0

Een bruisend, groen, sociaal en ondernemend Roeselare Krachtlijnen programma 2013-2018 voor een nieuw en krachtig bestuur door CD&V, SP.A en Groen 1

De voorbije jaren onderging onze stad een serieuze metamorfose. Roeselare groeide uit tot een heuse centrumstad en zal ook in de komende jaren blijven groeien. Dat dit gepaard gaat met groeipijnen, is onvermijdelijk. Dit weerhoudt ons er echter niet van om vol vertrouwen naar de toekomst uit te kijken. Een moderne centrumstad zijn in het hart van West-Vlaanderen, een aangename stad om in te wonen, te werken, te studeren en ontspannen, kortom een stad om goed in te leven; dat is de uitdaging waar we voor staan. Het is ook de uitdaging waar wij voor gaan. De krijtlijnen hoefden we niet zelf uit te zetten. Daarvoor konden we rekenen op de bevolking die in het project ‘Roeselare 2030’ haar droomstad schetste: een groene en open stad, een stad die vooruitgaat en bougeert, een warme stad met het hart op de juiste plaats. De uitdaging is niet gering, zeker met in het achterhoofd de beperkte financiële ruimte waarover de startende ploeg, net zoals de meeste lokale besturen, zal beschikken. De grote en noodzakelijke projecten die de vorige bestuursploeg op stapel zette, Roeselare Centraal en het vernieuwende kennis-en leercentrum, zullen uiteraard worden afgewerkt en we zijn er van overtuigd dat deze een onmiskenbare meerwaarde zullen betekenen voor onze stad. De beperkte financiële marge verplicht ons ertoe volop te focussen op de essentie, op de inwoners. De Roeselarenaar, in al zijn verscheidenheid, zal de komende jaren centraal staan. Het is geen wonder dat CD&V, SP.A en Groen elkaar vonden om samen de nieuwe toekomstvisie voor de stad uit te schrijven. De drie partijen geloven niet dat op zichzelf terugplooien het antwoord is op de uitdagingen waar we voor staan. Samenwerken is niet toevallig een woord dat in dit bestuursakkoord veelvuldig voorkomt. Enkel een uitgesproken zin voor initiatief en verantwoordelijkheid, een grote sociale betrokkenheid en solidariteit en een fundamenteel respect voor onze omgeving en voor de mensen rondom ons kunnen leiden tot een stad waar iedereen zich goed voelt. We stellen je dan ook graag ons bestuursakkoord voor, met meteen de hartelijke uitnodiging aan elke Roeselarenaar om in dit verhaal mee te stappen. 2

Inhoudsopgave 1. Een luisterend Roeselare…………………………………………………………………………………………………………….3 2. Een Roeselare van alle generaties .................................................................................................. 6 3. Een ondernemend Roeselare .......................................................................................................... 9 4. Een veilig en net Roeselare ........................................................................................................... 15 5. Een Roeselare waar het goed is om te wonen.............................................................................. 16 6. Een mobiel Roeselare.................................................................................................................... 19 7. Een bruisend Roeselare................................................................................................................. 21 8. Een zuinig Roeselare...................................................................................................................... 23 9. Een energiek Roeselare ................................................................................................................. 24 10. Een sportief Roeselare.................................................................................................................. 24 11. Een Roeselare zonder armoede.................................................................................................... 26 12. Een betrokken Roeselare.............................................................................................................. 28 13. Een groen en duurzaam Roeselare............................................................................................... 31 3

1. Een luisterend Roeselare Van inspraak tot samenspraak • Adviesraden, evenwichtig samengesteld met mensen uit het verenigingsleven, moeten motoren van inspraak en maatschappelijke participatie zijn. Zij moeten betrokken worden bij de opmaak en de tussentijdse evaluaties van het meerjarenplan. De opwaardering van de adviesraden (jeugdraad, cultuurraad, sportraad…) kan door o.m. het gebruik van nieuwe werkvormen, het zelf actief bevorderen van inspraak door op het terrein zelf het gesprek te voeren en de transformatie tot een labofunctie die veel ruimte laat voor verkenning en experiment. • Senioren worden tevens actief betrokken bij het beleid. In woonzorgcentra worden kiesbureaus ingericht. • Aanvullend en versterkend moeten inspraak en participatie op buurt- en deelgemeenteniveau n.a.v. projecten georganiseerd worden en kunnen elektronische en sociale media worden ingeschakeld. • De burgerparticipatie moet evolueren van inspraak naar samenspraak waarbij het middenveld en de burgers continu en doorheen het hele beleidsproces betrokken worden. Stad ontmoet inwoners Mensen moeten plaatsen hebben waar ze elkaar ontmoeten. Ze doen dit het liefst in de omgeving waar ze wonen. Daarom blijven we verder inzetten op wijkwerking. Ook de ondersteuning van het verenigingsleven is vanzelfsprekend in een warme stad als Roeselare. Het zijn jeugd-, sport- en socioculturele verenigingen die mensen samenbrengen en het samenhorigheidsgevoel versterken. Ze verdienen dan ook onze volste waardering en uitgesproken steun (financieel / logistiek / administratief). • Wijkwerking • We werken een systeem van wijkbudgetten uit waarbij wijken volgens duidelijke afspraken (wijkcontracten) bepaalde publieke taken op zich nemen en hiertoe ook de nodige middelen ontvangen. • Slimme combinaties van wijkhuizen, ontmoetingsruimtes en het aanbod lokale dienstencentra voor senioren worden opgezet. • Een databank voor het vrijwilligerswerk wordt uitgebouwd, als basis voor een zeer diverse inzet en ter ondersteuning van intergenerationele solidariteit. 4

• Nieuwe inwoners Elk jaar ontmoeten we honderden nieuwe inwoners. Zij zijn een meerwaarde en maken de stad sterker! We moeten hen meteen “thuis” laten voelen in Roeselare en hen snel wegwijs maken in de stad. Voor sommigen is dit minder evident omdat taal- en culturele problemen vaak zorgen voor een moeilijke communicatie. We moeten hen sterk stimuleren en via diverse initiatieven (schoolopbouwwerk, basiseducatie, CVO….) helpen om zich in te burgeren en verantwoordelijkheid op te nemen op zowat alle domeinen van ons samenleven. Ze worden correct behandeld volgens hun rechten en plichten en doorgedreven begeleid en gestimuleerd op het vlak van een gedegen kennis van onze taal in functie van werk en opleiding en op het vlak van integratie. Hierbij wordt sterker ingezet op de vervolgtrajecten voor anderstaligen. Het actualiseren en versterken van de rol van de gemeenteraad Er moeten formules worden uitgewerkt waardoor de werking van de gemeenteraad wordt gevaloriseerd en opgewaardeerd. • Zo moet de gemeenteraad zich meer toespitsen op fundamentele debatten over het strategisch beleid. Beleidsbrieven en thema-raden kunnen dit ondersteunen. Ook een bredere situering van de diverse dossiers die ter bespreking en ter goedkeuring worden voorgelegd kan daarbij helpen. We maken daarbij werk van de introductie van alle relevante instrumenten (vb. presentaties, audiostreaming, …) die ter beschikking zijn. • De raadscommissies moeten meer zijn dan infovergaderingen, maar een gremium bieden voor een politiek debat. Burgers en zeker experten in de materies die op de agenda staan, moeten hierbij een bijdrage kunnen leveren. Er moet hierbij ook aandacht zijn voor de vertegenwoordiging van de oppositie in verzelfstandigde gemeentelijke vzw’s en bij overleg en samenwerking op het bovenstedelijk niveau. In elk geval zal hieromtrent regelmatig een verslag worden uitgebracht op de gemeenteraad en de nodige adviezen voor de verdere aanpak worden geformuleerd. Een optimalisatie van de communicatie Het communicatiebeleid van de stad moet meer samenhangend gebeuren, met een versterking van haar informatieve en mobiliserende kracht. De stadscommunicatie moet grondig en kritisch worden doorgelicht en de uitgaven herschikt in functie van een grotere effectiviteit en kostenefficiëntie. 5

De dienstverlening • De stad definieert scherp de kerntaken van haar diverse diensten. Het personeelsbestand wordt doorgelicht en waar mogelijk worden medewerkers geheroriënteerd met het oog op een meer efficiënte inzet. Hierbij wordt op een open manier gecommuniceerd en overlegd met het personeel. Eerder verworven competenties worden verder in rekening gebracht bij het aanwervingsbeleid. • Er wordt ook onderzocht welke opdrachten we als stad beter in eigen beheer vervullen dan wel outsourcen naar bedrijven met een hoge expertise. We denken hierbij o.m. aan de loonadministratie of aan de ontwikkeling van een performante ICT-architectuur en de implementatie ervan. Overigens dringt zich voor de komende jaren een doorgedreven investering in de informatisering en digitalisering op. Ook het delen van gemeenschappelijke diensten door stad en OCMW of het uitbouwen van expertise op het niveau van het Midwest moeten bijdragen tot een betere kostenbeheersing. Verder wordt er voorzien in de nodige incentives opdat de verhoging van de efficiëntie en de effectiviteit vanuit de medewerkers zelf inhoud en vorm zou krijgen. De dienstverlening zal o.m. door de invoering van het thuiswerk en de mogelijkheden om flexibel te werken beter worden afgestemd op de vragen van onze ‘klanten’ en van de eigen werknemers. • De stad moet evolueren naar het eerste aanspreekpunt voor de burger en naar een eerstelijnsloket met een doorverwijsfunctie naar de hogere overheden. Klantvriendelijkheid staat hierbij centraal. Zeker voor de milieu- en stedenbouwkundige vergunningen moet de gemeente een ‘helpdesk’ voor burgers en bedrijven zijn. Bij de eigen dienstverlening moet de aanspreekbaarheid blijvend voorop staan. Ruime openingsuren die afgestemd zijn op het leef- en werkpatroon van de inwoners zijn daarbij noodzakelijk. De infrastructuur wordt doorgelicht en desgevallend geoptimaliseerd. • Er moet hier ook een grote aandacht gaan naar het capteren van klachten over tekorten in de dienstverlening of de toestand van het openbaar domein. Hierbij komt het er op aan dat de burgers gemakkelijk kun klacht kunnen neerleggen of melding van het probleem kunnen doen via een centraal informatie- en meldnummer. Maar dit volstaat lang niet. Er is ook nood aan een opvolgingssysteem waarbij naast een ontvangstmelding de betrokkene ook op de hoogte wordt gehouden van de opvolging van en de eindbeslissing m.b.t. het dossier. Een goede registratie van dit alles moet toelaten dat de medewerker die als ombudsman/-vrouw fungeert jaarlijks via de stadssecretaris een verslag kan neerleggen, inclusief de nodige aanbevelingen om de weerkerende problemen structureel op te lossen. • Overigens is het voor alle diensten ook nuttig en nodig regelmatige tevredenheidsmetingen te doen. Hierop moet dan telkens een plan voor remediëring van het manifeste of latente ongenoegen een antwoord bieden. Essentieel is dat de gemeente niet alle dienstverlening zelf organiseert maar meer samenwerkt en meer faciliterend optreedt. Het kan niet de bedoeling zijn dat activiteiten die door de eigen diensten of raden inzake sport-, jeugd- of cultuurbeleid worden georganiseerd de vrijwillige inzet en het engagement van het verenigingsleven ondermijnen. 6

In de beheersovereenkomst met het Managementteam van de Stad wordt een evenwichtig kader uitgewerkt waarin een betere wisselwerking tot stand kan komen tussen beleidsmakers en administratieve diensten in wederzijds respect. Betrokkenheid in het personeelsbeleid en – evaluatie en bij de opvolging van beleidsbeslissingen volgens concrete parameters en benchmarks maken een meetbaar en efficiënt bestuur mogelijk. 7

2. Een Roeselare van alle generaties Versterking en ondersteuning van het jeugdbeleid • Roeselare voert sinds jaar en dag een sterk ondersteunend jeugdbeleid. Peuters, kleuters, kinderen, tieners, jongeren en studenten moeten zich thuis voelen in onze stad. Kinderen die samen spelen en jongeren die samenkomen om plezier te maken, mogen niet als overlast worden beschouwd. We willen dat elke jongere in deze stad kan opgroeien in een speelse, veilige en groene omgeving waar ze hun creativiteit volop de vrije loop kunnen laten. • Daarnaast veronderstelt een ondersteunend jeugdbeleid ook een integrale aanpak met de nodige aandacht voor kinderopvang, onderwijs, cultuur, sport en andere vormen van vrijetijdsbesteding. Op het vlak van onderwijs geldt dit voor het dagonderwijs – zeker voor wat betreft een betere benutting van de scholeninfrastructuur door het voorzien in de nodige stimuli – en in elk geval ook voor onze academies. Ook het flankerend onderwijsbeleid dat in ruggenspraak met het onderwijs wordt gedefinieerd staat voor een integrale benadering. We willen inderdaad één en ander in samenhang zien, zodat er zich ook een kruisbestuiving kan voordoen tussen de verschillende stadsdiensten die rond jongeren werken. • Een jeugdbeleid dat enkel gericht is op het ondersteunen van verenigingen heeft evenwel weinig zin. We gaan voor samenspraak met alle actoren en in het bijzonder met de jongeren zelf. Jongeren moeten hierbij als volwaardige gesprekspartners benaderd worden, wars van elke vorm van betutteling. We willen de zaken participatief aanpakken, bijvoorbeeld met jongerenpanels. • De stad en het OCMW willen voor de kwetsbare jongeren een doelgroepenbeleid ontwikkelen. Samen met hen. Op die manier bieden we alle betrokkenen de beste kansen. De link tussen kansarme jeugd en regulier jeugdwerk met aangepaste ondersteuning voor begeleiders wordt verstevigd. De jongerenopbouwwerker/straathoekwerker wordt verder ingezet. Ruimte voor (re)creatie • Ruimte voor (re)creatie vraagt ook een goede en flexibele infrastructuur met een veelheid aan mogelijkheden voor ontmoeting, samenspel, fuiven, repeteren en presenteren voor jong aanstormend talent. De GLS-site wordt op korte termijn uitgebouwd als een polyvalente ontmoetingsruimte voor jongeren en verenigingen. Deze site kan qua locatie en werking tevens een opstap zijn naar een volwaardig Muziekcentrum, waarbij de aanpak en programmatie aansluit bij het zgn. clubcircuit. De uitbouw hiervan gebeurt in samenspraak met de jongeren, de jeugddienst, de cultuurdienst, De Spil en andere actoren, waaronder de bredere omgeving. Hierbij moet in elk geval een grote aandacht en bijgevolg voldoende middelen gaan naar de geluidsisolatie. • Een breder en fijner netwerk van speelpleinen, afgestemd op de bevolkingsontwikkeling en de woningbouw, wordt uitgebouwd. Hierbij dient ook aandacht te zijn voor kinderen met een beperking. Een nieuw kleutergebouw wordt opgericht op het Kerelsplein (Tiereliere), inzetbaar 8

naar de wijkwerking en verenigingen. De speelpleinwerking wordt jaarlijks geëvalueerd en zonodig bijgestuurd. De vakantieopvang (jeugd, sport, cultuur, opvang) wordt verder geïntegreerd. In samenspraak met private partners wordt de piste van een buitenskatepark onderzocht. • De jeugdbewegingen worden blijvend ondersteund op het vlak van huisvesting en werking, met een bijzondere aandacht voor duurzaamheid o.m. via een verduurzaming van de stedelijke subsidiereglementen. Er wordt voorzien in één verhuurreglement met eenvormige tarieven voor de stadsinfrastructuur. • Het cultuuraanbod voor jongeren wordt uitgebreid. Roeselare ontwikkelt zich als concert- en muziekstad, met een sterke dynamiek en breder draagvlak van onderuit, door een sterkere en meer doordachte steun aan het plaatselijk initiatief, o.m. door logistieke steun en de opwaardering van een aan engagementen gekoppelde festivalsubsidie. Een vrijetijdsloket wordt uitgebouwd als eenheidsloket voor organisatoren, met inbegrip van het gebruik van mobiele infrastructuur. Jaarlijks wordt een vrijetijdsbeurs georganiseerd. • Gratis hotspots worden voorzien, onder meer aan de nieuwe bib en in de binnenstad. Gezinsbeleid We voeren een gezinsbeleid waar kinderopvang en opvoedingsondersteuning een belangrijke prioriteit zijn. • De stad zal coördinerend optreden tot oprichting van een ‘Huis van het Kind’ waarbij alle partners worden betrokken: het stadsbestuur, het OCMW, private actoren en het verenigingsleven, teneinde gezinnen met jonge kinderen te ondersteunen. Het ‘Huis van het Kind’ is een ontmoetingsplaats waar ouders andere ouders met kinderen kunnen ontmoeten in een ongedwongen sfeer. Het ‘Huis van het Kind’ moet de nodige samenhang bewerkstelligen en uitgroeien tot een laagdrempelig en centraal punt voor alle informatie omtrent kinderen, armoede, schoolkeuze, huiswerkbegeleiding, speelpleinwerking, enz. Dit is, zeker in het licht van de strijd tegen de kansarmoede, belangrijk. Door het detecteren van de behoefte en het geven van de juiste informatie bieden we hen de nodige ondersteuning. • De druk op de kinderopvang neemt toe door de demografische ontwikkeling, de toename van nieuwe woongebieden en Roeselare als centrumstad. We willen de gezinnen verder ondersteunen bij de zoektocht naar kinderopvang en vakantieopvang via het versterken van het lokaal loket kinderopvang. We onderzoeken de mogelijkheid tot samenwerking met diensten en bedrijven. Verder moet er met de bestaande actoren gezocht worden naar een passend antwoord op het tekort aan opvang voor zieke kinderen. Onderwijs Roeselare is een belangrijke onderwijsstad. De uitdagingen zijn groot. 9

• De stad moet daarom duidelijkheid scheppen in de rol die ze wil vervullen. Enerzijds is de stad inrichter van onderwijs (stedelijke basisscholen) en staat ze in een concurrentiële positie ten aanzien van de andere onderwijsnetten. Anderzijds vervult de stad een regisseursrol en is ze de motor van het flankerend onderwijsbeleid. Daarom moet er binnen de schoot van het college van burgemeester en schepenen een uitsplitsing zijn van beide verantwoordelijkheden. Als inrichter van een eigen kwalitatief onderwijs moet de stad verder werk maken van de afbouw van alle niet-objectieve verschillen tussen de verschillende onderwijsnetten om zo de vrije keuze ten gronde te garanderen. Het flankerend onderwijs is geen resultaat van een top-down denken, maar sluit aan op de noden die van onderuit worden gedefinieerd. Gekoppeld aan de middelen voor flankerend onderwijs blijft de stad wel sturende taken uitvoeren, bijvoorbeeld in functie van het beschikbaar maken van schoolgebouwen (bvb. sportinfrastructuur) voor de gemeenschap. • Het stedelijk onderwijs wordt verzelfstandigd, terwijl de samenwerking met het gemeenschapsonderwijs wordt versterkt. • De capaciteitsproblematiek moet zowel op korte als op lange termijn verder worden aangepakt in een goed overleg met alle netten. Een lange termijn-masterplan wordt uitgewerkt rond de onderwijsnoden, met een daaraan gekoppeld actieplan. Om de nodige bijkomende plaatsen te creëren, zal de stad blijven investeren in haar schoolgebouwen en mede pleitbezorger zijn van de nodige middelen voor de andere onderwijsnetten. Tegelijk zal er met het Vlaams Ministerie van Onderwijs ruimte gezocht worden voor het opzetten van proeftuinen voor verregaande vormen van samenwerking tussen de twee netten van officieel onderwijs. De woonontwikkelingen binnen het woonuitbreidingsgebied bij de Gitsestraat bieden een unieke kans om exemplarisch een onderwijsinfrastructuur uit te werken die multifunctioneel is en de onderwijsactoren samenbrengt. • De aanwezigheid van hoger onderwijs in de stad biedt zijn eigen opportuniteiten. De stad moet dit onderwijs uitdrukkelijk verwelkomen en ondersteunen door een waaier van initiatieven (een vrijetijdspas, sportpas, bijzondere faciliteiten, enz.) Ook het stimuleren van de ontwikkeling van onderzoekscentra en wetenschappelijke bedrijvigheid die rechtstreeks bij dit hoger onderwijs aansluiten, verhoogt de attractiviteit van Roeselare als studentenstad en verzekert een toekomst, ook na de studententijd. • We realiseren in nauw overleg met de Task-force de uitbreiding van De Vlieger en de Speelvogel te Rumbeke, met inbreiding op de site Octopus om zo op korte termijn een verhoging van de capaciteit te realiseren. Senioren Om een antwoord te bieden aan de uitdaging van de vergrijzing zetten we verder in op een sterk seniorenbeleid. We willen de senioren kansen geven om een actief leven te behouden en te versterken. 10

• Een laagdrempelig beweeg- en sportaanbod wordt opgezet om te streven naar voldoende beweging voor iedere senior. • Seniorenverenigingen hebben een unieke en onvervangbare rol. Samen met de seniorenadviesraad moeten we een beleid maken dat gericht is op basiscomfort, participatie en toegankelijkheid. De samenwerking met de lokale dienstencentra, het volwassenonderwijs en seniorenverenigingen moeten we verder uitdiepen en vergroten. • Levenslang leren is ook voor de senior een uitdaging waarbij we bijzondere aandacht geven aan het dichten van de digitale kloof, onder meer in de nieuwe bibliotheek. • Iedere senior wil zo lang mogelijk in zijn eigen woning blijven wonen. Daarom streven we naar het aanpassen van bestaande woningen aan hun noden en bouwen we woonzorgzones waar een ruim en gevarieerd aanbod is aan levenslange woongelegenheden. Tegelijk willen we nieuwe concepten gerealiseerd zien waarin huisvesting van ouderen en zorgbehoevenden op een toekomstgerichte en duurzame manier gekoppeld wordt aan zorgverstrekking en levenskwaliteit. Hedendaagse technologieën en domotica zijn hiervan een evident onderdeel. • We willen het intergenerationeel netwerk van senioren versterken als antwoord op vereenzaming. • We erkennen de mantelzorger als spil in de ondersteuning van de zorgvrager. 11

3. Een ondernemend Roeselare Een stad die leefbaar wil zijn, die wil bruisen en zich versterken, moet economisch gezond zijn. Het bestuur wil alvast de economische aantrekkingskracht van de stad resoluut en actief ondersteunen en de slagkracht van onze bedrijven en zelfstandige ondernemers versterken. Op het vlak van landen tuinbouw worden de agrarische ondernemingen ondersteund en de landbouwinfrastructuur aangepast aan de noden en goed onderhouden. Economisch beleidsplan • Een economisch beleidsplan wordt opgesteld met een diagnose van de huidige economische situatie van Roeselare en de daarbij passende economische beleidsmaatregelen, waarin specifiek economische elementen worden afgestemd op aspecten van ruimtelijke ordening, infrastructuur en mobiliteit. • Binnen dit beleidsplan worden afzonderlijke accenten voorzien voor het beleid ten aanzien van de centrum-en dorpshandelscentra, de periferie, de horeca en de bedrijven, alsook de strategische commerciële en marketingdoelstellingen. De uitbesteding hiervan gebeurt conform de leidraad van het Agentschap Ondernemen, vertrekt vanuit een sterke inleving in de ondernemer en zelfstandige, en wordt vorm gegeven door een versterkte samenwerking met de handelaarsorganisaties (Centrum Roeselare vzw, Unizo, Voka) in een Lokaal Economisch Forum. • De bestaande overlegfora worden versterkt uitgebouwd: o Het centrummanagement krijgt een vernieuwde invulling, waarbij de vzw Centrum Roeselare als volwaardige en betrouwbare structurele partner wordt erkend o Het horecamanagement wordt aangemoedigd de structuur aan te nemen van een eigen zelfstandig aanspreekpunt voor de stad, met ondersteuning voor de initiatieven die zij wensen te ontwikkelen (preventie en sensibilisering, opleiding en vorming, promotie) en een vertegenwoordiging van de handelaarsorganisaties o Het bedrijventerreinenmanagement wordt opgestart via een autonome vzwstructuur, met focus op de eigenheid van de onderscheiden bedrijventerreinen in de stad o De opgerichte Marktraad wordt verder ondersteund • De dienst economie dient verder te worden uitgebouwd met eigen bevoegdheden en middelen om een strategisch pro-actief economisch beleid te kunnen uitwerken en hierin een centrale en coördinerende rol op te nemen. Zij vervult een scharnierfunctie als eerste aanspreekpunt en regisseur van het economisch beleid. Binnen de dienst economie wordt een volwaardige centrummanager aangesteld, die tevens het concept van ‘Business Improvement District’ voor Roeselare inpast. www.zuurstofvoorondernemen.be wordt uitgebouwd en verstrekt alle informatie voor de (startende) ondernemer in Roeselare. • In het aankoopbeleid van de stad wordt maximaal prioriteit gegeven aan Roeselaarse handelaars en ondernemers, binnen de wetgeving op de overheidsopdrachten. 12

• Het economisch beleidsplan wordt afgestemd op het zonaal veiligheidsplan, zodat snelle interventies en voorzorgsmaatregelen kunnen worden gerealiseerd. Een buurtinformatienetwerk voor handelaars, dat van onder uit dient te worden opgebouwd, maakt hier deel van uit. • Het economisch beleid zet in op duurzaamheid. Propere pleinen, een verbetering van de ophaling en het verminderen van het volume van het restafval en papier en karton, sensibilisering van de horeca en winkels tot duurzame consumptie, energiezuinige maatregelen bij gelegenheidsverlichting zijn een bijzondere prioriteit. • Een afzonderlijk meldingspunt ‘openbare werken’ coördineert en informeert bewoners, handelaars en bedrijven voorafgaandelijk over mogelijke overlast, onder meer met een versterking van de webstek ‘Roeselare bereikbaar’. De inplanting van deze werken wordt beter op elkaar afgestemd. Nutsbedrijven worden geresponsabiliseerd met betrekking tot de timing en communicatie over werken. We ondersteunen verder de sociale economie: • De stad is regisseur en aanspreekpunt voor sociale economie. Bedrijven, organisaties en individuen moeten met vragen over dienstverlening via sociale economie bij de stad terecht kunnen. We organiseren hiertoe een geëigende structuur met alle betrokken actoren uit de sociale en reguliere economie die dispatching, marktverkenning en invulling door de actieve sector (zoals een boodschappen- en koerierdienst, onderhoud van de publieke ruimte, herstel/onderhoud van straatmeubilair, kinderopvang, nieuwe uitdagingen binnen stadsvernieuwing, Miummm, enz.) organiseert en begeleidt. • We streven ernaar om 15% van de openbare aanbestedingen (bvb. op het vlak van onderhoud, groenbeheer, enz.) te gunnen met een sociale clausule of aangepaste duurzame gunningscriteria. • We zorgen er samen met OCMW en VDAB voor dat initiatieven inzake integrale trajectbegeleiding voldoende aanwezig zijn. • De brugfunctie tussen de sociale en de reguliere economie wordt versterkt (o.m. gerichte informatie). Stadsmarketing De commerciële aantrekkingskracht van onze stad is sterk. Goede promotie moet daarom vertrekken vanuit een geprofessionaliseerde citymarketing. • Een coherent evenementen- en communicatiebeleid wordt opgesteld volgens een centrale activiteitenkalender, waarbij voorrang wordt gegeven aan een integratie van de promotie van de diverse evenementen op bovenlokaal vlak. Het communicatiebudget dient hierop te worden afgesteld, zodat zowel economische, culturele als sportieve evenementen in één samenhangende marketing worden betrokken, volgens een geïntegreerde kern-USP (unique selling proposition). Het communicatiebeleid zal hierbij proactief worden gevoerd met 13

concrete doelstellingen en met inspraak van de betrokken handelaarsorganisaties in alle fasen van de strategische planningsprocessen. Kansen voor externe marketing via televisie of andere media worden optimaal benut. Een overzicht van de inname van het openbaar domein bij evenementen wordt opgesteld en voorafgaandelijk gecommuniceerd. • De handelsevenementen worden vernieuwd in samenspraak met en via ondersteuning van private partners en in nauwe opvolging door Centrum Roeselare en het Horecamanagement. Een vaste koopavond met verruimde openingsuren voor de stadsdiensten wordt onderzocht. Bovendien wordt de locatie van grootschalige evenementen in de culturele en sportieve sfeer (Groote Stooringe, wielerwedstrijden zoals het Natourcriterium, Parkconcerten, …) zoveel mogelijk naar de binnenstad geleid, zonder beknottend te werken voor initiatieven die ontstaan in de deelgemeentes en wijken. Een concrete integrale evenementenaanpak moet getoetst worden op zijn haalbaarheid en het vrijwilligerswerk van de handelaars ondersteunen in plaats van afremmen via de evenementenbegeleider. • Het toerismebeleid van de stad wordt verder gefocust op het commerciële ‘Hart van WestVlaanderen’, met slimme verbindingen voor de promotie en uitbouw van onder meer het WieMu en het Miummm. De site Sterreboskasteel wordt verder uitgewerkt binnen de Eurometropool-samenwerking. Specifieke initiatieven zoals het Kappersmuseum, het Filmmuseum, enz., worden promotioneel ondersteund. Een adviesraad Toerisme wordt opgericht. • De nieuwe en bestaande bedrijvenparken en kantooropportuniteiten worden actief gepromoot waarbij leegstaande panden terdege worden geïnventariseerd. • Om nieuwe investeerders en onderzoekscentra (voeding, bio, agro, zorg, … en de spin-offs daarvan) naar de stad te trekken, worden gerichte campagnes en acties opgezet. Handelscentra De koopcentra in het stadscentrum, de centra van de deelgemeenten en de handelszaken langs de handelssteenwegen zijn kloppende aders van de stadseconomie. • Het DNA van de verschillende koopcentra wordt optimaal gevaloriseerd. Een ‘Roeselroute’ benadrukt de effectieve verkoopspunten in de binnenstad. De commerciële verbinding met de handelszaken in de periferie wordt versterkt in een strategische samenwerking, met nadruk op kernversterking voor de detailhandelszaken. Initiatieven als ‘Beveren Bruist’ worden gestimuleerd ook in Oekene en Rumbeke; de ‘Westlaanpromenade’ kan een voorbeeldfunctie vervullen voor andere handelssteenwegen. • De centrummanager binnen de dienst economie vervult een coördinerende en ondersteunde rol in samenspraak met de handelaarsorganisaties. Het pilootproject ‘Winkelmonitor’ (in samenwerking met Unizo/WES) voorziet een permanente commerciële monitoring van het stadscentrum. • Het centrumstraten- en pleinenplan wordt in samenspraak met de handelaarsorganisaties en het horecamanagement opgesteld, met een evenwicht tussen parkeermogelijkheid en evenementenstrategie. Het parkeervrij maken van pleinen is enkel mogelijk wanneer er voldoende alternatieve capaciteit is en deze alternatieven voldoende worden ontwikkeld en 14

gepromoot, bvb. in samenwerking met De Lijn en NV Parkeren. De parkeermogelijkheid kan enkel worden gemoduleerd na de afwerking en promotie van de voorziene parkings in de Munt en aan het Station. Het uittekenen van de terrassen of kleinere structurele verfraaiende ingrepen houdt tevens rekening met de wensen van de marktlieden. Nieuwe openbare toiletten worden ingepland, zowel vast als mobiel tijdens evenementen. • Het parkeerbeleid wordt grondig hertekend. Hierbij wordt aandacht besteed aan een: • Evaluatie blauwe zone zowel naar plaats als tijdsduur • Gedifferentieerde tarifering met als doel meer wagens in de betaalparkings te krijgen en dit zo mogelijk in combinatie met commerciële acties ter promotie van de parkings Focus op kortparkeerzones in het centrum • • Betere en permanente externe en outdoor-communicatie • Grondige doorlichting van het contract met NV Parkeren met o.a. bijsturingen op vlak van klantvriendelijkheid van organisatie en wachters (bvb via opleidingen) • Accuraat parkeerverwijssysteem dat de betaalparkings als meest logische optie aanduidt • Om leegstand te vermijden, wordt een assertief en anticiperend beleid gevoerd door de dienst economie, onder andere via de centrummanager. Op basis van een gerichte inventarisatie, wordt actief prospectie gevoerd naar zaken die in Roeselare een nieuwe of bijkomende vestiging wensen te organiseren, in overleg met eigenaars van huurpanden, promotoren en projectontwikkelaars. Er wordt onderzocht hoe fiscale vrijstellingen investeringen in lang leegstaande panden kunnen stimuleren, bijvoorbeeld voor starterswinkels, de invulling van verkoops- en woonruimtes op de bovenverdiepingen, de verhuur van leegstaande etalages of pop-upshops binnen een globale aanpak van de winkelgevels. Het kernversterkend beleid is de beste maatregel tegen leegstand in de binnenstad, waarbij nieuwe detailzaken enkel daar een plaats kennen. • Het nachtwinkel-reglement en de territoriale invulling ervan wordt geëvalueerd in functie van die nachtwinkels die overlast veroorzaken. • Een buurtwinkel-aanpak wordt afgestemd met het wijkenbeleid. • De experimentele ontwikkeling van een city-depot gebeurt in samenspraak met de handelaarsorganisaties. • Onze bewoners krijgen bij speciale gelegenheden, zoals gouden bruiloften, geschenkbonnen die ze kunnen gebruiken bij en na overleg met de lokale winkeliers. Horeca • Het bestaande Horecamanagement wordt autonomer uitgebouwd, met zowel aandacht voor de cafés als de restaurants en de hotels. De dienst toerisme wordt nader betrokken bij een meer geïntegreerde promotie van onze horecatroeven (Smakelijke Plekjes, Horecagids, enz.) • Een terrassenvriendelijk beleid wordt uitgebouwd in functie van het pleinenplan met behoud van de bestaande tarieven. Winterterrassen en vaste terrassen met een beperkte maar hernieuwbare bouwvergunning worden ondersteund. De terrassen dienen esthetisch samenhangend te zijn volgens een globale aanpak, met haalbare overgangsperiodes. 15

• Er wordt verder geïnvesteerd in een grotere betrokkenheid van de horeca bij bestaande evenementen (handelsevenementen, Smaakbeurs, Natourcriterium, …) Ondernemingen • De stad staat garant voor een goede “eerstelijnshulp”. Ze zorgt voor een eenvoudige en eenduidige reglementering, een eengemaakt vergunningsdossier en éénloketsysteem bij de stadsdiensten en elektronische afhandeling en opvolging van dossiers. De ontvoogding van de stad op het vlak van stedenbouwkundige vergunningen (en de invoering van de omgevingsvergunning) wordt personeelsmatig en operationeel ondersteund. In het vergunningenbeleid wordt een specifieke procedure ontwikkeld die rechtszekerheid biedt in het doorloopproces. In het vergunningenproces wordt pro-actief opgetreden in het kader van knelpunten zoals specifieke hinder, en wordt steekproefgewijs de naleving van de toepasselijke reglementering opgevolgd. • De stad wil de nodige ruimte scheppen voor de bedrijven. Bestaande bedrijvenparken worden snel ingevuld met aandacht voor duurzame economische groei en een eigen bedrijventerreinmanagement voor gezamenlijke taken (servicepunt, groen, zwerfvuil, bewegwijzering, kinderopvang, enz). Roeselare wil ook een actief localisatiebeleid blijven voeren naar startende ondernemers. We begeleiden hen in het zoeken naar de best geschikte ruimtes en proberen zo ook de leegstand aan te pakken of liever nog te voorkomen. Na inventarisatie van deze leegstaande panden worden in functie van de concrete nood de in het GRS gedefinieerde zoekzones voor lokale bedrijven aangesneden, met aandacht voor bedrijfsverzamelgebouwen. • De samenwerking met het onderwijs wordt geïntensifieerd, teneinde voldoende technische krachten aan te trekken en innovatieve sectoren (zoals een ‘gezondheidscorridor’ op het bedrijvenpark Nieuwe Abele Zuid) te faciliteren. Binnen de stad voorzien we stageplaatsen voor schoolverlaters. In samenwerking met het OCMW en de VDAB worden initiatieven inzake integrale trajectbegeleiding geoptimaliseerd; de Werkwinkel kan hierbij een loopbaanwinkel worden op een laagdrempelige locatie. De Jobbeurs wordt opnieuw georganiseerd. • Het Ondernemerscentrum wordt verder uitgebouwd als ontmoetingsplaats, maar tevens als leercentrum voor nieuwe krachten, in samenwerking met de dienst economie en een gerichte gemeenschappelijke communicatie (brochure, enz.). Zowel het Ondernemerscentrum als het Miummm (met het Agrovoedingsplatform) worden gericht en versterkt ondersteund conform de provinciale afspraken. • Een businessplan voor de ontwikkeling van de Expohallen als innovatieve beurs-en ontmoetingsruimte, in samenwerking met de MICE-initiatieven van de Eurometropool en het Regionaal Conventiebureau wordt opgesteld, in samenhang met de gehele recreatieve en sportieve ontwikkeling van de site Schiervelde. • De economisch-logistieke initiatieven ter versterking van onze haven zoals vooropgesteld in de beleidsplannen naar aanleiding van ‘150 jaar Kanaal’ worden uitgevoerd en opgevolgd in samenwerking met de hogere beleidsniveaus, met name de multimodale logistieke 16

versterking van transport via het water, de ontwikkeling van overslagzones, milieutechnische ingrepen (o.m. inzake fijn stof) en de recreatief-toeristische opportuniteiten. • De samenwerking met bovenlokale partners en de WVI wordt geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig. De agrarische ondernemingen worden ondersteund • Roeselare speelt een belangrijke rol als centrum van de land- en tuinbouw en de voedingsindustrie. • Land- en tuinbouwbedrijven moeten de nodige ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. Het GRS voorziet hierin. Daarom moet het stadsbestuur hen de nodige rechtszekerheid geven o.m. door hun agrarische bestemming te vrijwaren in volle respect voor de keuzes die in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zijn genomen. • Landbouwers hebben een aanspreekpunt op het stadhuis om hen te begeleiden in de administratieve en andere verplichtingen die de overheid hen oplegt. Dit landbouwloket kan doorverwijzen naar gespecialiseerde diensten en organisaties. • De stad is het aangewezen niveau om voor wonen en de leefomgeving de functie van regisseur op te nemen die lokale actoren en de verschillende beleidsniveau ’s samen brengt en op elkaar afstemt. • De stad heeft aandacht voor en geeft ondersteuning aan de diverse activiteiten die de landen tuinbouw (on-)rechtstreeks ondersteunen, zoals het onderwijs, het educatief centrum, INAGRO in Beitem, de Dag van de landbouw en de REO-veiling. • Samen met MIROM en de REO-veiling wordt de agrarische bedrijvenzone ontwikkeld zodat restwarmte van de verbrandingsoven kan gebruikt worden door de glastuinbouwbedrijven. Door de nabijheid van de veiling verkleinen we de kosten voor vervoer. • Om milieuredenen kan, onder leiding van MIROM, een inzamelsysteem opgesteld worden voor de recuperatie van plasticfolie die in de land- en tuinbouw wordt gebruikt. • Land en tuinbouwbedrijven zijn erg kwetsbaar voor overstromingen, natuur- en andere rampen. Bij een ramp worden niet alleen de eigen woonst, maar ook de dieren en gewassen bedreigd. Het voorkomen van calamiteiten, het beheren van een afdoend rampenplan, en het bekomen van een gerechtvaardigde schaderegeling zijn de bijzondere zorg van de stad. De gemeentelijke schattingscommissie blijft ook hier van cruciaal belang. • De stad kan een belangrijke rol vervullen bij de promotie van de agrarische activiteit, vooral bij het dichten van de kloof tussen boer en burger, tussen producent en consument. Het Miummm en het landbouweducatief centrum “Bergmolens” zijn daarvan concrete realisaties. Een thuisverkoopbrochure van streekeigen producten en/of een boerenmarkt zetten in op een duurzaam afzetsysteem waarbij de eindgebruiker en horeca in relatie blijven 17

staan met de streekproducent en zijn sociale, culturele, ecologische en economische eigenschappen. • Gemeentelijke diensten en politie schenken meer aandacht aan het informeren en begeleiden bij wijzigingen in milieu- en verkeerswetgeving vooraleer repressief op te treden. • Het voorkomen en de ruiming van zwerfvuil en van de restanten van het sluikstorten in de landbouwzone verdienen de aandacht van de stad. De landbouwinfrastructuur wordt aangepast aan de noden en goed onderhouden • Land en tuinbouwbedrijven zijn om meerdere redenen op gespreide wijze aanwezig in het landbouwgebied. Toch dient de stad er voor te zorgen dat de bedrijven toegang hebben tot algemene nutsvoorzieningen, zonder daarvoor exuberante financiële bijdragen te moeten betalen. Een gelijkberechtiging t.o.v. de andere inwoners van de stad zal het streefdoel zijn. • Structuurverbeterende maatregelen, gaande van de herstructurering van kavels tot kleinschalige of ruimere ruilverkaveling, evenals de zorg voor het landschap en kleine landschapselementen en infrastructuurwerken ( cfr. Behaag het landschap), zullen door de stad gestimuleerd en ondersteund worden. Eveneens zal het aanleggen van groenschermen rond bedrijfsgebouwen worden gestimuleerd daar waar zich opportuniteiten voordoen. • De stad draagt zorg voor de aanleg en het onderhoud van de landelijke wegen. De afmetingen van hedendaagse landbouwvoertuigen en landbouwmachines, de toename van recreatie en zwerfvuil en sluikstorten, zijn hierbij aandachtspunten. • In het waterbeleid heeft de gemeente een belangrijke ondersteunende taak: het aanzetten van burgers en bedrijven tot spaarzaam watergebruik, het ondersteunen van maatregelen die wateroverlast helpen voorkomen, het regelmatig ruimen en onderhouden van de waterlopen met betrokkenheid van land- en tuinbouw. Ook andere actoren worden betrokken bij het waterbeleid. Om erosie tegen te gaan en duurzamer te bemesten blijven de subsidies voor groenbemesters bestaan. Ook omwille van erosie worden land- en tuinbouwers aangespoord om beheerovereenkomsten perceelsrandenbeheer (VLM) af te sluiten met het oog op het vermijden van afstromende bodemdeeltjes, voedingsstoffen en bestrijdingsmiddelen. Dit vermindert de kans op modderstromen of dichtslibbende grachten. • Omdat water een steeds belangrijker productiefactor wordt, zal de stad een ondersteunend beleid voeren voor het creëren van opvang van hemelwater voor het gebruik in de land- en tuinbouw. Dit kan ook de buffercapaciteit verhogen bij zware regenval tijdens de zomermaanden, zodat overstromingen vermeden kunnen worden. • De Vlaamse landbouw staat ook in voor zorgbedrijven. Zorgvoorzieningen zoeken meer en meer samenwerking met land- en tuinbouwbedrijven voor hun klanten en bewoners. In Roeselare is dit gegeven nog niet wijd verspreid. Het actief promoten van zorgboerderijen is een aandachtspunt voor de komende legislatuur. 18

4. Een veilig en net Roeselare Mensen willen wonen, werken en winkelen in een veilig Roeselare. Daarom kiezen wij voor een krachtdadig en geïntegreerd veiligheidsbeleid. Preventie, repressie en justitie zijn drie schakels die nauw met elkaar verbonden zijn. De problemen en verwachtingen in onze wijken, zowel in de stad als in de deelgemeenten, moeten worden aangepakt. • Overlast moet worden vermeden door een goede samenhang tussen preventieve acties en een repressief beleid. We moeten blijven investeren om verloedering van straten en huizen tegen te gaan. Wijkgerichte wandelingen of fietsrondes om de knelpunten te detecteren, een goed klachtenmanagement en de inzet van snelle interventieteams om netheid en orde te scheppen binnen de publieke ruimte kunnen bijdragen tot een net straatbeeld. Mijdplaatsen worden gedetecteerd en aangepaste maatregelen moeten getroffen worden om de gevoelens van veiligheid versterken. De sociale veiligheid wordt verzekerd door o.m. goed verlichte straten, transparant groen, enz., net als door het bevorderen van ontmoeting, goed buurtschap en wederzijdse waakzaamheid in en met de straten, wijken en deelgemeenten. De actie ‘straatbeeld’ ondersteunt een strenge aanpak van leegstand en de systematische strijd tegen de verloedering van het openbaar domein (zwerfvuil, groenonderhoud, hondenpoep, enz.) We willen bijdragen tot het maximaal voorkomen, detecteren en beheersen van drugs in onze politiezone door een projectmatige en geïntegreerde aanpak. • Om tot een bruikbaar, legaal en coherent beleid te komen, zal, uitgaande van een heldere definitie van het begrip ‘overlast’, de GAS (Gemeentelijke Administratieve Sancties)reglementering worden scherpgesteld, inclusief het actief gebruik van bemiddeling en alternatieve straffen, en dit vanaf 16 jaar. Dit systeem dient bovendien onderworpen te worden aan een permanente evaluatie naar proces en resultaten toe. • Onze wijkagenten moeten de schakels worden in deze integrale aanpak. Wijkagenten die goed vertrouwd zijn met hun wijk en die aanspreekbaar zijn bewijzen hun nut. Dit netwerk moet dan ook verder worden uitgebreid. De opdrachten van de wijkagent moeten worden uitgezuiverd, zodat hij zich intenser voor zijn wijk kan inzetten en ook kan deelnemen aan de wijkwerking. De aanspreekbaarheid van de wijkagent, maar evenzeer van andere politionele diensten, wordt versterkt door waar mogelijk te kiezen voor verplaatsingen of patrouilles te voet of per fiets. De bestaande administratieve taken van de politie worden doorgelicht en geherstructureerd. Flexteams en gemeenschapswachten worden ingeschakeld. • Het stedelijk veiligheidsoverleg in functie van een integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid wordt geïntensifieerd. Een goed gebruik (d.i. zonder buitenissige beperkingen en planlast) van de preventie-en veiligheidsplannen bij de voorbereiding van evenementen netwerk staat voorop. Mobiele en slimme camera’s met nummerplaat- en gezichtsherkenning worden weloverwogen ingezet. • Het brandweerkorps neemt de leiding bij de ontwikkeling van de brandweerzone Midwest. 19

5. Een Roeselare waar het goed wonen is Roeselare is de sterkst groeiende stad in onze provincie. Woningen zijn hier nog betaalbaar. Dit moet zo blijven. Wij vinden het daarom cruciaal om te blijven inzetten op betaalbare woningen en bouwgrond met ruimte voor experiment en innovatie. De mogelijkheden die de Afbakening Regionaal Stedelijk Gebied en het GRS (Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan) bieden, moeten op een doordachte manier worden benut. Het lokaal woonprogramma wordt verder uitgevoerd en waar nodig bijgestuurd. Binnen de ruimtelijke planning wordt het GRS uitgevoerd, want ruimte maakt ontmoeten mogelijk. Betaalbaar woonaanbod Een eigen woning mag niet alleen weggelegd zijn voor wie het gemakkelijk kan betalen. • Daarom willen we binnen onze budgettaire mogelijkheden ernstig onderzoeken hoe en onder welke voorwaarden (bvb. maximumprijs) een goedkope stadslening voor starters, alleenstaanden en éénoudergezinnen kan worden ontwikkeld. Het gaat over een aanvullende lening onder betere voorwaarden dan de markt. • Daarnaast wordt minstens één experiment opgezet, zo mogelijk met inbreng van het privaat initiatief, met de formule van of geïnspireerd op een ‘community land trust’. Toch blijft er een woningnood in Roeselare. Wij hebben de ambitie om het aanbod verder uit te breiden: • Tegen 2018 wordt gestreefd naar 8 % sociale huurwoningen ten opzichte van het huidige woonaanbod. De versterking, herstructurering en verdere uitbouw van het Sociaal Verhuurkantoor (door onder meer de integratie van het SVK en de huurservice in één OCMWvereniging, met ondersteuning van het Sociaal Atelier) is een instrument om het aantal sociale huurwoningen op te drijven. Die woningen tellen ook mee voor het sociaal objectief. • Het sociaal objectief aan sociale kavels en koopwoningen zal gehaald worden, door in te zetten op meer sociale koopwoningen. • Er wordt binnen de sociale huurwoningen per wijk gestreefd naar een sociale mix, met de kans om de sociale woningen te kopen, met de nabijheid van dienstverlening, met culturele kansen en een gezonde vrijetijdsbesteding. Het aanbod van woningen en appartementen moet ook beter worden afgestemd op de maatschappelijke vraag die zich kenmerkt door een enorme diversiteit. Voor mensen in armoede en voor andere doelgroepen die moeilijk aan bod komen op de privémarkt, zullen de stad en het OCMW eveneens inspanningen doen. Hierbij wordt door spreiding sociale integratie nagestreefd. Het verplicht aandeel sociale woningen binnen een verkaveling wordt beoordeeld conform de visie opgenomen in het GRS. 20

• Er wordt voorzien in voldoende nood- en doorgangswoningen voor ongewild daklozen. Kwaliteitsvol wonen • We pleiten voor een doortastende aanpak van de leegstand, zowel van woningen als van kantoor- en bedrijfsgebouwen. Die verdere strijd tegen te lange leegstand en verkrotting moet, middels een verhoogde progressieve en eventueel naar plaats gedifferentieerde leegstandsheffing, de woonkwaliteit in onze stad verbeteren. Een verfijning van het stelsel van renovatiepremies kan een meer gebiedsgerichte aanpak ondersteunen. De oprichting van een autonoom gemeentebedrijf ‘stadsontwikkeling’ maakt het mogelijk om buurten die weinig interesse kennen van privé-investeerders actief te ontwikkelen. Onderzocht wordt hoe fiscale vrijstellingen in af te bakenen area’s de leegstand kunnen ontmoedigen. • Bouw- en verkavelingsvergunningen worden meer als sturend instrument ingezet om wooncomfort, duurzaamheid en kwaliteit van de leefomgeving te verhogen. De nabijheid van dienstverlening, onderwijs, kinderopvang, speelmogelijkheden en voldoende groene buffering zijn hierbij essentieel. De ontwikkeling van het gebied tussen de Honzebroekstraat en de Gitsestraat zal een voorbeeldfunctie hebben en volop benut worden als pilootproject. Bij gunstige evaluatie wordt bij nieuwe verkavelingen standaard een deel volgens dit systeem ontwikkeld. • We ontwikkelen een kwaliteitstoets bij belangrijke investeringen in de publieke ruimte en verdere stadsontwikkelingen. • We stimuleren verschillende en vernieuwende woonvormen (starterswoningen voor jongeren, kangoeroewonen, co-housing, cirkelwonen, …) Woon- en energieloket • De stad verzekert een goede dienstverlening ten aanzien van huurders en eigenaars met betrekking tot vergunningen, huurwetgeving, premies en energie. Ruimte maakt ontmoeten mogelijk Het stadsbestuur heeft met haar bevoegdheid voor ruimtelijke ordening een belangrijk instrument in handen om voor haar bewoners een kwaliteitsvolle woon-en werkomgeving te garanderen. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan maakt een goed evenwicht mogelijk tussen kwalitatief wonen, werken, zorgen, ondernemen en ontspannen in Roeselare. Het is dan ook noodzakelijk dat toekomstige uitvoeringsplannen deze leefkwaliteit blijven bewaken. De integratie van het vergunningenbeleid in één aanvraag, nl. de omgevingsvergunning, biedt hiertoe vernieuwde kansen. Prioriteit wordt gegeven aan de in het GRS goedgekeurde bindende acties: 21

- opmaak van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen met participatie van de burgers - voorzien in een verordenend kader om stedelijke ontwikkelingen te oriënteren (dichthedenplan, gabarietenplan, appartementenverordening, enz.) en om kwaliteit (groen, speelruimte, mobiliteit, enz.) bij de realisatie van verkavelingen te verzekeren - uitwerking van de masterplannen Oekene (met aandacht voor de verkeersleefbaarheid van de deelgemeente) en Beveren, waarbij Beveren-Noord ontwikkeld wordt als een schoolvoorbeeld van een duurzaam bedrijventerrein - afbakening van bouwvrije zones ter vrijwaring van het land- en tuinbouwarsenaal - uitbouw van de site Schiervelde als recreatieve pool, conform de resultaten van de studies over het gebruik van de Expo-hallen (optimalisering in functie van expo-activiteiten en de nood aan indoor sport accommodatie) en de opvang van de parkeerdruk (hetzij ondergronds/bovengronds) - verdere en versnelde realisatie van de stadsbossen, met voor deze legislatuur een streefcijfer van 50 % - versterken gedifferentieerd woonaanbod - opmaak van een ruimtespeelplan - visie Zwaaikom en uitbouw van de Kop van de Vaart met betrokkenheid van inspirerende actoren - uitbouw en visie-ontwikkeling inzake kantorenclusters conform de resultaten van de kantorenstudie - doorstart heraanleg en masterplan Brugsesteenweg - kader voor productie alternatieve energie (hierbij kan gedacht worden aan de oprichting van een autonoom gemeentebedrijf en/of een Coöperatieve Vennootschap) 22

6. Een mobiel Roeselare Een goed en duurzaam mobiliteitsbeleid wil de mensen toelaten zich met een veilig gevoel te verplaatsen in de stad. • We volgen het STOP-principe (met als prioriteit stappen, trappen en openbaar vervoer en daarna pas het privévervoer) en vinden dat de inwoners zich in de eerste plaats veilig en comfortabel te voet moeten kunnen verplaatsen. Goede en veilige voetpaden zijn daarom noodzakelijk. • Daarnaast stimuleren wij ook het veilig fietsen via een fietsaanpakplan. We willen in de toekomst nog meer inzetten op afgescheiden fietspaden en suggestiestroken. De deelgemeenten en wijken moeten een vlotte en veilige fietsverbinding (fietssnelwegen) hebben met het centrum. Het fietsroutenetwerk in nieuwe bedrijvenparken en naar de stadsbossen wordt uitgebreid. Op de cruciale punten moeten diverse ingrepen ertoe bijdragen dat de fietser ten aanzien van de auto de nodige voorrang krijgt. Het tweerichtingsverkeer voor de fietser moet oordeelkundig verder worden uitgebreid. Om het fietsen te ondersteunen zal er ook worden voorzien in zgn. Leenfietsen. Er moeten ook op basis van een globaal plan van aanpak meer gebruiksvriendelijke fietsenstallingen komen in de centra, de uitgaansbuurten en wijken (op basis van een behoeften-analyse). Een ambtenaar van de afdeling mobiliteit zal als fietsambtenaar fungeren en zal dan ook alle beleidsplannen die betrekking hebben op het verkeer kritisch bekijken vanuit het oogpunt van de daadwerkelijke veiligheid en het comfort van de fietser. • Het brede openbaar vervoersnet moet er voor zorgen dat mensen makkelijk de stad kunnen bereiken. Met alle betrokken partners moeten we kijken om bus-en treinverbindingen beter af te stemmen op stedelijke en regionale ontwikkelingen en op de behoeften van de gebruikers. Een rechtstreekse treinverbinding naar Gent en Brussel en het inzetten van beter materieel en een frequentere en latere dienstverlening op de spoorlijn Brugge-Kortrijk zijn nodig. Ook het collectieve huis-aan-huis personenvervoer van bvb. De Link en andere alternatieve vormen van personenvervoer (Minder Mobielen Centrale, Responsible Young Drivers, …) kunnen een belangrijke aanvullende rol spelen bij het voorzien in openbaar vervoer, zeker voor het buitengebied, voor vroege en late uren en voor bijzondere doelgroepen. Het gebruik van de stadslijnen dient verder gestimuleerd te worden, bijvoorbeeld door gratis acties op markt- en zaterdagen of bij evenementen. Het nieuwe stationsplein, de heraanleg van belangrijke invalswegen met fietsinfrastructuur zoals de Westlaan-Noordlaan, en de sluiting van de kleine ring als een echte stadsboulevard (met de tunnel onder de spoorweg aan de Koning Leopold III-laan) zijn belangrijke ingrepen in de stad die een grote invloed hebben op de mobiliteit. • Een nieuw circulatieplan dat de evolutie naar een autoluwe binnenstad mogelijk maakt, is daarbij noodzakelijk. Het centrum is hierbij bedoeld voor bestemmingsverkeer. Er moet ook een pleinenplan worden opgemaakt, waardoor diverse functies kunnen worden toegewezen 23

aan het plein dat er het meest voor geschikt is. Er wordt een stappenplan opgemaakt dat moet leiden tot het autovrij maken van de Grote Markt waarbij dit flexibel en op bepaalde tijdstippen van het jaar en in overleg met lokale handelaars en horeca kan gebeuren. Bovendien moeten een aantal randvoorwaarden vervuld zijn, die betrekking hebben op de heraanleg en aankleding van de pleinen en de Markt in het bijzonder, het bieden van goede alternatieven voor het parkeren van wagens, het voorzien in een afdoend antwoord voor kortparkeren en mensen die minder mobiel zijn, de inpassing in het nieuwe circulatieplan enz. Op korte termijn wordt hiertoe een concreet plan uitgewerkt dat daarna zo spoedig mogelijk wordt gerealiseerd. De mogelijkheid wordt ook onderzocht om in de toekomst te werken met een shoppingbus die een snelle verbinding tussen het centrum en de stadsrand verzekert. • Bij de aanleg van de tweede fase Westlaan-Noordlaan wordt proactief overlegd met de bewoners, handelaars en alle betrokken actoren in het kader van de evaluatie van de afgewerkte eerste fase. De samenwerking met de handelaarsorganisaties via een bereikbaarheidsadviseur is daarbij opportuun. • In het centrum komt er een veralgemeende tonnagebeperking en samen met de handelaars wordt onderzocht hoe de distributie kan worden georganiseerd via een city-depot. Het stadsbestuur zal de samenwerking met het parkeerbedrijf kritisch bevragen. Dit geldt niet alleen voor het nakomen van de contractuele verplichtingen, maar ook en vooral de wijze waarop door de medewerkers van het parkeerbedrijf wordt opgetreden, de niet adequate werking van het parkeerverwijssysteem, de parkeertarieven die behalve het kortparkeren erop moeten gericht zijn het parkeren in de parkeerhavens krachtig te stimuleren, enz. Het voorkomen van verkeersongevallen blijft een bijzonder punt van zorg. Dit geldt niet in het minst voor de zwakke weggebruiker. Daarom moet er een grondige analyse gebeuren van de ongevallen met inbegrip van het formuleren van aanbevelingen waardoor het aantal ongevallen nog verder zou kunnen worden gereduceerd. 24

7. Een bruisend Roeselare Roeselare is een levendige, culturele stad. We moeten dit verder ontwikkelen zonder evenwel de voeling met het publiek te verliezen. Talent stimuleren • Eigen talent en talent van buiten de stad zoekt hier een podium. Een verregaande samenwerking tussen beide academies met op termijn het perspectief van één kunstenacademie moet de draag- en veerkracht én de wederzijdse kruisbestuiving van ons stedelijk onderwijs aanzwengelen. Bovendien moet de creativiteit van onze academies in een breder netwerk van creatieve werkplaatsen kunnen functioneren. Op die manier zullen in de stad zelf meer plekken van creatieve schepping en presentatie tot stand komen, wat de zichtbaarheid zal vergroten. Het SASK-gebouw wordt heropgefrist; voor het SAMWD wordt in de nodige ruimtes voorzien. • Niet alleen professionele cultuurmakers ontplooien zich in de stad, honderden amateurs uit eigen streek weten elk jaar opnieuw hun publiek te bekoren. Roeselare kan rekenen op een gevarieerd aanbod aan socio-culturele verenigingen en activiteiten, zoals amateurkunsten, muziekensembles, harmonieën, podiumgezelschappen en koren waarbinnen vrijwilligers zich engageren en elkaar ontmoeten. Deze verenigingen en vrijwilligers verdienen meer nog dan vandaag onze volle steun (zowel qua logistiek door bijvoorbeeld een basispakket in de vorm van een ‘feestcontainer’ als qua middelen), zeker daar waar zij systematisch werken aan verbreding, kwaliteit en onderling samenwerken en waar zij zich als partners tonen bij de versterking van onze wijken en zich engageren voor thema’s die onze samenleving beroeren zoals armoede en kwetsbare groepen, milieu, veiligheid, diversiteit. Er moet ook een bijzondere ondersteuning gaan naar innovatieve projecten en processen en naar een integrale aanpak, waarbij de eigen creativiteit en kleurigheid (cfr street art) wordt doorgetrokken in het straatbeeld. Het vernieuwde subsidiereglement en het daarin vervatte concept van de ‘culturele ambassadeurs’ wordt, met reguliere evaluatie ervan, voluit kansen gegeven. • De Spil heeft een zeer gevarieerd en aantrekkelijk aanbod. De voorbije jaren was zij trekker van allerlei initiatieven buiten het CC (De Groote Stooringe, Viva Venezia, Beveren Buust, enz). Deze aanpak moet verder worden toegepast tot op het niveau van de wijken en via vernieuwende programmatie op alternatieve locaties, zoals onder meer de uitbouw van de binnenplaats van de SAMWD. 25

Zij zet verder in op bovenlokale en grensoverschrijdende samenwerking, om via externe financiering zowel sociaal-artistieke initiatieven, cultuurcommunicatie, als professionele kunstenontwikkeling, conform het Kunstendecreet en het decreet Lokaal Cultuurbeleid, mee te stimuleren. Met alle betrokken actoren en de academies kan een kunstencentrum, inclusief workshops en opleidingen, hierbij vorm worden gegeven. Het ticketingsysteem wordt geïntegreerd in het vrijetijdsloket. • Het kunstenbeleidsplan geldt als leidraad voor een doordacht aankoopbeleid en inbreng in het publieke domein door kunstenaars die sterk met Roeselare verbonden zijn. Een locatie voor kwalitatieve tentoonstellingen en als podium voor (internationaal) erkende kunstenaars wordt gedefinieerd. • Het WieMu wordt prijsbewust uitgebouwd door in- en uitbreiding op de site en een nauwe samenwerking met de Wielerpiste Defraeye-Sercu en diverse initiatieven buiten de stad (Oudenaarde, Sportimonium, enz.) De dienst Toerisme wordt hierin geïntegreerd, met mogelijke antennes (bvb. station). Erfgoed • Het erfgoedbeleid voor bouwkundig erfgoed combineert rechtszekerheid en een quoteringsysteem voor waardevol erfgoed. Ons historisch roerend erfgoed, zoals taal, lokale tradities en gebruiken, met inbegrip van een herijking van het Rodenbachcentrum als erfgoedverzamelplaats in de nieuwe bib, worden verder lokaal en intergemeentelijk ondersteund. Een erfgoedhuis krijgt vorm. Een kerkenbeleidsplan wordt opgesteld. • De werking en digitalisering van het archief (zowel documentatie als film en foto) wordt geïntensifieerd en tevens intergemeentelijk afgestemd via de projectvereniging Bie. Een nieuw kennis-en leercentrum voor iedereen Met de nieuwe bibliotheek reikt onze ambitie veel verder dan het samenvoegen van de twee vestigingen in een nieuw gebouw in de stadskern. Niet voor niets sleepte de vzw Het Portaal voor het innovatieve en originele concept van het kennis-en leercentrum 7 miljoen euro aan Vlaamse subsidies in de wacht. • Samen met het onderwijs, vormingsorganisaties en het verenigingsleven wordt in het volle stadscentrum een laagdrempelig ontmoetingscentrum ontwikkeld. Daarbij gaat ook aandacht naar het digitaal opvragen van informatie en kennis, het omgaan met nieuwe media en de ontsluiting van waardevolle collecties. 26

• De vzw Het Portaal is in die zin ook een partner voor vernieuwende leer-en werkvormen voor het onderwijs, op elk niveau – van basis tot hoger onderwijs – en waar mogelijk ook netoverschrijdend. • De bib-nieuwe-stijl krijgt vanaf 2013 een zelfstandige werking via de vzw Het Portaal, met een eigen budget, medewerkers, bestuur en dagelijkse leiding. Deze formule is al 15 jaar succesvol voor het cultuurcentrum De Spil. De nieuwbouw op De Munt wordt midden volgend jaar in gebruik genomen. • Een eigentijdse dienstverlening in de deelgemeenten en wijken en in sommige instellingen wordt voorzien. 27

8. Een zuinig Roeselare • Wij willen als een goede huisvader de uitgaven van de stad in de hand houden eerder dan nieuwe lasten op onze burgers af te wenden. De aanslagvoeten voor de berekening van de aanvullende personenbelasting en van de opcentiemen op de onroerende voorheffing worden dan ook niet verhoogd. • Noodzakelijke investeringsprojecten zullen met de grootste budgettaire voorzichtigheid gebeuren en worden geplafonneerd. Om dit te bereiken wordt vanaf het begin van de legislatuur reeds een traject voor een begroting in evenwicht tot 2018 uitgestippeld. De invoering van de beheers- en beleidscyclus moet het kostenbewustzijn aanscherpen en waar nodig ons dwingen tot keuzes waardoor een gezond begrotingsevenwicht wordt verzekerd. De afgelopen jaren kon de hoge schuldenlast met één derde afgebouwd worden. Financiële meevallers zullen enkel worden ingezet voor verdere schuldafbouw en voor de pensioenopbouw voor de stadsmedewerkers. • De groei van de uitgaven moet worden gedrukt. Dit geldt niet alleen voor de stad zelf, maar ook voor de overdrachten aan het OCMW, de Spil, de politie, Het Portaal, Mirom en de kerkfabrieken. Specifiek voor de werkings- en personeelsuitgaven wordt de groei voor de stad en het OCMW in de meerjarenbegroting beperkt. On- of onderbenutte delen van het publiek patrimonium worden verkocht. De opbrengsten die daaruit voortvloeien, zullen duurzaam worden herinvesteerd of worden benut om de financiën van onze stad verder gezond te maken. • De voorbije jaren werd er zowat 26 mio euro vanuit andere overheden bovenop de reguliere subsidies aan onze stad toegewezen. Dit beleid van actieve fondsenwerving moet de komende jaren worden doorgezet. We vinden het belangrijk om medewerkers te responsabiliseren, onder meer door het invoeren van een enveloppefinanciering en budgethouderschap. 28

9. Een energiek Roeselare • Het energieloket wordt verder uitgebouwd. • We maken onze sociale woningen (Mandel, SVK, OCMW) energiezuinig. Daarnaast stimuleren we groepsaankopen voor duurzame energie en promoten we energiebesparende maatregelen voor private huurwoningen. Energiezuinig bouwen wordt aangemoedigd. • De engagementen die zijn aangegaan om Roeselare tot een energieneutrale stad te maken tegen 2030 moeten systematisch worden opgevolgd en stipt nagekomen. De reductie van het energieverbruik door particulieren, bedrijven en de overheid staat hierbij voorop. • Groene energie wordt gepromoot. 10. Een sportief Roeselare Op maat en dicht bij huis Sporten is goed voor het lichamelijke en geestelijke welzijn. Sport vergroot ook de verbondenheid tussen mensen. Daarom willen wij inzetten op kwaliteitsvolle, laagdrempelige sportinfrastructuur dicht bij huis en met een goede spreiding over de deelgemeenten. Kleinschalige voorzieningen in de onmiddellijke buurt moeten inwoners ertoe aansporen te sporten en recreatief te bewegen. Scholen en semi-publieke gebouwen moeten sterker worden aangespoord om hun sportinfrastructuur open te stellen voor personen en groepen van buiten uit. Een verregaande samenwerking tussen sportclubs wordt bevorderd zodat het gebruik van specifieke sportinfrastructuur wordt geoptimaliseerd. • In coproductie met een private partner wordt een nieuw zwembad – zowel sportief als recreatief – gepland op de site Schiervelde. De verdere uitbouw van deze site (inclusief De Zilten) moet op een samenhangende en omvattende wijze gebeuren. Hierbij is het de bedoeling dat, aanvullend op de bestaande en geplande infrastructuur, ook de ontwikkeling van een recreatiedomein met een ecologische zwemvijver, een ligweide en ruime speelmogelijkheden voor jonge en wat oudere kinderen wordt onderzocht en uitgewerkt. Ruimte voor gevechtssporten wordt hier eveneens voorzien. • Inspanningen worden geleverd om, in overleg met de gebruikers, de opwaardering en renovatie van bestaande sportinfrastructuur (Rodenbachstadion, Stedelijk Sportstadion, sportpark Rumbeke, enz.) te verbeteren. In Beveren wordt een derde veld gepland en het gebruik van de voetbalinfrastructuur geoptimaliseerd (mits behoud van het provinciale bufferbekken in functie van de waterveiligheid). • Loopcircuits en fitnesstoestellen in de wijken worden uitgebouwd. 29

Versterkt aanbod Als stad willen wij dat jong en oud hun gading en plaats vinden in het sportaanbod. Dat geldt zeker voor de gezinnen. We pleiten dan ook voor een basisaanbod dat aangepast en betaalbaar is voor iedereen, ook waar het gaat over het nieuwe zwembad. De stad wil hierbij de regisseur zijn, maar tegelijk de autonomie van de verenigingen respecteren. We bieden kansen aan de sportclubs om verder te groeien. We vragen bijzondere aandacht voor een kwalitatieve begeleiding enerzijds en voor jongeren, senioren en groepen die er minder toe komen te sporten anderzijds. Een laagdrempelig beweeg- en sportaanbod wordt opgezet voor bijzondere doelgroepen, onder meer door: - de krachten te bundelen met de welzijnsactoren, seniorenverenigingen, dienstencentra en rust- en verzorgingscentra om het bewegingsaanbod voor senioren te versterken - ‘Sport na School’ uit te breiden voor hogeschoolstudenten - het jeugdwerk aan te sporen om sport in hun werking te integreren - initiatieven te ondersteunen om niet-sporters aan het bewegen te brengen (buurtsport, start toinitiatieven, samenwerking met scholen om kinderen met obesitas aan het bewegen te krijgen,enz.) De stad blijft ook ambitieus op sportief vlak. Roeselare staat als wielerstad op de kaart, maar ook in diverse andere disciplines spelen onze sporters op het hoogste niveau. Wij willen hen volop blijven ondersteunen maar verwachten van hen ook maatschappelijke inzet. 30

11. Een Roeselare zonder armoede We maken in samenspraak met de lokale actoren werk van een ‘lokaal plan armoedebestrijding’, waarbij de doelstellingen en acties duidelijk omschreven worden, met een timing en een budget. In dit plan worden prioritair volgende thema’s aangepakt: Participatie van gezinnen in armoede aan het armoedebeleid We willen prioritair verder werken op het rapport “Participatie van kansengroepen aan het beleid” van de stad Roeselare (2009). Verschillende kansengroepen een stem geven in de verschillende clusters en in het armoedeoverleg van de stad kan hier een eerste stap zijn. We erkennen het belang en versterken de rol van opgeleide ervaringsdeskundigen in de armoedebestrijding en willen hen meenemen in het ontwikkelen, uitvoeren, en/of evaluatie van nieuwe beleidsvoorstellen. Terugdringen van overlevingsschulden bij gezinnen in armoede. Voedselhulp zou moeten teruggedrongen worden tot een vorm van crisishulp. Het kan eigenlijk niet dat gezinnen structureel te weinig inkomen hebben om in hun basisbehoeften te voorzien. We willen hiertegen optreden: we handhaven hierbij de toekenning van aanvullende steun door het OCMW en onderzoeken het verminderen van de administratieve lasten. Niemand mag het recht op basisvoorzieningen worden ontzegd. Daarom gaat het OCMW actiever bemiddelen in geval van (dreigende) afsluiting van water, gas of elektriciteit om de afsluiting te vermijden of ongedaan te maken. De woonkosten terugdringen is een blijvende prioriteit. De woonkosten bepalen immers in grote mate het netto te besteden budget dat overblijft. We leggen accenten op de verdere uitbouw van het SVK, het realiseren van nieuwe sociale huurwoningen, treden klantvriendelijker en ondersteunend op voor de zoekers naar een sociale huurwoning, en begeleiden mensen beter bij de (her)inschrijving op de wachtlijsten. Het ondersteunen van vrijwilligerswerk in de armoedebestrijding Zonder langdurig volgehouden vrijwilligerswerk wordt de bestrijding van de groeiende armoede een quasi onhaalbare opdracht. Bovendien ontstaan uit dit vrijwilligerswerk vaak nieuwe sociale netwerken voor gezinnen in armoede die erg geïsoleerd leven. Vrijwilligers versterken ook het democratisch draagvlak voor een lokaal armoedebeleid. We waarborgen een structurele ondersteuning van permanente vrijwilligerswerkingen in de armoedebestrijding, zodat die in hun basiswerking niet afhankelijk blijven van giften en sponsoring, gekoppeld aan een strikte opvolging om resultaten te boeken. Ondersteuning van sociaal-artistieke projecten Sociaal-artistieke projecten zijn een zeer effectieve werkvorm voor het verhogen van het zelfwaardegevoel van mensen in armoede. Ze helpen om een positief zelfbeeld te ontwikkelen en om op cultureel vlak aansluiting te vinden in plaats van uitgesloten te worden. 31

Werken aan kinderarmoede We maken een Kinderarmoedeplan met acties in elk beleidsdomein. We ondersteunen Jakedoe en andere initiatieven die zich richten naar kinderen en jongeren in armoede. Dit sluit aan bij de verankering van de participatie van kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties aan het jeugdwerk. Dit heeft slechts een kans op slagen in nauwe samenwerking met middenveldactoren zoals de mobiele jongerenwerker, jeugdraad, andere jeugdbewegingen, onderwijs, Bijzondere Jeugdzorg, enz. Invoeren van een armoedetoets Het invoeren van een armoedetoets voor alle nieuwe maatregelen in de gemeenteraad die gevolgen hebben voor gezinnen in armoede. Er kunnen verschillende vormen ontwikkeld worden: een administratieve toets binnen het stadsbestuur, een al dan niet uitgebreide toets met armoedeprojecten, inschakelen van een opgeleide ervaringsdeskundige. Versterken activeringsbeleid Werk is de belangrijkste opstap om uit armoede te geraken. We versterken het activeringsbeleid van het OCMW en proberen meer leefloners aan het werk te helpen. Daartoe voeren we het aantal werkervaringstrajecten en taalopleidingen op. 32

12. Een betrokken Roeselare Lokaal sociaal beleid • Het lokaal sociaal beleid is zeer sterk ontwikkeld in onze stad. Een bijzondere aandacht blijft nodig voor verschillende doelgroepen zoals kansarmen en personen met een handicap. Armoede, zowel materieel als geestelijk, is een groeiend maatschappelijk probleem. Het Sociaal Huis WelWel en het OCMW moeten alle middelen inzetten om mensen uit die (vaak verborgen) armoede te halen, samen met alle andere actoren zoals CAW, CLB’s, CGGZ’s en tientallen verenigingen. Het is hierbij de ambitie om het sociaal beleid van de stad meer toe te spitsen op de regierol, met inbegrip van de versteviging van de band met andere beleidsdomeinen. Het sociaal beleid wordt een rode draad doorheen alle plannen, beleidsnota’s en projecten. • Bijzondere aandacht wordt besteed aan kansarme kinderen in het jeugdwelzijnswerk. Ze moeten hierbij niet zozeer object, maar subject zijn van hun eigen traject. • Het OCMW en de sociale diensten moet mensen maximaal informeren en begeleiden om hun rechten op te nemen. • We zetten verder in op een geïntegreerd drugbeleid waar we de bevolking informeren en sensibiliseren. We ondersteunen het onderwijs bij de opvolging van hun drugbeleidsplannen op school en werken met hen preventieve acties uit. Daarbij willen we gezondheidswinst realiseren door het gebruik van tabak, alcohol en illegale drugs terug te dringen. Gezondheid • Gezondheid is het hoogste goed en een sociaal grondrecht van iedere persoon. Om accenten te leggen binnen het preventief gezondheidsbeleid baseren we ons op de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen die worden gehanteerd rond 6 thema's: tabak, alcohol en drugs, borstkankeropsporing, voeding en beweging, ongevallen in de privésfeer, infectieziekten en vaccinatie en zelfdoding en depressie. • We werken acties uit om het aantal zelfdodingen in onze stad te laten dalen gebaseerd op het Vlaams actieplan suicidepreventie. • Er zal ook een bijzondere aandacht gaan naar de geestelijke gezondheidszorg, waarbij Roeselare het voortouw neemt binnen de regio. Roeselare moet een warme stad zijn met een grote gevoeligheid en ontvankelijkheid voor mensen met psychische problemen, een psychische kwetsbaarheid of met dementie. Wij willen een inclusieve gemeenschap vormen en inspanningen doen voor een vermaatschappelijking van de zorg. Thuiszorg en ouderenzorg van topkwaliteit in Roeselare 33

We willen ouderen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving laten verblijven. We bevorderen daarom aangepast en levenslang wonen, spreiden ouderenwoningen over de wijken in de stad en stimuleren de bouw van assistentiewoningen. Als de zorg thuis voor de ouderen en mantelzorgers te zwaar wordt, is een opname in een woonzorgcentrum aangewezen. Het huidige aantal plaatsen wordt bij voorrang ingezet voor zwaar zorgbehoevende senioren. Door de uitbreiding van de private woonzorgcentra en de realisatie van de nieuwe accommodatie van De Waterdam wordt dit aanbod nog versterkt. De afwerking van De Waterdam creëert een 50-tal bijkomende plaatsen voor zwaar zorgbehoevende ouderen. Tweepersoonskamers voor niet-verwanten worden afgebouwd en de bijkomende erkende plaatsen in het kortverblijf wordt eveneens gerealiseerd. Er is nood aan de uitbreiding van dagverzorgingscentra, o.a. voor mensen met een beginnende dementie en jonge dementerenden. Voor zover de financiering het toelaat wordt ook het aanbod van het dagverzorgingscentrum in St. Henricus versterkt (o.m. voor personen met beginnende en matige dementie, die thuis verblijven) en uitgebreid. Dit moet samengaan met de uitbouw van woonzorgzones en –netwerken. Nieuwe initiatieven op het vlak van dagopvang en kortverblijf worden gestimuleerd. De verzelfstandiging van de ouderen-en kinderzorg, met inbegrip van de ondersteunende functies in een publiekrechterlijke vereniging zal meer responsabilisering van de afdelingen en departementen en soepel beheer mogelijk maken. Die hervorming wordt nu al voorbereid, zodat de nieuwe beheersvorm tegen 2014 ingang kan vinden. Onderzocht moet worden of ook de kinderopvangdiensten van de stad in het sociaal zorgbedrijf kan worden geïntegreerd. Tegelijk willen we nieuwe concepten gerealiseerd zien, waarin huisvesting van ouderen en zorgbehoevenden op een toekomstgerichte en duurzame manier gekoppeld wordt aan zorgverstrekking en levenskwaliteit. Hedendaagse technologieën en domotica zijn hiervan een evident onderdeel en moeten mantelzorgers ondersteunen in hun inzet. Topkwaliteit in het ziekenhuis Ons ziekenhuisaanbod is uitgebreid en reikt qua rekrutering verder dan de eigen regio. Zowel het Heilig-Hartziekenhuis Roeselare-Menen als het Stedelijk Ziekenhuis hebben sterke troeven en zijn complementair. Het HHRM en het SZR engageren zich het afgesloten fusieprotocol loyaal en stap voor stap uit te voeren. Dat houdt o.m. in dat het innovatief en patientgericht ziekenhuisconcept op twee Roeselaarse campussen wordt uitgebouwd. Waar mogelijk dienen dubbele investeringen en leegstand vermeden te worden en wordt maximaal ingespeeld op de complementaire troeven, die beide ziekenhuizen hebben. Het nieuwe fusieziekenhuis mikt in de eerste plaats op kwalitatieve en toegankelijke zorg, waar de publieke partner ook mede zal instaan voor de maatschappelijke verantwoording van de medische zorg in de regio. Aansluitend op het onderzoeksproject rond eerstelijnsgezondheidscentra van Howest wordt ook in Roeselare een gezondheidscentrum eerste lijn opgestart. Hierin kan ook de huisartsenpost een nieuw onderkomen vinden. Internationaal 34

Een stad staat niet op zichzelf. We maken deel uit van een geglobaliseerde samenleving. • Onze stedenband met Dogbo maakt de inwoners meer bewust van de Noord-Zuidproblematiek. Wij kunnen hen ondersteunen met initiatieven rond burgerlijke stand, landbouw en zorg. We zorgen voor de nodige (financiële) middelen om de stedenband te bestendigen. • Ook andere structurele én occasionele initiatieven verdienen onze steun en sympathie. De engagementen aangegaan bij de ondertekening van het charter van de Noord-Zuid-raad worden nageleefd. De stad blijft ook inzetten op een voldoende aanbod rond Noord-Zuid voor diverse doelgroepen, zoals jeugd, onderwijs en senioren. Het Noord-Zuidthema vraagt naast duurzame ontwikkeling ook naar een beleidsoverschrijdende aanpak. Fair Trade blijft zichtbaar binnen de stad en de stedelijke communicatie. • Ook de engagementen van de stad binnen de werking van de Eurometropool en de inspanningen in het kader van Europese fondsenwerving worden verdergezet. 35

13. Een groen en duurzaam Roeselare We willen blijven werken aan een natuur- en milieuvriendelijke stad. Hinderbestrijding In samenspraak en overleg met alle actoren (bewoners, bedrijven, milieuverenigingen, actiegroepen) in de stad moeten we ervoor zorgen dat hinder en overlast door geur, stof, lawaai en afval zoveel mogelijk worden beperkt. Dat moet gebeuren via een correct vergunningenbeleid, preventieve acties en een goede handhaving. Deze aanpak heeft duidelijk geloond bij het bestrijden van de geurhinder in Rumbeke, maar we moeten waakzaam blijven. Ook de strijd tegen het fijn stof moet worden doorgezet door mede op basis van een doorgedreven en continue monitoring van problematische zones te investeren in massieve groene buffers, het nethouden van de loskades, een strak beleid ten aanzien van het vele en het zwaar verkeer, het bevorderen van goede praktijken die op andere plaatsen hun nut hebben bewezen. Groene ruimte • Onze stad verdient meer groen. Groene (en blauwe) vingers brengen het buitengebied en de biodiversiteit tot in de stads-en dorpskern. Naast het aanleggen van de voorziene stadsrandbossen waar mensen recreatief tot rust kunnen komen, willen we ook meer groene plekjes op loopafstand in het centrum en in onze wijken. Een stimulerend beleid, o.a. middels een aangepast en versterkt subsidiereglement rond tegeltuinen, groengevels en groendaken of groenterrassen en openbare groene plekjes moeten de binnenstad aantrekkelijk maken voor jonge gezinnen, maar evenzeer aangenaam voor ouderen. Er wordt een site voor volkstuintjes ontwikkeld. Er wordt voor geopteerd de site Moerman groen in te vullen en zo de groene insteek van de Kleine Bassin via de site Moerman, het de Coninckplein en de Conincklijke Passage door te trekken. • We moeten komen tot een echt pleinenplan in onze centra. Hierbij moet een evenwicht worden gevonden tussen leefbaarheid, groen, evenementen, ontmoeten en parkeren. De Grote Markt en het Stationsplein worden ontwikkeld en bevestigd als ontmoetingsplein of evenementenplein, maar ook de andere pleinen – de Botermarkt en het Polenplein, de O.L.Vrouwemarkt, het pleintje in de Kokelarestraat, e.a. - moeten groen worden aangekleed en opgewaardeerd. • Bij de aanleg van nieuwe verkavelingen en woonwijken moet voldoende grote, groene open ruimte, die jong en oud kansen geeft voor rust en ontmoeting of voor spel en ontspanning, worden gecreëerd. Bestaande groenzones moeten bewaard blijven. Opportuniteiten voor het aankopen van privaat groen en initiatieven tot ontsluiting van privaat groen in de binnenstad moeten worden aangegrepen. 36

• We willen niet alleen meer groen, we willen ook duidelijk een goed en ecologisch onderhoud. Meer nog dan voorheen willen we blijven inzetten op groenonderhoud en bermbeheer. Een groot deel van de gemeentelijke open ruimte wordt bewerkt en beheerd door de land- en tuinbouwsector. Zij zijn onze eerste bondgenoten voor het onderhoud en het beheer van de groene en open ruimten. Een goede inpassing in het landschap van hun bedrijven kunnen we als stad stimuleren door acties voor hoeveverfraaiing op te zetten, door groenschermen te veralgemenen en door land- en tuinbouwers actief in te schakelen in het landschapsonderhoud. • Een gerichte communicatie wordt opgezet bij het in voege treden van het DIFTAR-systeem. Duurzame mobiliteit Duurzame mobiliteit blijft een kenmerk van deze stad. Naast het inzetten van elektrische en aardgasvoertuigen in het wagenpark van de stad, willen wij ook zoveel mogelijk faciliteren via elektrische laadpalen en aardgasstations. Autodelen, het aanbieden van huurfietsen en een vlotte doorstroming van het openbaar vervoer moeten duurzame mobiliteit nog aantrekkelijker maken. De stad moet als werkgever een voorbeeld zijn inzake promotie van en comfortabeler maken van woonwerk-fietsverkeer. Duurzame mobiliteit is een wezenlijk aspect bij de invulling en inrichting van bedrijventerreinen en woonuitbreidingsgebieden. Klimaatbeleid Er zal ook werk worden gemaakt van een stedelijk klimaatbeleid volgens de zgn. burgemeestersconvenant. De engagementen die hierin zijn aangegaan om Roeselare tot een energieneutrale stad te maken tegen 2030, moeten systematisch worden opgevolgd en stipt nagekomen. De reductie van het energieverbruik door particulieren, bedrijven en de overheid staat hierbij voorop. Ook de aandacht voor het ontwikkelen van biodiversiteit maakt hier deel van uit. Hiermee hangt ook de promotie van groene energie samen, waarbij er windmolenparken dienen te komen in de door het GRS hiertoe gedefinieerde gebieden. Hierbij worden omwonenden die hinder ervaren, gecompenseerd, bijvoorbeeld door gratis stroom of winstdeelname. Waterveiligheid Het bestuur wil ook de nodige aandacht blijven besteden aan de waterveiligheid door het aanleggen van de nodige buffers en andere ingrepen, door een goed onderhoud en optimalisatie van het rioleringsnet, enz. Conform de geldende bepalingen van o.m. het GRS wordt bij verkavelingen en andere belangrijke ruimtelijke ingrepen met veel zorg de watertoets toegepast. Verder zullen de beekvalleien in hun loop integraal worden behouden. 37

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
Home


You need flash player to view this online publication