11. MOBILITEIT De leefbaarheid van onze gemeente wordt mee beïnvloed door een goede bereikbaarheid van en naar het werk, dorpscentra, winkels, recreatieruimten , e.a. Dit vereist een duurzame en goede visie op mobiliteit die gebaseerd moet zijn op het STOP-principe (eerst Stappers, daarna de Trappers, Openbaar vervoer en Privaat vervoer). De gemeente kan maar een goed mobiliteitsplan uitvoeren nadat de hogere overheid beslissingen neemt en uitvoering geeft naar ontsluiting en bereikbaarheid van autostrades en andere grote wegen. Ons huidige mobiliteitsplan moet verder afgestemd worden op deze plannen van de hogere overheid. De verbindingen naar autosnelwegen zijn hierbij belangrijk om de huidige verkeersstromen door onze dorpen en verkavelingen te minderen. Vanuit CD&V Ranst vragen we aan de Vlaamse overheid om langsheen de E313 een parallelweg aan te leggen welke een verbinding maakt tussen het op- en afrittencomplex te Wommelgem en Massenhoven. Op deze parallelweg kunnen onze gemeentewegen aansluiten, waardoor veel doorgaand verkeer in de onze dorpskernen wordt vermeden en het tevens ontsluiting geeft aan de KMO-zones. Ook de doortrekking van de Ter Stratenweg richting Oelegemsesteenweg kan bijdragen tot een betere en veiligere doorstroming van het KMO-verkeer. Het huidige tracé -gewestweg N116- van de omleidingen rond Broechem en Ranst zoals getekend op het gewestplan moeten in afspraak met het Gewest worden geëvalueerd om tot een beslissing te komen over al of niet behoud ervan. Aangezien onze dorpscentra steeds meer verkeer aantrekken moeten er beslissingen genomen worden via inspraak met bewoners, buurt en politie om tot een veiligere mobiliteit te komen. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar kinderen en jongeren. Het gebruik dat zij maken van de openbare ruimte staat onder druk. Infrastructuur en bebouwing beperken de hoeveelheid publieke ruimte. Veel gebruikers zijn slechts aanwezig in de publieke ruimte met als voornaamste doel ‘onderweg’ te zijn. Maar kinderen en jongeren maken er vaak intensief gebruik van. Zij “verblijven” er en “hangen er rond”. De fietsverbindingen zullen verder aangelegd worden vanuit het bestaande bovengemeentelijk en gemeentelijk fietsroutenetwerk. Steeds meer worden onze landelijke wegen gebruikt als recreatie door fietsers. We willen het opnemen van trage wegen en verkeersveilige fietsverbindingen ondersteunen. De toegankelijkheid van het publieke domein wensen we te realiseren vanuit de richtlijnen van het DOD – principe: - Doorgangen voldoende breed, hoog en obstakelvrij, - het Oppervlak voldoende effen, vlak, slipvrij en rolstoelvast, - Drempels die in het voetgangersgebied vermeden worden. 14
15 Online Touch Home