Implementatie Wet zorg en dwang Op 1 januari 2020 ging de Wet zorg en dwang (Wzd) in. 2020 was een overgangsjaar. Wat houdt de wet precies in? En wat betekent dit voor cliënten en mantelzorgers? Alinda Tukker is als projectleider betrokken bij de implementatie van de wet en vertelt hierover. De Wet zorg en dwang vervangt de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz). “Beide wetten gaan over het toepassen van ‘onvrijwillige zorg’, legt Alinda uit. “Er is sprake van onvrijwillige zorg als een cliënt of zijn vertegenwoordiger níet instemt met de zorg of als de cliënt zich verzet. Het uitgangspunt in de Wzd is dat onvrijwillige zorg niet toegepast mag worden, tenzij een cliënt een gevaar is voor zichzelf of voor een ander.” Alle cliënten met dementie De Wet zorg en dwang geldt voor mensen met dementie of een verstandelijke beperking. En niet alleen voor mensen in woonzorglocaties, maar ook thuiswonende mensen met dementie vallen hieronder. Het gaat niet alleen over wel of niet naar buiten mogen. “Het gaat ook over zaken als een bedhek omhoog in de nacht of hoe laat iemand naar bed gaat”, vertelt Alinda. “Leven in vrijheid is normaal. Voor iedereen. Mensen hebben het recht om hun eigen leven in te richten. Dat is het uitgangspunt van de wet en ook bij Cardia.” Externe toets Soms is het toch nodig om onvrijwillige zorg toe te passen. Bijvoorbeeld als een cliënt een gevaar is voor zichzelf of voor een ander. Denk aan situaties waarbij iemand die thuis woont ’s nachts gaat dwalen of vergeet het gas uit te doen. In de Wet zorg en dwang staat welke regels een zorgorganisatie dan moet volgen. Er is een stappenplan die de organisatie moet doorlopen en er moet voldoende zijn geprobeerd om onvrijwillige zorg te vermijden. Een externe Wzd-functionaris toetst dit: is het stappenplan op de juiste manier gevolgd? Trainingen Alinda: “Het is goed dat het welzijn en geluk van de cliënt altijd het uitgangspunt zijn. Daarop is onze zorg gericht. Maar dankzij de regels uit de Wet zorg en dwang hebben we nu goede regels in handen hoe we met bepaalde situaties om moeten gaan.” Het afgelopen jaar heeft Cardia medewerkers in de wet geschoold. “We hebben aandachtsvelders op de locaties die alles van de wet weten”, zegt Alinda. “Zij kijken ook de dossiers na. De komende tijd gaan we nog meer mensen trainen. Het is belangrijk dat collega’s zich goed bewust zijn van de toepassingen van deze wet.” Cliëntvertrouwenspersoon Cardia heeft een onafhankelijke cliëntvertrouwenspersoon voor de Wet zorg en dwang: Peter van der Laar. Als een cliënt of zijn/haar mantelzorger vragen of zorgen heeft over de onvrijwillige zorg kan men bij de cliëntvertrouwenspersoon terecht. Peter luistert naar de cliënt, geeft informatie en uitleg en helpt bij het oplossen van de vraag of klacht. De contactgegevens van Peter van der Laar zijn te vinden op de website van Cardia. Kwaliteitsanalyse De Wzd schrijft voor dat zorgorganisaties twee maal per jaar een analyse van de toegepaste onvrijwillige zorg aanleveren bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Voor 2020 kunnen we ons beperken tot een kwalitatieve analyse. Deze analyse vindt u in de bijlage op pagina 37 van dit jaarverslag. De Wet zorg en dwang gaat over het toepassen van onvrijwillige zorg en vrijheidsbeperkingen. Het uitgangspunt in deze wet is dat onvrijwillige zorg niet toegepast mag worden. Een cliënt heeft het recht om zoveel mogelijk zelf te beslissen. De Wet zorg en dwang beschermt deze rechten. Pagina 27 van 41 Soms is het toch nodig om tot onvrijwillige zorg over te gaan. Bijvoorbeeld als een cliënt een gevaar is voor zichzelf of voor een ander. In de Wet zorg en dwang staat welke regels een zorgorganisatie dan moet volgen.
28 Online Touch Home