23

6. Een mobiel Roeselare Een goed en duurzaam mobiliteitsbeleid wil de mensen toelaten zich met een veilig gevoel te verplaatsen in de stad. • We volgen het STOP-principe (met als prioriteit stappen, trappen en openbaar vervoer en daarna pas het privévervoer) en vinden dat de inwoners zich in de eerste plaats veilig en comfortabel te voet moeten kunnen verplaatsen. Goede en veilige voetpaden zijn daarom noodzakelijk. • Daarnaast stimuleren wij ook het veilig fietsen via een fietsaanpakplan. We willen in de toekomst nog meer inzetten op afgescheiden fietspaden en suggestiestroken. De deelgemeenten en wijken moeten een vlotte en veilige fietsverbinding (fietssnelwegen) hebben met het centrum. Het fietsroutenetwerk in nieuwe bedrijvenparken en naar de stadsbossen wordt uitgebreid. Op de cruciale punten moeten diverse ingrepen ertoe bijdragen dat de fietser ten aanzien van de auto de nodige voorrang krijgt. Het tweerichtingsverkeer voor de fietser moet oordeelkundig verder worden uitgebreid. Om het fietsen te ondersteunen zal er ook worden voorzien in zgn. Leenfietsen. Er moeten ook op basis van een globaal plan van aanpak meer gebruiksvriendelijke fietsenstallingen komen in de centra, de uitgaansbuurten en wijken (op basis van een behoeften-analyse). Een ambtenaar van de afdeling mobiliteit zal als fietsambtenaar fungeren en zal dan ook alle beleidsplannen die betrekking hebben op het verkeer kritisch bekijken vanuit het oogpunt van de daadwerkelijke veiligheid en het comfort van de fietser. • Het brede openbaar vervoersnet moet er voor zorgen dat mensen makkelijk de stad kunnen bereiken. Met alle betrokken partners moeten we kijken om bus-en treinverbindingen beter af te stemmen op stedelijke en regionale ontwikkelingen en op de behoeften van de gebruikers. Een rechtstreekse treinverbinding naar Gent en Brussel en het inzetten van beter materieel en een frequentere en latere dienstverlening op de spoorlijn Brugge-Kortrijk zijn nodig. Ook het collectieve huis-aan-huis personenvervoer van bvb. De Link en andere alternatieve vormen van personenvervoer (Minder Mobielen Centrale, Responsible Young Drivers, …) kunnen een belangrijke aanvullende rol spelen bij het voorzien in openbaar vervoer, zeker voor het buitengebied, voor vroege en late uren en voor bijzondere doelgroepen. Het gebruik van de stadslijnen dient verder gestimuleerd te worden, bijvoorbeeld door gratis acties op markt- en zaterdagen of bij evenementen. Het nieuwe stationsplein, de heraanleg van belangrijke invalswegen met fietsinfrastructuur zoals de Westlaan-Noordlaan, en de sluiting van de kleine ring als een echte stadsboulevard (met de tunnel onder de spoorweg aan de Koning Leopold III-laan) zijn belangrijke ingrepen in de stad die een grote invloed hebben op de mobiliteit. • Een nieuw circulatieplan dat de evolutie naar een autoluwe binnenstad mogelijk maakt, is daarbij noodzakelijk. Het centrum is hierbij bedoeld voor bestemmingsverkeer. Er moet ook een pleinenplan worden opgemaakt, waardoor diverse functies kunnen worden toegewezen 23

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication