29

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 29 AANTALLEN WMO-CLIËNTEN MET HUISHOUDELIJKE HULP 2018 2019 86.545 237.490 50.290 15.445 < 15.000 euro 15.000-30.000 euro 30.000-50.000 euro > 50.000 euro Ook van de inwoners krijgt Jacobs veel bijval voor de inkomstentoets. ‘Er is breed maatschappelijk draagvlak. Veel mensen die ik spreek, zeggen dat het van de gekke is dat iemand die huishoudelijke hulp kan betalen, daar toch voor bij de gemeente aanklopt.’ Die ervaring heeft ook wethouder Hugo van der Wal (sociaal domein, SGP) van Krimpen aan den IJssel. ‘Ik word regelmatig, letterlijk, met applaus begroet.’ Zijn gemeente is samen met Leusden deze zomer door minister Hugo de Jonge (VWS) hard op de vingers getikt. De gemeenten handelen volgens de minister in strijd met de Wmo 2015, omdat het inkomen niet mag worden meegewogen. Beide gemeenten moeten hun besluit terugdraaien en als dat niet gebeurt, draagt De Jonge ze ter vernietiging aan de Kroon voor. Voor 15 oktober moeten de twee gemeenten hem laten weten wat ze doen. NIET TERUGDRAAIEN ‘Het college is niet van plan om de raad voor te stellen het besluit terug te draaien’, stelt wethouder Van der Wal vastberaden. ‘Volgens het gedachtegoed van de Wmo hebben gemeenten de plicht om inwoners te ondersteunen die niet zelfredzaam zijn. Als een inwoner voldoende inkomen heeft, kan hij of zij zelf huishoudelijke hulp regelen en betalen en is dus voldoende zelfredzaam.’ Ook de Leusdense wethouder Fenneke van der Vegte (zorg, GroenLinks-PvdA) is niet van plan in te gaan op het verzoek van de minister. ‘Wij vinden dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen.’ In haar gemeente zijn vier op de tien aanvragers naar schatting financieel draagkrachtig genoeg om zelf een hulp te regelen en te betalen. Als de minister gaat ingrijpen, gaat Krimpen aan den IJssel tegen het besluit tot vernietiging van de Wmo-verordening in beroep bij de Raad van State, stelt Van der Wal. De voorbereidingen daartoe worden al getroffen. Leusden zal zich op dat moment gaan beraden. ‘Als VNG steunen we gemeenten die 61.137 275.855 70.470 25.780 2020 65.680 303.280 89.980 35.855 maatregelen nemen volledig’, stelt VNG-directeur Geluk. Het gaat wel om morele steun. ‘Met het invoeren van een inkomenstoets of andere maatregelen die in de ogen van VWS wettelijk niet kunnen, lopen gemeenten risico. Wij vinden dat ze dat risico moeten nemen.’ Eind vorig jaar heeft de VNG gemeenten opgeroepen de grenzen van de wet op te zoeken. Dat was nadat uit de tweede monitor abonnementstarief Wmo bleek dat de invoering van de inkomensonafhankelijke eigen bijdrage heeft geleid tot een forse stijging van het beroep op vooral de huishoudelijke hulp. Het kabinet wil gemeenten daarvoor niet extra compenseren. In 2019 was er ten opzichte van 2018 een stijging van 17,4 procent, en vorig jaar daarop nog eens een stijging van 11,8 procent. ‘En mogelijk heeft corona een dempende werking op het aantal aanvragen gehad’, stelt Marc Timmerman, senior-adviseur van BDO. ‘Dat zou ook voor cijfers over 2021 kunnen gelden.’ Hij stelt dat het ‘aannemelijk’ is dat de stijging van het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp een-op-een verband houdt met de invoering van het Wmo-abonnementstarief. De vergrijzing neemt weliswaar toe, maar niet zo veel. BDO constateerde eerder dit jaar, op basis van de gemeentelijke jaar rekeningen over 2019, dat de nettolasten voor de Wmo in 2019 harder zijn gestegen dan die op de jeugdzorg. Een soortgelijk onderzoek over 2020 is volop aan de gang. GOED VERHAAL Wethouder Jacobs is niet bang dat minister De Jonge ook in Beesel gaat ingrijpen. ‘We hebben een goed verhaal. Het schaarse geld moet beschikbaar blijven voor de kwetsbaren in de samenleving. Mensen met voldoende geld zijn voldoende zelfredzaam. Gemeenten hebben volgens de Wmo 2015 alleen een zorgplicht voor inwoners die niet zelfredzaam zijn.’ Hij vindt, evenals andere wethouders en de VNG, dat gemeenten niet serieus worden genomen. ‘De minister blijft bij zijn argumenten en staat niet voor andere open’, aldus Van der Vegte. Het zit de gemeenten dwars dat het rijk met de invoering van het Wmo-abonnementstarief sturingsmogelijkheden van gemeenten heeft afgesneden, maar dat niet (voldoende) compenseert. Zij stellen tevens dat De Jonge telkens naar jurisprudentie verwijst, maar die is achterhaald. ‘De rechtelijke uitspraken dateren van voor de invoering van het Wmo-abonnementstarief’, benadrukt Van der Wal. Van der Vegte: ‘In tegenstelling tot wat er in de Memorie van Toelichting van de Wmo 2015 staat, heeft het rijk de eigen bijdrageregeling gewijzigd. Voorheen werd het inkomen wel meegewogen. Nu het kabinet dat heeft geschrapt, is er volgens ons juist ruimte ontstaan om het inkomen mee te wegen.’

30 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication