63

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 63 GEBREKKIGE AFHANDELING SCHADEREGELINGEN SCHULD ERKENNEN BLIJFT LASTIG Een heel goed boek ook over een erg ongemakkelijk onderwerp. Dat is de kortst mogelijke duiding van het onderzoek van Christiaan Ruppert naar 44 regelingen voor collectieve schade, situaties waarin de overheid slachtoffers op enigerlei wijze materieel of immaterieel compenseert. Steeds vaker lijkt de overheid namelijk te maken te hebben met de noodzaak aantoonbaar geleden schade te vergoeden aan slachtoffers, veelal voortvloeiend uit het doen of nalaten van diezelfde overheid. Moeiteloos inventariseert Ruppert, die zelf eerder als onderzoeker was betrokken bij de kwestie van de Joodse tegoeden en het seksueel misbruik en geweld in de jeugdzorg, zo’n 44 regelingen voor collectieve schade uit het recente verleden. Sommige schaderegelingen hebben hun oorsprong in WOII, Indië of defensieoptredens; andere zijn van vandaag en gisteren, zoals de compensatieregelingen na de toeslagenaffaire. Maar ook de Q-koorts, de Bijlmerramp en de schietpartij in Alphen aan den Rijn komen voorbij, plus overstromingen in Limburg en Chroom-6 uitkeringen. Het initiatief ligt vaak bij de slachtoffers zelf Ruppert stelt dat soms sprake is van restitutie, maar veel vaker vindt financiële compensatie plaats en in heel beperkte mate ook een passende vorm van erkenning. Hij constateert, het geheel beschouwend, dat de laatste decennia het aantal regelingen voor collectieve schade snel is gegroeid, maar dat de overheid nog steeds niet adequaat is georganiseerd. Er is geen algemeen kader voor de regelingen, het initiatief ligt vaak bij slachtoffers zelf en andere betrokken partijen, de gevolgde procedures om tot gehele of gedeeltelijke compensatie over te gaan en de uitkeringshoogtes variëren sterk. En het belangrijkste: ondanks hun aantal en variëteit leiden al deze regelingen lang niet altijd tot de beoogde ‘erkenning’ van en bij de slachtoffers, waardoor ondanks financiële compensatie zaken betrokkenen misschien onnodig lang of zelfs blijvend lijden aan immateriële schade. Slachtoffers worden volgens Ruppert daarvoor te weinig betrokken bij de opzet en uitvoering van de regelingen, hetgeen een verklaring hiervoor kan zijn. Er wordt vaker óver hen en minder mét hen gesproken. Het goed formuleren van een excuus blijkt tenslotte nog steeds een enorme opgave te zijn. Daarom bepleit Ruppert een meer georganiseerde aanpak van de compensatieregelingen met enige uniformering en een veel betere rol voor slachtoffers, met meer oog voor de noodzakelijke erkenning van de door hen geleden schade. Een minister van compensatie, zoals wel is bepleit door Folkert Jensma, in de NRC gaat misschien wel ver, maar meer orde is zeer welkom. CITAAT UIT HET BOEK REGELINGEN VOOR ‘De ad-hocbenadering van de overheid komt de consistentie en de effectiviteit van de regelingen niet ten goede’ COLLECTIEVE SCHADE. GEEF SLACHTOFFERS ERKENNING Christiaan Ruppert Boom juridisch, 2021 Prijs: ¤ 32,50 ADVERTENTIE

64 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication