32 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: MAIKEL SAMUELS / ANP-HH Gemeenten zoeken plek voor nieuwe woningen binnen de stadsgrenzen. Een verouderd bedrijventerreinen is een makkelijk doelwit. Experts vrezen de gevolgen. ‘Het bedrijventerrein is het weeskind van de ruimtelijke politiek.’ GEMEENTEN KIEZEN TE MAKKELIJK VOOR WONINGBOUW BEDRIJVIGHEID SIJPELT WEG Van alle grote steden is Den Haag waarschijnlijk degene met de meest ambitieuze woningbouwplannen. De Haagse huizenmarkt staat al jaren onder druk. Er is een groot gebrek aan zowel sociale huurwoningen als aan koopwoningen in het goedkope en middeldure segment. Vanaf volgend jaar wil de stad jaarlijks vierduizend nieuwe woningen toevoegen. Dat is een forse ambitie, vooral als je bedenkt dat de stad vrijwel geen open bouwgrond heeft. De te realiseren woningen moeten worden gebouwd op grond die nu nog een andere bestemming heeft – in veel gevallen als bedrijventerrein. Een goed voorbeeld is de Binckhorst, vlak bij het Haagse centrum, waar al volop wordt getransformeerd. Lokale ondernemers worden in veel gevallen pas laat van de plannen van het stadsbestuur op de hoogte gesteld, en voelen zich gedwongen een locatie elders te zoeken. Als die plek er nog is. De ondernemers zijn het inmiddels zat. Voor de zomer verenigden zeven ondernemersorganisaties in Den Haag zich in de Stichting Bedrijventerreinen Haaglanden, om zo een sterkere stem te hebben in de herstructureringsplannen van de gemeente. Den Haag is geen uitzondering. In heel Nederland zoeken gemeenten naar plekken om de woningbouwopgave te realiseren en lijken bedrijventerreinen vaak een logische optie. Het gaat meestal om veel vierkante meters en er is weinig liefde voor FLEXWONEN TE WEINIG BENUT Flexibele woningen hoeven vaak aan minder omgevingsregels te voldoen, kunnen sneller worden gebouwd en komen vaak in kleinere hoeveelheden. Daardoor passen ze beter in een gecombineerd ruimtegebruik met bedrijven of op plekken die later worden gebruikt voor reguliere woningbouw. In de afspraken die overheden en rijk hebben gemaakt over de woningbouwdoelen zitten dan ook ook forse hoeveelheden flexibele woningen. Maar met de bouw ervan schiet het niet op, constateerde het Planbureau voor de Leefomgeving eind vorig jaar in een rapport. Volgens Wim van Veelen, projectleider flexibele woonlocaties bij de provincie Gelderland, vormt ‘flexibel wonen’ voor gemeenten een uitdaging. ‘Er is allereerst een gebrek aan locaties. Maar het is vaak ook moeilijk om de businesscase rond te krijgen, vooral als de woningen te snel weer weg moeten. Draagvlak speelt ook een rol: vaak zitten buurtbewoners of bedrijven niet te wachten op de doelgroepen waarvoor tijdelijke huisvesting wordt ingezet.’ onder de bevolking. Zeker de oudere terreinen staan vaak al jaren op het lijstje van de wethouder als probleemgebieden of plekken waar gemeentelijk ingrijpen noodzakelijk is. Dat heeft gevolgen, blijkt uit cijfers van de Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN). De afgelopen vijf jaar maakte 47 vierkante kilometer bedrijventerrein plaats voor woningbouw. SKBN-voorzitter Theo Föllings maakt zich zorgen. ‘In sommige gemeenten wordt alles aan de kant geschoven om maar zoveel mogelijk woningen te bouwen. Er wordt vaak nauwelijks gekeken naar de effecten van de verdwijning van werklocaties. Bestuurders staan onder grote druk om te bouwen, en vergeten dat ondernemers ook een belang hebben in de gemeente. Wat dat betreft is het bedrijventerrein een blinde vlek, het weeskind van het ruimtelijk beleid.’ Toch kunnen verplaatsbare woonunits een belangrijke rol spelen, denkt Van Veelen. ‘Het gaat om de huisvesting van statushouders, studenten en bewoners van instellingen die zelfstandig moeten gaan wonen. Maar ook starters, mensen die recent gescheiden zijn en tijdelijke arbeidsmigranten behoren tot de doelgroep.’ Om systematischer zicht te krijgen op potentiële locaties werkt Van Veelen samen met de provincie Utrecht en het Kadaster aan een pilotproject in regio Food Valley om bij gemeenten beter in beeld te krijgen waar tijdelijke huisvesting mogelijk zou kunnen zijn. Zo wordt een dashboard ontwikkeld waarin een gemeente selectiecriteria kan kiezen, waarna het systeem een digitale kaart en een adressenlijst met potentiële locaties levert. Volgens Van Veelen ben je er daarmee niet. ‘Het vraagt een zorgvuldig proces om plek voor plek te toetsen op geschiktheid. Randen van bedrijventerreinen kunnen kansen bieden. Maar uiteindelijk is de beoordeling van zo’n locatie een taak voor de gemeente zelf.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021
33 Online Touch Home