5

l l l he t InterV I ew “In school sprak men enkel over Vlaams als het over de Vlaamse Primitieven ging” EEn gEsprEk mEt Lucas cathErinE, historicus van vErgEtEn zakEn L ucas is Philip niet, maar dat hij dezelfde familienaam draagt is geen toeval. Er is nochtans geen bloedband. Lucas Catherine tokkelt niet op een gitaar zoals jazz-virtuoos Philip Catherine dat doet. Hij hanteert een wandelstok en tokkelt daarmee op de Brusselse kasseien. Van de Zaterdagmarkt tot op de Vlaamse Steenweg. Getik tot de verhalen naar boven komen. Onbesproken is Lucas Catherine niet. Als auteur publiceerde hij in het verleden vaak over kolonisatie (Kongo) en vooral over de islam en Palestina. Waarmee hij meermaals flink wat criticasters en de banbliksems van Joodse en/of Israëlische stemmen over zich heen kreeg. Tegenwoordig spitst Lucas Catherine (77) z’n aandacht op Brussel toe, de stad die hem al sinds z’n jeugd niet meer loslaat. Recent verscheen z’n boek ‘Als kasseien konden spreken; Negen eeuwen Vlaamsesteenweg in Brussel’. Een pocketuitgave die loopt als een trein: eind november stond het al in de top 10 van de meest verkochte boeken van het jaar bij Passa Porta. En het was pas drie maand op de markt. Hoog tijd voor een gesprek met de Historicus van Vergeten Zaken. De kasseien spreken helaas niet, maar Lucas Catherine wel. Of beter: Lucas Vereertbrugghen, want zo gaat hij door het echte leven. “Ik werd in Asse geboren, maar groeide op in Mazenzele. In het gehucht Klei om precies te zijn. In De Klaaj, zoals het in de volksmond heet. We woonden daar in een oud, versleten stationsgebouwtje. Onze voordeur kwam uit op het perron. Dat was geen toeval: m’n vader werkte aan den ijzeren weg. Spoorarbeider dus, in Tour & Taxis.” “Dat maakte dat ik ook als jonge ket al snel op Brussel gericht was: ik trok al gauw met de trein naar het Jetse St-Pieterscollege. We deelden er toen nog veel met de Franstalige vleugel. En zo leerde je ook de taal van de Brusselse ketten.” “Brussel Vloms, eigenlijk bestaat dat niet. Het is Brabants. Ook op school leerden we dat we Brabanders waren. Er werd enkel over Vlaams gesproken wanneer men het over de ‘Vlaamse Primitieven’ had. Ik voel me nog altijd Brabander, geen Vlaming. Franstalige Brusselaars noemen zich toch ook geen Walen?” En al snel ging Lucas Vereertbrugghen in de stad wonen: “Van zodra ik op m’n eigen benen kon staan, huisde ik in Brussel. En ik ben er ook altijd gebleven, m’n periodes in het buitenland uitgezonderd. M’n vrouw l jaNuarI - fEBruarI 2025 BOp magazine  l l 5 foto Saskia Vanderstichele

6 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication