19

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 BINNENL NDS BESTUUR - EEK 2 ACHTERGROND 19 ‘Ze hebben hun opdracht goed uitgevoerd, maar die bleek te bureaucratisch’ onnodig, maar ook heb je als gemeente het nakijken en mag je de rekening betalen. Mijn overtuiging is echt: goede ondersteuning is niet per se de duurste.’ Volgens recente CBS-cijfers starten de meeste jeugdhulptrajecten in de spreekkamer van de huisarts. In haar gemeente wordt volgens Visser nu 60 procent van de jeugdigen via een arts doorverwezen naar een zorgaanbieder, en 40 procent door de wijkteams. De ambitie is, dat straks 80 procent van de jeugdigen die nu nog door de wijkteams naar een zorgaanbieder worden doorverwezen, door de basisteams wordt afgehandeld en 20 procent door een zorgaanbieder. Datzelfde streven geldt voor de Buurtteams Volwassenen. Bij een zorgbehoefte die het basisteam niet kan leveren, wordt direct een zorgaanbieder met expertise ingezet. ‘Voor de tweedelijnsvoorzieningen wordt het wel een schralere koek’, voorziet de wethouder. Het verwijsrecht van artsen blijft ongewijzigd: het staat hen vrij naar (hoog)specialistische jeugdhulp te verwijzen. ‘Maar huisartsen zijn partner in de wijk, waarmee de buurtteams samenwerken’, benadrukt Visser. Lokaal is een preventie-akkoord gesloten, dat door ook door de huisartsen is ondertekend. Praktijkondersteuners Huisarts-Jeugd (POH-jeugd) die aan huisartsenpraktijken zijn verbonden (vaak orthopedagogen of psychologen met ervaring in de Jeugd-GGZ of kinder- en jeugdpsychiatrie) krijgen op het gebied van jeugdhulp een spilfunctie. Ouders kunnen er terecht voor snelle, kortdurende hulp, bij lichte gedragsproblemen, of vragen over gezin en opvoeding. ‘Dat lost al veel problemen op’, zo is haar verwachting. De herstructurering van het sociale domein is volgens Visser geen bezuinigingsoperatie, al is de hoop wel dat die uiteindelijk tot flinke besparingen leidt. Het bundelen van geld- en financieringsstromen moet bijdragen aan betere uitkomsten. ‘We kennen nu allemaal kleine subsidietjes die we gaven aan onder andere de GGD, jeugdzorgwerkers, de school als speelplaats, passende kinderopvang. Dat hebben we allemaal op een hoop gegooid.’ In het volwassenendomein gebeurt dat ook. INCLUZIO De partij die na een aanbesteding de jeugdzorg moet gaan uitvoeren, is een nieuwe organisatie gevormd door vier aanbieders, waarvan een uit Utrecht, als ‘kennispartner’. Samen vormen ze de stichting Buurtteams Jeugd en Gezin. Dit is een samenwerkingsverband van Bindkracht 10 (welzijn, maatschappelijk werk), Entrea Lindenhout (jeugdhulp), Driestroom (hulp bij beperking) en ten slotte het Utrechtse Lokalis (buurtteams) als ‘kennispartner’. Halverwege de zomer zullen de sociale wijkteams per buurt worden gesplitst in een Buurtteam Jeugd en Gezin, en een Buurtteam Volwassenen. Ook daar is sprake van een nieuwe organisatie. ‘Aanvankelijk dacht ik dat we de sociale wijkteams organisch tot een andere manier van werken konden bewegen. Maar er is echt een nieuwe wind nodig.’ Bij de teams voor volwassenen betreft het voor een deel dezelfde lokale instellingen Driestroom en Bindkracht 10. Het in verschillende regio’s opererende Incluzio (sociale wijkteams, thuishulp, wijkbedrijven, wijkcentra) krijgt na de aanbesteding het voortouw. Verder zijn bij de volwassenenteams het landelijk opererende Ixta Noa (ervaringsdeskundigheid) en het Zelfregiecentrum (Wmo en Participatie) betrokken. Zij starten per 1 januari 2022. De nieuwe organisaties nemen een deel van de zittende medewerkers uit de wijkteams over en krijgen een langjarig contract. Het Buurtteam Jeugd en Gezin vooralsnog 3,5 jaar, met daarna een optie tot verlenging van drie keer drie jaar. ‘De stichtingen krijgen per stadsdeel een zak geld. Daar moeten zij het mee doen. Op prijs hebben we niet geconcurreerd, wel op kwaliteit.’

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication