BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Een innovatieve aanpak leidt tot discussie’ sprake van minimaal drie deelnemende partijen: de uitvoerder, die een goede oplossing heeft voor een maatschappelijk probleem, investeerders die de uitvoerder van werkkapitaal voorzien, en een publieke partij (hier de provincie) die de investeerders hun inleg terugbetaalt – plus een van tevoren afgesproken rendement als de doelen zijn behaald. RESULTAATCONTRACT In 2019 startte de eerste ronde van het BOF. Vier ondernemers sloten resultaatcontracten af; na drie jaar zouden zij worden afgerekend op in hun businessplan vastgelegde financiële én maatschappelijke doelen. Zij ontvingen daarvoor voorfinanciering van 1 miljoen euro van drie sociale investeerders (Oranje Fonds, Stichting Doen en Rabo Foundation). De provincie beloofde hun inleg terug te betalen als de ondernemers de vastgelegde resultaten zouden behalen, en financierde dit vanuit een subsidiepot. Astrid Kaag, beleidsadviseur internationalisering bij de provincie en BOF-projectleider, erkent dat de eerste fase van het BOF daarmee nog maar in beperkte mate voldeed aan het ideaalplaatje van publiek-private resultaatfinanciering, waarbij investeerders, overheid én ondernemers samen aan het stuur zitten én samen risico’s dragen. ‘In deze fase wilden we vooral de samenwerking van de grond krijgen. En leren hoe dit werkt, en of je zo kunt bijdragen aan systeemverandering.’ Een van de vier deelnemende sociale ondernemingen was Ctalents, dat doven en slechthorenden, blinden en slechtzienden begeleidt bij het vinden van een eerste baan of een succesvolle verdere stap in hun loopbaan. Sandra Ballij, oprichter en CEO, roemt de provinciale benadering: ‘Onze doelgroep woont verspreid over heel Nederland. Voor een goede aanpak zijn gemeentes te klein. Maar als je de hele provincie neemt, zijn de aantallen wel relevant.’ Ctalents was tot voor kort vooral actief in de Randstad, maar kon met de steun van het BOF in Brabant aan de slag. Wat Kaagr ook beviel aan de Brabantse aanpak is dat besparingen niet de belangrijkste drijfveer zijn: ‘Veel mensen met een visuele of auditieve beperking komen niet aan de bak, en hebben een uitkering. Dus als zij in een reguliere baan kunnen instappen, bespaart dat de publieke overheid geld. Maar voor de provincie staat de maatschappelijke impact voorop.’ RISICOANALYSE Nu de eerste ronde van het BOF op z’n eind loopt, wordt de stap naar een echte fondsconstructie gezet. Daarbij is de provincie niet alleen meer resultaatbetaler, maar ook mede-investeerder. Ze neemt dus een deel van het financiële risico voor haar rekening. Een risicoanalyse leerde dat in het ongunstigste scenario de provincie maximaal 1,5 miljoen euro zou moeten afboeken op haar investering van 7 miljoen. De private investeringspartners kunnen als tegenprestatie voor hun investering een rendement van 4,5 procent incasseren – mits de vooraf bepaalde doelen worden gerealiseerd. Ook het Europees Investeringsfonds (EIF) zal naar verwachting als co-investeerder betrokken zijn, en een deel van het risico afdekken. Het EIF investeerde eerder al 10 miljoen euro in de social impact bond van het ministerie van Defensie. Kaag: ‘Men gelooft daar in onze benadering, ze zijn op zoek naar goede projecten om in te stappen.’ Voor de leningen van het BOF komen bedrijven in aanmerking die moeilijk aan risicokapitaal kunnen komen, en daardoor beknot worden in hun groei. ‘Banken of pensioenfondsen focussen op financiële indicatoren’, zegt Kaag. ‘Wij kijken ook naar wat deze bedrijven voor de samenleving doen. Zo wil de provincie bijdragen aan de gewenste duurzaamheidstransitie – onder de voorwaarde dat andere partijen ook over de brug komen. Publiek en privaat moeten samen de risico’s delen.’ Gesprekken met potentiële investeerders zijn volop gaande. Dat is geen kwestie van tekenen bij het kruisje. ‘We gaan echt het gesprek aan. Het is zo nieuw wat we doen, we moeten ook verkennen wat de trigger voor investeerders is om in te stappen.’ ‘Publiek en privaat moeten samen risico’s delen’ SCEPSIS De hoop is dat de financiering na de zomer rond is. In de tweede helft van het jaar kunnen dan de eerste investeringen plaatsvinden. Ook daarover zijn al gesprekken gaande. ‘Maar we gaan niet in één keer met alle bedrijven van start, zoals in de eerste fase. Zie het meer als een proces. Met een maximale looptijd van het fonds van zeven jaar hoeven we niet te overhaasten.’ Het nieuwe BOF-fonds moest eerst de nodige scepsis in de provincie overwinnen. Het besluit kon slechts op een krappe meerderheid rekenen in de Provinciale Staten. Ook vanuit het ambtenarencorps kwamen veel vragen. Kaag: ‘Het is een innovatieve aanpak, dus dat leidt tot discussie. Dat moet ook. Ik hoop dat deze aanpak uiteindelijk een brug kan slaan tussen een eenzijdige focus op financieel rendement en het uitsluitend kijken naar maatschappelijke impact. Het brengt twee verschillende visies bij elkaar.’ Een andere vraag is of deze aanpak wel thuishoort op het bordje van de provincie. Zijn er kritische geluiden vanuit de gemeenten? Het antwoord is ontkennend. Een van de redenen is dat de schaal waarop de provincie dit kan aanpakken het een stuk aantrekkelijker maakt. ‘Onze insteek is dat provincies naast hun reguliere taken ook een aanjagende en stimulerende rol hebben’, zegt Kaag. ‘We nemen geen taken van gemeenten over, we proberen iets uit waar we later met z’n allen in de provincie hopelijk profijt van hebben.’ Andere provincies volgen de innovatieve aanpak met interesse, maar nog wel op afstand. Het is van de redenen waarom Noord-Brabant deelneemt aan de City Deal Impact Ondernemen. ‘Dat is voor ons een manier om te vertellen wat we aan het doen zijn. Door dat te blijven uitdragen, hoop ik dat op termijn andere overheden ook deze kant op gaan.’
36 Online Touch Home