90

JONG&AMBTENAAR DE PANDJESBAAS VAN HAARLEM Toen Kees Mense (32) zijn opleiding tot planoloog begon, wist hij één ding zeker: ‘Ik ga nooit bij een gemeente werken.’ Hij lacht er zelf om. ‘Nou, ik ben er toch terechtgekomen.’ A ls assetmanager op de afdeling vastgoed van de gemeente Haarlem is Kees verantwoordelijk voor zo’n honderd gebouwen. Dat zijn zowel woningen als commerciële bedrijfsruimten. Kees legt uit waarom Haarlem zo veel panden beheert. ‘In de jaren ‘60, ‘70 en ‘80 kocht de gemeente veel panden op voor stadsvernieuwing en uitbreiding. Daarna werden de meeste weer verkocht, maar een deel daarvan hebben we nu nog steeds in bezit.’ KOSTBAAR BEZIT In de eerste plaats wordt dit vastgoed gebruikt voor maatschappelijke doeleinden. Denk aan musea, poppodia en buurthuizen. Daarnaast is er kostbaar bezit dat de gemeente simpelweg niet kwijt wil. ‘Een woning boven de enige overgebleven stadspoort van Haarlem, bijvoorbeeld. Of een echt molenaarshuisje. Zulke locaties willen we houden.’ Kees neemt de fotograaf mee naar het ecologisch en monumentale stadspark de Haarlemmer kweektuin. ’ Er zijn nog genoeg panden die wél verkocht moeten worden. ‘Het gaat om zo’n vijftig woningen en vijftig commerciële panden. Die worden nu grotendeels door de gemeente verhuurd, en we willen ze als pakketje – dus inclusief de huurder – doorverkopen.’ Kees voert zelf de onderhandelingen, precies zoals hij dat bij een bedrijf zou doen. ‘Wat dat betreft is gemeentelijk vastgoed een beetje een vreemde eend in de bijt. Het grootste deel van mijn werk is privaatrechtelijk georiënteerd.’ Dat blijkt ook op andere manieren. Haarlem bezit zes panden die door horecaondernemers worden gehuurd. ‘Door corona kwamen zij naar me toe om te vragen of we iets konden regelen. We hebben toen besloten om de huur op te schorten.’ Maar ook dat past binnen het landelijk beleid. ‘We handelen gewoon zoals andere vastgoedondernemers. Dat is de gemeente ook wettelijk verplicht.’ 90

91 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication