10

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 10 KORT VAKGEBIEDEN DIGITAAL BESTUUR EN ORGANISATIE WEBSITES CONTINU VERBETEREN OVERHEID LUISTERT TOCH NIET RUIMTE EN MILIEU PROVINCIES: MEER ENERGIE UIT FIETSPAD In september moeten alle overheidswebsites voldoen aan de wettelijke verplichting digitale toegankelijkheid, maar dat betekent niet dat elke website onmiddellijk moet voldoen aan alle eisen. Wat moeten organisaties doen? Hiervoor heeft Logius, onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken, een stappenplan opgezet. Het begint met een overzicht van alle apps en websites per organisatie. Voor de digitale kanalen die bekend zijn moet een toegankelijkheidverklaring afgegeven worden (op www.toegankelijkheidsverklaring.nl staat een tool) en als er nog geen compleet overzicht is dan moet die er komen. Een toegankelijkheidsonderzoek beoordeelt de websitebouw, de externe systemen en de redactie, en Logius raadt aan om hierbij zo veel mogelijk gebruik te maken van bestaand onderzoek. Dat mag niet ouder zijn dan 24 maanden. Op basis van de inventarisatie en het onderzoek kunnen maatregelen genomen worden om apps of websites zo snel mogelijk te laten voldoen aan de eisen. Denk hierbij aan het creëren van bestuurlijk draagvlak, de organisatie erbij betrekken, onderzoeken uitvoeren en bijvoorbeeld contact opnemen met de leverancier of redacteuren een training laten doen. Als dat allemaal gedaan is, kan een toegankelijkheidsverklaring worden opgesteld of aangepast. Het opstellen van deze verklaringen is een wettelijke verplichting, dus Logius raadt aan om de collega’s erbij te betrekken die over compliance gaan. Elke verklaring moet minimaal één keer per jaar geüpdatet worden. De laatste stap is volgens Logius continue verbetering. ‘Toegankelijkheid is geen eenmalig project, maar een doorlopend proces.’ Burgers worden niet politiek actief omdat ze het gevoel hebben dat het geen zin heeft. De overheid krijgt daarbij deels de schuld: die luistert niet naar burgers. Ook leeft er bij de politiek inactievelingen het gevoel dat ze te weinig kennis hebben om in de politiek mee te doen. Politieke acties zoals stemmen en demonstreren worden daarnaast als inefficiënt gezien. Dat is voor veel mensen eveneens een reden om niet politiek actief te worden. Dat blijkt uit promotieonderzoek van psycholoog Maarten van Bezouw. Ook andere ‘smoesjes’ spelen mee om politiek inactief te blijven. Maatschappelijke problemen worden bijvoorbeeld kleiner of positiever gemaakt dan ze in werkelijkheid zijn. Als dat zo blijft, is de kans klein dat de inactievelingen ooit actief worden. Het zijn vooral mensen met een lager opleidingsniveau en een lager inkomen die politiek inactief zijn. Daardoor worden zij in de politieke besluitvorming minder gehoord. GEZAMENLIJK DOEL Burgers die wel actief zijn – zij vormen geen doorsnede van de samenleving – halen hun motivatie vooral uit een gezamenlijk doel. Als voorbeeld noemt Van Bezouw de sociale beweging in Groningen. Haar gezamenlijke doel was om minder gas uit de grond te halen ter bescherming van woningen in de risicogebieden. Het gebrek aan politiek actieve burgers wordt als een probleem gezien, zo blijkt uit het onderzoek dat is gehouden onder Nederlanders, Amerikanen, Brazilianen, Hongaren en Iraanse immigranten in Europa. Van Bezouw promoveert op 19 mei aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant slaan de handen ineen om zo de ontwikkeling van energieopwekkend wegdek te kunnen versnellen. Zon op Infra, heet het gezamenlijke project. Het is bedoeld om te investeren in fietspaden die kunnen dienen als duurzame energie-opwek. Het grote voordeel van deze vorm van energie is het dubbele ruimtegebruik: het fietspad wordt zowel aangewend voor duurzame mobiliteit als voor zonne-energie. ‘Hierdoor zou Zon op Infra een aanvulling kunnen vormen op grootschalige windenergieopwekking en zonne-energieopwekking en de maatschappelijke uitdagingen daaromtrent’, aldus gedeputeerde Jeroen Olthoff van Noord-Holland. Tegen wind- en zonne-energie bestaat veel maatschappelijke weerstand. Ook leggen ze een groot beslag op de steeds schaarsere ruimte. In de samenwerking zet elk van de provincies één fietspad voor deze innovatie in in. ‘Hierdoor kunnen we gezamenlijk een grote vraag aan volume in de markt zetten, wat zekerheid biedt richting marktpartijen waardoor zij kunnen ontwikkelen. Zo hopen wij onze bijdrage te kunnen leveren aan deze ontwikkeling’, aldus Brabants gedeputeerde Christophe van der Maat (mobiliteit, VVD). De provincies willen dankzij deze pilot meer te weten komen over de onderhoud en levensduur van de fietspaden en hoeveel energie er daadwerkelijk mee kan worden opgewekt. Ook wordt onderzocht of er een sluitende businesscase mee te behalen valt. Op dit moment werken de provincies aan een gezamenlijke aanbesteding. Het is de bedoeling dat de fietspaden in 2021 worden gerealiseerd.

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication