BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 ACHTERGROND 37 zijn er als college voor om met die kritiek en eventuele procedures om te gaan, maar eigenlijk valt het in Arnhem met de tegengeluiden enorm mee. Wat het neerzetten van nieuwe woonwagens op nieuwe plekken vooral moeilijk maakt zijn de hoge kosten. De bouw van een woonwagen is voor een woningcorporatie relatief duur en ze worden veel sneller afgeschreven dan een stenen woning. Bovendien is het grondgebruik groter: voor een standaard woning is een kavel nodig van 120 vierkante meter. Een woonwagen vraagt al snel om 200. Al met al is dat een forse onrendabele top.’ Paping hoopte daarom op een financiële tegemoetkoming van het rijk uit die pot van 50 miljoen, zodat er snel gebouwd kon worden. ‘Maar uiteindelijk bleek dat die subsidie neerkomt op 5.000 euro per woonwagen. Dat gaat niet helpen.’ MOEIZAAM Directeur Bram Klouwen van Companen constateert een groot verschil in aanpak tussen de verschillende gemeenten. ‘Veel grotere gemeenten hebben wel enige vorm van standplaatsenbeleid. In kleinere gemeenten ligt dat vaak anders. COLUMN JAN VERHAGEN ‘ Je kunt je ook afvragen: wíl de gemeente wel?’ Het gaat soms ook maar om een paar plaatsen.’ Op de vraag waarom het maken van nieuwe plekken zo moeizaam gaat, zijn de antwoorden meestal hetzelfde, ziet Klouwen. ‘Het gaat dan om moeilijke procedures, bezwaarmakers vanuit de wijk ernaast, de beschikbaarheid van grond en de kosten. Voor een groot deel is dat ook waar. Maar je kunt je ook afvragen: wíl de gemeente wel? Vaak hoor je: “Er is al een tekort aan woningen en voor één woonwagen kunnen we twee woningen bouwen.’ Maar die argumenten hoor je zelden als het om andere projecten gaat, zoals hippe tiny houses.’ Voor de meeste aangedragen obstakels in het proces zijn vaak best oplossingen te vinden, denkt Klouwen. ‘Maar de kosten zijn wel een serieus probleem. Wij zijn bezig met verder onderzoek naar de investeringen die gemeenten en corporaties moeten doen, en die lijken echt wel een stuk groter. Wat zich ook wreekt is dat er veel minder woningen worden gebouwd in grote woningbouwlocaties. Op een dergelijke locatie is het relatief makkelijker om plek te vinden. Dan vallen de extra kosten ook sneller weg tegen de grote hoeveelheid nieuwbouwwoningen.’ In de Arnhemse nieuwbouwwijk Schuytgraaf wil wethouder Paping precies dat gaan doen: tussen de meer dan zesduizend geplande woningen moet ook plek komen voor acht woonwagens. Paping erkent: die woonwagens staan er niet vandaag of morgen. ‘We doen echt ons best, maar ik kan me heel goed voorstellen dat de woonwagenbewoners het wachten helemaal zat zijn. Dat is nog het meest frustrerende: dat we al zo lang aan het praten en plannen zijn, maar dat er nog steeds geen schop de grond in is gegaan.’ WINST! De Vereniging van Nederlandse Gemeenten stuurde deze maand aan het kabinet een ‘Factsheet Financiële positie gemeenten’. Daarin formuleert de VNG een nieuwe financiële claim: ‘Om financieel gezond te blijven moeten gemeenten gemiddeld elk jaar 1,5 procent overhouden op de exploitatie, omdat er anders niet voldoende financiële buffer overblijft om schommelingen in de uitgaven op te vangen en om te kunnen blijven investeren zonder zich te diep in de schulden te steken.’ De afgelopen jaren was de VNG al blij als alle kosten van de gemeenten werden gecompenseerd. Nu zijn de ambities hoger: 1,5 procent overhouden. Dat is veel geld. Daarom heb ik veel vragen. Vraag één: 1,5 procent overhouden op de exploitatie, wat is dat? Schrik niet: dat is een miljard euro per jaar, niet om uit te geven voor nuttige dingen voor u en mij, maar overschot. Winst! Vraag twee: waarom is gemiddeld een miljard euro per jaar nodig om af en toe verliezen op te kunnen vangen? Daarvoor is immers al voldoende dat de gemeenten elk jaar gemiddeld evenveel geld binnenkrijgen als ze uitgeven. Vraag drie: waarom zouden de gemeenten niet meer geld mogen lenen voor nieuwe wegen, voor nieuwe schoolgebouwen, enzovoort? Wanneer zijn de schulden te hoog, zoals de VNG vreest? Daar bestaat geen norm voor. Als de rente laag is, mogen schulden hoog zijn. Vraag vier: als de gemeenten echt een miljard euro per jaar winst – 1,5 procent – nodig hebben, waarom verplicht de Gemeentewet dat dan niet? De wet vindt het voldoende dat de inkomsten even hoog zijn als de uitgaven. Vraag vijf: De gemeenten hebben nog nooit een miljard winst per jaar begroot. En hoeveel gemeenten ‘ Accepteren de inwoners het?’ zijn er de afgelopen honderd jaar failliet gegaan? Geen enkele. Vraag zes: Als een gemeente minder dan 1,5 procent over heeft, moet de provincie dan streng toezicht gaan houden? Wil de VNG dat? En ten slotte vraag zeven: zouden de inwoners het accepteren als de gemeenten jaar op jaar een miljard euro zelf houden, en niet gebruiken voor nuttige dingen? Dit miljard is een kansloze claim. Een schadelijke kansloze claim. Want het nieuwe kabinet zal niet alleen deze kansloze claim weglachen, maar tegelijk wellicht ook alle andere financiële claims van de gemeenten die wel redelijk zijn.
38 Online Touch Home