Janneke Haasnoot is regiomanager en vanuit het managementteam verantwoordelijk voor de projecten rond informele zorg binnen Cardia. We vroegen Janneke wat informele zorg eigenlijk is. En hoe de zorg binnen Cardia gaat veranderen door informele zorg. Janneke: “De ouderenzorg zoals we deze nu kennen, draait om het verlenen van zorg door geschoold personeel. Dat merk je heel duidelijk als iemand naar een verpleeghuis verhuist. In de thuissituatie zijn verschillende mensen betrokken bij de oudere die zorg nodig heeft. Een dochter helpt bij het douchen en lichte verzorging, de buurvrouw doet boodschappen en een kleinzoon komt spelletjes doen. Maar zodra de oudere in het verpleeghuis komt wonen, zeggen we als zorgprofessionals: dat doen wij wel. Terwijl dat niet altijd nodig is en zeker niet wenselijk. De betrokkenheid van familie en vrienden doet hen en de oudere ook goed. Het heeft een positief effect op het welbevinden van de oudere. Bovendien: Als de dochter haar moeder wil blijven douchen, dan is ons drukke zorgpersoneel daar echt bij geholpen. En zo zijn er voor veel bewoners wel taken te bedenken die door mantelzorgers of eventueel een vrijwilliger gedaan kunnen worden.” Dat klinkt als een eenvoudige oplossing, maar hoe organiseer je dat op een goede manier? “Ja, daar zit de uitdaging. De afstemming over wat de bewoner zelf kan, en wat mensen uit het netwerk kunnen betekenen, is voor elke bewoner anders. Maatwerk eigenlijk. We hebben daarom nu op elke locatie een coördinator informele zorg die gaat nadenken over die vraag. We staan daarin echt nog aan het begin. Maar het belangrijkste is dat we nu beginnen met goede gesprekken voeren met de oudere en diens netwerk, en met onze medewerkers.” Informele zorg, dat vraagt dus ook een andere manier van werken van het personeel. “Klopt. Nu is het zo dat het zorgpersoneel het meeste werk doet voor een bewoner. Gaandeweg leren we de bewoner kennen. En soms ontdekken we dan wat de bewoner zelf nog kan. Of dat een zoon of dochter ook iets wil of kan doen. Dit gaan we omdraaien. We gaan voortaan al bij de kennismaking met een toekomstige bewoner het gesprek aan over zaken als: wat kunt u nog zelf? Wat kunnen naasten of vrijwilligers doen? En we kijken dan ook welke hulpmiddelen we kunnen inzetten voor de zorg. Als laatste komt dan pas de vraag aan bod wat medewerkers van Cardia kunnen bijdragen.” Een hele verandering voor zorgmedewerkers, wat vinden zij daarvan? Janneke: “Veel zorgmedewerkers hebben voor dit beroep gekozen vanuit hun passie en liefde voor mensen. Zij willen zorgen. Dus ja, we verwachten wel dat medewerkers het moeilijk vinden om bepaalde taken aan de naasten van de bewoner over te laten. Taken waar zorgmedewerkers een opleiding voor hebben gevolgd, worden straks misschien door ongeschoolde mensen gedaan. Daarover gaan we gesprekken voeren met ons personeel. Want we willen hun kennis en kunde juist inzetten om goed samen te werken met de naasten van de bewoners. Zodat de zorgprofessionals én de informele zorgverleners echt sámen werken aan het welbevinden van de bewoner. Want uiteindelijk draait het daar om: dat de bewoner lekker in zijn of haar vel zit. Daar hebben we de zorgprofessional echt bij nodig. Alleen in een iets andere rol.” CARDIA MAGAZINE AUG 2024 15
16 Online Touch Home