6

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 06 NIEUWS BESTUUR DOOR: WOUTER BOONSTRA Als wethouders minder inzetten op persoonlijk succes kunnen zij de nadruk op hun fouten verminderen en bijdragen aan een meer ontspannen verhouding tussen raad en college. Dat kan het debat verdiepen en uit de dynamiek van ‘afrekening’ halen. ONDERZOEK ONDER 150 WETHOUDERS STOP MET DE AFREKENCULTUUR Dat concludeert de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) in het essay ‘Aftreden of optreden?’, na onderzoek onder 150 wethouders in opdracht van de Wethoudersvereniging. In 2020 traden 231 van de 1.450 wethouders af (15 procent). Daarin valt de mate op waarin wethouders persoonlijke schuld wordt verweten. Een wethouder moet altijd ‘in control’ zijn, anders is het zijn eigen fout. ‘Dat is vanuit bestaande onderzoeken de eenvoudig te destilleren redenering’, aldus NSOB-onderzoekers. Zij zien hierin ‘een sterk maakbaarheidsidee’. Het gaat over ‘falen, zwakte en tekortschieten’ en dat de meerderheid van de raad dit niet aanvaardt. ‘Wethouders worden dan beoordeeld of eigenlijk afgerekend op hun prestaties.’ Voor tegenvallende prestaties wordt de wethouder vaak verantwoordelijk gehouden. Maar zijn verantwoordelijkheid wordt te gemakkelijk gezien als schuldaansprakelijkheid, niet als de risicoaansprakelijkheid die het feitelijk is. Alles wat misgaat is ook meteen zijn schuld, ‘want hij was degene die het had kunnen of moeten zien en dus ook had kunnen of moeten voorkomen’. Het wethouderschap is een ambt dat politieke verantwoordelijkheid draagt. ‘De waardigheid blijft altijd verbonden met het ambt, niet met de persoon.’ De politieke ‘schuldvraag’ stellen focust op de persoon, terwijl bij het wethouderschap de focus ook meer op het ambt kan liggen. Politiek is immers een ‘symbolische orde van geweldloze omgang met strijd en conflict’. Aftreden van wethouders kan alleen goed worden begrepen in het licht van die symbolische orde. ‘Aftreden is daarmee een rituele daad’, de knieval van De waardigheid blijft verbonden met het ambt De helft van de wethouders zegt bij fouten van de voorganger juist aan te blijven en op te treden om die fouten op te lossen. Wethouders treden eerder af om redenen die de persoon betreffen. Dat ‘gepersonaliseerd leiderschap’ zorgt voor een zichzelf versterkende dynamiek. ‘Het gaat niet om de wethouder, maar om deze wethouder.’ Door succes te claimen werken wethouders zelf in de hand dat de gemeenteraad zoekt naar hun persoonlijk falen. Maar door het vele aftreden om de persoon raakt de betekenis van het aftreden omwille van het ambt ondergesneeuwd. het bestuur voor de samenleving, omdat er iets heel erg is misgegaan en iemand daarvoor de politieke, symbolische, risicoaansprakelijke verantwoordelijkheid moet nemen. SYMBOLISCHE WAARDE Wethouders hechten aan het aanblijven en optreden ook sterke symbolische waarde: een signaal dat zij verantwoordelijkheid nemen om fouten te herstellen en te zorgen dat het straks beter gaat. Zowel optreden als aftreden kunnen een betekenisvolle keuze zijn, ‘mits die bijdraagt aan herstel van de symbolische orde’. In totaal 90 procent van de wethouders vindt een aangenomen motie van wantrouwen reden voor aftreden. Bijna driekwart is bereid af te treden vanwege een eigen fout, maar absoluut niet om een fout van een voorganger (4 procent). ‘Zo leggen wethouders zelf stevige nadruk op de persoonlijke kant van het wethouderschap en personalisering van politiek leiderschap.’ IN TWIJFEL Marcelle Hendrickx, voorzitter Wethoudersvereniging: 'We zien dat gezag over de hele linie steeds minder vanzelfsprekend wordt. Iemands rol en positie wordt snel in twijfel getrokken of bediscussieerd. Willen wij hier iets aan doen, zullen we gezamenlijk de symboliek moeten herstellen. Met dit onderzoek constateren we dat we veel zaken te persoonlijk maken, dat is ook een resultaat van de tijdgeest. Dit is de manier waarop mensen in het ambt geplaatst worden. Een verandering in hoe we hier mee omgaan kan alleen als we met elkaar het gesprek voeren over het aanzien en het gezag van het ambt. Dit een duivels dilemma, omdat de kloof tussen politiek en samenleving schreeuwt om deze te dichten. En die herstel je niet door je symbolischer op te stellen, maar door je menselijker op te stellen. Daarmee leg je niet de nadruk op het ambt maar op de mens. Werken aan wederzijds vertrouwen helpt enorm.’

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication