BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 14 INTERVIEW ARIE TEEUW DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ARIE KIEVIT Raadsleden moeten de ruimte hebben om te kunnen kiezen voor bezuinigingen. ‘Hoe eerder ze moed vatten, des te groter is hun keuzevrijheid’, zegt bezuinigingsadviseur Arie Teeuw. ‘Soms heb je iemand nodig die ze daarbij een handje helpt.’ BEZUINIGINGSSPECIALIST ARIE TEEUW: ‘DE KINDERBOERDERIJ GAAT NOOIT DICHT’ Eigenlijk zou je als gemeente Arie Teeuw niet over de vloer moeten willen hebben. Gezellig is het wel. Een gulle lach, grijze krullenbol en steevast kleurrijk gekleed (overigens, voor de insiders: niet zo zwaar meer, want 40 kilo lichter), maar de gelouterde bezuinigingsadviseur doet wél wat het gemeentebestuur kennelijk niet is gelukt: acceptabele bezuinigingen bedenken. Teeuw: ‘De eerste keer dat bezuinigd moet worden, maakt het college de begroting even technisch dicht, de tweede keer hebben ze een eigen project gedaan en de derde keer hebben ze hulp nodig. Ik zie dat niet als een brevet van onvermogen. Ze kunnen moeilijk anders als je ziet wat het rijk over gemeenten uitstort.’ Bezuinigingsadviseur Arie Teeuw (65) loopt al heel wat jaren mee in gemeenteland. De afgelopen jaren speurde hij voor zo’n veertig gemeenten naar (acceptabele) bezuinigingen. Van klein (Scherpenzeel, komen we nog op, Harlingen), tot groot (Amersfoort, Delft). Sinds de zomer van 2020 is Teeuw concerncontroller bij de Zuid-Hollandse gemeente Krimpenerwaard. Over zijn ervaringen, en om gemeenten op weg te helpen, heeft hij een onderhoudend boek geschreven: Komt een man bij de gemeente. Zelfs een alfa kan het begrijpen. Teeuw: ‘Het boek gaat over moed. Raadsleden en gemeentebestuurders hebben moeite om te kiezen. Dat is terecht, want het gaat om wat ze belangrijk vinden. Je moet ze het comfort en de ruimte geven om te durven kiezen. Hoe eerder ze moed vatten, des te groter is hun keuzevrijheid.’ Raadsleden en wethouders zoeken liever niet op eigen houtje naar ingrijpende bezuinigingen, weet Teeuw. ‘Het is vaak makkelijker om iemand van buiten te laten vertellen wat de pijnlijke keuzes zijn. Je kunt externen de schuld geven, hè? Dat is in het bedrijfsleven niet anders. Als zij moeten saneren, huren ze een bedrijvendokter in.’ Een excuustruus? ‘Daarmee doe je gemeenten tekort. Ze doen hun uiterste best om bezuinigingen te vinden, maar soms lukt het gewoon niet. Colleges zitten vast, ambtenaren zijn gericht op hun eigen projecten en opdrachten. Soms heb je iemand nodig die een handje helpt. En ik weet hoe pijnlijk het is om de subsidie aan de scouting te halveren. Moet je dat willen? Je kunt heel technisch zeggen: dit kan wel wat minder, maar hoe belangrijk is de scouting voor die gemeenschap?’ DUPEREN Moet je op voorzieningen voor kinderen willen bezuinigen? Arie Teeuw schrijft op de achterflap van zijn boek dat je dat maar beter uit je hoofd kunt laten. ‘De kinderboerderij gaat nooit dicht.’ Hij vertelt: ‘Het was 2007, 2008, en ik deed een bezuinigingsoperatie in Waddinxveen. De gemeente vond dat de kinderboerderij zijn eigen geld moest gaan verdienen. De consequentie was dat de kinderboerderij dicht zou gaan. Bij de begrotingsbehandeling diende een raadslid een motie in om de kinderboerderij eenmalig voor één jaar subsidie te geven. Konden ze een jaar langer zoeken naar inkomsten. Voor zover ik weet bestaat ze nog steeds met behoud van subsidie. En dat is zó begrijpelijk. Een politicus gaat niet besluiten om de kinderen van de gemeente te duperen. Zou ik ook niet doen. We hebben toen bedacht om tol te heffen bij de hefbrug over de Gouwe. Vijf euro, en daarvoor mocht je dan een dag gratis parkeren in het centrum. Dat doet niemand, want ze rijden door, maar je verzint van alles om die kinderboerderij open te houden. We hebben dat voorstel ‘Soms moet je kiezen voor meer en niet voor minder’ van die tol overigens niet gepresenteerd aan het college.’ Bezuinigingsadviseur Teeuw weet dus: van de kinderboerderij blijf je af, maar er zijn lokaal meer volstrekt onrendabele doch essentiële gemeentelijke taken. Hij noemt het voorbeeld van het Hannemahuis, het gemeentemuseum in het hartje van Harlingen. Het leukste havenstadje van Noordwest-Europa, in zijn woorden. Hij werd ingehuurd om de gemeente aan bezuinigingen te helpen. ‘Dat schattige museum is je eerste doelwit. Ze gaven drie ton per jaar uit voor drieduizend bezoekers. Op ieder kaartje zit dus 100 euro kosten. Sluiten, denk je. Nee, dat is de essentie van het stoere Harlingen. Liever nog wat geld erbij om tentoonstellingen te kunnen organiseren. Soms moet je kiezen voor meer en niet voor minder. En nu hoor je het Hannemahuis op de radio. Ook in andere gemeenten blijkt telkens weer dat lokaal erfgoed een essentiële taak van de gemeente is. In fusiegemeenten is dat minder, daar is de ziel een beetje verdwenen.’ SCHAALVERGROTING Harlingen is klein (bijna 16.000 inwoners), maar houdt halsstarrig vast aan haar zelfstandigheid. Daar houdt Teeuw van. Schaalvergroting is niet aan hem be
15 Online Touch Home