4

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 04 NIEUWS RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS De wet Kwaliteitsborging voor het bouwen, die het bouwtoezicht voor een deel wegneemt bij de gemeenten, zal hen toch geld gaan kosten. En dat geld kunnen ze niet meer terugkrijgen via de leges. Omgevingsdiensten trekken aan de bel. WAARSCHUWING OMGEVINGSDIENSTEN WET KWALITEITSBORGING KOST GEMEENTEN GELD Omgevingsdiensten verzorgen in veel gemeenten het bouwtoezicht voor hun gemeenten. De wet Kwaliteitsborging (WKB) is ooit bedacht om de bouwsector aansprakelijker te maken voor de kwaliteit van woningen of bedrijfsgebouwen en om het aantal bouwfouten te verminderen. De wet werd vorig jaar door de Eerste Kamer goedgekeurd, maar is inmiddels – samen met de Omgevingswet – uitgesteld tot 2022. Bouwbedrijven moeten de kwaliteit van hun werk beter monitoren, en moeten een onafhankelijke kwaliteitscontroleur (kwaliteitsborger) inschakelen om dat in de gaten te houden. Waar gemeenten vroeger een grotere rol hadden in het controleren van de veiligheid van een bouwwerk, wordt dat in de nieuwe wet een behoorlijk stuk beperkt: de gemeente moet straks voordat het werk begint het rapport van de kwaliteitsborger goedkeuren, en achteraf de bouw goedkeuren. Maar het probleem is dat gemeenten nauwelijks meer geld kunnen vragen voor dat proces. Nu wordt het bouwtoezicht nog betaald door inkomsten uit bouwleges, zoals voor de aanvraag van een bouwvergunning. Maar die leges kunnen straks niet meer worden geheven. Uit een concept-rapport van bureau Berenschot, gemaakt in opdracht van de 29 omgevingsdiensten, blijkt dat er voor veel taken die gemeenten voorheen uitvoerden, geen inkomsten meer tegenover staan. Door de invoering van de Omgevingswet, waarbij vaker vergunningsvrij of zonder een toetInkomsten uit leges dalen sing van het bouwbesluit kan worden gebouwd, zijn er bovendien minder mogelijkheden om voor de nieuwe taken inkomsten te genereren. Een meldingsplicht vervangt de vergunningplicht. Maar daar kunnen geen leges tegenover staan. Niet alleen de gemeenten zullen dit financieel gaan merken, maar ook burgers met relatief kleine, vergunningplichtige bouwinitiatieven. Veel gemeenten gebruiken de zogenaamde kruissubsidiëring: de grote projecten betalen hogere leges, waardoor kleinere projecten minder worden belast met de hoge kosten voor een vergunning. Maar die route is nu afgesloten: ook voor de kleine projecten moet een kwaliteitsborger aan de slag. ERG LAAT Volgens Henk-Jan Baakman, directeur van de Omgevingsdienst De Vallei, waaronder een aantal West-Gelderse gemeenten valt, is het probleem dat gemeenten een grote verantwoording houden in het bouwproces, maar daar veel minder middelen voor hebben. ‘Dat bij omgevingsdiensten en gemeenten afdelingen moeten inkrimpen omdat het werk door andere instanties wordt gedaan, is in zekere zin logisch. Het punt is vooral dat we tijdens en vooral voorafgaande aan het bouwproces nauwelijks invloed kunnen uitoefenen. En dat kan wel van belang zijn. Lokale diensten weten vaak veel meer van de specifieke omstandigheden van een locatie dan een kwaliteitsborger van elders. Nu kunnen gemeenten alleen vooraf de risicobeoordeling van de kwaliteitscontroleur goedkeuren, maar formeel mogen ze daarbij niet om extra informatie vragen. Pas achteraf kan de gemeente het ‘as-built’-dossier, waarin de informatie over het gerealiseerde bouwwerk staat, beoordelen en een toestemming voor ingebruikname afgeven. Dat is erg laat in het proces, en ook een gevoelig moment. Stel je voor dat het gaat om een woningbouwproject: als de ambtelijke dienst dan kritisch is, dan weet je dat ondertussen de nieuwe bewoners al dozen inpakken en aanhangers hebben klaarstaan.’ Volgens Baakman zou het goed zijn als er meer beoordelingsmogelijkheden in het bouwproces komen. ‘We willen als omgevingsdiensten het werk van de kwaliteitsborger natuurlijk niet overdoen. Maar de gemeente houdt, als bevoegd gezag, wel een grote rol. Je moet ook niet vergeten: als straks een balkon van een gevel stort, dan staat niet de kwaliteitsborger of de bouwer voor de draaiende camera’s, maar de wethouder.’

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication