231

contractualisering en de rechtspraak over contracten tussen ambtenaar en bevoegd gezag hebben onmiskenbaar voor een ‘stille normalisering’ gezorgd. 3 VERWILDERING VAN COLLECTIEVE ONDERHANDELINGEN Hiervoor is al besproken hoe de collectieve arbeidsvoorwaardenvorming bij de overheid plaatsvindt. Per sector wordt er onderhandeld en vervolgens wordt het bereikte akkoord in de rechtspositieregeling omgezet. Om ervoor te zorgen dat de ambtenaren en hun bonden in die onderhandelingen van gewicht zijn, is het overeenstemmingsvereiste geïntroduceerd. De overheid kan de bonden niet passeren, door eenzijdig van haar wetgevende bevoegdheid gebruik te maken om de arbeidsvoorwaarden naar haar smaak aan te passen. Wijziging van de rechtspositieregeling behoeft instemming van de bonden. De overheid bereikt in beginsel niets door, als dat zo uitkomt, de pet van werkgever te verruilen voor de pet van wetgever. De introductie van het instemmingsvereiste had tot doel om de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen zo sterk mogelijk op cao-onderhandelingen te laten lijken. In vergelijking met de marktsector valt op dat de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen nadrukkelijker gereglementeerd en geprotocolleerd zijn. Er is vastgelegd wie de onderhandelingspartners zijn. Van de onderhandelende partijen wordt ook verwacht dat zij reëel en open overleg voeren. Bij geschillen over dat overleg voorzien de regelingen in advies- en arbitrageprocedures. In de marktsector geldt een grotendeels ongeclausuleerde vrijheid van collectief onderhandelen. Vakbonden genieten daarom een grote vrijheid bij het inzetten van het stakingswapen. Recent heeft de Hoge Raad benadrukt dat staken en andere vormen van collectieve actie in beginsel zijn toegestaan.69 Aan de andere kant hebben werkgevers de vrijheid om niet te onderhandelen, of om alleen met bepaalde vakbonden te onderhandelen. De rechter kan corrigerend optreden, maar is terughoudend. Vorderingen van representatieve vakbonden om tot de onderhandelingstafel te worden toegelaten, zijn nog wel kansrijk. Rechtszaken van bonden tegen het afketsen van cao-onderhandelingen, met als gevolg dat er geen cao of een met andere bonden tot stand komt, zijn vrijwel altijd tot mislukken gedoemd. Als een vakbond meer en anders wil, dan moet die maar een staking gaan organiseren, is de gedachte.70 De afgelopen jaren hebben geleerd dat het model van gereguleerd arbeidsvoorwaardenoverleg niet onverkort is gehandhaafd. De rijksoverheid heeft misschien niet haar rol van werkgever en wetgever verward, maar vond het vanuit het algemeen belang niet wenselijk om tot loonsverhoging over te gaan. Het gevolg: een jarenlange nullijn voor rijksambtenaren en aanverwante sectoren. In sec69. HR 19 juni 2015, JAR 2015/188. 70. Vgl. Jacobs, A.T.J.M. (2012). Collectief Arbeidsrecht (pp. 157 e.v.). Deventer: Kluwer. STAAT VAN DE AMBTELIJKE DIENST 2015 229

232 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication