24

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 24 ACHTERGROND RUIMTE ‘Wij adviseren om gemeenten nu al wel de eerste stappen te zetten in de aanbesteding’ woorden’, zegt hij. ‘Nu mis je de interactie.’ Die interactie beperkt zich tijdens deze bijeenkomst in eerste instantie vooral tot de chat, waarin deelnemers zich bijvoorbeeld afvragen waarom ze regels niet kunnen ‘uitklappen’ – ‘welke browser heb je?’, ‘Chrome’, ‘oké, dat kan het niet zijn’ – of waarin ze een tekort van het systeem opmerken: ‘Als je de activiteit invoert, verliest de engine de locatiegegevens.’ VERTROUWELIJK Nadat de deelnemers opgesplitst in groepen, maar toch vooral op hun eentje, twee keer een uur met de scenario’s geoefend hebben, is het laatste half uur gereserveerd om samen de ‘bevindingen’ te bespreken, oftewel: wat schort er nog aan? Daarvoor hebben de proefkonijnen tijdens het oefenen hun bevindingen in telegramstijl in een Excel-bestandje getikt. ‘Het vertrouwelijk maken van een document’, heeft Susanne Middelkamp, adviseur informatiemanagement bij waterschap Vechtstromen, daar ingevoegd. Op verzoek van de moderator Miguel Hassink van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) licht ze haar bedenkingen toe: ‘Bij het vertrouwelijk maken van een document, staat: “U hoort later pas of het document vertrouwelijk wordt behandeld”. Als ik als burger een document indien, denk ik dan: “Ik zeg dat een document vertrouwelijk behandeld moet worden, maar vervolgens bedenkt die gemeente zelf wat ze ermee gaat doen. Dan dien ik dat document niet in.” Ik denk dat die tekst moet zijn: “Mochten wij uw document niet vertrouwelijk kunnen behandelen, dan krijgt u hier bericht van en dan zult u de melding opnieuw moeten indienen.”’ Een andere deelnemer valt haar bij en merkt op dat niet duidelijk is wat er onder ‘vertrouwelijk’ wordt verstaan. ‘Plus, in de tekst erbij staat dat je de tekst kunt bijvoegen zonder de vertrouwelijke informatie. Ik raakte verdwaald, laten we het daarop houden.’ ‘Genoeg input om er nog eens op door te gaan in een separaat groepje’, concludeert Hassink, waarna hij de volgende bevinding voorleest: ‘Ik vind het niet duidelijk dat het systeem alles opslaat. Ook is er geen knopje afsluiten. Is een knopje opslaan/afsluiten mogelijk? Dat zal een geruststelling voor velen zijn.’ ‘Die opmerking hebben we vaker zien terugkomen’, zegt Hassink. Volgens de technisch ondersteuner is het mogelijk zo’n knop toe te voegen, ook al wordt alles al automatisch opgeslagen. ‘Dus het zal meer een fake opslaanknop zijn die je geruststelling biedt dan dat we technisch gezien er iets aan koppelen.’ HAAKJES EN OOGJES Chris van Rossum, projectleider digitalisering omgevingswet en procesmanager VTH (Vergunning, Toezicht en Handhaving) van de gemeente Haarlem, heeft er alle vertrouwen in dat hij en zijn collega’s op 1 januari 2022 in het DSO aan de slag kunnen. ‘Ik ben bij veel klankbordgroepen betrokken en volg het nauwgezet’, vertelt hij. ‘Ze doen erg hun best om het allemaal in orde te krijgen. Ik zie het langzamerhand groeien naar een goed stelsel. Er zitten wel wat haakjes en ogen aan en die proberen ze nu recht te trekken.’ Trouwens, iets meer dan een haakJE of een oogJE, zo verbetert hij zichzelf, is het koppelen van omgevingsplannen aan het DSO. ‘Dat is natuurlijk wel een groot issue. Dat is de reden geweest dat het hele DSO is uitgesteld. Daar zijn ze hard mee bezig. Ik hoop dat dit betekent dat er snel werkende applicaties op de markt komen. Wij als gemeenten zitten natuurlijk te springen om een keuze te kunnen maken uit werkende software.’ Leveranciers konden lange tijd die software, die gemeentelijke informatie over omgevingsplannen moet koppelen aan het landelijke stelsel, niet maken omdat de standaarden van het landelijk stelsel nog niet definitief waren. Pas sinds april is die standaard er. Er waren intussen wel al gemeenten die leveranciers opdracht hadden gegeven om deze applicatie te leveren, maar die hadden geen zekerheid over wat ze precies zouden ontvangen, omdat de software nog in ontwikkeling is. ‘Daar ligt het spanningsveld’, aldus Van Rossum. ‘Hoe langer je wacht, hoe meer leveranciers werkende software hebben, maar hoe minder tijd je hebt om te implementeren en te oefenen.’ ‘Daar heeft hij helemaal gelijk in’, reageert Miguel Hassink, die als business liaison manager bij de VNG als koppelstuk tussen DSO en gemeenten fungeert, op Van Rossums dilemma. Wat zou de VNG’er twijfelende gemeenten adviseren? ‘Wij adviseren gemeenten om nu al wel de eerste stappen te zetten in de aanbesteding, zodat je eind dit jaar, begin volgend jaar kunt beginnen met de implementatie. Dat is het ideale scenario’, stelt hij. Oefenen en inregelen van de processen is nu eenmaal zeer belangrijk, verklaart hij. Daarom gaat de VNG leveranciers stimuleren presentaties van ‘conceptuele software’ te geven, om zo het vertrouwen te winnen van de klanten. ‘Dan is de noodzaak om lang te wachten weg.’ Gemeenten kunnen in hun contract aangeven wat de eisen zijn waaraan de software moet voldoen, meent hij. ‘Maar ik begrijp ook goed dat gemeenten huiverig zijn, die willen iets in handen hebben gehad.’ LAAGDREMPELIGER Voor de twee andere applicaties die gekoppeld moeten worden aan het DSO – VTH en Toepasbare Regels – is wel al duidelijk wat de vereisten zijn. Van Rossum over VTH: ‘Op die markt zijn genoeg leveranciers met werkende software; daar hebben we de aanbesteding afgerond en zijn we bezig met implementatie.’ Overigens ziet de Haarlemse ambtenaar het DSO als een verbetering van het huidige systeem: ‘Ik zie veel meer functionaliteiten en het wordt laagdrempeliger.’ En zo hoort het ook. ‘De hele gedachte van het DSO is dat er één digitaal loket is en dat je een gelijke informatiepositie hebt; dus alle informatie die ambtenaren hebben, heeft de initiatiefnemer ook.’ Dat enthousiasme ziet Hassink terug bij de ambtenaren die periodiek oefenen met het DSO. ‘In het algemeen zijn de gebruikers enthousiast over wat ze krijgen en wat ze zien.’ Hoe verklaart hij dat? ‘In het DSO worden overtollige vragen weggelaten. Zo kan een gemeente bij een kapvergunning zelf instellen dat als eerste wordt gevraagd naar de diameter van de boom. Als die kleiner is dan 50 centimeter is de conclusie gelijk bekend en hoef je andere vragen niet meer in te vullen.’ Bovendien kunnen gemeenten eigen registraties gaan toepassen. ‘Bijvoorbeeld van beschermde bomen. Dan kan een gebruiker precies zien: die boom mag ik niet kappen. Je kunt gegevens veel beter verbinden; dat is

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication