BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 22 ESSAY LIEDEKE BESTEBREUR KOEN VAN BOXEL LARA JANSSEN JULIAN VAN VUGT EEKE WELLING STUDENTEN VAN DE HONOURS MASTERS VAN DE RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN 2019 – 2020 ENERGIETRANSITIE ‘ Er kunnen meer energiecoaches worden geworven’ te krijgen over de kosten en activiteiten die moeten worden ondernomen. Naast de focus op de voordelen van het overgaan op aardgasvrije middelen is het ook belangrijk om de nadelen van het achterblijven te benoemen als mensen niet meegaan, nadelen die extra hard kunnen aankomen voor lagere inkomens. Voorbeelden van zulke nadelen zijn verlies van de woningwaarde en hogere energiekosten op termijn. ENERGIECOACH Naast communicatie is praktische facilitering van belang, zowel voor gemeenten als voor burgers. De (proces)kosten voor de wijkgerichte aanpak blijken uit de proeftuinwijken beduidend hoger dan ingeschat. Veel gemeenten hebben op dit moment niet de capaciteit voor de persoonlijke aanpak die nodig is om huiseigenaren te verleiden. Sommige gemeenten hebben bijvoorbeeld maar twee of drie full-time medewerkers daarvoor beschikbaar. Ondanks de succesvolle kennisdeling via het Programma Aardgasvrije Wijken, zal daarnaast meer geld vanuit de nationale overheid beschikbaar moeten worden gemaakt om gemeenten deze grote opgave succesvol te laten voltooien. Een eerste mogelijkheid voor facilitering bij burgers is het waar mogelijk koppelen van verduurzamingsbehoeften van burgers aan bestaande werkzaamheden als verbouwingen. Verder kan participatie door wijkbewoners bij de energietransitie ook zorgen dat bewoners meer gemotiveerd zijn om mee te werken. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een inventarisatie onder huishoudens over leefbaarheid in de wijk. Wensen die daaruit voortkomen, kunnen dan meteen worden aangepakt; denk bijvoorbeeld aan verbeteringen in de groenvoorziening of de herinrichting van de straat. Zo ligt de focus niet alleen op de last van de verbouwing, maar op extra voordelen, zoals de verbetering van het algemene straatbeeld. Deze strategie wordt nu al toegepast door woningcorporaties, onder andere in Eindhoven, en is in meerdere gevallen zeer succesvol gebleken. Een tweede manier om burgers te faciliteren ligt bij hulp bij het plannen van de verbouwing van het eigen huis. Aangezien gemeenten maar een beperkte capaciteit hebben, zijn gemeentelijke energiecoaches daarvoor een geschikte uitkomst. Deze coaches worden en ingezet om huishoudens persoonlijke hulp te kunnen bieden bij de verduurzaming van hun woning. Momenteel werken deze coaches vooral op vrijwillige basis vanuit stichtingen zoals de Energiebank, waardoor de totale hoeveelheid geholpen huishoudens laag blijft. Er kunnen meer energiecoaches worden geworven. Ook zou energiecoach waar mogelijk een betaalde functie (eventueel via de gemeente) moeten worden, zodat de capaciteit van deze coaching groter wordt. Daar ligt tevens een kans om ook werklozen of mensen die op dit moment werkzaam zijn in sectoren die door de transitie minder belangrijk zullen worden, om te scholen tot energiecoach. Een energiecoach moet gemakkelijk te benaderen zijn voor huiseigenaren; om dit te bereiken, kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een makkelijk toegankelijk ‘loket’ of aan de inzet van energiecoaches die zelf afkomstig zijn uit de wijk waarin ze werken. OPTIE DWANG Tenslotte zou het als laatste optie mogelijk moeten worden via wet- en regelgeving mensen te dwingen om hun huis te verduurzamen. De transitie biedt veel mogelijkheden om via begrip samen te werk te gaan en niet alleen verbeteringen te maken met betrekking tot duurzaamheid, maar ook met betrekking tot leefbaarheid. In uitzonderlijke gevallen is er echter geen andere reële optie dan dwang mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan de proeftuinwijk in Purmerend, waar een warmtenet werd aangelegd met volledige financiering van de gemeente, waardoor inwoners van de wijk geen eigen kosten maakten. Ondanks deze volledige facilitatie resteerden er uiteindelijk zes huishoudens in deze wijk die simpelweg niet mee wilden. Omdat zij op dat moment het recht op een gasaansluiting hadden, moest er een aparte gasleiding voor hen worden aangelegd. Dit is een situatie waarin kosten onnodig hoog oplopen en waarin dwang mogelijk zou moeten zijn. Het is natuurlijk wel zaak om eerst ondubbelzinnig iedereen te communiceren dat het maken van de transitie écht mogelijk is, voordat mensen ertoe worden gedwongen. Dwang is daarom niet alleen een laatste mogelijkheid, maar ook slechts een optie als eerdere maatregelen als financiële tegemoetkoming, communicatie en facilitering zijn gerealiseerd. De genoemde maatregelen samen zouden de energietransitie komende jaren beter mogelijk moeten maken. Financiële maatregelen op zich zijn niet voldoende – praktische steun, communicatie en zonodig dwang zijn van groot belang om van de energietransitie een succes te kunnen maken. Met een combinatie van deze maatregelen wordt de energietransitie óók haalbaar voor de 420.000 ‘niet-kunners’ in Nederland. Het onderzoek waarop dit essay is gebaseerd werd uitgevoerd maakt deel uit van de denktank ‘Climate Change & Inequality en is te vinden op https://tinyurl.com/yb5nh332
23 Online Touch Home