81

Je hebt als buurt, wijk, individu een mooi idee en een lokale bestuurder en de gemeenteraad zien het ook wel zitten. Maar voor je het weet wordt het plan doodgeknuffeld of deels overgenomen door ambtenaren, die het lastig vinden om de touwtjes uit handen geven. Jammer om initiatieven van inwoners zo in de kiem te smoren, vindt de gemeente Apeldoorn, de werkgever van Anna Reith. H et realiseren van burgerinitiatieven moet in haar ogen niet afhankelijk zijn van een vooruitstrevende wethouder of ambtenaar. Gelukkig wordt er in haar gemeente serieus en structureel werk van gemaakt, vertelt ze. ‘In Apeldoorn is er een initiatievenregeling gekomen waar inwoners met een goed plan een aanvraag kunnen doen. Voor zowel kleine als grote initiatieven is geld beschikbaar.’ De weg naar die regeling heeft Anna helpen plaveien, als lid van een projectgroep met meerdere eenheden, van jeugdzorg tot de sociale dienst. Binnen de projectgroep fungeerde Anna als ‘trekker’. ‘Een van de uitkomsten is dat er inmiddels een zogeheten initiatievenmakelaar is aangesteld, die als contactpersoon fungeert, partijen bij elkaar brengt en ondersteuning biedt aan inwoners. Er komen veel aanvragen binnen. Het leeft onder de inwoners.’ Soms betreffen de burgerinitiatieven groene plannen, zoals moestuinen, maar ook sociale initiatieven. Recent is dankzij de regeling een serie muurschilderingen gemaakt in en bij een tunneltje in een relatief jonge wijk. Het idee kwam van een 13-jarige Apeldoorner. Met geld van de initiatievenregeling is een ‘openluchtmuseum’ ontstaan, met werk van binnen- en buitenlandse street art-kunstenaars. Een grauwe betonnen omgeving is er flink door opgefleurd. Inmiddels weet Anna veel van burgerparticipatie. ‘Ik heb hiervoor een opleidingstraject gedaan en geef intern ook zelf trainingen aan collega’s.’ SOCIALE SAMENHANG Anna begon als trainee en had onder meer als junior stadsdeelmanager drie dorpen onder haar hoede. ‘Daar is nog meer sociale samenhang dan in de stad. Wat ik mooi vind is om enerzijds met inwoners samen dingen te doen, en anderzijds op strategisch niveau zaken verder te brengen in de organisatie.’ De ene keer zit ze daardoor om de tafel met de wethouder en de volgende keer met collega’s van “verkeer” of “groen”. ‘Die behoefte aan afwisseling, nieuwe dingen leren en projectmatig werken is persoonseigen. Aan wat ik doe zit een kop en een staart. Daarna kan ik door naar het volgende project. Naast mijn vaste functie bij het stadsdeelmanagement werk ik nu mee aan vraagstukken met betrekking tot onze interne reorganisatie. Een combinatie van denkwerk, mensen bij elkaar halen en de vaart erin houden. Je kunt veel kanten op in een grote organisatie.’ 81

82 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication