29

personeel van een privaatrechtelijke organisatie met een winstoogmerk, waar openbaarbestuursorganisaties een meerderheidsaandeel in bezitten, zoals al dan niet verzelfstandigde staatsbedrijven als NS, ProRail, Tennet, Gasunie en Schiphol. (6) Externe inhuur: zij die in dienst zijn van een privaatrechtelijke organisatie met winstoogmerk, waarvan de openbaarbestuursinstanties geen aandeelhouder zijn en die op contractbasis taken voor of namens het openbaar bestuur uitvoeren, zoals aannemersbedrijven, adviesbureaus, catering-, schoonmaak- en beveiligingsbedrijven. 3 INDICATOREN EN INDICATIES VAN EEN TERUGTREDEND OPENBAAR BESTUUR Hoe stellen we nu vast of het openbaar bestuur terugtreedt of niet? Hiervoor zijn verschillende benaderingen denkbaar. Ten eerste ligt het voor de hand om te spreken van een terugtredend openbaar bestuur als dat kleiner van omvang wordt, afgemeten in (a) personele en (b) financiële omvang, of afgemeten in veranderingen in (c) de omvang van het openbaar bestuur (dat wil zeggen de privatisering of verstatelijking (nationalisatie) van bepaalde organisaties). Ten tweede kunnen we spreken van een terugtredend openbaar bestuur wanneer dit zich anders gaat ‘gedragen’. Bijvoorbeeld wanneer het (d) ophoudt bepaalde taken voor zijn rekening te nemen (privatiseren, beleidsprogramma’s beëindigen zonder er nieuwe voor in de plaats te stellen) of (e) op bepaalde taakgebieden minder of minder ingrijpend intervenieert in het maatschappelijke en economische verkeer (regulering, deregulering, re-regulering). Het is van belang hier op te merken dat de verschillende indicatoren van een terugtredend openbaar bestuur onafhankelijk van elkaar kunnen variëren: zo kan een verkleind openbaar bestuur juist ingrijpender interveniëren in de samenleving (denk aan marktregulering na privatisering) en kan een afgeslankte personele omvang gepaard gaan met stijgende overheidsuitgaven (denk aan hogere kosten vanwege externe inhuur). Hieronder gaan wij, voor zover mogelijk binnen de kaders van deze bijdrage, in op een al dan niet terugtredend openbaar bestuur, afgemeten aan de verschillende indicatoren, waarbij het aandachtspunt als gezegd ligt bij de veranderende personele omvang van het openbaar bestuur. De tabel toont de ontwikkeling in het personeelsbestand van het openbaar bestuur (het Rijk met publiekrechtelijke staatsbedrijven, provincies, gemeenten, politie, defensie, waterschappen, STAAT VAN DE AMBTELIJKE DIENST 2015 27

30 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication