295

verbetering van de kwaliteit en prestatie van de (rijks)overheden in Europa. De Europese Commissie heeft (nog) geen formele bevoegdheid op dit terrein, maar streeft naar meer convergentie en een bepaald minimumniveau dan wel gezamenlijk gedeeld beeld van de benodigde kwaliteit en prestatie van overheden als basisvoorwaarde voor economische groei en duurzame ontwikkeling binnen de EU. De recente discussies over Griekenland illustreren deze samenhang. Tijdens het Nederlandse voorzitterschap organiseren wij de bijeenkomsten van EUPAN. 2 VERSCHILLEN IN ORGANISATIE De systemen van (rijks)overheden in Europa verschillen nogal. Zowel in wat eronder valt als hoe ze zijn georganiseerd. Daarbij speelt de politieke, historische en geografische context een rol. Ook de mate waarin taken belegd zijn bij regionale en lokale overheden heeft invloed op de omvang van de centrale overheid. Verder heeft in veel landen de crisis geleid tot reductie van ambtenaren. In vrijwel alle lidstaten lopen min of meer permanent hervormingen, die deels leiden tot meer divergentie en deels tot convergentie binnen Europa. Diverse rapporten van EIPA (onder andere C. Demmke99 et al.) en Transforming for Europe100 gaan uitgebreid hierop in. Hier beperken we ons tot enkele saillante voorbeelden van de huidige situatie. In Nederland werkt, volgens de tweejaarlijkse OECD-publicaties Government at a Glance, ruim 12 procent van de beroepsbevolking bij de publieke sector. Dit is iets meer dan in Duitsland, Polen en Oostenrijk, maar veel minder dan in Scandinavische landen en Frankrijk (22 tot 30 procent). In Nederland werkt daarvan ongeveer 23 procent op centraal niveau, net als in Finland en Denemarken. Luxemburg, Griekenland en Ierland zijn het meest gecentraliseerd (meer dan 70 procent), Duitsland en België kennen een federaal systeem en liggen onder of rond 15 procent. Frankrijk, Italië en veel andere Midden- en Zuid-Europese landen vormen de middenmoot met 45 tot 55 procent. De centrale overheid is in Nederland dus relatief klein. Het Rijk is daar slechts weer een onderdeel van. In Nederland vallen onder de rijksoverheid zowel het Rijk (alle ministeries en de agentschappen die onder ministers vallen) als zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s), het defensiepersoneel en personeel in de rechtspraak en Hoge Colleges van Staat. De sectoren onderwijs en gezondheid vallen buiten de rijksoverheid. In Frankrijk en Engeland vallen de gezondheidszorg en sociale diensten wel onder de centrale overheid.101 De indeling in ministeries verschilt ook nogal tussen de lidstaten, net als de samenstelling van de ministeries. Sommige landen (zoals de Baltische Staten en Polen) hebben een vrij breed coördinerend ministerie (vaak ‘Kanselarij’ genoemd) met een veel breder 99. Zie ook Demmke, C., & Moilanen, T. (2010). Civil Services of the EU 27, Reform Outcomes and the Future of the Civil Cervice. Frankfurt am Main: Peter Lang. 100. Van der Berg, C.F. (2011). Transforming for Europe. Leiden: University Press. 101. OECD. (2015). Building on Basics, Value for money in Government. Parijs: OECD Publishing. DE NEDERLANDSE AMBTE-NAAR IN VERGELIJKING TOT DE EU 28 293

296 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication