is ontevreden tot zeer ontevreden over onder andere de inhoud van zijn werk, de organisatie en zijn leidinggevende, maar geeft tegelijkertijd aan niet naar een andere baan te zoeken en niet mobiel te (willen) zijn. Het aandeel vastlopers in het openbaar bestuur is ongeveer één op de tien. In absolute aantallen betreft het hier ruim 30.000 werknemers in het openbaar bestuur. In de afgelopen jaren is de omvang van deze groep gegroeid. In 2011 was het aandeel vastlopers iets lager, namelijk 9,6 procent. Het gaat hier om medewerkers die iets minder vaak hoog opgeleid zijn (hbo/wo: 50 procent tegenover 57 procent in het openbaar bestuur), vaak 55 jaar of ouder zijn (38 tegenover 27 procent), vaak meer dan twintig dienstjaren erop hebben zitten (38 tegenover 29 procent) en meer dan tien jaar in dezelfde functie werken (64 tegenover 47 procent). De volgende figuur geen een beeld van de belangrijkste persoonskenmerken binnen deze groep. Vastlopers zijn ten opzichte van andere medewerkers het minst tevreden en komen niet uit zichzelf in beweging. Dit vormt een risico voor henzelf, maar ook voor de werkgever. Voor de vastloper is de kans groot dat zijn inzetbaarheid lager is en daarmee zijn ook de perspectieven op werk in de toekomst minder. Niet in de laatste plaats is het ook erg aannemelijk dat de vastloper zelf ongelukkig is op zijn werk. Hoewel niet per definitie GESLACHT OPLEIDING 6% 13% 38% VASTZITTERS 62% 33% 48% 31% man vrouw lager middelbaar hoger universtair 15-24 25-34 35-44 45-54 55 en ouder 25% 1-3 4-5 6-10 11-20 meer dan 20 tijdelijk vast overig 37% LEEFTIJD 1% 12% 19% 39% 8% 11% 17% 97% DIENSTJAREN DIENSTVERBAND 2% 1% MOBILITEIT IN TURBULENTIE 139
142 Online Touch Home