeft het rijk de afgelopen jaren compleet gefaald. De achterstanden zijn alleen maar opgelopen. Wel zijn er de afgelopen vier jaar bij het rijk 28 procent meer communicatiemedewerkers gekomen. Dus hoe reageert het rijk op zijn falen? Meer mooie woorden, maar geen daden. Acceptatie. Want te weinig budget. Geldgebrek wordt aanvaard als reden voor het falen. Maar o wee als een gemeente zich niet houdt aan een medebewindstaak! Dán weet het rijk heel goed wat een verplichting inhoudt. Dan wordt er strak gehandhaafd. O ‘ Geldgebrek wordt aanvaard als reden’ wee als een gemeente geen huishoudelijke verzorging meer wil geven aan rijke ouderen. O wee als de wachtlijsten voor de jeugdzorg te lang worden. O wee als een gemeente de bijstand niet volledig volgens alle regels uitvoert. Geldgebrek? Niets mee te maken, wet is wet, verplichting is verplichting. Er zijn dus twee soorten verplichte taken. Echt verplichte taken, die moeten de gemeenten uitvoeren, dat heet medebewind. En taken die alleen op papier verplicht zijn maar in werkelijkheid niet. Die doet het rijk zelf – of doet het rijk niet. Logisch dat voor die taken geen mooi woord bestaat. ten op dit gebied. Decentrale overheden, ook uit Nederland, kunnen daar via het CvdR naar solliciteren. GROTE ZORG Volgens Hierlemann zijn drie zaken belangrijk om een echt democratisch debat te krijgen via burgerdialogen. Ten eerste werkt de Bertelsmann Stiftung met toevallig uitgekozen burgers om de usual suspects te vermijden, deelnemers die altijd op dit type bijeenkomsten af komen. Die deelnemers worden uit mail- en telefoonregisters gehaald en dat betekent veel mail en telefoonwerk om deelnemers te krijgen. Want niet iedereen zit op deelname te wachten: voor een deelnemer moeten zeker tien mensen worden benaderd, dus als de groep uit 200 mensen bestaat dan betekent dat 2.000 pogingen. Daarbij staat diversiteit bovenaan de lijst met criteria om een echte veelvoud aan meningen te krijgen. Dat betekent net zoveel mannen als vrouwen, er wordt gelet op een evenwichtige leeftijdsverdeling en ook diversiteit in socio-economische achtergronden. Een ander belangrijk punt is dat er echte dialogen tot stand komen door de inzet van verschillende gesprekstechnieken. Het doel is dat aan het eind van het event iedereen wat heeft gezegd, zegt Hierlemann. ‘Het is dus niet zo dat politici het grootste deel van het event vullen en dat er een paar reacties uit de zaal komen.’ Als derde punt is het belangrijk dat er wat met de resultaten van de deliberatie gebeurt en dat de belangrijkste aanbevelingen voor gemeenten in het eindrapport van de Conferentie komen te staan. Met name dat laatste vormt een grote uitdaging. Ook voor Eddy van Hijum is dat de grote zorg. Hij denkt dat vraagtekens daarover voor gemeenten een belemmering kunnen zijn om de gewenste activiteiten te organiseren. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Mediafonds van de Europese Unie.

50 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: SHUTTERSTOCK Sinds de jaren tachtig is de Nederlandse verzorgingsstaat voortdurend strenger en soberder geworden. Uitkeringen werden lager, korter en selectiever dan voorheen. Die ontwikkeling ging gepaard met lagere collectieve uitgaven, maar ook met oplopende armoede. ONDERZOEK NAAR 35 JAAR UITKERINGSBELEID SOCIAAL STELSEL STEEDS KARIGER Ons stelsel van sociale bescherming is in 35 jaar tijd stapje voor stapje kariger en selectiever geworden. Dat is de centrale bevinding van het onderzoek van bijzonder hoogleraar Cok Vrooman (Universiteit Utrecht). ‘Het gaat om allerlei kleine veranderingen die vaak ieder voor zich niet zo veel betekenen’, legt Vrooman uit. ‘Maar 35 jaar aan kleine veranderingen betekent toch dat we een bepaalde richting op gaan.’ Voor die hypothese was wellicht al het nodige anekdotische bewijs, maar Vrooman levert een systematische en cijfermatige onderbouwing voor de stelling. ‘De maatschappelijke consequenties van het institutionele pad. Regelingen voor werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en bijstand, 19802015’, luidt de titel van zijn onderzoek. Hij analyseerde alle wettelijke veranderingen in de regelingen in die jaren. Daarbij keek hij enerzijds naar de hoogte en de lengte van de uitkeringen, en anderzijds de selectiviteit daarvan. Dat laatste wordt bepaald door de afbakening van de doelgroep (wie komt wel en niet in aanmerking voor een uitkering?) en de geldende uitkeringsvoor

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 ACHTERGROND 51 ‘ We schuiven op richting Amerikaanse en Duitse systeem’ de armoede bij werkenden kan bijvoorbeeld ook te maken hebben met de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Maar in algemene zin lijken de aanpassingen aan het stelsel wel iets gedaan te hebben met de samenleving.’ Vrooman beschrijft de ontwikkeling van het Nederlandse stelsel ook wel als een verschuiving van ‘tamelijk sociaaldemocratisch’ naar ‘karig corporatistisch’. Wat dat betekent, wordt duidelijk aan de hand van een assenstelsel met drie zogenoemde ideaaltypen van sociale stelsels: sociaaldemocratisch, corporatistisch en liberaal. Rechtsboven in het assenstelsel bevindt zich het sociaaldemocratische model, dat zich kenmerkt door hoge uitkeringen die ten goede komen aan een brede groep. waarden (welke plichten zijn aan de uitkering verbonden?). Uniek aan Vroomans analyse is ook dat die inzicht geeft in de maatschappelijke consequenties van de veranderingen aan het stelsel. Zo blijkt onder andere dat de ontwikkelingen samengingen met lagere overheidsuitgaven en minder uitkeringsontvangers. Ook hangen de veranderingen samen met toenemende armoede, onder zowel werkenden als uitkeringsontvangers. Armoede onder uitkeringsontvangers nam tussen 1980 en 1994 toe van 12 tot 28 procent en viel vervolgens terug tot 16 procent in 2015. Het aandeel werkende armen was in 2015 anderhalf keer zo hoog als in 1980. WERKENDEN Dat een versobering van uitkeringen ook werkenden raakt, is te verklaren door de verkleining van de groep uitkeringsontvangers, legt Vrooman uit. ‘Er zijn verhoudingsgewijs minder mensen met een uitkering, maar die zijn wel ergens gebleven.’ Met andere woorden: iemand die in de jaren ‘80 nog in aanmerking kwam voor een uitkering, kan tegenwoordig aangewezen zijn op onzeker werk dat slecht betaalt. Wel benadrukt Vrooman dat het hier gaat om een correlatie tussen het sociale stelsel en armoede die niet per definitie een oorzakelijk verband aantoont. ‘De toenemen‘Het traditionele Zweedse stelsel komt daar bijvoorbeeld dichtbij’, aldus Vrooman. Rechtsonder ligt het corporatistische stelsel, met hoge uitkeringen die zich richten op een selectieve groep. ‘Denk aan Frankrijk en Duitsland in de jaren ‘80’, aldus Vrooman. Het grote verschil tussen die twee is dat het eerste model meer ‘universalistisch’ is. ‘Dat stelsel is erop gericht om iedereen weer terug de arbeidsmarkt op te brengen, maar ze wel goed te beschermen als dat niet haalbaar is’, legt Vrooman uit. ‘Het corporatistische stelsel gaat meer uit van het principe dat uitkeringsrechten zijn gekoppeld aan sociale status. Dat kan zich bijvoorbeeld kenmerken door betere rechten voor beroepsgroepen met meer aanzien, een langer arbeidsverleden of een grotere premie-inleg.’ Ten slotte is er, aan de andere kant van het spectrum met de laagst en kortst mogelijke uitkeringen, het liberale stelsel. Vrooman: ‘Denk aan de Verenigde Staten na de herzieningen onder de presidenten Reagan en Clinton.’ MINISTELSEL In 1980 leek het Nederlandse systeem nog enigszins op het sociaaldemocratische ideaaltype, blijkt uit Vroomans onderzoek. ‘Maar in de 35 jaar daarna zie je dat we opschuiven richting zowel het Amerikaanse als het Duitse systeem.’ Opvallend daarbij is dat de beweging naar het versoberen van de uitkeringen vooral tijdens de kabinetten Balkenende plaatsvond, terwijl er onder de eerste kabinetten Rutte met name een verplaatsing naar meer selectieve uitkeringen te zien is. Wat kunnen we hieruit opmaken over de toekomst van de sociale zekerheid? Het meest waarschijnlijke scenario, denkt Vrooman, is dat de ingezette trend zich doorzet. Dat betekent dat we op de lange termijn uitkomen, bij een soort ‘selectief ministelsel’ waarbij uitkeringen zowel laag als exclusief zijn. Toch ziet Vrooman ook kansen voor een omgekeerde beweging. ‘Je proeft dat het sociale investeringsdenken aan het opkomen is’, aldus Vrooman. ‘Ik merk bij beleidsmakers meer openheid om na te denken over een beweging naar rechtsboven. Er lijkt meer gehoor te zijn voor het idee dat je er niet alleen komt met het zo slank mogelijk maken van uitkeringen en het zoveel mogelijk prikkelen van mensen om zelf initiatief te nemen.’ KANTELING De verschillende experimenten met de Participatiewet, waarbij gemeenten de bijstand soepeler of ruimhartiger proberen in te richten, passen wat Vrooman betreft in de trend richting van het sociaaldemocratische ideaaltype. Ook de groeiende aandacht voor de basisbaan (een op maat gemaakte baan voor mensen die op eigen kracht niet aan het werk kunnen komen) bevestigt de kanteling in het denken. ‘Ik zou de discussie wel wat breder willen trekken dan alleen de basisbaan’, nuanceert Vrooman. ‘Dat kan een goede oplossing zijn voor het bijstandssegment, maar het is belangrijk om naar het hele systeem te kijken. Daar moet je dus ook de WW en de arbeidsongeschiktheidsregelingen bij betrekken. Het blijft belangrijk dat mensen periodes van werkloosheid kunnen overbruggen zonder dat ze er zo sterk in inkomen op achteruitgaan dat ze bijvoorbeeld hun huis moeten verkopen, en dat er een adequate voorziening is wanneer mensen niet meer tot werken in staat zijn.’ Vrooman heeft al ideeën voor een vervolgonderzoek. Daarin wil hij nagaan welk deel van de correlatie tussen het sociale stelsel en de maatschappelijke uitkomsten oorzakelijk is. ‘Op die manier kan ik exacter becijferen wat de versobering van de uitkeringen in de samenleving teweeg heeft gebracht.’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 53 THEORIE VS PRAKTIJK IN OMGAAN MET RISICO’S ALTIJD WEER DIE GAPENDE KLOOF Nederland is zich weer aan het oprichten, nu de grootste zorgen over de coronapandemie verdwijnen. Na tien miljoen prikken en het openen van de terrassen kijken we weer vooruit naar de zomervakantie en de verdere normalisering van ons leven. Toch is het goed de komende tijd ook om te kijken en lessen te trekken wat ons allen is overkomen. Wat hebben we over het hoofd gezien? Welke signalen hebben we gemist? Hebben we risico’s onvoldoende ingeschat of te weinig voorbereidingen getroffen voor als het echt misgaat? Auteur Wimjan Bos probeert in zijn boek Als het er echt om gaat een analyse te maken over besturen en het managen van risico’s. Want het zetten van doelen en uitvoeren van plannen alleen is een te smal idee van goed bestuur. Ook het nadenken over het onvoorziene, het ongewenste of zelfs het ondenkbare behoort tot de opgave van goed bestuur en goede bestuurders. Anders dan Cassandra, die in de Griekse mythologie catastrofes kon voorzien maar door niemand werd geloofd, kunnen bestuurders wel handelend optreden en We reflecteren zonder lessen te trekken risico’s onderzoeken, op waarde schatten en proberen deze te beperken. Bos laat via zijn eigen ervaringen als adviseur en via een tiental interviews zien dat er een kloof gaapt tussen de theorie van goed risicomanagement en de praktijk. Overheid en bedrijfsleven lijken beide nog niet altijd voldoende bekwaam hierin. Voormalig overheidsmanagement van het jaar Gerard Bakker, die het gevangeniswezen leidt, heeft van de recente crisis vooral geleerd dat het denken in risico’s gesprekken vergt op alle niveaus van de organisatie: strategisch, tactisch en operationeel. Voormalig minister en burgemeester Annemarie Jorritsma komt tot het inzicht dat we na een crisis vooral niet in de ‘regelreflex’ moeten schieten en na ieder incident nieuwe regels uitvaardigen. Ze zegt: ‘Ik vind dat het na een ramp of na een crisis en jaar lang verboden zou moeten zijn om nieuwe wet- of regelgeving te maken.’ Verstandige woorden van Jorritsma, concreter dan bespiegelingen van onder meer oud-minister-president Jan-Peter Balkenende en anderen die in het boek vooral reflecteren op risico’s zonder heel concreet lessen te trekken. Zo er uit het boek al een conclusie is te trekken dan deze: de recente pandemie prikkelt ons allen in het bestuur om behalve met goede moed vooruit te kijken ook tijd te nemen voor reflectie, lessen trekken en concrete verbeteringen in onze risicobeheersing. Als we niets van de pandemie leren, betalen we de volgende keer een even hoge prijs. Wat dat betreft stellen de interviews in het boek niet heel gerust. CITAAT UIT HET BOEK ‘Ik vind dat het na een ramp of na een crisis en jaar lang verboden zou moeten zijn om nieuwe wet- of regelgeving te maken’ ALS HET ER ECHT OMGAAT. PERSOONLIJKE GESPREKKEN MET TOPBESTUURDERS OVER BESTUUR EN RISICOMANAGEMENT Wimjan Bos, Haystack 2021 24,95 euro ADVERTENTIE

Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een exclusieve toegangskaart voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Het jaarcongres Public Finance is de plek om uw netwerk, vaardigheden en kennis een boost te geven. Mis de masterclasses van de experts niet! Ontmoet topsprekers als: Donatello Piras Dagvoorzitter en debatleider Jaarcongres Public Finance Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Johan Hamster Wethouder en 1e locoburgemeester Stadskanaal Eric de Kluis Hoofdredacteur Binnenlands Bestuur Jan Verhagen Beleidsmedewerker fi nanciële verhouding gemeente Den Haag Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Henk Venema Partner bij Inspinity Basile Lemaire Partner bij Inspinity Menno Middeldorp Head of RaboResearch Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl

OPINIE 55 TWEE JAAR NA DE PAS-CRISIS MET STIKSTOF OPKOPEN KOMEN WE ER NIET Sinds het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in 2019 failliet werd verklaard, zoeken overheden naar nieuwe manieren om de uitstoot van stikstof terug te dringen. Volgens Maarten van Vierssen is het inzetten op gebiedsprocessen daarbij essentieel. Mijn kinderen waren door het dolle heen. Negen edelherten, drie moeflons en een wild zwijn. Zomaar, in onze achtertuin. Dé achtertuin van Nederland: de Veluwe. Maar als we niet oppassen behoren mijn kinderen tot de laatste generaties die dit mogen meemaken. Want twee jaar na de uitspraak van de Raad van State is de stikstofuitstoot in Nederland nauwelijks verminderd en is de natuur er nog even slecht aan toe. Rijk en provincie streven naar snelle stikstofreductie, door agrariërs die willen stoppen uit te kopen. Daar profiteert de natuur van, maar genoeg is het niet. De huidige aanpak is gericht op de korte termijn. Waar het ons lukt om op een bepaalde plek de stikstofuitstoot te verminderen, zoeken we naar manieren om direct weer nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Als een koorddanser balanceren we langs de kritische waarden die de natuur nog net aan kan. Zo belanden we in een concurrentiestrijd om de verdeling van schaarse stikstofruimte. Een structurele oplossing blijft vooralsnog uit. MAARTEN VAN VIERSSEN Onze blik verleggen van de juridische werkelijkheid naar onze directe leefomgeving Hoe kunnen we onze blik verleggen naar een oplossing voor de lange termijn? Volgens mij kan dat door in te zetten op gebiedsprocessen. Daarin werken inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en overheden op lokale schaal samen aan de inrichting van een gebied. Op een manier die aansluit bij de wensen en die de leefbaarheid ondersteunt. De agrariër die wil stoppen met zijn bedrijf is dan niet meer het doel maar het startpunt. Want hoe gaan we de vrijkomende grond vervolgens herbestemmen? In sommige gebieden is behoefte aan woningbouw of de uitbreiding van bedrijven. Op andere plekken zijn er kansen voor de ontwikkeling van natuur en natuurinclusieve landbouw of de aanleg van een zonnepark. Als wethouder zie ik een belangrijke rol weggelegd om al die belangen bij elkaar te brengen. Zo werken we stapsgewijs aan de transities die nodig zijn om de stikstofdeken op de Veluwse natuur structureel omlaag te brengen. Een integrale blik is niet alleen nodig op het platteland, maar ook in natuurgebieden. Stikstofdepositie is slechts één van de belastende factoren op de natuur. Ook de toenemende droogte is een groot probleem. Als gevolg van klimaatverandering valt er minder regen. En als het regent, valt het in grotere horten en stoten. Terwijl we van oudsher ingericht zijn op het afvoeren van water, moeten we er nu voor zorgen dat we UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. water vasthouden. Daarnaast is de natuur versnipperd geraakt door uitbreiding van dorpen en steden. Wanneer we natuurgebieden weer aan elkaar verbinden, zijn planten en dieren beter in staat om zich aan te passen aan een veranderend klimaat. Zo wordt stikstofreductie één van de factoren in het systeemherstel van de Veluwse natuur. Een korte termijn aanpak is nodig, maar een lange termijn aanpak is essentieel. Laten we niet vergeten dat we er bij andere milieuproblemen al in zijn geslaagd. Er is geen zure regen meer en de gaten in de ozonlaag zijn sterk verminderd. Ook het stikstofprobleem kunnen we oplossen, als we verder kijken dan opkopen alleen. Onze blik verleggen van de juridische werkelijkheid naar onze directe leefomgeving. Samen met betrokkenen toewerken naar een nieuw systeem voor landbouw en natuur. Zodat we de bijzondere Veluwse natuur in ere herstellen. Dat is wat we onze kinderen, en de generaties na hen, verschuldigd zijn. Maarten van Vierssen, wethouder duurzaamheid in de gemeente Apeldoorn BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 foto: kina / anp-hh

HET BELANG VAN SPORT EN BEWEGEN Europees kampioen zitten wordt wereldkampioen bewegen! WMO CLIENTEN ARNHEM TEVREDEN OVER HULP Hoe ervaren cliënten doorgevoerde beleidsveranderingen in de dagelijkse praktijk? I&O Research onderzocht dit in opdracht van de gemeente Arnhem. In aanvulling op het kwantitatieve cliëntervaringsonderzoek Wmo voerde I&O Research interviews uit onder Arnhemse cliënten die begeleiding of huishoudelijke ondersteuning kregen. Er is nagenoeg niemand meer die het belang van sport en bewegen onderschat. De Nederlandse Sportraad adviseerde in november 2020 om sport en bewegen te zien als een publieke voorziening, zodat dit een verantwoordelijkheid van de overheid wordt. De Sportraad is een onafhankelijk adviesorgaan dat zich richt op het versterken van de betekenis van sport voor de samenleving. De vraag is of iemand vindt dat het geen verantwoordelijkheid van de overheid is. Alle gemeenten hebben toch (eigen) sportvoorzieningen en ondersteunen sportorganisaties? De Sportraad vindt dit nog steeds te vrij blijvend. Gemeenten kunnen immers op ieder moment beslissen geen zwembaden meer te bouwen of om buurtsportcoaches niet meer te subsidiëren. Er is geen wetgeving die gemeenten verplicht sportvoorzieningen aan te leggen of buurtsportcoaches te faciliteren. Er is nu alleen een verplichting om bewegingsonderwijs mogelijk te maken. … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/SRO Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ IenOResearch Tot dit jaar waren gemeenten verplicht om voor het jaarlijkse cliëntervaringsonderzoek (ceo) Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) kwantitatief onderzoek te doen. Vanaf 2021 hebben gemeenten meer vrijheid gekregen bij het vormgeven van het ceo. Zo kunnen gemeenten het ceo inrichten op een manier dat zij het meeste hebben aan de resultaten van het onderzoek. Nu het verplichte kwantitatieve deel is losgelaten, kan het ceo dus ook een kwalitatieve vorm aannemen, bijvoorbeeld in de vorm van diepte-interviews met cliënten. … DATALAB OF BI COMPETENCE CENTER? Bij veel organisaties vindt de laatste jaren een grootschalige verandering plaats naar meer data gedreven werken. Data gedreven werken heeft veel voordelen, waaronder niet in de minste plaats het vergroten van de efficiëntie. Om meer data-volwassen te worden moet niet alleen de focus liggen op de IT-applicaties: ook de organisatie en de mensen eromheen zullen mee moeten groeien. Om dit mogelijk te maken is het opzetten van een datalab en/of een Business Intelligence Competence Center (hierna te noemen: BICC) essentieel. Ze helpen organisaties door te groeien naar volgende fase van data-volwassenheid en zo nog meer voordeel te halen uit gebruik van data. Op basis van een uitgebreide deskresearch en onze ervaring uit de praktijk beschrijven we in dit artikel de verschillen tussen een datalab en een BICC, en in welke fase van data volwassenheid ze het beste kunnen worden ingezet. In het stuk refereren we regelmatig naar het volwassenheidsmodel van Gartner. Voor meer informatie over dit model verwijzen we graag naar onze recent gepubliceerde whitepaper “Dashboard Sociaal Domein o.b.v. het volwassenheidsmodel”. Datalab Voor organisaties die in de beginfase van data-volwassenheid zitten (eerste twee niveaus van het model van Gartner), is de implementatie van een datalab een goede stap. Kenmerkend voor de beginfase is dat business intelligence en data-analyses ad hoc worden uitgevoerd en er weinig of … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ VanDamOosterbaan

RIJK STIMULEERT PROVINCIES EN GEMEENTEN TOT AANPAK ASBESTDAK Het verwijderen van asbest uit onze leefomgeving blijft belangrijk voor ieders veiligheid en gezondheid. Ook zonder wettelijk verbod is sanering of vervanging van asbestdaken nodig. Want hoe ouder een asbestdak, hoe groter de kans dat asbestvezels vrijkomen in de lucht en uiteindelijk terechtkomen in onze longen, de bodem en het grondwater. Het Rijk stimuleert daarom provincies en gemeenten om het voor particuliere dakeigenaren zo eenvoudig en aantrekkelijk mogelijk te maken om hun asbestdak aan te pakken. Hiervoor stelt ze een Rijksbijdrage beschikbaar van 12 miljoen euro. Sanering of vervanging asbestdak voor iedereen mogelijk Niet iedereen met een asbestdak of -gevel heeft financiële mogelijkheden om dit te laten saneren of vervangen. Overheden kunnen hierbij helpen door bijvoorbeeld financiële regelingen (leningen) aan te bieden. Het Rijk ondersteunt graag gemeenten en provincies om financieringen aan te bieden aan particuliere eigenaren van asbestdaken die voor een reguliere lening niet terecht kunnen bij een bank of verzekeraar. … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/SVn ‘SHARED SPEED’ ALS NIEUWE ONTWERPSTRATEGIE VOOR STEDELIJKE MOBILITEIT Een stad zo ontwerpen, dat alle manieren van vervoer gelijkwaardig aan elkaar zijn. Of je nou loopt, fietst, autorijdt of het OV pakt; bij ‘shared speed’ heeft iedereen in de stad, ongeacht de snelheid waarmee hij zich beweegt, evenveel ruimte. Door dit nieuwe perspectief, waarin gemotoriseerd verkeer in de stad niet meer de hoofdrol speelt, kunnen bewoners zich vrijer en gezonder bewegen. In haar nieuwste Urban Insight rapport ‘Healthy options for our streets and cities’ introduceert ingenieursadviesbureau Sweco ‘shared speed’ als nieuwe ontwerpstrategie voor stedelijke mobiliteit. Door in de straten te werken met verschillende snelheidsniveaus, voorspellen de Zweedse en Noorse schrijvers van het rapport niet alleen lagere emissies, minder ongevallen en minder stress; stedenbouwkundigen en architecten worden op die manier ook gedwongen om op nieuwe manieren naar de stad te kijken, waarbij dagelijkse voorzieningen dichtbij zijn. Buurtschap Te Veld Een plek in Nederland waar dit principe terug te zien is, is Buurtschap Te Veld in Eindhoven. Sweco ontwikkelde voor deze nieuwe wijk, waar zo’n 670 huurwoningen in het goedkope en middeldure segment in groepjes (‘kamers’) verspreid in het … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Sweco Het anonimiseren of lakken van informatie is een groot onderdeel van het huidige Wob proces. Met de invoering van de Woo zal dat niet anders zijn. Ondanks de vele discussies over het wel of niet anonimiseren of lakken van persoonlijke beleidsopvattingen zal er waarschijnlijk niet heel veel veranderen. Ook onder de Woo is het belangrijk en verplicht om bepaalde informatie te lakken, te anonimiseren of te beschermen. De nieuwe uitzonderingen zijn vastgelegd in hoofdstuk 5 van het wetsvoorstel voor de Woo. Ten opzichte van de Wob verandert er niet heel veel. In het kort de belangrijkste wijzigingen: • Er komen twee nieuwe absolute uitzonderingsgronden, art. 5.1.1d (Persoonsgegevens, De bescherming van bijzondere persoonsgegevens) en 5.1.1e (Identificatienummers, De bescherming van bijzondere persoonsgegevens) al is 5.1.1d niet echt nieuw. • Er komt een nieuwe relatieve uitzonderingsgrond voor het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ZyLAB DE WET OPEN OVERHEID (WOO). UITZONDERINGEN

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 58 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI In Zutphen is Amresh Dewkalie de nieuwe griffier. Hij volgt Göran Winters op. Jules Vullings was interim-griffier. Dewkalie is sinds 2010 griffier in Beuningen. Eerder was hij directiesecretaris bij de provincie Utrecht en raadsgriffier in Neerijnen. JAN TEN KATE Met ingang van 28 mei 2021 is Jan ten Kate benoemd tot burgemeester van Staphorst. Ten Kate is 57 jaar. Hij is momenteel wethouder in Hardenberg namens een lokale partij. Op dit moment is Gerrit Jan Kok (VVD) waarnemend burgemeester van Staphorst. Kok nam waar sinds het vertrek van burgemeester Theo Seger (CU), die burgemeester in Molenlanden werd. JAAP KUIN Jaap Kuin is met ingang van 1 juni 2021 benoemd tot burgemeester van Pekela. Kuin (PvdA, 52) is sinds 2015 waarnemend burgemeester van Pekela, omdat een gemeentelijke fusie met Veendam en Stadskanaal boven de markt hing. Hij verving Meindert Schollema (PvdA) die met pensioen ging. In 2020 werd duidelijk dat de herindeling niet doorging. Voor Kuin in 2015 naar Pekela ging, was hij wethouder en raadslid/ fractievoorzitter in Assen. MARVIN POLAK In Oostzaan is Marvin Polak benoemd tot burgemeester. De benoeming gaat in op 1 juni 2021. Polak (43) is lid van de VVD. Hij was tot voor kort algemeen directeur van de Mica Groep. Eerder was hij wethouder in Uithoorn. In Oostzaan wordt hij de opvolger van Rob Meerhof (PvdA) die na zijn eerste termijn niet voor herbenoeming in aanmerking wenste te komen. Op dit moment is Wimar Jaeger (D66) waarnemend burgemeester van Oostzaan. SACHA AUSEMS De Waalwijkse gemeenteraad draagt Sacha Ausems (51) voor als nieuwe burgemeester. Zij volgt Nol Kleijngeld (PvdA, 67) op die op 2 juli met pensioen gaat. Ausems was de laatste jaren bestuurder bij grotere zorginstellingen. Eerder werkte zij in het bedrijfsleven. WILMA VAN DE WERKEN Wilma van de Werken is met ingang van 1 juli benoemd tot gemeentesecretaris van IJsselstein. Van de Werken is nu nog gemeentesecretaris in Scherpenzeel. Eerder heeft zij in diverse rollen als directeur, concerncontroller en manager gewerkt voor de gemeenten Wijk bij Duurstede en Utrecht. Ze volgt Erik Luchtenberg. op die per 1 januari 2021 vertrokken is. Piet van Elteren vult de functie van gemeentesecretaris tot 1 juli a.s. ad interim in. KOMEN & GAAN HENNY VAN DEN BORN Henny van den Born (ChristenUnie) is benoemd tot wethouder financien van Tynaarlo. Hij volgt daarmee partijgenoot Hans de Graaf op, die het wethouderschap inruilt voor een baan als senior financieel adviseur bij de gemeente Emmen. Van den Born was al raadslid in Tynaarloo. URSULA BEKHUIS Ursula Bekhuis stopt als wethouder van Tubbergen. Haar positie was onhoudbaar geworden nadat de fractie GemeenteBelangen/VVD besloot uit het college te stappen. Aanleiding voor de breuk was het feit dat het CDA akkoord ging met de komst van het Glashoes, een nieuw gemeentehuis. BAS MEIJS Bas Meijs is benoemd tot directeur Stadsontwikkeling in ‘s-Hertogenbosch. Hij volgt Rob Kleijwegt op. Meijs begon zijn loopbaan bij het toenmalige ministerie van VROM. In 2008 begon hij als afdelingshoofd bij het ISMH, de voorloper van de Omgevingsdienst Midden Holland. In 2013 werd hij directeur ruimtelijk domein bij de gemeente Gouda.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 Foto: German Vilafane Foto: Veiligheidsregio Fryslân PERSONALIA 59 EMINE ÖZYENICI Emine Özyenici wordt hoofddirecteur Bedrijfsvoering, tevens Chief Information Officer (CIO) bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Özyenici was hiervoor CIO bij de Sociale Verzekeringsbank en directeur Informatievoorziening en Inkoop, tevens plaatsvervangend CIO bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. PETER STEIN Peter Stein wordt met ingang van 15 juli 2021 afdelingshoofd bij de Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie in Brussel. Hij is in die rol ook MT-lid van de directie Buitenlandse Financiële Betrekkingen bij het ministerie van Financiën. Sinds oktober 2020 is hij interim-afdelingshoofd bij de directie Wonen bij het ministerie van BZK. BART VAN LEEUWEN Bart van Leeuwen is werkzaam als supervisor Ruimtelijke Kwaliteit bij de gemeente Assen. In deze functie adviseert hij de gemeente over actuele stedenbouwkundige opgaven in Assen waar diverse grote ruimtelijke uitdagingen aan de orde zijn. Van Leeuwen blijft daarnaast stedenbouwkundige. PETER PELS Peter Pels is per 1 juni 2021 benoemd tot griffier van de gemeenteraad van Enkhuizen. Hij is op dit moment manager Communicatie in het Flevoziekenhuis in Almere. Tot 2019 was hij fractievoorzitter en lid van provinciale staten van Flevoland. Hij volgt Erik Lankman op. THOMAS ETERMAN Per 1 juni 2021 start Thomas Eterman bij BNG Bank als beoogd Chief Commercial Officer (CCO). De CCO-rol is een nieuwe functie binnen BNG Bank. In deze functie zal Eterman deel gaan uitmaken van het Executive Committee van de bank, samen met Gita Salden (CEO), Olivier Labe (CFO), Cindy van Atteveldt (CRO) en Jaco van Goudswaard (beoogd COO). SASKIA VAN DEN BROEK Saskia van den Broek volgt per 1 augustus directeur/ commandant Hilda Raasing van Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VrZW) op. Raasing neemt op 1 juli afscheid van VrZW na een carrière van 43 jaar overheidsdienst. Van den Broek is momenteel gemeentesecretaris in Harlingen. Daarnaast heeft ze als operationeel leider bij Veiligheidsregio Fryslân ervaring opgedaan bij diverse grote incidenten en crises. Bij deze veiligheidsregio is ze ook manager Crisisbeheersing geweest. ERIK BOOG Burgemeester Erik Boog is herbenoemd tot burgemeester van Diemen. Boog (D66, 49) begint aan zijn tweede termijn. Eerder was hij raadslid en wethouder in Hilversum. STEPHAN NIENHUIS In Heerde is Stephan Nienhuis (CDA) benoemd tot wethouder. Hij is de opvolger van Jan Berkhoff, die recent heeft besloten te stoppen in zijn functie. VIVIANNE VAN WIEREN In Veldhoven is Vivianne van Wieren (VVD, 34) benoemd tot wethouder. Ze volgt Daan de Kort op, die lid is geworden van de Tweede Kamer. ADVERTENTIE Femke Koekoek is de nieuwe interim griffier van Gemeente Landsmeer. Proficiat! Detachering door www.necker.nl JAN-FRANS MULDER Jan-Frans Mulder (CDA) is herbenoemd tot burgemeester van Hulst. De nieuwe ambtstermijn van de burgemeester start op 1 juni 2021. Mulder werd op 1 juni 2003 benoemd als burgemeester van Hulst. Op 1 juni 2021 start zijn vierde ambtstermijn. Gelet op zijn leeftijd (66 jaar) kan de burgemeester geen volledige ambtstermijn meer uitdienen. De burgemeester heeft aangegeven dat hij de huidige raadsperiode wil afronden. BURGEMEESTERS VACATURE HEUMEN Het burgemeesterschap van Heumen is vacant per 13 januari 2022. De gemeente heeft circa 16.600 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 7.930,11 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 17 juni 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 26 mei 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 60 PERSONALIA CARRIÈRE JOLANDA KROON Jolanda Kroon is vanaf 1 mei 2021 de nieuwe gemeentesecretaris van Bloemendaal. Zij is de opvolger van Wilma Atsma. De functie werd waargenomen door Jan Willem Kradolfer. KARIN WEGEWIJS Karin Wegewijs is benoemd tot gemeentesecretaris van Uithoorn. Sinds september 2020 is ze al waarnemend gemeentesecretaris, als vervanger van Maurits Voorhorst. OVERLEDEN: Oud-griffier Huub Kolen is overleden. Kolen was griffier in Noordwijk vanaf 2008. Tussen 1982 en 1990 was hij raadslid en wethouder in de voormalige gemeente Sint Maarten. NIC DUSINK Met ingang van 1 juni is Nic Dusink benoemd tot gemeentesecretaris van Brummen. Dusink is op dit moment gemeentesecretaris van Westerveld. In Brummen is hij de opvolger van Marcel Klos. MARIELOUISE VAN ZON Marie-Louise van Zon is door de gemeenteraad van Reimerswaal benoemd tot griffier. Ze werkt al in Reimerswaal, als gemeentejurist. Jeroen van Spijk was sinds januari interim-griffier. Militza Connell-Maduro, griffier van de eilandsraad van Sint Eustatius, is op 47- jarige leeftijd overleden. Voor zij in februari 2021 tot griffier werd benoemd, vervulde zij sinds 1996 veel andere functies in het openbaar bestuur van de ‘bijzondere gemeente’ Sint Eustatius. Watze de Boer is overleden. De Boer was bestuurslid van meerdere rekenkamers en van de NVRR, de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies. Hij startte in 2001 als voorzitter van de Rekenkamercommissie Utrecht. JOHAN DE JAGER In Hardinxveld-Giessendam is Johan de Jager benoemd tot interim gemeentesecretaris. Hij volgt hiermee Robert ‘t Hoen op die in januari 2021 bij de gemeente vertrok. De Jager is nu nog interim gemeentesecretaris in BodegravenReeuwijk. De Jager begint op 1 juli in HardinxveldGiessendam. SASKIA VAN DIJK De gemeenteraad van Gilze en Rijen heeft Saskia van Dijk aangewezen als nieuwe griffier. Ze wordt de opvolger van Joep Timmermans die binnenkort met pensioen gaat. Van Dijk was griffier in Landsmeer. Daarvoor vervulde zij diverse functies bij gemeenten en was zij ruim zes jaar raadslid en fractievoorzitter in de gemeenteraad van IJsselstein. MARCEL MEIJS Marcel Meijs is als strategisch adviseur begonnen bij BMC. Meijs combineert zijn aanstelling bij BMC met zijn promotieonderzoek naar beleidmaken en beleiduitvoeren in het sociaal domein. Meijs was hiervoor gemeentesecretaris in Tilburg. Enschede en Sittard-Geleen. Daarnaast was hij onder meer voorzitter van de Vereniging voor Gemeentesecretarissen en lid van verschillende commissies van de VNG. OPROEP Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia ADVERTENTIE Beleidsmedewerker Wmo Maatwerkvoorzieningen Bruggenbouwer • Flexibel • Klantgericht • Organisatiesensitief Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Gedreven • Betrokken • Verbinder • Pro-actief • Flexibel Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl

INDEX 61 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Belastingdienst Bestman / Provincie Zuid-Holland Caop Geerts & Partners / Gemeente Molenlanden Gemeente Altena Gemeente Dordrecht Gemeente Eindhoven Gemeente Groningen Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Heumen Gemeente Nieuwegein Gemeente Pijnacker-Nootdorp Gemeente Zuidplas Interprovinciaal Overleg JS Consultancy / Gemeente Venray JS Consultancy / Waterschap Vallei en Veluwe Meerinzicht Meerinzicht Necker van Naem / Gemeente Borger-Odoorn Necker van Naem / Gemeente Zundert Publicspirit / Provincie Utrecht Stimuleringsfonds Voor De Journalistiek Waterschap Scheldestromen FINANCIËN EN ECONOMIE BMC Gemeente Assen Gemeente Purmerend Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Omgevingsdienst Brabant Noord Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland ICT EN AUTOMATISERING CeresRecruitment / Omgevingsdienst Brabant Noord Gemeente Delft Gemeente Lelystad Gemeente Nijmegen Gemeente Veenendaal Servicecentrum Drechtsteden MILIEU Bij12 Provincie Noord-Brabant Provincie Zuid-Holland Spaarnelanden OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Hoeksche Waard PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Moerdijk Provincie Zuid-Holland RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Certus Groep / Gemeente Maassluis Gemeente Apeldoorn Gemeente Ermelo Gemeente Lelystad Gemeente Molenlanden Gemeente Molenlanden coördinerend bestuursadviseur statengriffier secretaris openbaar bestuur en veiligheid directeur bedrijfsvoering organisatieadviseur projectmanager kwartiermaker publiek warmtebedrijf secretaris / onderzoeker rekenkamer raadsadviseurs / commissiegriffiers burgemeester bestuurssecretaresse burgemeester clustermanager bedrijfsvoering programma- en projectondersteuner ida teammanager teamleider bedrijfsvoering en orgenisatie afdelingsmanager complexe & regionale vraagstukken afdelingsmanager kwaliteit griffier griffier proces- & verandermanager algemeen directeur secretaris-directeur business controller senior adviseur economie teammanager financiën & control adviseur verzekeringen financieel adviseur business controller senior strategisch adviseur planning en control teamleider middelen functioneel beheerder vth-applicatie chief preservation officer stadsarchief delft informatiemanager sociaal domein strategisch informatie adviseur concern information security officer business consultant digitalisering adviseur natuur contractmanager natuur senior beleidsmedewerker energietransitie - warmte teamleider afval en grondstof 2x adviseur integrale veiligheid strategisch hr adviseur hr adviseur teamleider locatieontwikkeling strategisch adviseur regio beleidsmedewerker verkeer senior ontwerper openbare ruimte programmamanager (strategisch) adviseur wonen adviseur ruimtelijke ordening junior adviseur ruimtelijke ordening Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 62 pagina 62 pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

62 INDEX JS Consultancy / Gemeente Haarlemmermeer JS Consultancy / Gemeente Uithoorn Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Platform31 Platform31 Platform31 Provincie Noord-Holland Publiek Netwerk / Gemeente Medemblik Van de Groep & Olsthoor / Koninklijke Smals Waterschap Drents Overijsselse Delta SOCIAAL BMC BMC Colourful People / Gemeente Eindhoven Gemeente Nissewaard Gemeente Utrecht Meerinzicht Publiek Netwerk / Gemeente Edam Volendam Publiek Netwerk / Gemeente Edam-Volendam VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Nissewaard Leeuwendaal / Nidos Publiek Netwerk / Over-Gemeenten OVERIGE Gemeente Nissewaard senior inkoopadviseur OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl senior beleidsadviseur wonen strategisch adviseur ro senior toezichthouder industrie en mkb senior projectleider leefbare wijken projectleider toekomstbestendige woningmarkt senior én medior projectleider duurzame ontwikkeling beleidsadviseur omgevingswet en omgevingsverordening projectleider ruimtelijke ontwikkeling senior manager gebiedsontwikkeling beleidsadviseur waterveiligheid beleidsadviseur welzijn en subsidies strategisch adviseur maatschappelijke ontwikkeling interim (programma) manager werk en inkomen beleidsmedewerker manager sociaal domein voor team leerlingzaken afdelingsmanager wmo senior beleidsmedewerker wmo beleidsmedewerker wmo maatwerkvoorzieningen ervaren communicatie- en participatieadviseur senior communiciatieadviseur senior communicatieadviseur pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 60 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 60 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Teamleider Locatieontwikkeling 32-36 uur | Schaal 12 Beleidsmedewerker Verkeer 32-36 uur | Schaal 10 • Integraal manager • Affiniteit verandermanagement • Coachen van professioneel, ambitieus team • Werken gemeente met keurmerk: ‘beste werkgever’ • A t/m z betrokken • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Verkeerskundige affiniteit • Innovatief vermogen Strategisch Adviseur Regio 32-36 uur | Schaal 12 • Regionale profilering gemeente • Integraliteit bevorderen • Kennis van Ruimtelijk Domein • Werken gemeente met keurmerk: ‘beste werkgever’ Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021

Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeamleider Bedrijfsvoering en Organisatie 36 uur | schaal 12 max. € 83.638,- bruto per jaar (incl. IKB) Coachend en faciliterend leidinggevende die verantwoordelijk is voor de doorontwikkeling van het team, dat voor een aantal grote uitdagende ontwikkelopgaven staat. Heeft ervaring met veranderopgaven en integrale bedrijfsvoering. Affiniteit met financiën en digitale transformatie is een pre. Is verbindend, koersvast, een “bouwer”, resultaat- en ontwikkelingsgericht en bestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Senior Beleidsadviseur Wonen 36 uur | schaal 12 max. € 82.476,- bruto per jaar (incl. IKB) Wil je bijdragen aan diversiteit in woningaanbod bij een jonge gemeente met stedelijke architectuur en hightech multinationals? Je vervult een coördinerende rol en levert input aan regionale opgaven. Je gaat graag aan de slag met sociaal strategische ontwikkelingen en bent in staat om binnen een complex krachtenveld met externe partijen te excelleren. Verbindend | Overtuigingskracht | Teamspeler. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager 36 uur | schaal 12 max. €82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren Inspirerend en faciliterend generiek manager die met een zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers en stuurt daarbij op resultaat. Staat stevig in de schoenen, is overtuigend, omgevingsbewust, ambitieus en ziet samenwerking als vanzelfsprekend. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Strategisch Adviseur RO (2 fte) 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Binnen je vakgebied neem je met lef het voortouw en wijs je de organisatie de weg. Je ontwikkelt beleid en bereidt bestuurlijke keuzes voor waarbij je juiste prioriteiten stelt. Brede rol binnen een professioneel en gezellig team met veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Diverse disciplines spelen een rol; wonen, verkeer, duurzaamheid, milieu, communicatie. Pragmatisch, analytisch en oplossingsgericht. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
Home


You need flash player to view this online publication