14

JONG&AMBTENAAR Nauw betrokken bij de praktijk van het onderwijs MBO’ERS ZIJN ECHTE DOENERS Voor de klas staan of beoordelen of onderwijs aan gestelde normen voldoet. Twee kanten van één medaille, vindt onderwijsinspecteur Renske Willems. Ze leerde beide kanten kennen. R enske begon met een bachelor pedagogische wetenschappen, en voltooide haar studie als onderwijswetenschapper. Een lesbevoegdheid voegde ze er ook aan toe, ‘om naast theoretische kennis ook de dagelijkse praktijk van het onderwijs te leren kennen’. Van die laatste stap profiteert zij in haar huidige functie dagelijks. ‘Onderwijswetenschappen gaan van basisonderwijs tot hoger onderwijs en alles daartussen. Het mbo kende ik nauwelijks, maar het is een enorm leuke sector.’ In het docentschap bleef de blik op het onderwijsveld Renske te beperkt. ‘Ik wilde mijn blik graag verbreden. Werken bij de inspectie leek me ‘ Het mbo is een mini­samenleving in één klas’ daarvoor een mooie kans.’ Met haar papieren kon ze daar probleemloos aan de slag. Nauw betrokken bij de praktijk, omdat ze veelvuldig schoolbezoeken aflegt met collega’s. ‘In heel Nederland en op kleine vak­ of particuliere opleidingen tot de grootste roc’s. Allemaal met hun eigen cultuur en kenmerken.’ ‘Bekostigde instellingen’ heet de afdeling waar Renske werkt, met voornamelijk de roc’s als werkveld. ‘Eén keer in de vier jaar zijn die aan de beurt voor een regulier onderzoek. In multidisciplinaire teams – van pedagogen, onderwijskundigen en juristen tot mensen met financiële expertise – kijken we naar de informatie die de scholen aanleveren, zoals 14 beleidsdocumenten, jaarverslagen en strategische plannen. In een startgesprek vormen we ons een beeld van de kwaliteit, de mogelijke risico’s die het bestuur van de instelling ziet, en de ambities. Daarna verifiëren we dat in de praktijk.’ BASISVAARDIGHEDEN STUDENTEN Speerpunten zijn basisvaardigheden van studenten: Nederlandse taal, rekenen en burgerschap. ‘Benadrukt een school sterk het belang van het vak burgerschap omdat zij wil dat studenten later goed functioneren in een inclusieve, democratische rechtstaat, dan zijn we benieuwd of we dat accent terugzien in de opleidingen. Daarover spreken we met de besturen, raad van toezicht, medezeggenschapsraad, docenten en beleids­ en stafmedewerkers. En niet in de laatste plaats met studenten en studentenraad.’ Mbo­studenten zijn geen amorfe massa, maar heel divers. ‘We doen het mbo geen recht door het in een paar kenmerken te vangen’ licht Renske toe. ‘Ik had in mijn klassen 16­jarigen vers van het vmbo, maar ook mensen van 50 die op latere leeftijd besloten dat ze alsnog een diploma wilden halen, of zich wilden omscholen. Een mini­samenleving in één klas.’ Schoolverzuim van leerplichtigen is een belangrijk aandachtspunt. Niet zonder reden: in het studiejaar 2021­2022 waren er ruim 30.000 nieuwe voortijdige schoolverlaters; het hoogste aantal in tien jaar tijd. Gedeeltelijke verklaring: de motivatie van veel studenten verdampte tijdens de schoolsluitingen en met de beperkingen van online onderwijs. ‘Voor een groot deel van de samenleving lijkt corona lang geleden, maar in het onderwijs merk je de nasleep nog elke dag’, weet Renske door haar werk. ‘Voor ons een bron van zorg, evenals het mentale welzijn van jongeren.’ Mbo’ers zijn echte doeners.

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication