niet overspoel met informatie. Ik wil namelijk liefst dat ze op intuïtie en aanvoelen de borst zal blijven geven. En ik wil zeker niet dat ze die intuïtie door mij net minder vertrouwt. Uiteraard zijn we lactatiekundige om haar te helpen en oplossingen aan te bieden. Ze zal ook niet geholpen zijn als we op elke vraag antwoorden dat ze het zelf wel zal weten. Het is dus een evenwicht zoeken in voldoende positie innemen zodat zij zich geholpen voelt en niet zoveel positie innemen dat ze niet meer zonder ons en onze kennis kan. Hoe minder afhankelijk daarvan, hoe groter haar vertrouwen in haarzelf en haar baby, hoe groter de kans dat ze de cognitie kan loslaten en meer kan voelen met haar lijf. Of zoals de vrouw die vandaag glimlachend met tranen in haar ogen tegen mij zei: ‘Nu, bij mijn derde die na negen maanden nog minstens drie keer wakker wordt om te drinken, heb ik geleerd niet meer op de klok te kijken. Moe ben ik sowieso, ik heb geen zin meer om ook nog na te gaan denken over hoe moe ik ben. Daar word ik nog veel vermoeider van.’ Het maakt me altijd blij als ik deze meer ervaren moeder zoiets hoor zeggen tegen die jonge eerste mama. Want uiteindelijk is het dat wat zij nodig heeft. De geruststelling dat het goed komt en, vaak sneller dan we achteraf wensen, voorbijgaat. 53 BVL-TIJDSCHRIFT VOOR LACTATIEKUNDIGEN 2023 JG 14 NR 1
28 Online Touch Home