262

van de Mens, behelzende het ‘recht op een eerlijk proces’? Dat betekent dat het hele strafproces, waar het gedrag van de politie deel van uitmaakt, met hindernissen omgeven is.94 De politie mag hier niet zomaar de deur intrappen, niet iemand zomaar van zijn bed lichten, niet zonder meer vastzetten. Iemand is onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Om dat tegendeel te bewijzen, moet de politie bewijsmiddelen leveren. Het beste bewijsmiddel is een schuldbekentenis. En dan komt er uit het Europese Hof een missive dat de politie niet mag verhoren buiten aanwezigheid van een raadsman.95 Die wijst de verdachte op zijn recht te zwijgen en ... weg is de schuldbekentenis. Honderden regels maken het de politie moeilijk. Ze verkleinen echter de kans op het opsluiten van een onschuldige, want dat is een van de dingen die wij onder ‘rechtsstaat’ begrijpen. Die moet de politie allemaal borgen. Dat is waakzaamheid. Het is misschien niet gek dat maar weinig mensen ‘Rechtsstaat plus artikel 6 EVRM plus onschuldpresumptie plus Salduz = waakzaamheid!’ staan te bedenken tijdens een bekeuring. In het narratief wordt de politie niet vanzelfsprekend de held die de democratische rechtsstaat beschermt. Maar als de organisatie niet oppast wel de booswicht (die zich geen fout kan permitteren zonder op sociale media op doodsbedreigingen getrakteerd te worden). 7 PRESTATIES VAN DE PUBLIEKE SECTOR Maar reputatie noch duiding zijn geheel los te zien van de (gepercipieerde) prestaties van de sector. ‘De rijksoverheid negeert vaak de deskundigheid bij ICT-leveranciers, terwijl de ICT-kennis bij de overheid bijlange na niet op het niveau ligt van de leveranciers. De – schaarse – malen dat een leverancier zijn (potentiële) opdrachtgever waarschuwt voor vermijdbare problemen, wordt deze waarschuwing regelmatig niet serieus genomen. De Kamer maakt haar controlerende taak niet waar door een gebrek aan interesse voor ICT en een gebrek aan deskundigheid op ICT-gebied.’96 Dat komt hard aan bij de ambtelijke elite zelf en bij hen die ambtenaren zien als deze elite. Prutsers zijn het. De eerdergenoemde kloof leidt tot het oordeel ‘arrogantie’. Arrogantie wordt onverteerbaar wanneer ze niet stoelt op prestatie. Die gepercipieerde arrogantie van de macht weerspiegelt zich ook in de zendergedomineerde communicatie van de overheid. De overheid hanteert nog steeds het zogenoemde ZMBO-model (zender, medium, boodschap, ontvanger). Ze stort informatie van bovenaf over de burger uit. Campagnes, brieven, websites, een lawine van zendergedomineerd handelen. Een zo oud paradigma als het zendermodel, dat bovendien zo mooi past bij een organisatie met het (machts)monopolie, 92. Systeem 1 in de hersens is, volgens Kahneman en zijn vroeggestorven wetenschappelijke compaan Tversky, een deel dat snel oordeelt, instinctief de situatie inschat en emotioneel reageert. Systeem 1 regelt zo’n beetje de dagelijkse gang van zaken. Systeem 2 daarentegen is veel langzamer, nadenkend en logisch. Systeem 2 moet zich over veel moeilijker vraagstukken buigen en als dat niet nodig is, volgt het de weg van de minste weerstand en laat het zich niet makkelijk aanzetten. De menselijke hersens bestaan aldus uit twee systemen, eentje is snel, maar dom en de tweede is slim, maar lui. Het blijft dus behelpen met die hersens van ons. 93. Herman Heinsbroek, LPF-minister van Economische Zaken, augustus 2002. 94. Damaška, M.R. (1991). The Faces of Justice and State Authority. A comparative approach to the Legal Process. New Haven, Connecticut: Yale University Press. 260 AMBTELIJKE ELITE OF VOETVEEG?

263 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication