230

Ook in de ambtelijke ontslagpraktijk heeft de overeenkomst al lang haar intrede gedaan. In de ambtelijke verhoudingen heeft zo’n beëindigingsovereenkomst het karakter van een nadere regeling van de aan de overheidswerkgever toekomende ontslagbevoegdheid. Net als bij de aanstelling is het formeel de werkgever die beslist om de ambtenaar op diens eigen verzoek te ontslaan; feitelijk is er sprake van een beëindigingsovereenkomst die moet worden geformaliseerd. Aan de in die overeenkomst neergelegde afspraken is de overheidswerkgever én de ambtenaar gebonden.66 Net als in het ‘normale’ contractenrecht kunnen wilsgebreken, bijvoorbeeld dwaling, tot een uitzondering leiden. De ambtenaar moet ‘in vrijheid’ tot zijn beslissing zijn gekomen om de arbeidsrelatie te beëindigen. Net als in het arbeidsrecht mogen overheidswerkgevers niet zonder meer afgaan op verklaringen van de ambtenaar, maar moet uit de omstandigheden blijken dat deze het verzoek echt meende. Relevant is bijvoorbeeld of er bedenktijd is geweest, of er op alternatieven is gewezen en of de ambtenaar een (rechtsgeleerd) adviseur had.67 In het arbeidsrecht spelen nagenoeg dezelfde gezichtspunten een rol. Daar komt dan nog bij dat de inhoud van het contract door de bestuursrechter en de civiele rechter op dezelfde wijze wordt bepaald. Het zogeheten ‘Haviltexcriterium’ van de Hoge Raad wordt toegepast. De strikt taalkundige interpretatie van het contract is niet beslissend. Er moet ook worden bekeken wat partijen redelijkerwijs mochten verwachten.68 Bovenstaande ontwikkelingen hebben zich geleidelijk aan voorgedaan, maar de trend tot contractualisering is er onmiskenbaar. Een ander voorbeeld zijn nog de van-werk-naar-werkinspanningen bij dreigend (reorganisatie)ontslag. De rechtspositieregelingen geven wel een kader, maar wat de werkgever precies moet doen en welke inspanningen er exact van de ambtenaar verwacht mogen worden, ligt niet vast. Ook daar komt het contract weer om de hoek kijken, of worden de wederzijdse rechten en verplichtingen door middel van gerichte afspraken geconcretiseerd. Zo kent de CAR-UWO een budget voor de herplaatsing van ambtenaren wier functie overtollig is geworden. Wat er met dat budget van 7.500 euro moet gebeuren, is afhankelijk van de in het van-werk-naar-werk-contract neergelegde afspraken (art. 10d:16 CAR-UWO). Bij een ontslag van een gemeenteambtenaar wegens disfunctioneren stelt de werkgever weliswaar eenzijdig een re-integratieplan op, maar dit gebeurt wel in samenspraak met de betrokkene. En het plan bevat naar de letter van de wet afspraken met en geen voorschriften aan de ambtenaar (art. 10d:10 CAR-UWO). Het proces verloopt lang niet altijd even uitdrukkelijk, en langs lijnen van geleidelijkheid, maar de 66. Vgl. CRvB 15 april 2004, TAR 2005/15. 67. Vgl. CRvB 24 juli 2008, TAR 2009/34 en 23 september 2010, TAR 2010/172. 68. CRvB 22 mei 2008, TAR 2008/171. 228 NORMALISERING. EEN PROCESSIE VAN ECHTERNACH OF EEN RITUELE DANS?

231 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication