1. In het geval van een nucleair ongeluk in een kerncentrale, zullen mensen hoogstwaarschijnlijk bezorgd zijn rond het voorzetten van borstvoeding. Wanneer een abnormale activiteit zich voordoet bij een kerncentrale, kan radioactief materiaal vrijkomen in de omgeving (WHO, 2011)6 . In deze situatie zullen borstvoedende vrouwen mogelijk bezorgd zijn om potentieel radioactief materiaal via de moedermelk door te geven aan hun kinderen. Na het nucleaire ongeluk in Fukushima, Japan in 2011 schakelden veel vrouwen over van borstvoeding naar kunstvoeding, ondanks het advies van de autoriteiten om verder borstvoeding te geven (Ishii et al, 2016). Borstvoeding voorziet zuigelingen van hydratatie, comfort, voeding van hoge kwaliteit en faciliteert hechting. Het beschermt hen tegen ziekte en verzekert de beschikbaarheid van voedsel. Deze bescherming en zekerheid zijn essentieel in de context van conflict- of rampsituaties, waarbij vaak een gebrekkige toegang is tot drinkbaar water, elektriciteit, voedselvoorraden en gezondheidszorg. Borstvoeding geven kan ook van belang zijn voor de gezondheid van de moeder en voor haar capaciteit om zorg te bieden. Het is van essentieel belang om zorgverleners duidelijke en correcte informatie, geruststelling en begeleiding7 te bieden. Zo kunnen zij geschikte voeding voor zuigelingen en jonge kinderen in het geval van een nucleaire noodsituatie beschermen, promoten en ondersteunen. Daarnaast moet ook voorkomen worden dat vrouwen onnodig stoppen met borstvoeding8 2. De potentiële transfer van radioactief jodium naar zuigelingen via moedermelk is enkel een bezorgdheid in extreme omstandigheden, zoals voor de lokale populatie in de directe omgeving van gebieden die het meest getroffen zijn door de radioactieve besmetting. In het geval van een nucleair ongeluk in een kerncentrale, zullen beschermingsmaatregelen en andere nodige acties gecommuniceerd worden die de groep mensen in een specifieke zone in acht moeten nemen. Er is geen bezorgdheid om radioactief materiaal door te geven via moedermelk voor moeder-kind paren die niet in die specifieke zones wonen (WHO, 2022a). Het risico is vooral gelimiteerd tot situaties met een grote vrijstelling van radioactief materiaal, meer specifiek een grote vrijstelling van radioactief jodium (WHO, 2022a). Caesium stelt ook een gezondheidsprobleem, maar de impact van de vrijstelling van caesium wordt gemanaged op de middel- tot lange termijn, bijgevolg is caesium niet opgenomen in deze nota, die enkel focust op de eerste drie dagen na een ongeluk in een kerncentrale9 . Risicogebieden (die we noodzones en -afstanden noemen)10 , beschermingsmaatregelen en andere maatregelen zijn preventief vastgelegd. Deze worden beschreven in de noodplannen voor nucleaire en radiologische noodsituaties van elke kerncentrale (IAEA, 2013; IAEA, 2017; IAEA, 2021). . 7 Voor informatie over begeleiding van IYCF-E op afstand, zie https://iycfehub.org/document/practical-guidelines-for-conducVoor voorstellen van kernboodschappen voor ouders en zorgverleners, zie Appendix 1 ting-and/ en https://kayaconnect.org/course/info.php?id=4089 8 9 Voor meer informatie over caesium, zie Appendix 2 10 Noodzones en – afstanden zijn specifiek bepaald voor elke kerncentrale en worden beschreven in het noodplan voor nucleaire en radiologische noodsituaties van elke kerncentrale. Noodzones zijn gebieden waar allesomvattende maatregelen die in staat van paraatheid gebracht worden om snelle implementatie van dringende acties en andere maatregelen in het geval van een nucleair incident mogelijk te maken. De noodafstanden zijn gebieden waarin actie mogelijks moet ondernomen worden tijdens de interventie, maar waarvoor enkel beperkte maatregelen op voorhand voorzien worden. Voor meer informatie over noodzones- en afstanden, zie: IAEA (2013) Emergency preparedness and response: Actions to protect the Public in an Emergency due to severe condition at a light water reactor. Vienna. IAEA. 31 BVL-TIJDSCHRIFT VOOR LACTATIEKUNDIGEN 2022 JG 13 NR 2
28 Online Touch Home