28

28 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: ROGER DOHMEN/ANP-HH Ouderen zijn een makkelijk doelwit voor mishandeling en uitbuiting. Zeker nu ze langer thuis wonen, ook als ze hulpbehoevend zijn. De lokale aanpak van dit probleem stokt juridisch vaak bij vroege signalering. Tijdelijke bewindvoering wordt nog weinig ingezet. VAAK TE LATE AANPAK MISBRUIK HOE KAALPLUKKEN OUDEREN TE VOORKOMEN Een alleenstaande, dementerende man, die emotioneel wordt gechanteerd door een veel jongere vrouw met kinderen. Zij weet flink op zijn gemoed in te werken. Lang blijft het misbruik onopgemerkt, tot een lid van het wijkteam melding doet van een vermoeden van misbruik. Het slachtoffer, hoewel aanvankelijk vermogend, eindigt in de schulden. ‘Zij kon lange tijd doorgaan met bedragen opnemen en spullen bestellen. Je kon het zo gek niet bedenken of ze deed het’, zegt Jeroen van Mierle, wijkagent Senioren en Veiligheid (‘Ik behoor wat leeftijd betreft bijna zelf bij de doelgroep’) in Dordrecht. Het beschreven geval is niet de enige schrijnende casus die Van Mierle op zijn bureau krijgt. Samen met andere ketenpartners neemt de politieman deel aan een lokale alliantie tegen ouderenmishandeling. Alleen al in de regio Drechtsteden worden daar jaarlijks honderden aangiftes van gedaan. Daar zitten dan wel de aangiften sociale mediafraude – de beruchte whatsappjes van ‘zoon of dochter’ die om geld verlegen zit – bij inbegrepen. Nu het streven is ouderen, eventueel met ondersteuning, zo lang mogelijk thuis te laten wonen, zijn meer mensen kwetsbaarder voor misbruik en geweld. Ouderenmishandeling heeft overeenkomsten met andere afhankelijkheidssituaties, zoals kindermishandeling en partnergeweld. Maar sommige aspecten zijn typerend voor senioren. Zo krijgen of verlenen zij vaker mantelzorg, waarbij de relatie aan de kant van zowel de verzorger als de verzorgde kan ontsporen. Door geestelijke of lichamelijke achteruitgang kunnen ouderen verder hun eigen zaken niet altijd meer altijd zelf behartigen. Hun netwerk is door het wegvallen van familie en vrienden soms beperkt. Schaamte kan ook een rol spelen: je eigen kind of partner geef je niet makkelijk aan. Verwaarlozing komt ook voor: een oudere financieel ‘kort houden’, met te weinig geld om van te leven. Uit angst om hulp te verliezen of familierelaties te beschadigen laten ouderen ongewenste situaties vaak voortduren. Ten slotte speelt mee dat ouderen digitaal niet altijd even handig zijn. Dat maakt ze een makkelijke prooi voor vormen van misbruik die lang worden verheimelijkt. NIET PLUIS-GEVOEL Landelijke cijfers over ouderenmishandeling liegen er niet om. Naarmate de vergrijzing doorzet zal het er niet minder op worden. Een studie van onderzoeksbureau Regioplan, uitgevoerd in Boxtel, Rotterdam en Tilburg, geeft aan dat naar schatting een op de twintig thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ooit te maken krijgt met mishandeling. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) neemt aan dat het feitelijk aantal gevallen hoger ligt. Financieel misbruik komt het meest voor, gevolgd door psychische en lichamelijke mishandeling. Op lokaal niveau moeten gemeenten zorgen voor een ‘sluitende keten’ van bewustwording en preventie, evenals hulpverlening en nazorg. Maar bij tijdige signa - lering gaat het al mis, zoals ook blijkt uit het relaas van de wijkagent en de bewindvoerder. Professionals in de (gezondheidsen thuis-)zorg, maatschappelijke ondersteuning en welzijn hebben een meldcode en moeten bij een sterk vermoeden ouderenmishandeling, huiselijk geweld en (financiële) mishandeling melden bij Veilig Thuis of de politie. In veel regio’s worden lokale of regionale allianties tegen ouderenmishandeling gevormd, waarin veel partijen – zowel publiek als privaat – een rol kunnen hebben. Zo wordt notarissen en banken ook gevraagd alert te zijn op misbruik, bij het opstellen en veranderen van testamenten die een ‘niet pluis-gevoel’ geven, of vragen oproepende omstandigheden bankopnames. TIJDELIJKE BEWINDVOERING Hoe eerder wordt ingegrepen, hoe beter. ‘Maar bij financiële uitbuiting van ouderen lopen we meestal achter de feiten aan’, is Van Mierles ervaring. ‘Het idee is om in te grijpen zo gauw er een gegrond vermoeden is. Dat kan door bijvoorbeeld tijdelijke bewindvoering in te laten stellen door de kantonrechter. Zulke pogingen stranden echter vaak bij gebrek aan bewijs. In het beschreven geval was het medische dossier onvoldoende onderbouwd. Een rapportage van een geriater ontbrak. Aan de mogelijkheid van het aanvragen van een spoed-onderbewindstelling is toen niet gedacht.’ Een andere mogelijke interventie is een tijdelijk huisverbod, de mogelijkheid om BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication