SPECIAL 31 Vervolg van pagina 29 Maar ook beleidsmakers mogen wel eens wat vaker ‘op hun bek gaan’, vindt Van Hoeckel. ‘Politici houden ervan om lang te overleggen over beleidskeuzes. Een ontwerper had in de tussentijd al lang en breed tien testen gedaan.’ Met andere woorden: het zou goed zijn als er wat minder angst was om nieuwe methoden uit te proberen. Kees Dorst, hoogleraar Transdisciplinary Innovation aan de University of Technology Sydney, die ook meedenkt over de Bouw depotmethode, is het daarmee eens. ‘We zijn allemaal bang om verantwoordelijkheid te nemen, om fouten te maken, om ruimte te nemen om te leren. En die angst slaat om in een structureel wantrouwen naar alles. In dit geval zorgt dat voor angst dat jongeren dingen doen met gemeenschapsgeld waar het niet voor bedoeld is, zonder dat we weten in hoeverre dat het geval is. En vervolgens richten we het hele systeem in op iets wat misschien helemaal niet speelt.’ Het wantrouwen vanuit de overheid richt zich niet alleen op jongeren en andere burgers, ziet Dorst, maar ook op de lokale overheden die het decentrale beleid uitvoeren. De reactie van staatssecretaris Wiersma op het Eindhovense experiment is een treffend voorbeeld daarvan. ‘Het is echt wel Kafka, zoals die lagen niet op elkaar aansluiten’, aldus Dorst. ‘De overheidslaag die nota bene verantwoordelijk is gemaakt voor dit beleidsterrein, wordt op z’n nek gezeten door de laag die er niet meer verantwoordelijk voor is.’ OMWENTELING Dorst denkt dat het Bouwdepot een aanzet kan zijn voor een grotere omwenteling. ‘Ik hoop dat het inspiratie biedt om op een andere manier met mensen om te gaan.’ Wel denkt hij dat een elk doel in dat actieplan. Eigenlijk is dit het gewone werk, de manier waarop we het zouden moeten doen. Daartoe heeft het ministerie ons uitgedaagd.’ Maar de uitvoering van een opdracht van het ene ministerie (VWS) zorgt voor weerstand bij een ander departement (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die verantwoordelijk is voor de Participatiewet). In het Actieprogramma Dak- en Thuisloze regeling zoals het Bouwdepot, die rust op vertrouwen in de ontvanger, alleen op lokaal niveau kan worden vormgegeven. ‘Het kan nooit te groot worden, want je hebt vertrouwen nodig.’ Manon van Hoeckel vergelijkt het met een broodfonds, waar de groep deelnemers ook niet al te groot mag worden. Wel kunnen de verschillende broodfondsen samen een groter geheel vormen. ‘Een broodfonds is vaak onderdeel van een groot systeem, maar de uitvoering gebeurt uiteindelijk in kleine, lokale clubs’, aldus Van Hoeckel. Daarbij is het belangrijk dat het overkoepelende systeem niet zozeer bestaat uit regels, maar uit principes, zegt Dorst. ‘Als er zo veel verschillende persoonlijke situaties zijn, dan gaan regels nooit werken. Als je een regel maakt, dan gooi je de situatie weg. Maar principes werken wel.’ De afwezigheid van regels betekent niet dat alles kan en alles mag, benadrukt Dorst. ‘Er is niets los of slordigs aan het Bouwdepot. Het is gebaseerd op heel heldere principes.’ Jongeren wordt bijvoorbeeld gesproken over ‘helpende regels’. ‘Geen enkele jongere wordt dak- en thuisloos als gevolg van tekortschietende (uitvoering van) regels’, valt te lezen. Toch wordt het Eindhoven door Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) niet in dank afgenomen dat de gemeente iets probeert te doen aan ‘tekortschietende regels’. Ook is het opvallend dat de staatssecretaris van SZW kritisch is over ADVERTENTIE kennissessie: RES en Transitievisies Warmte zijn een feit, wat nu? aanmelden kan via stichtingbuurkracht.nl/webinars het Bouwdepot- experiment, terwijl de collega’s van VWS subsidie verleenden aan een eerdere pilot met precies dezelfde methode. Richters: ‘Of ik continu de grenzen aan het opzoeken ben? Ik vind dat ik op Jeugd en Wmo precies doe wat er wordt gevraagd. Ik wil dat deze jongeren volwaardig inwoner van Eindhoven kunnen zijn. Ik vind dat niet zo enorm grensverleggend.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
32 Online Touch Home