0

VERKIEZINGSPROGRAMMA GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 14 OKTOBER 2012 Met vernieuwde kracht verder INLEIDING CD&V Tielt kiest voor een lokale samenleving die iedereen kansen geeft en tegelijk elk van ons voor zijn verantwoordelijkheid plaatst en vraagt zijn of haar steentje bij te dragen. Wij moedigen graag mensen aan die vooruit willen in het leven. Mensen die achterop dreigen te raken, willen we meetrekken en nieuwe vooruitzichten bieden. De Vlaamse slogan van CD&V {iedereen inbegrepen} is geen loze slogan. Ook CD&V Tielt is er voor iedereen. Wij streven ernaar dat iedere Tieltenaar zich volwaardig kan thuis voelen in onze stad. We willen ook samen met de mensen beleid voeren. De betrokkenheid en de participatie van de mensen op de vele beleidsdomeinen zullen wij maximaal blijven ondersteunen. Dit CD&V‐programma voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 is geen document dat door enkelen werd ontwikkeld. Het is een document dat van onderuit is opgebouwd. De vergaderingen met vele groeperingen en tal van gesprekken met geïnteresseerden hebben de basis gevormd voor dit verkiezingsprogramma. CD&V kon hiervoor andermaal rekenen op een zeer ruim middenveld met heel wat actieve mensen die bruisen van ideeën. Dit geeft ons nu reeds de garantie dat een ruime groep de voorgestelde 1

beleidsopties ook effectief ondersteunt. Het is aan onze kandidaten om deze beleidsopties de komende maanden en jaren verder te concretiseren en in de praktijk om te zetten. Niet alle wensen en verzuchtingen van de mensen kunnen worden opgenomen. Net zoals ons verkiezingsprogramma van zes jaar geleden kan dit verkiezingsprogramma ambitieus én realiseerbaar worden genoemd. Uiteraard werd vóór de opmaak van dit programma het vorige verkiezingsprogramma geëvalueerd, hetgeen tot een positief resultaat leidde. Het merendeel van de beleidsopties kon ondertussen worden gerealiseerd, andere beleidsopties zijn nog in voorbereiding of konden, buiten de wil van de CD&V‐mandatarissen, nog niet worden verwezenlijkt en dienen bijgevolg opnieuw te worden opgenomen in dit programma. CD&V Tielt staat voor een krachtig en duurzaam beleid. Onze kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen is een mix van ervaring en nieuw en jong talent. Allen hebben zij op zeer diverse terreinen – hoe jong ook – ervaringen opgedaan die zij ten dienste willen stellen van de inwoners van onze stad. Opmerkelijk is dat alle kandidaten actief lid zijn van verschillende verenigingen en organisaties en bijgevolg bijzonder goed weten wat er leeft in Tielt. En dat we onze ideeën, beloften en wensen van de mensen ook kunnen omzetten in realisaties hebben wij in de laatste 18 jaar alvast bewezen. De brochure “18 jaar Tielt in beweging” die we in de loop van de maand mei aan ieder Tielts gezin aan huis bezorgden, gaf een bloemlezing van de vele realisaties. De vernieuwing van het Tieltse centrum (Markt, omgeving Sint‐Pieterskerk, Rameplein, voetpaden Kortrijkstraat en Bruggestraat), de dorpskernvernieuwing van Schuiferskapelle, het nieuwe stadhuis, de nieuwe gebouwen van de Kringwinkel, de Buitenschoolse Kinderopvang Tanneke, de sport‐ en topturnhal De Ponte, het buurthuis in Dierdonk, een nieuw Sociaal Huis als centraal aanspreekpunt, de opwaardering van de Poelbergsite en voordien de ontmoetingscentra JOC in Aarsele en Club 77 in Schuiferskapelle en het Initiatief Buitenschoolse opvang in Aarsele en Kanegem vormen een 2

kleine opsomming van de talrijke dossiers die de afgelopen jaren werden afgerond. Nu is het echter tijd om samen met onze nieuwe krachten vooruit te kijken en te zien wat we de komende zes jaar voor de Tieltse bevolking kunnen betekenen. Het programma laat ook nog ruimte voor nieuwe ideeën en nieuwe noden die zich ongetwijfeld de komende zes jaar zullen voordoen. Voor CD&V is de belangrijkste leefomgeving het gezin en de buurt. De buurten en wijken verdienen maximale ondersteuning. CD&V is de mening toegedaan dat het bestuur naar de wijken en buurten dient toe te gaan om rechtstreeks van de bewoners te vernemen wat de concrete behoeften en noden zijn. De participatie van de bewoners komt hierdoor op de eerste plaats en wat meer is, het bestuur kan stelselmatig inspelen op de noden van de bewoners. CD&V zal ‘met vernieuwde kracht’ streven om van Tielt dé stad te maken waar het aangenaam wonen is in een aantrekkelijke leefomgeving, die rust en ontspanning biedt en die uitnodigt om de andere respectvol te ontmoeten. 3

BEHEERS‐ EN BELEIDSCYCLUS De invoering van de nieuwe beleids‐ en beheerscyclus1 (BBC) zal ongetwijfeld een van de meest ingrijpende veranderingen zijn waarmee de gemeenten in de komende legislatuur zullen worden geconfronteerd. Deze BBC is niet alleen erg ingrijpend omdat het tal van nieuwe regels bevat voor het meerjarenplan, het budget, de boekhouding en de jaarrekening van de lokale besturen maar vooral ingrijpend voor de wijze waarop gemeenten en OCMW’s hun beleid voorbereiden, budgetteren, uitvoeren, opvolgen en evalueren. Van bij het begin van de nieuwe legislatuur zal de beleidsploeg een globaal beleidsplan voor de volgende zes jaar opmaken waarin alle beleidssectoren worden behandeld. Goede beleids‐ en beheersinstrumenten veronderstellen in de eerste plaats goede beleidsrapporten, zowel in de planningsfase, in de uitvoeringsfase als in de evaluatiefase en de beleidscyclus. CD&V is alvast van plan om hieruit maximale mogelijkheden te putten, zoals bijv. de vermindering van de planlast en het maken van dwarsverbindingen tussen verschillende beleidsdomeinen om zo te komen tot een geïntegreerde aanpak. CD&V wenst immers een integraal en geïntegreerd beleid te voeren, waarbij integraal verwijst naar een beleid gericht op het geheel en geïntegreerd naar de verschillende gespecialiseerde invalshoeken die tot een synthese dienen te worden gebracht. Dit geldt trouwens niet alleen voor de autonome bevoegdheden van de gemeente maar ook voor bevoegdheden die tot een andere overheid behoren maar waarbij de gemeente een belangrijke regisseursrol mag en kan spelen. CD&V ZAL DE NIEUWE BELEIDS‐ EN BEHEERSINSTRUMENTEN MAXIMAAL AANWENDEN TOT VERBETERING VAN DE EFFICIËNTIE, DE EFFECTIVITEIT EN DE ZUINIGHEID BINNEN HET LOKAAL BESTUUR. 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids‐ en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn 4

FINANCIËN De laatste jaren nemen de vragen van de mensen naar de dienstverlening van de stad steeds maar toe. Ook de hogere overheden hebben tal van bevoegdheden afgewend naar het lokale niveau. Mensen willen op heel diverse terreinen bijgestaan worden door gekwalificeerde medewerkers. Ook de noden en de vragen van de Tieltse inwoners zijn toegenomen op vele domeinen, vooral ook op het vlak van ontspanning en vrijetijdsbesteding. Het is in dit kader dat de stad de voorbije jaren sterk heeft geïnvesteerd in diverse beleidsdomeinen zoals stads‐ en dorpskernvernieuwing, stadhuis, sportinfrastructuur, kinderopvang, sociale voorzieningen, … Niet alleen op het infrastructurele vlak, maar ook door de aanwerving van gekwalificeerde medewerkers. Deze investeringen waren niet alleen noodzakelijk om de dienstverlening meer kwalitatief te maken en in te spelen op de noden en behoeften van onze inwoners, maar ook om onze centrumfunctie binnen de regio te handhaven. Deze investeringen in mensen en in gebouwen hebben dan weer als logisch gevolg dat de schuld per inwoner toegenomen is. De inwoners van Tielt plukken van deze investeringen de vruchten zonder dat – in tegenstelling tot heel wat andere gemeenten – de stad de aanvullende gemeentebelastingen en opcentiemen op de onroerende voorheffing heeft moeten verhogen. Met een aanvullende personenbelasting van 7 % en 1.250 opcentiemen op de onroerende voorheffing blijft onze gemeentelijke fiscale druk onder het Vlaams gemiddelde. Tielt werd ook geconfronteerd met een vermindering van de inkomsten, die grotendeels het gevolg zijn van de financiële en economische crisis, zoals de vermindering van dividenden en ristorno’s en vooral de daling van de intresten op spaargelden. De stad heeft nog steeds belangrijke spaargelden (13.750.000 euro). Door de actueel zeer lage rente zijn de inkomsten hierop sterk gedaald. 5

Andere partijen die trachten de financiële situatie van Tielt af te schilderen als compleet rampzalig, doen aan stemmingmakerij en geven weinig blijk van verantwoordelijkheidszin. CD&V staat klaar om de komende 6 jaar opnieuw haar verantwoordelijkheid op te nemen en een adequaat en efficiënt financieel beleid te voeren. Dat de investeringsgraad moet worden teruggeschroefd, was reeds vroeger voorzien. Dat er op diverse domeinen zal moeten worden bespaard, is eveneens een feit. Saneringsoperaties moeten tot doel hebben de financiële toestand van de stad gezond te houden zodat de dienstverlening naar de mensen kan worden gewaarborgd. Hierbij is een afstemming van de dienstverlening op zwakkere groepen prioritair. Doordat een aantal leningen van vroegere grote investeringen (o.a. WZC Deken Darras, …) in de komende legislatuur zullen zijn afgelost, is er opnieuw ruimte voor nieuwe investeringen. Deze nieuwe investeringen zullen echter in de tijd moeten worden gespreid en steeds worden getoetst aan de “maatschappelijke noodzaak”. De investeringen die de voorbije 18 jaar werden gerealiseerd, hebben het patrimonium van de stad niet alleen sterk vergroot maar ook verbeterd. Door deze investeringen beschikt de stad momenteel over een actueel en aangepast patrimonium dat in de eerste jaren geen grondige renovatie of aanpassing meer vergt. Een aantal verworven goederen die niet (meer) tot nut zijn van de stad kunnen te gelde worden gemaakt. Met een spreiding van de investeringen, het te gelde maken van enkele onroerende goederen en het maximaal verwerven van subsidies van de hogere overheden wenst CD&V de fiscale situatie gezond te houden. CD&V WENST EEN FINANCIEEL BELEID TE VOEREN DAT VOORZIET IN NOODZAKELIJKE INVESTERINGEN, WAARBIJ DE DIENSTVERLENING WORDT GEWAARBORGD EN WAARBIJ ALLE UITGAVEN WORDEN GETOETST OP HUN EFFICIËNTIE. DE INVESTERINGEN ZULLEN WORDEN GESPREID IN DE TIJD. ONROERENDE GOEDEREN VAN DE STAD DIE NIET MEER TOT NUT ZIJN VAN DE STAD KUNNEN WORDEN VERKOCHT OM OP DIE MANIER GEPLANDE INVESTERINGEN MOGELIJK TE MAKEN. 6

TIELT ALS PARTNER VAN ANDERE OVERHEDEN Uit vele contacten met inwoners van Tielt blijkt dat mensen de stad verantwoordelijk stellen voor allerlei zaken die op het Tieltse grondgebied niet onmiddellijk opgelost raken. Het is voor de mensen niet eenvoudig om rekening te houden met de soms zeer complexe bevoegdheidsverdeling tussen de overheden. CD&V begrijpt nochtans goed de bekommernissen van de mensen. Het is logisch dat de inwoners zich richten tot het meest aanspreekbare bestuur, nl. het lokaal bestuur. De realiteit is vaak veel complexer en vele zaken worden beslist door andere overheden, waarop de lokale beleidsploeg slechts beperkte inspraakmogelijkheden heeft. De stad dient dan ook als eerste aanspreekpunt te fungeren waar de burger terecht kan voor zijn klachten over de dienstverlening van andere intermediaire structuren (intergemeentelijkse samenwerkingen,… ). Het is helemaal niet evident om als stadsbestuur druk uit te oefenen op deze hogere overheden. Een lokaal bestuur moet dikwijls ondergaan wat hogere overheden beslissen, met het gevaar beleidsmatig te stagneren. Zo is dit bijv. het geval voor woonuitbreidingsgebieden maar ook voor de zuidwestelijke ontsluiting (zie verder). CD&V wenst bijkomende verantwoordelijkheden voor de lokale besturen en meer inspraak op de zaken die door de hogere overheden op zijn grondgebied gebeuren. Er zijn bekwame en ervaren mandatarissen nodig die beschikken over zeer goede dossierkennis om efficiënt met de hogere overheden te onderhandelen. De inzet is immens groot voor de toekomst van Tielt. De ervaring die de CD&V‐mandatarissen in dit lobbywerk ondertussen hebben opgebouwd, biedt een enorm voordeel voor de toekomst van Tielt. Vandaar dat CD&V in haar lijstsamenstelling gekozen heeft voor een mix van ervaren en bekwame mensen die verder een determinerende rol kunnen spelen in de uitbouw van onze stad samen met nieuwe en jonge kandidaten. 7

MOBILITEIT Mobiliteit is een zeer populair thema. Elke inwoner is er dan ook bij betrokken. Een goede mobiliteit balanceert voortdurend tussen de vraag voor een vlotte verkeersafwikkeling naar woon‐ en werkzones, winkels en bedrijventerreinen enerzijds en de vraag voor veilige woonbuurten en schoolomgevingen anderzijds. Een goede verkeersorganisatie verzoent een goede ontsluiting van de stad met veilig verkeer in de verschillende centra. Een belangrijke evenwichtsoefening. De ontsluiting van Tielt Het gegeven dat de snelwegen niet in de directe omgeving van Tielt werden aangelegd en er eerst nog + 15 km op secundaire wegen moet worden afgelegd om de snelwegen te bereiken, heeft Tielt in haar groei vertraagd. Mensen die frequent de snelwegen gebruiken, zullen het met CD&V eens zijn dat het mobiliteitsprobleem de laatste jaren is toegenomen. Het toenemend verkeer, samen met het vracht‐ en traag verkeer, verhogen de ochtend‐ en avondfiles op de verbindingswegen naar de snelwegen. Tielt moet prioritair inzetten op een betere ontsluiting van haar grondgebied. De ontsluitingswegen van Tielt zijn gewestwegen die beheerd worden door de Vlaamse overheid. Daarvoor is een goede samenwerking met het Vlaams Gewest en het Agentschap Wegen en Verkeer noodzakelijk zodat beide visies kunnen verzoend worden. Na de voltooiing van de zuidoostelijke tangent in 2009 is de realisatie van de zuidwestelijke ontsluiting de absolute prioriteit. De zuidwestelijke tangent verbindt de Pittemsesteenweg met de Meulebeeksesteenweg en vormt het laatste deel van de zuidelijke omleidingsweg. Dankzij het intensief lobbywerk van de Tieltse CD&V‐mandatarissen boekt de stad Tielt ook in dit zeer belangrijk dossier vooruitgang. Het is bijzonder verheugend dat Vlaams minister Hilde Crevits de opdracht gaf om de procedure voor de aanleg van de zuidwestelijke tangent formeel op te starten met de opmaak van de startnota en het project op te nemen op het investeringsprogramma 2012‐2014 van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Nooit eerder werd deze tangent op een officieel 8

investeringsprogramma opgenomen. In 2014 gaat het om 350 000 euro voor de aankoop van de gronden. Later wordt er nog eens 3,5 miljoen euro voorzien voor de eigenlijke aanleg. Het is zeer belangrijk dat de talrijke procedures en onderzoeken die nog dienen doorlopen te worden, goed opgevolgd worden zodat kan overgegaan worden tot de aanbesteding ervan. CD&V vindt het ook belangrijk dat Tielt en buurgemeente Pittem, op wiens grondgebied een groot stuk van deze Ring is ingepland, mee betrokken wordt in de verdere stappen in dit project. Het is alvast een goede stap dat beide gemeenten reeds participeren in een gezamenlijke Gemeentelijke Begeleidingscommissie. Voor de uiteindelijke realisatie van dit project is de verdere opvolging door de Tieltse CD&V‐mandatarissen van zeer groot belang. CD&V Tielt pleit ook voor de opwaardering van de weg Tielt – Ruiselede – Aalter naar de categorie Primaire Weg I met aparte rijstroken of ventwegen voor traag verkeer. Zo kan het verkeer vanuit Tielt vlotter naar de E40 afgeleid worden. Na de realisatie van de zuidwestelijke tangent dient ook de Noorderring aangepakt worden. De impact van de streefbeeldstudie uit 2008 die het traject tussen Ardooie en Tielt beschrijft, dient verder bestudeerd te worden zodat een vlotte verkeersdoorstroming gegarandeerd kan blijven. Een voldoende aantal rijstroken is daarbij noodzakelijk. Ondertussen dient de overlast veroorzaakt door het geluid en de slijtage van het wegdek van de Noorderring aangepakt te worden. Na de afronding van het regionaal bovenlokaal vrachtroutenetwerk door de Vlaamse overheid in 2013, pleit CD&V voor de opmaak van een lokaal vrachtroutenet om het zwaar verkeer uit Tielt te loodsen. Zowel voor het gewoon werkverkeer als voor onze ondernemingen is een goede aansluiting met de autosnelwegen zeer belangrijk. CD&V IJVERT VOOR EEN BETERE ONTSLUITING VAN HAAR GRONDGEBIED. PRIORITAIR IS DE VOLTOOIING VAN DE ZUIDWESTELIJKE ONTSLUITING TUSSEN DE PITTEMSESTEENWEG EN DE MEULEBEEKSESTEENWEG EN AANSLUITEND DE OPWAARDERING VAN DE WEG TIELT – RUISELEDE – AALTER MET APARTE RIJSTROKEN VOOR TRAAG VERKEER. ONDERTUSSEN DIENT 9

OOK DE OVERLAST VEROORZAAKT DOOR HET GELUID EN DE SLIJTAGE VAN HET WEGDEK VAN DE NOORDERRING AANGEPAKT TE WORDEN. Mobiliteit en leefbaar verkeer Tielt wordt nog geconfronteerd met zwaar doorgaand verkeer in het centrum. Het zwaar doorgaand verkeer moet uit het centrum van onze stad worden geweerd. De realisatie van de zuidoostelijke tangent van de Zuiderring die in 2009 werd gerealiseerd was hierbij een eerste stap. Alles dient in het werk gesteld te worden om zo snel mogelijk de zuidwestelijke tangent, het laatste stukje van de ring rond Tielt, gerealiseerd te krijgen. De bouw van de zuidwestelijke tangent is dus zowel voor de ontsluiting van Tielt als voor de verkeersveiligheid in het centrum van de stad heel belangrijk. Met de zuidwestelijke tangent kan het lokaal bedrijventerrein Huffesele en enkele honderden wooneenheden beter ontsloten worden, kan het zwaar verkeer uit het centrum geweerd worden en kan het mobiliteitsplan verder uitgevoerd worden. Het Vlaams Gewest stelt als bijkomende voorwaarde voor de aanleg van de zuidwestelijke tangent, dat de gewestwegen van de huidige doortocht door Tielt (Deken Darraslaan, Sint‐Michiel‐ en Stationsstraat, …) door de stad worden overgenomen. Zo kan Tielt werk maken van de herinrichting van de centrumstraten zodat de verkeersleefbaarheid en –veiligheid en de bereikbaarheid in het centrum en de schoolomgevingen verbeterd wordt. In afwachting hiervan dienen tijdelijke maatregelen genomen te worden om het niet‐bestemmingsvrachtverkeer uit het centrum te houden. CD&V vindt het heel belangrijk om het fietsverkeer te stimuleren en om de “zwakke” of “zachte” weggebruikers te beschermen. Hiertoe namen de CD&Vmandatarissen reeds maatregelen zoals de invoering van het beperkt eenrichtingsverkeer (fietsers in beide richtingen door eenrichtingsverkeer) en een zone 30 in het centrum en in de schoolomgevingen. De invoering van de zone 30 dient na drie jaar grondig te worden geëvalueerd. CD&V pleit voor goede en veilig uitgeruste fietspaden. Er dient op dat vlak prioriteit te worden gegeven aan de realisatie van vrijliggende fietspaden langs de Deinsesteenweg en veilige fietsverbindingen met de deelgemeenten. Ook 10

het fietspad op de oude spoorwegbedding naar Meulebeke dient te worden gerealiseerd. In de centra dient stelselmatig werk te worden gemaakt van betere voetpaden met voldoende brede en vlotte doorgang voor rolstoelgebruikers en kinderwagens. Steeds wordt de nodige vrije ruimte (afhankelijk van de totale breedte van het voetpad) in acht genomen. Hinderende reclamepanelen en andere obstakels dienen te worden verwijderd. Bij de heraanleg van wegen en voetpaden zal heel specifieke aandacht worden besteed aan de zwakke weggebruiker (voetganger, fietser, rolstoelgebruiker, kinderwagen, …). Er moet worden gestreefd om een zo veilig mogelijk netwerk van trage wegen voor verplaatsingen te voet of per fiets te realiseren. Trage wegen zijn paden of wegen die bestemd zijn voor niet‐gemotoriseerd verkeer. De trage wegen in Tielt worden verder geïnventariseerd en zo mogelijk opgewaardeerd. Samen vormen al die veldwegen, kerkwegels, jaagpaden, vroegere treinbeddingen, holle wegen en doorsteekjes een dicht netwerk waar zachte weggebruikers graag fietsen en wandelen. Wat het openbaar vervoer betreft, dienen de verbindingen met de deelgemeenten (vooral met Schuiferskapelle) verbeterd te worden. Tevens wordt onderzocht of er verbindingen kunnen worden georganiseerd met de industriezones. De stad maakt verder werk van bushaltes op alle gemeentelijke wegen die voor iedereen toegankelijk zijn. Vanuit het Tieltse station kan er dagelijks elk uur een trein genomen worden richting o.a. Gent, Brussel en Lichtervelde‐De Panne. Het treinaanbod in het station van Tielt dient uitgebreid te worden bij de realisatie van de rechtstreekse spoorlijn tussen de stations van Roeselare en Gent‐Sint‐Pieters. Er moet een duurzaam parkeerbeleid worden gevoerd. De beschikbare parkings op de Collegesite, Patersparking, Gen. Maczekplein en Rameplein moeten maximaal worden benut. De bestaande parkings worden beter aangeduid. De reeds ontworpen parkeerroute moet dringend gerealiseerd worden met de nodige bewegwijzering en naar de regio gecommuniceerd. In de winkelstraten wordt 11

het kortparkeren verder gestimuleerd en worden er voldoende laad‐ en loszones voorzien. In overleg met de scholen wordt het parkeerprobleem rond de schoolgebouwen opgelost. De stad investeert verder in fietsstallingen zowel in het centrum als bij het station. Steeds meer wordt vastgesteld dat, niettegenstaande de inspanningen die de stad doet, heel wat weggebruikers zich niet houden aan snelheidsbeperkingen. Vandaar dat de noodzaak sterk groeit om ook sanctionerend op te treden en meer snelheidscontroles te laten uitvoeren. Bijzondere aandacht moet ook te gaan naar mensen die zich moeilijk kunnen verplaatsen met het openbaar vervoer of die zich niet (meer) zelf met de wagen kunnen verplaatsen. De Minder Mobielen Centrale geeft hierop een passend antwoord. Doordat het OCMW de helft van de kosten voor de gebruikers rechtstreeks ten laste neemt, is deze dienstverlening voor de gebruiker ook betaalbaar. Deze ondersteuning vanuit het OCMW moet onverminderd worden voortgezet en het zoeken van bijkomende chauffeurs wordt verder aangemoedigd. Voor de realisatie van een goed mobiliteitsbeleid in Tielt dient enerzijds de ontsluiting van onze stad verbeterd te worden. De ervaring bij het intensief lobbywerk bij de hogere overheden van onze CD&V‐mandatarissen is hierbij een enorm pluspunt. Anderzijds zullen ook mobiliteitskeuzes in het centrum van Tielt en zijn deelgemeenten moeten genomen worden. De juiste afweging tussen een vlotte doorstroming en een veilige en leefbare verkeerssituatie is daarbij van groot belang. CD&V vindt het belangrijk dat voor de te kiezen mobiliteitsoplossingen een voldoende draagvlak bestaat. Daarom dient de bestaande verkeerscommissie als adviesorgaan uitgebreid te worden met experten, vertegenwoordigers van de scholen en verenigingen en andere geïnteresseerden om de betrokkenheid en het draagvlak over mobiliteitsvraagstukken te vergroten. 12

CD&V ZAL ERVOOR IJVEREN DAT DE STAD TIELT DE ZACHTE WEGGEBRUIKERS ONDERSTEUNT EN INVESTEERT IN GOEDE EN VEILIGE FIETS‐ EN VOETPADEN. WE WERKEN VERDER AAN BETERE VOETPADEN MET VOLDOENDE BREDE EN VLOTTE DOORGANG VOOR ROLSTOELGEBRUIKERS EN KINDERWAGENS. DE REALISATIE VAN VRIJLIGGENDE FIETSPADEN LANGS DE DEINSESTEENWEG EN VEILIGE FIETSVERBINDINGEN MET DE ANDERE DEELGEMEENTEN ZIJN EEN PRIORITEIT. DE STAD MOET HET ZWAAR EN DOORGAAND VERKEER VOLLEDIG UIT HET CENTRUM WEREN. DE REALISATIE VAN DE ZUIDWESTELIJKE TANGENT IS HIERBIJ DE TOPPRIORITEIT. VERDER MOET DE STAD ZORGEN VOOR EEN VLOTTE BEREIKBAARHEID VAN ALLE VOORZIENINGEN EN DIENSTEN. ZO KAN IEDEREEN ZICH OP EEN VLOTTE, VEILIGE EN BETAALBARE MANIER VERPLAATSEN EN KUNNEN ALLE KINDEREN VEILIG VAN EN NAAR SCHOOL. CD&V IJVERT VOOR BETER OPENBAAR VERVOER MET DE DEELGEMEENTEN EN EEN DUURZAAM PARKEERBELEID WAARBIJ DE GROTE PARKINGS WORDEN AANGEDUID DOOR EEN BEWEGWIJZERDE PARKEERROUTE. EEN UITGEBREIDE VERKEERSCOMMISSIE VERGROOT HET DRAAGVLAK VOOR DE TE KIEZEN MOBILITEITSOPLOSSINGEN. ONDERHOUD, RENOVATIE EN UITBOUW VAN HET EIGEN PATRIMONIUM Het stadsbestuur investeerde de afgelopen jaren in de aanschaf of bouw van heel wat gebouwen en verkreeg zo een rijk patrimonium. We onderhouden en beheren het bestaande patrimonium verder als een goede huisvader. Op diverse vlakken zijn evenwel grondige renovaties of onderhoudswerken noodzakelijk. Daarbij dient te worden voldaan aan de wettelijke verplichtingen en richtlijnen en trachten we maximaal subsidies bij de verschillende overheden binnen te halen. Ook via een aantal nieuwe projecten kan de dienstverlening naar de bevolking en de ondersteuning van het verenigingsleven verder worden verbeterd. Te plannen realisaties Indien de maximale subsidiëring wordt verworven, is de heraanleg van de Neringenstraat (in 2011 in de gemeenteraad goedgekeurd) klaar voor uitvoering. Verder wordt de Kistestraat volledig vernieuwd en wordt een parking bij het ziekenhuis aangelegd. De Ieperstraat wordt in combinatie met de vernieuwing van de Collegesite heraangelegd. Ook de Bedevaartstraat, 13

Dertig Zilverlingenstraat en Kastanjelaan zijn enkele voorbeelden van straten die CD&V dringend wenst aan te pakken. Na de aanleg van de zuidwestelijke tangent worden de centrumstraten heringericht om de verkeersleefbaarheid en –veiligheid te verbeteren. De 1ste fase van de heraanleg van Aarsele dorp is quasi voltooid. Er dient verder gewerkt om fase 2 en 3 te realiseren. In samenwerking met de Aarseelse bewoners en hun vertegenwoordigers zal Aarsele worden uitgewerkt tot een aantrekkelijk en leefbaar dorp. De 2de fase in Aarsele (Waaiberglaan‐Vinkstraat) met gescheiden riolering en de volledige vernieuwing van de Vinktstraat wordt uitgevoerd door Aquafin/VMM en stad Tielt. Het gescheiden rioleringsstelsel wordt verder uitgebreid (’t Gelove, Hellebosstraat‐Egemsesteenweg) en het zoneringsplan wordt uitgevoerd na de opmaak en goedkeuring van het gemeentelijk gebiedsdekkend uitvoeringsplan i.s.m. met de Vlaamse Milieumaatschappij. De 3de fase met de vernieuwing van het dorpsplein zal worden uitgevoerd na de realisatie van de 2de fase. De subsidiëring van de noodzakelijke rioleringswerken van het dorpsplein werd trouwens reeds toegezegd. De “bovenbouw” van het dorpsplein dient in samenwerking met de Aarseelse bevolking te worden uitgetekend. De stationsomgeving dient heringericht te worden in samenwerking met Infrabel, het Agentschap Wegen en Verkeer, de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn en de stad. Een ondergrondse kruising van de spooroverweg dient verder bestudeerd te worden. De verfraaiing van het Stationsplein dient gecombineerd te worden met voldoende parkeerplaatsen als opstapplaats naar het openbaar vervoer. De coördinator die vanaf dit najaar door de stad via de Interlokale Vereniging Associatie Midwest voor de ontwikkeling van de stationsomgevingen werd aangesteld zal hierbij intensieve ondersteuning bieden. Wat de nutsvoorzieningen betreft, worden de laatste stukjes van de openbare verlichting en het laagspanningsnet ondergronds gebracht. Het drinkwaternet en gasnet dient in woongebied verder afgewerkt te worden. 14

In Kanegem wordt een nieuwe of vernieuwde polyvalente zaal met jeugdlokalen en mogelijkheden tot kinderopvang ontwikkeld in samenspraak met de dorpsbewoners. CD&V wil werk maken van een vergroening van de begraafplaatsen en wil daarom starten met de herinrichting van de kinderbegraafplaats op de begraafplaats van Tielt. In een verdere fase moeten dan de diverse begraafplaatsen aan de beurt komen. Het is wenselijk dat de begraafplaatsen verder worden geïnventariseerd zodat in samenspraak met betrokkenen en actoren een degelijk beleid kan worden uitgestippeld. CD&V WENST HET BESTAANDE PATRIMONIUM VAN TIELT VERDER TE ONDERHOUDEN EN BEHEREN ALS EEN GOEDE HUISVADER. WAAR NODIG WORDEN GRONDIGE RENOVATIEWERKEN OF ONDERHOUDSWERKEN GEPLAND. DE NERINGENSTRAAT, KISTESTRAAT, BEDEVAARTSTRAAT, IEPERSTRAAT, DERTIG ZILVERLINGENSTRAAT EN KASTANJELAAN WORDEN PRIORITAIR AANGEPAKT. DE STATIONSOMGEVING DIENT HERINGERICHT TE WORDEN. IN SAMENWERKING MET DE AARSEELSE BEWONERS ZAL AARSELE VERDER WORDEN UITGEWERKT TOT EEN AANTREKKELIJK EN LEEFBAAR DORP. IN KANEGEM KOMT EEN NIEUWE OF VERNIEUWDE POLYVALENTE ZAAL IN SAMENSPRAAK MET DE DORPSBEWONERS. CD&V MAAKT WERK VAN DE VERGROENING VAN DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE INRICHTING VAN EEN KINDERBEGRAAFPLAATS. 15

DE COLLEGESITE: DE UITDAGING VOOR DE KOMENDE ZES JAAR De Collegesite vormt één van de belangrijkste dossiers in de volgende legislatuur. Eind maart werd door de stad Tielt bij de Vlaamse overheid de aanvraag voor een projectsubsidie in het kader van de oproep naar stadsvernieuwingsprojecten ingediend. CD&V schaart zich volledig achter het ingediende dossier “stadsvernieuwingsproject”. Hiervoor werden reeds verschillende denkoefeningen gedaan en pistes bewandeld. Het project dat nu werd ingediend is een voldragen project. Dit blijkt ook uit de grote interesse die reeds verschillende partners uit de privésector lieten blijken om aan dit project mee te werken. Private partners worden gezocht voor de realisatie van de commerciële ruimten en de woongelegenheden in samenhang met het publiek domein en de overdekte publieke parking. Dit is ook noodzakelijk want alleen via een publiek‐private samenwerking heeft dit project kans op slagen en kan het totale project, dat begroot wordt op 75 miljoen euro, gefinancierd worden. De Collegesite bestaat momenteel uit 2 scholen, bezoekerscentrum Mulle de Terschueren, 2 centrumparkings, Beukenhove, het Minderbroedersklooster en het stadspark. De afgelopen jaren werd op de Collegesite een grote voorlopige parking aangelegd. Tevens werden de verschillende eigendomsstructuren ontrafeld en werden percelen geruild om bepaalde functies in het gebied beter op elkaar te laten aansluiten. In de tussenperiode deden zich strategische eigendomswijzigingen voor die de realisatie van het bijgestuurde masterplan vergemakkelijkten. Het westelijk deel van de lagere school van Regina Pacis werd aangekocht door de Tieltse Bouwmaatschappij. Het dienstencentrum Beukenhove, door het OCMW geruild met het Vijverhof in de Kortrijkstraat, werd eigendom van de vzw Katholiek Basisonderwijs en wordt ingezet in functie van de Vrije Basisschool ’t Nieuwland die de kleuter‐ en lagere school van Regina Pacis herlocaliseert naar de lagere school in de Ontvangerstraat. Samen met de te behouden school Handelsinstituut Regina Pacis (middelbare graad) blijft er een belangrijke scholenfunctie. 16

Het OCMW‐dienstencentrum Beukenhove en de hulp‐ en dienstverlening (bijv. Mindermobielencentrale) verhuist naar de site Vijverhof. Samen met de nieuwe seniorenflats in het Oud College ontstaat zo een verzorgingspool. De private seniorenflats kunnen zo van dezelfde zorgfaciliteiten door het OCMW gebruik maken. Vooreerst wordt het park uitgebreid met de Minderbroedersparking en komt de groenzone tot tegen het bestaande Minderbroederklooster, zodat ook de oude kloostertuin toegankelijk wordt gemaakt. Het centrale uitgebreide park met een netwerk voor fietsers en voetgangers vormt het groene hart van het project en van de stadskern. Door de verbinding met een centrale as tussen Ieperstraat en Kortrijkstraat ontstaat een aaneensluitend winkel‐wandelgebied in het stadscentrum. Door bijkomende winkelruimte en horeca te voorzien op en langs deze as ontstaat een recreatief circuit in een aangenaam groen kader. Het toeristisch‐recreatief netwerk kan door dit project ongetwijfeld verdere stimuli krijgen. Op de site wordt ruimte voorzien voor winkelen, kantoren, diensten en horeca. Binnen het project worden mogelijkheden geboden voor iets grotere handelsruimten die complementair zijn aan het bestaande winkelapparaat zodat een aantal trekkers de attractiviteit van het gehele winkelgebied gevoelig verhogen. Een duidelijk winkelcircuit betekent een versterking voor de handel en horeca. Door middel van het afdwingen van een prijsvork voor de huurprijzen (die de stad kan afdwingen bij de verkoopakte van de gronden in hun eigendom) wordt het wegzuigeffect in de bestaande winkelstraat tegengegaan. 17

De grote bezettingsgraad van de huidige parking duidt op de noodzaak aan een grote parking dichtbij de winkelstraat en het centrum waar langparkeren is toegelaten. Onder het uitgebreide park wordt een grote centrumparking voorzien. Door gebruik te maken van het aanzienlijke niveauverschil tussen de Ieperstraat en de Kortrijkstraat kan men via de Ieperstraat gelijkvloers inrijden naar een overdekte publieke parking, geschoven onder het uitgebreide park. De parkings kunnen via de Ieperstraat en de Kortrijkstraat bereikt worden zodat de auto uit het binnengebied kan worden geweerd. Voor nieuwe bewoners worden verschillende woontypes aangeboden in het project over alle klassen en leeftijdsgroepen heen: sociale woningen langs de Ieperstraat door de Tieltse Bouwmaatschappij, langs de Kortrijkstraat wordt het Oud College ingevuld met serviceflats voor senioren, boven de winkelruimtes zijn private koopwoningen voorzien die verschillen in oppervlakte om ook jonge gezinnen met kinderen aan te trekken. DE COLLEGESITE VORMT ÉÉN VAN DE BELANGRIJKSTE DOSSIERS IN DE VOLGENDE LEGISLATUUR. CD&V SCHAART ZICH VOLLEDIG ACHTER HET INGEDIENDE DOSSIER BIJ DE VLAAMSE OVERHEID VOOR DE AANVRAAG VAN EEN PROJECTSUBSIDIE. HET STADSPARK WORDT UITGEBREID MET EEN GROENZONE TOT AAN HET MINDERBROEDERKLOOSTER. OP DE SITE WORDT RUIMTE VOORZIEN VOOR WINKELEN, DIENSTEN EN HORECA VIA EEN NIEUWE VERBINDING TUSSEN DE KORTRIJKSTRAAT EN IEPERSTRAAT. MET SOCIALE HUURWONINGEN, PRIVATE KOOPWONINGEN EN SERVICEFLATS VOOR SENIOREN ZIJN VERSCHILLENDE WOONTYPES VOORZIEN. VIA EEN PUBLIEK‐PRIVATE SAMENWERKING ZORGEN PRIVATE PARTNERS VOOR DE REALISATIE VAN DE COMMERCIËLE RUIMTEN EN DE WOONGELEGENHEDEN IN SAMENHANG MET HET PUBLIEK DOMEIN EN EEN GROTE OVERDEKTE PUBLIEKE PARKING. HET DIENSTENCENTRUM BEUKENHOVE VERHUIST NAAR HET VIJVERHOF EN VORMT MET DE NIEUWE SENIORENFLATS IN HET OUD COLLEGE EEN VERZORGINGSPOOL MET ZORG OP MAAT. 18

RUIMTE VOOR LAND‐ EN TUINBOUW Landbouw is door de eeuwen heen één van de motoren geweest van de ontwikkeling van onze Vlaamse economie. Op het fundament van de landbouw is de basis gelegd voor de verdere industriële ontwikkeling van Vlaanderen. Landbouw blijft op vandaag een belangrijke pijler van onze economie. Dat West‐Vlaanderen een landbouwprovincie is, daar bestaat geen twijfel over. Maar liefst drie kwart van de oppervlakte wordt ingenomen door landbouwgrond. Het arrondissement Tielt scoort met 79 % nog hoger. Tielt scoort zelfs nog wat hoger. CD&V wenst niet alleen de landbouw maar ook het landelijk karakter van het Tieltse maximaal te ondersteunen. De deelgemeenten hebben dikwijls andere behoeften en noden dan het centrum en moeten in hun identiteit worden versterkt door het ondersteunen van allerhande initiatieven die mensen samenbrengen. Op het lokale vlak heeft de landbouw verder nood aan ondersteuning op diverse terreinen. De nodige waakzaamheid is geboden om ervoor te zorgen dat de landelijke wegen, beken en grachten goed worden onderhouden. Ook in Tielt zorgt bodemerosie voor problemen. Om hieraan te verhelpen werd in 2005 een erosiebestrijdingsplan opgesteld voor Tielt dat de bestaande knelpunten rond erosie op het Tieltse grondgebied afbakent. De basis voor een regionale samenwerking werd gelegd samen met de Provincie WestVlaanderen. De reeds aangestelde erosieambtenaar kan dit proces verder begeleiden. De ondersteuningen m.b.t. het verharden van opritten, grondontledingen, planten en onderhoud van knotwilgen, onderhoud van kleine landschapselementen en de actie “de groene zetel” moeten behouden blijven. Het spreekt voor zich dat binnen deze budgetten er verschuivingen kunnen gebeuren naar gelang de noodwendigheden. Net zoals andere ondernemingen (zie verder) dienen landbouwers en landbouwondernemingen bij de stad terecht te kunnen voor ondersteuning bij de aanvraag en vernieuwingen van vergunningen. Het vergunningenbeleid 19

moet eenvoudig en doorzichtig zijn en ‐ binnen het wettelijk kader ‐ de economische waarde van land‐ en tuinbouw ondersteunen. Milieu en landbouw zijn voor CD&V al lang geen tegenpolen meer en kunnen best wel hand in hand gaan. Zoveel als mogelijk dient het vergunningenbeleid erop gericht te zijn om landbouw en milieu samen in een win‐win‐situatie te brengen. Het behoud van de open ruimte in het landelijk gebied is in die context zeer belangrijk en moet maximaal worden nagestreefd. Waterwegen en ruimte voor water Het beleid van integraal waterbeheer moet worden voortgezet. Hierbij wordt gestreefd naar een ontwikkeling en een herstel van het watersysteem om te voldoen aan zowel de kwaliteitsdoelstellingen, de gebruiksfuncties als de ecologische functies. Waterbeheersing zal steeds een belangrijk aandachtspunt moeten blijven zodat hinderlijke overstromingen kunnen worden voorkomen. Het afremmen van de afvoersnelheid en het scheppen van bergingsruimte zijn hierbij van essentieel belang. Een goed gemeentelijk beleid inzake waterbeheer en waterbeheersing is voor de samenleving van een groot belang. Om overstromingen te vermijden in de woonkernen is het belangrijk dat elk gebied in voldoende eigen buffering voorziet (hemelwateropvang en infiltratievoorzieningen, rioolbuffering). De waterkwaliteit is al even belangrijk. De kwaliteit dient verder te worden verbeterd door het stimuleren van het hergebruik van water en de aanleg van kleinschalige waterzuiveringsinstallaties en rationeel waterbeheer. De bevolking dient verder aangemoedigd en ondersteund te worden om optimaal regenwater en oppervlaktewater te gebruiken. 20

CD&V WENST DE LANDBOUW EN HET LANDELIJK KARAKTER VAN HET TIELTSE MAXIMAAL TE ONDERSTEUNEN MET AANDACHT VOOR DE OPEN RUIMTE. LANDELIJKE WEGEN, BEKEN EN GRACHTEN DIENEN GOED TE WORDEN ONDERHOUDEN. CD&V ZORGT VOOR EEN EENVOUDIG EN DOORZICHTIG VERGUNNINGENBELEID. MILIEU EN LANDBOUW GAAN HAND IN HAND EN VORMEN SAMEN EEN WIN‐WIN‐SITUATIE. INTEGRAAL WATERBEHEER IS EEN BELANGRIJK AANDACHTSPUNT OM TE VOLDOEN AAN ZOWEL DE KWALITEITSDOELSTELLINGEN, DE GEBRUIKSFUNCTIES ALS DE ECOLOGISCHE FUNCTIES. EEN LEEFBAAR TIELT CD&V is ervan overtuigd dat de leefbaarheid in Tielt op diverse vlakken de voorbije jaren sterk is verbeterd. Dit dient verder te worden aangemoedigd. Sociale leefbaarheid houdt ook een bijzonder respect in voor het leefmilieu. De maatregelen die reeds werden genomen in het kader van “nette stad” moeten onverkort worden voortgezet. Er zullen nieuwe maatregelen nodig zijn om de stad en de landelijke gebieden te vrijwaren van zwerfvuil. Hierbij is verdere sensibilisatie van de bevolking noodzakelijk. Uiteraard moet de stad zelf het voortouw nemen en het openbaar groen maximaal onderhouden. De acties van de bebloemingscomités leveren niet alleen een prachtig resultaat op, zij zorgen ook voor de sensibilisatie van de bevolking. Deze acties verdienen dan ook verdere ondersteuning. De mensen formuleren vaak bedenkingen bij het laat maaien van de straatbermen. Dit schept ook problemen, zoals bijv. slechte zichtbaarheid op de kruispunten, maar het laat maaien kan ook problemen veroorzaken voor personen met een allergie. CD&V is zich zeer bewust van deze problematiek en zal nagaan hoe – rekening houdende met de bepalingen van het Bermdecreet – aan deze terechte verzuchtingen kan worden voldaan. Het maaisel van de wegbermen wordt, zoals het bermbeheersplan aanduidt, afgevoerd. Na de 21

evaluatie van het proefjaar in kader van het bermbeheersplan, worden de wegbermen volgens de vastgelegde schalen gemaaid en geëvalueerd. Betaalbare energie voor iedereen In de vorige beleidsnota kwam het thema energie nauwelijks aan bod. Vanaf 2008 is er een sterke bewustmaking op gang getrokken aan de hand van campagnes en algemene premies op alle beleidsniveaus. Het energierenovatieprogramma 2020 dat aan de basis ligt van de huidige evolutie heeft echter enkel en alleen de reductie van schadelijke afvalstoffen als doel. Wie de extra inspanning die daarvoor nodig is, kan ophoesten is nooit in vraag gesteld. Vandaag, anno 2012 worden deze subsidies sterk bekritiseerd en enkele zijn al afgeschaft of bijgeschaafd. Iedereen wordt geconfronteerd met hogere energieprijzen. Voor vele personen met een beperkt inkomen is de stijging van de energieprijzen zelfs een rechtstreekse oorzaak van financiële problemen waardoor ze zich dienen te wenden tot de dienstverlening van het OCMW. CD&V meent dat er nog altijd een hoge nood is aan: • een verdere uitwerking van het energierenovatieprogramma, maar dan specifiek bij de sociaal zwakkeren; • betaalbare energie voor iedereen, maar in de eerste plaats de sociaal zwakkeren. Daarvoor moet er werk worden gemaakt van, of moeten de inspanningen nog worden versterkt: • door meer informatie en sensibilisering via de instanties die tot bij de sociaal zwakkeren kunnen komen; • groepsaankopen worden heel goed onthaald. De groepsaankopen die worden opgezet door het provinciebestuur voor groene stroom en gas dienen maximaal door de stad te worden ondersteund; 22

• inventarisatie van het huidige patrimonium (via energieprestatiedatabank); • meer gerichte subsidies met een beperktere looptijd die een specifieke doelgroep voor ogen hebben; • een regelmatige evaluatie van de subsidies om bij te kunnen sturen wanneer nodig. Betaalbare afvalinzameling Vele kleintjes maken een grote, en dat blijkt ook te gelden voor de praktische afhandeling van afvalverwerking. Er worden bijzondere maatregelen gevraagd voor: • het ophalen van huisvuil bij diegenen die niet goed meer te been zijn en voor wie een bezoek aan het containerpark geen evidentie meer is; • betaalbaar houden van afval; • het gericht aanpakken van zwerfvuil door middel van controle en sancties. Deze kunnen opgenomen worden in een beleid dat de stad voert rond gemeentelijke administratieve sancties (GAS); • het onderhouden van groene zones en open ruimten door het tegengaan van sluikstorten. CD&V ZET DE MAATREGELEN GENOMEN IN HET KADER VAN “NETTE STAD” VERDER EN VERSTERKT DEZE WAAR NODIG DOOR O.A. HET INVOEREN VAN DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES. WE HOUDEN DE AFVALINZAMELING BETAALBAAR. HET OPENBAAR GROEN DIENT MAXIMAAL TE WORDEN ONDERHOUDEN. BIJ HET VERDER UITWERKEN VAN HET ENERGIERENOVATIEPROGRAMMA WORDT ER EXTRA REKENING GEHOUDEN MET DE SOCIAAL ZWAKKEREN. CD&V WENST BETAALBARE ENERGIE VOOR IEDEREEN. CD&V SCHENKT BIJZONDERE AANDACHT AAN HET BETAALBAAR HOUDEN VAN AFVAL EN AAN DE OPHALING AAN HUIS. 23

TOERISME, RECREATIE EN EUROPESE GEDACHTE Tielt heeft een breed palet van evenementen en festiviteiten. Dit kan echter nog meer return bezorgen door een aangemeten citymarketing. Stad Tielt moet zorg dragen voor een positieve beeldvorming naar buiten uit. Daarom moet verder geïnvesteerd worden in samenwerkingsnetten zoals Westtoer, VVV ’t Tieltse, Tielt Europastad en jumelages. De feestelijkheden en animatie dienen zowel in Tielt als in de deelgemeenten (dorpsfeesten) verder aangemoedigd te worden. De uitgebreide activiteitenreeks tijdens ‘Tielt zomert’ wordt geëvalueerd en verder uitgebouwd. Ook buiten de zomermaanden dient een activiteitenprogramma te worden uitgewerkt. Deze programmatie moet zoveel mogelijk aansluiten bij de programmatie van de culturele sector en op deze wijze aanleiding zijn tot een wederzijdse win‐win‐samenwerking. Het blijvend verder investeren in bijzondere evenementen moet publiek naar het centrum halen en het stadsimago verrijken. Daarbij dient ook geïnvesteerd te worden in de verschillende straten en pleintjes in Tielt en in de deelgemeenten. De stad Tielt kent een uitgebreid en gecoördineerd toerisme‐aanbod. Deze coördinatie dient nog verder tot uiting te komen door een aanbod van (weekend)arrangementen. De horecavoorzieningen worden in het centrum en in de deelgemeenten verder ondersteund. Tielt zal haar pioniersrol als Europastad en promotor van de Europese gedachte verder blijven uitdragen. Daarbij moet er naar gestreefd worden om de Tieltse inwoners en Tieltse verenigingen zelf zo veel mogelijk bij dit project te betrekken. De Tieltenaar moet fier zijn een bewoner te zijn van een historische stad die meebouwt aan de toekomst in een bredere Europese Gemeenschap. In Tielt zijn er heel wat bedrijven gevestigd die op het Europese vlak actief zijn. Door nauwere samenwerking met deze bedrijven en het aanwenden van hun “Europese connecties” kan dit een meerwaarde betekenen voor het uitdragen van de Europese gedachte. De inspanningen die de stad gedurende 50 jaar heeft gedaan in het kader van “Europastad” (zoals recent nog de inrichting van 24

de Europazolder) mogen niet verloren gaan en kunnen door een hechtere samenwerking met het bedrijfsleven een nieuwe dimensie krijgen. Ook de uitwisselingsprojecten tussen de Tieltse scholen en hun partnerscholen verdienen verdere ondersteuning. Tielt mag zich sinds deze zomer twee jaar lang ‘Laureaat Vlaanderen Lekker Land’ noemen. Een verdienstelijke prestatie voor een project waarbij de lokale gastronomie in combinatie met een toeristisch aanbod centraal wordt geplaatst. De samenwerking tussen de stad Tielt en de horeca en streekproducenten uit het Molenland verdient verdere ondersteuning. Het nieuwe bezoekerscentrum op de Poelbergsite en het Steekbezoekerscentrum in het beschermde herenhuis en koetshuis Mulle de Terschueren met de voorstelling van het rijke historisch en cultureel erfgoed van Tielt en de vele recreatieve troeven van de stad en het Brugse Ommeland worden verder ondersteund en uitgebouwd. CD&V WENST DE FEESTELIJKHEDEN EN EVENEMENTEN ZOWEL IN TIELT ALS IN DE DEELGEMEENTEN (DORPSFEESTEN) VERDER TE ONDERSTEUNEN. DE UITGEBREIDE EVENEMENTENREEKS TIJDENS ‘TIELT ZOMERT’ WORDT GEËVALUEERD EN VERDER UITGEBOUWD. TIELT ZAL HAAR PIONIERSROL ALS EUROPASTAD EN PROMOTOR VAN DE EUROPESE GEDACHTE VERDER BLIJVEN UITDRAGEN. DAARBIJ MOET ER NAAR GESTREEFD WORDEN OM DE TIELTSE INWONERS EN TIELTSE VERENIGINGEN ZELF ZO VEEL MOGELIJK BIJ DIT PROJECT TE BETREKKEN. IN TIELT ZIJN ER HEEL WAT BEDRIJVEN GEVESTIGD DIE OP HET EUROPESE VLAK ACTIEF ZIJN. DOOR NAUWERE SAMENWERKING MET DEZE BEDRIJVEN EN HET AANWENDEN VAN HUN ‘EUROPESE CONNECTIES’ KAN DIT EEN MEERWAARDE BETEKENEN VOOR HET UITDRAGEN VAN DE EUROPESE GEDACHTE. OOK DE UITWISSELINGSPROJECTEN VAN DE TIELTSE SCHOLEN VERDIENEN VERDERE ONDERSTEUNING. HET NIEUWE BEZOEKERSCENTRUM OP DE POELBERGSITE EN HET STREEKBEZOEKERSCENTRUM IN MULLE DE TERSCHUEREN WORDEN VERDER UITGEBOUWD. 25

RUIMTELIJKE ORDENING EN STEDENBOUW Inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw moet verder een actief beleid worden gevoerd. Wonen: nieuwe kansen voor jonge gezinnen Woonuitbreidingsgebieden moeten kunnen worden aangesneden zodat ook jonge gezinnen de kans krijgen om een betaalbaar perceel bouwgrond aan te kopen. In het RUP woonuitbreidingsgebied Huffesele (gelegen achter het station) dient het aansnijden in eerste fase te starten. Hier worden energiezuinige woningen in een groen kader voorzien. Het stadsbestuur werkt actief mee bij de verkaveling van de gronden van de Tieltse Bouwmaatschappij. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen Het recht op behoorlijke huisvesting is nu eenmaal een basisrecht voor iedereen. Elke overheid en woonactor heeft een belangrijke taak in de realisatie van dit woonrecht. CD&V meent dat hierbij rekening moet worden gehouden met de woonbehoeften van alle gezinnen, met bijzondere aandacht voor zij die geen antwoord vinden op de reguliere woonmarkt. In die zin is het belangrijk dat het lokaal bestuur duidelijke maatregelen neemt om wonen ook duurzaam te maken en op een goede manier ruimtelijk te organiseren. Niemand mag van het recht op wonen worden uitgesloten. Diverse inspanningen op diverse terreinen zijn noodzakelijk om dit grondwettelijk recht te waarborgen. Wonen moet zowel kunnen inspelen op veranderende woonwensen als op nieuwe vormen van samenleven (wonen met zorg, kangoeroewonen, groepswonen, …). Belangrijke aandacht dient uit te gaan naar de huurmarkt. De huurmarkt is immers de woonmarkt waarop verschillende woonnoden een antwoord moeten krijgen, zowel de vraag naar betaalbaar wonen als de vraag naar tijdelijk wonen, zowel de vraag naar crisisopvang als de vraag naar wonen met zorg. 26

Het lokaal bestuur is verantwoordelijk voor betaalbaar wonen, maar ook voor het bewaken en het verbeteren van de woonkwaliteit en de kwaliteit van de omgeving. Wonen kan helemaal niet worden los gezien van de buurt. Vandaar dat CD&V nog meer aandacht wenst te schenken aan de buurt of de wijk (leefomgeving). Wijk‐ en buurtwerkingen, die tot doel hebben het samenleven tussen mensen te bevorderen en te verbeteren, moeten worden ondersteund. Een belangrijk aspect in het lokaal woonbeleid was de oprichting van de Woonwinkel als samenwerkingsverband met omliggende gemeenten. Deze werking kon recent, met subsidiëring van de Vlaamse overheid, voor 3 jaar worden verlengd. De woonwinkel moet niet alleen het centraal aanspreekpunt blijven voor alles wat met wonen te maken heeft, hij kan ook aangewend worden als een belangrijke schakel in het beleidsvoorbereidend werk rond wonen (signaalfunctie). De prijzen voor het huren van een woning zijn de laatste jaren verder gestegen waardoor het voor velen niet meer evident is om op de private huurmarkt een betaalbare woning te vinden. De bouw van sociale woningen en flats dient in die zin verder te worden aangemoedigd. Hierbij wenst CD&V dat de bouwmaatschappijen zich ook focussen op aangepaste woningen voor ouderen en personen met een beperking. In samenwerking met het OCMW dient verder gewerkt aan woonzorgprojecten, waarbij ook een waaier aan diensten wordt aangeboden (zie verder). Er dienen maximale inspanningen te worden geleverd om sociale kavels te realiseren. In Tielt worden sociale kavels gerealiseerd in de Wingensesteenweg en Schuiferskapelsesteenweg, in Aarsele in de Baudeloostraat. CD&V pleit ‐ waar mogelijk ‐ bij nieuwe verkavelingen voor een mix van sociale en reguliere huur‐ en koopwoningen. Door de strengere normen op het vlak van het basiscomfort en de energieprestaties van de woning, is het wenselijk dat vele oudere woningen worden gerenoveerd. De huurder mag hierbij in geen geval het dupe worden 27

omdat de kostprijs van deze (noodzakelijke) renovaties hen wordt doorgerekend. Vandaar dat – hetgeen niet zo evident is – er maatregelen moeten worden genomen om de huurprijzen onder controle te houden. Dit kan ondermeer juist door het aanbod van huurwoningen te verhogen (via de sociale bouwmaatschappijen en het Regionaal Sociaal Verhuurkantoor). De betoelaging aan de sociale verhuurkantoren zal in samenspraak met de omliggende gemeenten moeten worden verhoogd zodat een verdere groei kan worden gewaarborgd. CD&V is voorstander van de verbeteringspremie voor woningen en prefereert deze (als er al een keuze moet worden gemaakt) boven de aankooppremie. De belasting op leegstand dient behouden te blijven als middel om de leegstand tegen te gaan. De belasting op niet‐bebouwde percelen voor nietverkavelde percelen dient opgetrokken te worden. Naast de realisatie van bijkomende woongelegenheden door de bouwmaatschappijen en de sociale verhuurkantoren moet het OCMW over de nodige middelen beschikken om haar eigen woningpatrimonium uit te breiden (door aankoop of huur) om aldus te kunnen voldoen aan de vraag naar dringende huisvesting. Zo kunnen er meer doorgangswoningen en woningen voor crisisopvang gecreëerd worden. Werken Het regionaal bedrijventerrein ‘Industriezone Noord’ wordt uitgebreid met 40 ha langsheen de Ruiseleedsesteenweg en de Kanegemstraat. De procedure tot ontwikkeling van een 12‐tal ha lokaal bedrijventerrein ‐ conform de visie van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan dat door de gemeenteraad unaniem werd goedgekeurd ‐ werd gezien de gegronde opmerkingen in het kader van het openbaar onderzoek stopgezet. De invulling van deze zone wordt opnieuw afgetoetst aan de woonomgeving en de huidige bewoning. 28

In Aarsele wordt een lokaal bedrijventerrein van 3 ha gerealiseerd langs de Hogenhovestraat. Hier kunnen nieuwe Aarseelse bedrijven zich vestigen. Groene ruimte CD&V Tielt wil meer groen in de stadskern. De uitbreiding van de parkzone op de Collegesite vormt een belangrijke aanzet. We streven naar het creëren van een groen netwerk in het stadscentrum door gebruik te maken van de nog beschikbare open ruimten. De groenontwikkeling met het speelbos/stadsrandbos langsheen de Marialoopbeek dient in aansluiting met de ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied Huffesele gerealiseerd te worden. Verder dient werk te worden gemaakt van de recreatieve groene ruimte binnen de Zuiderring die ook bestemd wordt voor recreatieve sporten. In Kanegem dient het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘zonevreemde sportinfrastructuur’ afgewerkt te worden, zodat de ruimtelijke basis tot renovatie‐investeringen aanwezig is. De stedenbouwkundige visie omtrent de inplanting van meergezinswoningen, de toetsing aan de buurt/mobiliteit/ruimte voor parkeren en de stedenbouwkundige visie omtrent groenontwikkeling en het creëren van een groen netwerk dient herbekeken en verder uitgewerkt te worden. CD&V ZAL BETAALBAAR EN KWALITEITSVOL WONEN STIMULEREN, O.A. DOOR BIJ NIEUWE VERKAVELINGEN EEN MIX TE CREËREN VAN REGULIERE EN SOCIALE HUUR‐ EN KOOPWONINGEN. WAAR MOGELIJK WORDEN OOK SOCIALE KAVELS GEREALISEERD. WOONUITBREIDINGSGEBIEDEN MOETEN WORDEN AANGESNEDEN ZODAT OOK JONGE GEZINNEN DE KANS KRIJGEN OM EEN BETAALBAAR PERCEEL BOUWGROND AAN TE KOPEN. BELANGRIJKE AANDACHT ZAL GAAN NAAR HET BOUWEN OF RENOVEREN VAN AANGEPASTE WONINGEN VOOR OUDEREN, PERSONEN MET EEN HANDICAP EN KWETSBARE GROEPEN. DE WOONWINKEL WORDT VERDER UITGEBOUWD TOT HET CENTRALE AANSPREEKPUNT VOOR WONEN, PREMIES EN ENERGIEZUINIGE MAATREGELEN. CD&V BESTEEDT AANDACHT AAN DE HUURMARKT EN HOUDT DE HUURPRIJZEN ONDER CONTROLE DOOR HET AANBOD VAN 29

HUURWONINGEN TE VERHOGEN. INITIATIEVEN DIE TOT DOEL HEBBEN DE ENERGIEFACTUUR VOOR DE MENSEN TE LATEN DALEN, WORDEN GESTIMULEERD EN ONDERSTEUND. CD&V ONDERSTEUNT DE WIJK‐ EN BUURTWERKINGEN DIE TOT HET SAMENLEVEN TUSSEN MENSEN BEVORDEREN. MET DE UITBREIDING VAN HET REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN ‘INDUSTRIEZONE NOORD’ MET 40 HA EN EEN LOKAAL BEDRIJVENTERREIN VAN 3 HA LANGS DE HOGENHOVESTRAAT IN AARSELE WORDT NIEUWE RUIMTE OM TE WERKEN GECREËERD. MET DE UITBREIDING VAN HET STADSPARK, DE REALISATIE VAN HET STADSRANDBOS LANGS DE MARIALOOPBEEK EN DE ONTWIKKELING VAN EEN RECREATIEVE GROENE RUIMTE BINNEN DE ZUIDERRING WIL CD&V TEVENS MEER GROENE RUIMTE. RUIMTE VOOR ONDERNEMEN CD&V wil ondernemers en zelfstandigen maximale kansen geven om zich te ontwikkelen. Hiervoor zijn tal van instrumenten nodig. Een goed draaiende economie is van groot belang voor de uitstraling van de stad en die geeft dan weer meer mogelijkheden aan ondernemers. Er wordt verder gerekend op het initiatief van de diverse comités en organisaties van zelfstandigen en ondernemers om mee het economisch beleid van de stad te bepalen. Het economisch beleid op gemeentelijk niveau is immers geen afgelijnde bevoegdheid met een bijhorend budget, middelen en reglementering zoals bij andere beleidsdomeinen (bijv. cultuur of sport). De sterkte van een economisch beleid zit hem juist in de synergie met andere beleidsdomeinen als milieu, ruimtelijke ordening, mobiliteit, toerisme, enz. CD&V ziet het economisch beleid van de stad dan ook als een deelverzameling van al deze relevante beleidsdomeinen. Schepen van economie Nochtans moet de ondernemer in al zijn gedaanten als doelgroep worden beschouwd en moet in de andere beleidsdomeinen steeds rekening worden 30

gehouden met de ondernemer. Om dit te coördineren, is het misschien eerder aangewezen alle bevoegdheden met betrekking tot economie, zelfstandigen, middenstand, … te groeperen bij één schepen van Economie. Dienst Economie Naast de duurzaamheidsambtenaar, milieuambtenaar, huisvestingsambtenaar en cultuurbeleidscoördinator pleit CD&V er voor om onder de medewerkers van het stadsbestuur een ambtenaar lokale economie aan te duiden die samen met de schepen van economie en het college van burgemeester en schepenen de verantwoordelijkheid draagt over de gemeentelijke economie. Voor ondernemers is er duidelijk nood aan bijkomende lokale bedrijfsterreinen. Hierbij dient vooral te worden gefocust op starters voor wie de bedrijfsterreinen die door de West‐Vlaamse Intercommunale (WVI) worden aangeboden vaak te duur zijn. Binnen het wettelijk kader moeten er voor de starters soepele randvoorwaarden worden opgelegd. CD&V meent dat er verder werk dient te worden gemaakt van een goed beheer van de bedrijventerreinen. De stad kan hiervoor in samenwerking met de WVI passende maatregelen nemen op het vlak van signalisatie, onderhoud en veiligheid van de terreinen. De betrokkenheid van de Tieltse bedrijven bij het beleid kan nog worden verhoogd. CD&V wenst een ondernemingsvriendelijk klimaat te creëren. Hiervoor dient het ondernemerschap te worden aangemoedigd. Een ondernemer is met veel meer bezig dan enkel met zijn eigen zaak waardoor hij en zijn onderneming alvast een heel actieve stakeholder is in de stad. Een centrum zonder bloeiende handel en horeca is nefast voor een stad, vandaar dat in de voorbije jaren heel wat maatregelen werden genomen om het winkelen in de stad aangenamer te maken (heraanleg Markt, voetpaden Kortrijkstraat en Bruggestraat). In de komende legislatuur zullen verdere maatregelen worden genomen om handel in het centrum nog aan te moedigen. De uitbouw van de Collegesite kan hiertoe een stimulans zijn en dient te voorzien in voldoende nieuwe winkeloppervlakte. Hierbij dient men te 31

vermijden dat er nieuwe leegstand in het centrum wordt gecreëerd. CD&V meent dat op de collegesite ook een aantal grotere winkelketens (trekkers) een vestiging moeten kunnen bekomen. Om dit in de praktijk om te zetten, kan het stadsbestuur ingrijpen door regels op te leggen m.b.t. de compartimentering en de grootte van de winkels. Het spreekt voor zich dat ook handelszaken buiten het centrum bijzondere aandacht genieten van CD&V. Een leefbaar centrum houdt ook in dat er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Om het winkelgebied te versterken, stelt CD&V concreet voor: • het EFRO‐gebied (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) uit te breiden; • leegstand binnen het gebied verder vlug te traceren en te sanctioneren; • renovatie en nieuwe vestigingen te stimuleren door middel van structurele subsidiëring; • bewoning boven de winkelruimten verder te stimuleren. Het centrum moet verder leefbaar en vooral veilig worden gehouden. CD&V pleit voor meer – vooral nachtelijke controle – op vandalisme en alcoholgebruik op openbare plaatsen. Indien bepaalde plaatsen veelvuldig ten prooi vallen aan vandalisme en overlast, kan de aanwezige camerabewaking worden uitgebreid en dient deze effectief te worden aangewend voor vervolging en bestraffing. De buurtwinkel CD&V Tielt breekt een lans voor de buurtwinkels. De buurtwinkel moet gestimuleerd worden. Buurtwinkels zijn een belangrijke schakel in het sociale en economische weefsel van wijken en dorpskernen. Enerzijds zijn de voorbije jaren het aantal buurtwinkels sterk gedaald doch anderzijds is er een groter wordende behoefte aan buurtwinkels. Volgens CD&V zullen een aantal maatschappelijke trends het belang van de buurtwinkel opnieuw doen toenemen. Zo zal de vergrijzing de behoefte aan 32

thuiszorgdiensten en afhaaldiensten en het inzetten van mobiele winkels doen stijgen. CD&V wil de buurtwinkel promoten en wil in de komende legislatuur een aantal maatregelen nemen ter ondersteuning van de buurtwinkels, dit kan gaan om promotie‐ en imago‐ondersteunende projecten tot financiële stimuli. CD&V WIL ONDERNEMERS EN ZELFSTANDIGEN MAXIMALE KANSEN GEVEN OM ZICH TE ONTWIKKELEN IN SAMENWERKING MET DIVERSE COMITÉS EN ORGANISATIES. HET ECONOMISCH BELEID VAN DE STAD IS EEN DEELVERZAMELING VAN ALLE RELEVANTE BELEIDSDOMEINEN. CD&V PLEIT VOOR EEN SCHEPEN VAN ECONOMIE IN COMBINATIE MET EEN AMBTENAAR ECONOMIE. HET WINKELGEBIED MOET WORDEN VERSTERKT, LEEFBAAR EN VEILIG GEHOUDEN WORDEN WAARBIJ CD&V EEN LANS BREEKT VOOR DE BUURTWINKELS. 33

ZORG OP MAAT VOOR IEDEREEN CD&V wenst een zorgbeleid te voeren voor alle leeftijden, gaande van kinderopvang tot ouderenzorg. In de voorbije legislatuur werden op het vlak van de kinderopvang zware investeringen gedaan, zoals de uitbreiding van het aantal beschikbare plaatsen voor kinderopvang, de nieuwbouw van Tanneke, ... Na een evaluatie van de wachtlijsten bij maximale capaciteit van de nieuwbouw van Tanneke dient de uitbreiding van de kwalitatieve opvang tijdens vakantieperioden te worden bekeken. Ook wordt er aandacht besteed aan de noden van Kanegem en Aarsele. Ouderenbeleid Ook Tielt ontsnapt niet aan de zogenaamde vergrijzing van de bevolking. De vergrijzing mag echter niet als een probleem worden gedefinieerd maar is eerder een uitdaging. Deze uitdaging zal moeten gepaard gaan met tal van beleidsmaatregelen voor ouderen op diverse beleidsterreinen. Waar bij de aanvang van de huidige legislatuur (2007) nog geen 1 op 5 Tieltenaars ouder was dan 65 jaar zal dit in 2025 evolueren naar 1 op 4, wat neerkomt op ongeveer 5.000 inwoners. Ook het aandeel van de bevolking van 80 jaar zal verder toenemen. Zo zal in 2025 meer dan 7 % van de bevolking boven de 80 jaar zijn. Er kunnen volgende vaststellingen worden gemaakt: • de lokale bevolking zal de komende jaren sterk verouderen. Binnen de groep van ouderen zal er een sterke stijging zijn van het aantal 80plussers; • de oudere bevolking is een zeer heterogene groep; • de meeste ouderen zijn nog heel actief; • een beperkt deel van de ouderen is zorgbehoevend maar de zorgbehoevendheid is in aantal jaren eerder kort; • het lokaal bestuur oefent een belangrijke invloed uit op het leven van zowel de actieve als de zorgafhankelijke oudere; 34

• ouderenbeleid situeert zich op verschillende domeinen gaande van ruimtelijke ordening, cultuur, sport, veiligheid tot zorg en welzijn. De voorbije jaren heeft de Seniorenadviesraad (SAR) heel degelijk werk verricht en zich gemanifesteerd als advies‐ en overlegorgaan. Uiteraard zal CD&V dit werk alsook de initiatieven die deze raad neemt, verder stimuleren. In samenwerking met de ouderenverenigingen zou er een lokale ouderengids moeten worden opgemaakt met een overzicht van alle dienstverleningen voor ouderen. Deze gids kan dan aan iedere 65‐plusser worden uitgereikt. Wonen en zorg De gevolgen van de vergrijzing zijn reeds zeer zichtbaar op de wachtlijsten van de woonzorgcentra en de serviceflats. Gezien er geen of weinig directe betaalbare mogelijkheden zijn om bijkomende rusthuisbedden te realiseren, zal een pakket van andere maatregelen noodzakelijk zijn om mensen langer in hun vertrouwde omgeving te laten wonen. Hierbij zal CD&V niet alleen rekening houden met het verhogen van het aanbod van diensten voor ouderen en de coördinatie ervan, maar ook bijzondere aandacht schenken aan de psychische problematiek van sommige ouderen (zoals depressie en vereenzaming). Diverse initiatieven (zoals boodschappendienst, buurtwerking, verjaardagsbezoeken door vrijwilligers, dorpsrestaurant, …) dragen hiertoe bij en dienen door het lokaal bestuur te worden ondersteund. Dat de aandacht hierbij in de eerste plaats gaat naar de deelgemeenten is voor CD&V evident omdat de voorzieningen voor ouderen, zeker voor zorgbehoevende ouderen, weinig talrijk zijn. Er moeten heuse woonzorgnetwerken worden opgezet. De flats en de woningen van de Tieltse Bouwmaatschappij gelegen in de Schependomstraat en Kistestraat zijn hierbij de eerste woningen die via een gemeentelijk toewijzingsreglement in een woonzorgnetwerk kunnen worden ondergebracht. Gezien zij in de directe omgeving liggen van het 35

woonzorgcentrum zouden deze woningen en appartementen prioritair moeten kunnen worden toegewezen aan personen met een bepaald zorgprofiel (leeftijd gecombineerd met een graad van zorgbehoevendheid). Eenmaal deze bewoners te zwaar zorgbehoevend worden, kunnen ze dan makkelijk verhuizen naar het Woonzorgcentrum Deken Darras. Ook op de Collegesite moet wonen, gecombineerd met de andere functies (handelsfuncties, openbaar groen en publieke functies) een belangrijke rol spelen. Hiervoor dient samengewerkt te worden met private partners. Op de Collegesite dienen sociale woningen en koop‐ of huurwoningen die aangepast zijn voor ouderen georganiseerd of gecoördineerd worden door het OCMW. Deze ouderen kunnen dan (tegen betaling) een beroep doen op een pakket van zorgdiensten. De rol van het dienstencentrum Beukenhove, dat verhuist naar het Vijverhof in de Kortrijkstraat, zal hierin moeten fungeren als een soort “zorgpool”. Zorgcoördinatie en zorgpakketten CD&V pleit ervoor dat het OCMW ook fungeert als zorgcoördinator. Gezien de veelheid van diensten die reeds actief zijn op dat vlak van zorg zal het belangrijk zijn dat dit op het niveau van de aanvrager wordt gecoördineerd vanuit het OCMW (zorgcoördinator) zodat een zorgpakket kan worden aangeboden dat volledig op maat van de aanvrager is uitgewerkt. Door het aanbieden van dergelijke zorgpakketten kunnen ‘virtueel’ heel wat bijkomende “woningen met assistentie” worden gecreëerd. Een betaalbare oplossing zal dienen te worden gezocht voor de niet planbare zorg. Er moet bijzondere aandacht besteed worden om ook zwakkere groepen en ouderen de dienstverlening van het sociaal huis te leren kennen. Om dit alles te realiseren zal het OCMW ook verdere samenwerkingsovereenkomsten dienen af te sluiten met zelfstandige verpleegkundigen, … 36

De mantelzorgpremie is met een 285‐tal mantelzorgers een succes en dient behouden te blijven. Daarenboven dient het verder gehanteerd te worden als een uniek instrument om bepaalde noden te detecteren. Sociaal Huis Het Sociaal Huis werd zopas officieel geopend. Het dient zich te manifesteren als de toegangspoort voor alles wat met sociale aangelegenheden te maken heeft. De nodige maatregelen dienen te worden genomen om ook de sociale dienstverleningen die momenteel nog door het stadsbestuur worden verzorgd over te brengen naar het Sociaal Huis. CD&V schaart zich volledig achter de visietekst die werd opgemaakt naar aanleiding van de opening van het nieuwe gebouw. Personen met een beperking In alle beleidsdomeinen dient er volwaardig rekening te worden gehouden met personen met een beperking. Dit geldt zowel voor de toegankelijkheid op het infrastructurele vlak (openbare gebouwen, straten, pleinen, mobiliteit, …) als voor de toegankelijkheid van de dienstverlening. Het Sociaal Huis moet het proces van maatschappelijke integratie van personen in het algemeen bewaken en dient bijzondere aandacht te schenken aan deze specifieke doelgroep. De dienst‐ en hulpverlening aan personen met een beperking moet in de komende zes jaar verder worden uitgebouwd en gecoördineerd. Een aantal maatschappelijke evoluties heeft ook nog eens geleid tot nieuwe noden voor kwetsbare groepen, zoals personen met ernstige en langdurige psychiatrische problemen en personen met een lichte tot matige mentale handicap. Voor deze personen bestaan er reeds een aantal specifieke voorzieningen die verder door het lokaal bestuur dienen te worden ondersteund. Vele personen kampen met functionele beperkingen, die hen beletten om adequaat te functioneren in een maatschappelijke context waardoor zij genoodzaakt zijn beroep te doen op professionele ondersteuning. Zo biedt bijv. 37

het activiteitencentrum De Rinkel een aanbod voor deze personen op vier levensdomeinen: ontmoeting, vrije tijd, vorming en arbeid. Het activiteitencentrum wordt sinds een aantal jaren gevoelig financieel en infrastructureel ondersteund door het OCMW en de stad, waardoor het mogelijk werd gemaakt om hun activiteiten sterk uit te bouwen. Deze ondersteuning (of vergelijkbare steun) moet worden bestendigd. Er is eveneens een samenwerking met Dynamica Meulebeke waarop ook heel wat inwoners van onze stad een beroep doen. Ook deze samenwerking dient te worden verder gezet. Daarnaast dienen de mogelijkheden tot samenwerking te worden onderzocht met andere organisaties en instellingen die zich specifiek richten naar personen met een fysische of psychische beperking (bijv. Mivalti, VZW Opstap, Oikonde, Beschut wonen, …). Het doel van deze samenwerkingen moet er volgens CD&V steeds op gericht zijn dat deze personen op een volwaardige manier kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Het spreekt voor zich dat dit kan gepaard gaan met sensibilisatieacties bij de brede bevolking. KINDEREN, ZIEKEN, PERSONEN MET EEN BEPERKING, ARMEN, OUDEREN, … HEBBEN EIGEN NODEN EN VRAGEN. HET NIEUWE SOCIAAL HUIS WORDT UITGEBOUWD TOT HET CENTRALE AANSPREEKPUNT IN TIELT VOOR ALLE VRAGEN M.B.T. SOCIALE ZAKEN EN MAATSCHAPPELIJKE HULP‐ EN DIENSTVERLENING. BIJZONDERE AANDACHT GAAT HIERBIJ NAAR HET AANBIEDEN VAN EEN “ZORGPAKKET” OP MAAT VAN DE OUDERE OF DE BEHOEFTIGE. DIT ZORGPAKKET SPEELT IN OP DE CONCRETE VRAAG, GAANDE VAN MANTELZORG, AANVULLENDE THUISZORG TOT HET VERBLIJF IN EEN WONING MET ASSISTENTIE OF EEN WOONZORGCENTRUM. CD&V BEHOUDT DE SUCCESRIJKE MANTELZORGPREMIE EN WENST EEN LOKALE OUDERENGIDS MET ALLE DIENSTVERLENINGEN VOOR OUDEREN. GEZONDHEID Een goede gezondheid is zeer belangrijk om in onze samenleving sociaal en economisch goed te kunnen functioneren. Gezondheid kan niet zomaar omschreven worden als ‘de afwezigheid van ziekte’, het is ook een toestand van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden. Het is het samenspel van 38

biologische factoren, maar evenzeer van de omgeving, de leefstijl en de gezondheidszorg. Het is niet steeds evident om als lokale overheid hierop in te spelen. Het organiseren van preventieve acties heeft alvast de voorbije jaren haar doel niet gemist. Nieuwe acties dienen dan ook te worden opgezet in samenwerking met andere actoren en met de lokale welzijnsraad. CD&V wenst hierbij dat er bijzondere aandacht wordt besteed aan de geestelijke gezondheid. ARMOEDEBESTRIJDING De maatregelen die worden genomen door het OCMW op het vlak van armoedebestrijding, zowel met betrekking tot bepaalde acties als op het vlak van de individuele dienstverlening dienen onverkort te worden voortgezet. Individuele sociale hulpverlening is de kerntaak van een OCMW. Deze maatschappelijke hulp‐ en dienstverlening moet ruim worden geïnterpreteerd en moet steeds vertrekken vanuit de eigen mogelijkheden van de persoon zodat hij in staat wordt gesteld om op een duurzame en zelfredzame wijze een menswaardig leven te leiden. Hierbij is het belangrijk dat de hulp‐ en dienstverlening vooral gericht is op de hulpvrager, door middel van instrumenten die hem worden aangereikt, om deze op termijn toe te laten weer zelf de touwtjes in handen te nemen. Het OCMW zal zijn maatschappelijke dienstverlening steeds moeten bijsturen aan nieuwe ontwikkelingen. Hierbij dient gefocust te worden op een verregaande samenwerking tussen gespecialiseerde hulpverleners. De dienstverlening die het OCMW de laatste jaren sterk heeft uitgebouwd op het vlak van activering van leefloners en werkzoekenden, dient te worden gecontinueerd en nog verder versterkt. Het OCMW en het Sociaal Huis dienen alle mogelijke middelen in te schakelen opdat mensen beschikken over een sociaal weefsel. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar kinderen en jongeren. Het OCMW kan door specifieke begeleiding aan kinderen en jongeren ervoor zorgen dat ze uit 39

de spiraal van armoede blijven. Ook hier moet er worden gefocust op preventieve acties. Het OCMW heeft ook sterk geïnvesteerd in de aanwerving van bijkomende maatschappelijke werkers om aan de stijgende vraag naar hulpverlening te kunnen voldoen. De inzet van maatschappelijk werkers moet het mogelijk maken om iedereen op een kwalitatieve manier te begeleiden. CD&V wenst de armoedebestrijding verder te richten dan deze enkel in Tielt zelf. De grote onrechtvaardige kloof in de samenleving tussen de rijke, geïndustrialiseerde wereld en de landen van het zuiden vereist blijvende sensibilisering en een kwalitatieve aanpak inzake ontwikkelingssamenwerking. Een geïntegreerde werking tussen bestuur en middenveldorganisaties, ondersteund door voldoende logistieke en financiële middelen, versterkt een kwalitatief lokaal Noord‐Zuidbeleid. De stad dient zich op dit vlak ook verder te engageren voor een duurzaam en klimaatbewust beleid. De interne en externe sensibilisering rond de thema’s afval, energie, leefbaarheid, enz. wordt verbeterd. DE STERKE DIENSTVERLENING DIE HET OCMW HEEFT UITGEBOUWD, DIENT TE WORDEN AANGEHOUDEN EN VERSTERKT MET BIJZONDERE AANDACHT VOOR KINDEREN EN JONGEREN. EEN GEÏNTEGREERDE WERKING TUSSEN BESTUUR EN MIDDENVELDORGANISATIES, ONDERSTEUND DOOR VOLDOENDE LOGISTIEKE EN FINANCIËLE MIDDELEN, VERSTERKT EEN KWALITATIEF LOKAAL NOORD‐ZUIDBELEID. 40

WERK EN SOCIALE ECONOMIE Tielt heeft een zeer lage werkloosheid en veel vacatures. CD&V wenst bijzondere aandacht te besteden aan jongeren die moeilijk een vaste betrekking kunnen vinden. Het proeftuinproject tussen het OCMW en de VDAB waarbij gestreefd wordt naar een betere uitwisseling van de dienstverlening verdient alle steun. Bijzondere middelen dienen ingezet te worden voor de tewerkstelling van laaggeschoolden en langdurige werklozen. CD&V wenst de jaarlijkse jobbeurs te behouden die door de Lokale Werkwinkel in samenwerking met het OCMW wordt georganiseerd. CD&V pleit in het kader van het lokaal tewerkstellingsbeleid voor een nauwere samenwerking met het beroepsonderwijs en BUSO, hetgeen moet resulteren in meer tewerkstellingskansen voor deze jongeren. Ook bij de tewerkstellingen bij het lokaal bestuur dient aandacht te worden geschonken aan de tewerkstelling van kansengroepen. Sociale economie Met de realisatie van de nieuwe Kringwinkel in de Deken Darraslaan is ongetwijfeld een belangrijke stap gezet in de uitbouw van sociale economieprojecten. De Kringwinkel dient verder de middelen en stimuli te krijgen om zich verder te kunnen ombouwen tot een echt centrum voor sociale economie. Er dient nagegaan te worden in hoeverre een sociaal cafetaria, een klusjesdienst of een sociale kruidenier kan worden opgericht. Het spreekt voor zich dat hiervoor wordt samengewerkt met bestaande organisaties die op het vlak van sociale economie reeds heel wat expertise hebben opgebouwd. HET PROEFTUINPRJECT TUSSEN HET OCMW EN DE VDAB VERDIENT ALLE STEUN MET INZET VAN BIJZONDERE MIDDELEN VOOR DE TEWERKSTELLING VAN LAAGGESCHOOLDEN EN LANGDURIGE WERKLOZEN. DE KRINGWINKEL BOUWT ZICH VERDER OM TOT EEN ECHT CENTRUM VOOR SOCIALE ECONOMIEPROJECTEN (SOCIAAL CAFETARIA, KLUSJESDIENST, …). 41

ONDERWIJS Naast de organisatie van haar eigen onderwijs (Academies) is CD&V Tielt van mening dat er voor het stadsbestuur ook een belangrijke taak is weggelegd met betrekking tot het onderwijs dat door andere instanties op haar grondgebied wordt georganiseerd. De faciliterende rol van het stadsbestuur moet gericht zijn op elke school op haar grondgebied ongeacht het onderwijsnet en op elke leerplichtige. De stad moet zich gedragen als een echte partner van de onderwijsinstellingen. Zo dient zij verder werk te maken van de FLOR (flankerende onderwijsraad) en voor een goede coördinatie van gezamenlijke initiatieven te zorgen. Het onderwijsplan moet dan weer verder worden uitgewerkt, geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig. Het stadsbestuur moet er verder werk van maken dat iedere inwoner (en zeker ook de nieuwe inwoners) een duidelijk en objectief zicht krijgt op het onderwijsaanbod. Hiervoor moeten verschillende kanalen worden aangewend, zoals bijv. de website, Stadsmagazine en de aankondigingsborden. DE ONDERSTEUNENDE ROL VAN HET STADSBESTUUR MOET GERICHT ZIJN OP ELKE SCHOOL OP HAAR GRONDGEBIED ONGEACHT HET ONDERWIJSNET EN OP ELKE LEERPLICHTIGE. DE STAD GEDRAAGT ZICH ALS EEN ECHTE PARTNER VAN DE ONDERWIJSINSTELLINGEN. JEUGD, CULTUUR, SPORT Tielt heeft op cultureel en sportief vlak een enorm rijk verenigingsleven. Ook talrijke jeugdbewegingen zijn er actief. Daarnaast zijn er tal van stedelijke initiatieven die verder moeten worden ondersteund. Belangrijk bij dit alles is dat verenigingen en vrijwilligers de middelen krijgen om hun werking verder mogelijk te maken. Jeugd Jeugd is een brede groep, een leeftijdsgroep die één derde van de bevolking telt. Deze groep vormt allesbehalve een homogeen geheel. Ze zit boordevol verschillen, waaronder leeftijden, opvattingen en nog tal van andere. 42

Participatie van jeugd aan het beleid is dan ook niet zo evident. Nochtans is CD&V van mening dat de lokale overheid kinderen en jongeren de kans moet geven hun standpunten kenbaar te maken om de kloof met de maatschappelijke werkwijzen en structuren te overbruggen. De stedelijke jeugdraad kan hierin een vooraanstaande rol spelen en op heel wat domeinen het lokaal bestuur adviseren. Hiervoor is ondersteuning nodig zodat deze verder kan worden uitgebouwd tot een representatief adviesorgaan waarin zowel de georganiseerde als de niet‐georganiseerde jeugd vertegenwoordigd is. Aandacht en zorg voor kinderen en jongeren moet als een leidraad door het beleid lopen. Net zoals een goed ouderenbeleid is een goed jeugdbeleid een geïntegreerd beleid dat door en over de diverse beleidsdomeinen heen loopt. Belangrijk hierbij is dat het stadsbestuur voldoende kansen biedt aan kinderen en jongeren om zich volledig te kunnen ontplooien op diverse vlakken (onderwijs, sport, hobby, muziek, ontspanning, …). Het aanbod van het stadsbestuur m.b.t. activiteiten voor kinderen en jongeren is vrij uitgebreid en dient te worden gehandhaafd, geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd. De buitenschoolse opvang dient ook nu de nieuwbouw voor Tanneke gerealiseerd is verder de volledige aandacht van het bestuur te krijgen. Opvang is namelijk zeer belangrijk voor het aantrekken van nieuw jonge gezinnen naar onze stad. CD&V is niet meteen voorstander om zelf initiatieven te ontwikkelen naar opvang van baby’s en peuters. Wel heeft ze naar de volledige kinderopvang een coördinerende rol te spelen. Heel specifiek kan zij onthaalouders bijstaan en zo nodig logistiek ondersteunen. Bijzondere aandacht dient te gaan naar maatschappelijk kwetsbare jongeren, zowel binnen het jeugdwerk, maar evenzeer binnen andere beleidsdomeinen (OCMW‐beleid, cultuur, sport, …). Het hoofddoel is hier uiteraard opnieuw emancipatie en integratie. Ook de categorie jongeren tussen de 12 en 16 jaar, voor wie er momenteel weinig activiteiten worden georganiseerd binnen de jeugdsector, en die 43

bijgevolg dreigen wat ‘verloren’ te lopen of ‘vergeten’ te worden, moet een aandachtspunt zijn. De ontmoetingsmogelijkheden voor deze jongeren moeten worden verbeterd. De nieuwe projecten (o.a. Tienerweek) moeten verder ondersteund en uitgebreid worden. Jeugdbewegingen en jongerenorganisaties moeten kunnen rekenen op een volwaardige ondersteuning van hun projecten. Dit kan door het ter beschikking stellen van lokalen en berging en door subsidiëring. De diverse jeugdlokalen dienen een onderhoudsbeurt te krijgen met daarbij bijzondere aandacht voor de lokalen aan de Ieperstraat/Ontvangerstraat. Bij de jeugdlokalen heeft het bestuur voldoende aandacht voor de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid. In Aarsele dient binnen het bereik van de school en het Jeugdontmoetingscentrum (JOC) waar de jeugdbewegingen actief zijn, een nieuwe groene speelruimte gecreëerd te worden. In Kanegem dient in samenspraak met andere culturele verenigingen een nieuwe infrastructuur opgetrokken te worden om zo tegemoet te komen aan de noden van de Kanegemse jeugdverenigingen. Tevens dient het onderhoud van diverse speelterreinen en speeltoestellen te worden bestendigd en moet er voldoende aandacht worden geschonken aan het inrichten van nieuwe groene ruimtes en speelterreinen in overleg met de buurt of de wijk. Er dient een oplossing te komen voor het aankondigen van de activiteiten van de jeugdverenigingen en de verenigingen in het algemeen. Een degelijke vervanger van de huidige plakpalen is ondertussen noodzakelijk geworden. Cultuur Cultuur leidt tot creativiteit en tot ontplooiing, verbindt mensen en maakt ze sterker. Cultuurbeleid is geenszins het monopolie van een lokaal bestuur, integendeel. Het beleid moet er op gericht zijn in de eerste plaats het bestaande culturele aanbod van verenigingen te steunen en te ondersteunen. 44

Het spreekt voor zich dat de stad voldoende voorzieningen dient te treffen zodat cultuurcreatie en cultuurparticipatie voor iedereen mogelijk zijn. Voor de uittekening van een cultuurbeleid is de stedelijke cultuurraad een bevoorrechte partner. De beleidsprioriteitennota van de adviesraden die in de loop van juni 2012 aan de politieke partijen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen werd overgemaakt, is een nuttig basisdocument dat zal worden aangewend voor bespreking en verdere uitwerking van het cultuurbeleid voor de komende zes jaar. Het spreekt voor zich dat de stad de nodige inspanningen dient te leveren om het bestaande aanbod aan culturele activiteiten te behouden en dient te voorzien in geschikte infrastructuur voor de organisatie van culturele activiteiten. De bouw van een nieuw Cultureel Centrum wordt verder voorbereid. Ondertussen wordt het bestaande Cultureel Centrum Gildhof aangepast aan de brandveiligheidseisen en wordt de zaal aangepast om aan enkele comforteisen te voldoen. Samen met het centraal kerkbestuur wordt nagegaan of een kerkgebouw tot muziektempel voor repetities en uitvoeringen door muziek‐ en andere verenigingen kan omgevormd worden. De uitbreidingsmogelijkheden van de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord en de Stedelijke Kunstacademie worden verder onderzocht en concreet aangepakt. De Openbare Bibliotheek en het Stadsarchief worden verder ondersteund en uitgebouwd. Verder dient er gezocht te worden naar een tijdelijke invulling van leegstaande panden in de centrumstraten door samenwerking met het Cultureel Centrum Gildhof en de academies. Mini‐concerten, mini‐opvoeringen, try‐outs, exposities moeten de leegstand tijdelijk aantrekkelijk maken. TIELT HEEFT OP CULTUREEL, SPORTIEF EN JEUGDIG VLAK EEN ENORM RIJK VERENIGINGSLEVEN. BELANGRIJK BIJ DIT ALLES IS DAT VERENIGINGEN EN VRIJWILLIGERS DE MIDDELEN KRIJGEN OM 45

HUN WERKING VERDER MOGELIJK TE MAKEN. HIERBIJ IS ER BIJZONDERE AANDACHT VOOR HET ONDERHOUD EN RENOVATIE VAN DE DIVERSE INFRASTRUCTUREN. CD&V BIEDT VOLDOENDE KANSEN AAN ZIJN INWONERS OM ZICH VOLLEDIG TE KUNNEN ONTPLOOIEN OP DIVERSE VLAKKEN (ONDERWIJS, SPORT, CULTUUR, HOBBY, MUZIEK, ONTSPANNING, …) DAARIN SPELEN DE ADVIESORGANEN EEN BELANGRIJKE ROL. DE BUITENSCHOOLSE OPVANG DIENT OOK NA DE NIEUWBOUW VOOR TANNEKE VERDERE AANDACHT TE KRIJGEN. DE BOUW VAN HET NIEUW CULTUREEL CENTRUM WORDT VERDER VOORBEREID. DE STEDELIJKE ACADEMIES DIENEN UITGEBREID TE WORDEN. Sport Net zoals cultuur versterkt sport de sociale participatie en integratie en bestrijdt zo de verzuring in onze samenleving. Investeren in sport is ook investeren in gezondheid. CD&V streeft ernaar om zo veel mogelijk mensen tot een actieve, gezonde en verantwoorde sportbeoefening aan te zetten. Iedereen aan het sporten krijgen, was en blijft de leuze: via nieuwe stimulansen en initiatieven vanuit de sportdienst (ook in de deelgemeenten) en via logistieke en financiële ondersteuning van de vele dynamische sportverenigingen die er zijn. We besteden bijzondere aandacht aan senioren en jongeren (vooral 16plussers) om hen nog meer tot sporten te stimuleren. Een laagdrempelig beweeg‐ en sportaanbod verhoogt de levenslange sportparticipatie. Ook kansengroepen moeten mogelijkheden krijgen om actief te sporten. We ondersteunen en stimuleren via directe financiële ondersteuning de kwalitatieve uitbouw van de sportverenigingen op het vlak van structuur, organisatie en begeleiding. Goede sportverenigingen zijn heel belangrijk voor een kwaliteitsvol sportaanbod. Het begeleiden van de jeugd en onderlinge samenwerking zijn hiertoe bijzondere accenten. 46

Een kwaliteitsvolle en eigentijdse sportinfrastructuur is de belangrijkste voorwaarde om goed te kunnen sporten. In de voorbije bestuursperiode werd heel wat in sport geïnvesteerd: een nieuwe sport‐ en topturnhal, renovatie van de sporthal van Aarsele, de jaarlijkse heraanleg van de voetbalvelden, … . Deze sportinfrastructuur dient verder goed onderhouden te worden. Nu de sporthal afgewerkt is, wordt de vroegere speelruimte tot sportzone ingericht. Het oude gedeelte van de bestaande sporthal krijgt een vernieuwde sportvloer. De zwembadaccomodatie dient in de huidige legislatuur in samenwerking met de scholen en de gebruikers, te worden herbekeken en aantrekkelijker te worden gemaakt. In Kanegem dient het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘zonevreemde sportinfrastructuur’ afgewerkt te worden, zodat de ruimtelijke basis tot renovatie‐investeringen aanwezig is. De zone tussen de Zuiderring en de Gruuthusestraat richten we in tot recreatieve zone, waar recreatief sporten mogelijk is. Bijkomende sport‐ en voetbalvelden zijn een mogelijkheid. CD&V wenst ook zo veel mogelijk vrijwilligers in het sportgebeuren in te schakelen om te helpen bij een aantal activiteiten en om allerhande kleine onderhoudswerken uit te voeren. De steeds grotere groep van actieve senioren wordt hiertoe aangesproken. Iedereen heeft zijn talenten en op basis van de noden wordt een lijst opgemaakt waarvoor we vrijwilligers nodig hebben. CD&V STREEFT ER NAAR OM ZO VEEL MOGELIJK MENSEN TOT EEN ACTIEVE, GEZONDE EN VERANTWOORDE SPORTBEOEFENING AAN TE ZETTEN. IEDEREEN AAN HET SPORTEN KRIJGEN, BLIJFT DE LEUZE: VIA NIEUWE STIMULANSEN EN INITIATIEVEN VANUIT DE SPORTDIENST (OOK IN DE DEELGEMEENTEN) EN VIA LOGISTIEKE EN FINANCIËLE ONDERSTEUNING VAN DE VELE DYNAMISCHE SPORTVERENIGINGEN. 47

BRANDWEER, POLITIE EN VEILIGHEID CD&V Tielt is fier op de goed werkende brandweerkorpsen van Tielt en Aarsele. De voorbije jaren werd verder geïnvesteerd in materiaal om de korpsen aan te passen aan de hedendaagse noden inzake snelle en efficiënte interventie. Deze inspanningen dienen binnen de nieuwe brandweerzone verder aangehouden te worden. Stad Tielt moet een krachtige stem hebben in de nieuw ontwikkelde brandweerzones. Zo dient de brandweerzone spoedig een nieuwe brandweerkazerne te realiseren. Om dit proces te bespoedigen dient onderzocht of de realisatie van deze nieuwe infrastructuur door de stad via een over te dragen lening naar de brandweerzone toe kan gefinancierd worden. Inzake veiligheid wordt verder in het kader van de zonale werking van de politiezones de nodige zorg besteed. Hierbij dient de nieuwe en meer gecentraliseerde locatie van de politiezone Tielt op de terreinen van het vroegere CM‐gebouw de efficiëntie te verhogen. De wijkdienst van de politie op de Lakenmarkt dient zijn intrek te nemen in het gebouw van de commandoen steundienst in de Kortrijkstraat. Het nieuwe zonale veiligheidsplan dient de basispolitiezorg binnen de politiezone verder en nog beter uit te bouwen. CD&V Tielt duidt op het belang van de wijkdiensten en vooral het contact van de wijkagenten met hun buurt. Er dienen extra inspanningen genomen te worden om de wijkagenten als aanspreekpunt binnen de wijk of buurt beter bekend te maken. De wijkagent dient dan ook aanwezig te zijn op de door het stadsbestuur geplande bezoeken aan de wijken en buurten. Om kleine overlastfenomenen efficiënt te bestrijden, dient de stad het systeem van gemeentelijke administratieve sancties (GAS) uit te werken. Zo kunnen lichtere vormen van criminaliteit zoals sluikstorten, vandalisme, graffiti enz. met kleine overlastboetes doeltreffend bestraft worden. Zo wordt de verkeerde indruk van straffeloosheid die maatschappelijk als zeer hinderlijk overkomt, bestreden. Het buurtinformatienetwerk (BIN) dient op basis van de moderne communicatietechnologieën opnieuw beter gecoördineerd te worden. 48

CD&V TIELT DUIDT OP HET BELANG VAN DE WIJKDIENSTEN EN VOORAL HET CONTACT VAN DE WIJKAGENTEN MET HUN BUURT. OM KLEINE OVERLASTFENOMENEN EFFICIËNT TE BESTRIJDEN, DIENT DE STAD HET SYSTEEM VAN GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES UIT TE WERKEN. DE INVESTERINGEN IN DE BRANDWEERKORPSEN DIENEN BINNEN DE NIEUWE BRANDWEERZONE VERDER AANGEHOUDEN TE WORDEN, ONDER MEER DOOR DE REALISATIE VAN EEN NIEUWE BRANDWEERKAZERNE. ICT Het is niet evident om in een verkiezingsprogramma voor zes jaar concrete zaken voorop te stellen met betrekking tot de informatie en de digitale communicatie. Het spreekt voor zich dat een lokaal bestuur de tendensen ter zake dient te volgen en vooral naar haar contacten met de bewoners maximaal van de nieuwe technologieën dient gebruik te maken. Het is noodzakelijk dat hierin verder wordt geïnvesteerd. Anderzijds mag niet worden vergeten dat nog steeds heel wat mensen niet beschikken over een computer of internet en dat voor deze personen de “klassieke middelen” moeten worden gebruikt. Enkele elementen waaraan tijdens de komende legislatuur dient verder gewerkt te worden: • verder interactief maken van de website van de stad, zoals bijv. het digitaliseren van aanvraagformulieren zodat deze online kunnen ingevuld en verstuurd worden; • online bestellen en betalen van tickets voor het Cultuurcentrum Gildhof; • online bestellen en betalen van materiaal van de uitleendienst zowel van de jeugddienst als van de technische dienst. CD&V TIELT WENST DE WEBSITE VAN DE STAD VERDER INTERACTIEF TE MAKEN ZODAT WE OOK AANVRAAGFORMULIEREN ONLINE KUNNEN INVULLEN. TICKETS VOOR HET CC GILDHOF EN MATERIAAL VAN DE UITLEENDIENST DIENEN ONLINE BESTELD TE KUNNEN WORDEN. 49

EINDNOOT Door dit verkiezingsprogramma tracht CD&V niet alleen actief mee te denken aan de uitstippeling van het lokaal beleid maar probeert het ook op diverse beleidsdomeinen handvatten aan te reiken waardoor het moet mogelijk zijn om iedereen actief te betrekken bij de lokale samenleving. Hiermee wil CD&V {Iedereen inbegrepen} ook in de praktijk omzetten. Om iedereen mee te krijgen zal het lokaal bestuur immers helemaal niet alleen staan. Het rijke verenigingsleven in Tielt, de honderden vrijwilligers en mantelzorgers, staan ongetwijfeld paraat om bestaande initiatieven verder uit te bouwen en waar nodig ook nieuwe op te zetten. Maar ook de “nabije solidariteit”, binnen het gezin en de familie, is van een onschatbare betekenis in de realisatie van een “sociaal” beleid. Ook zij geven heel wat “smaak aan onze stad”. Net zoals ons verkiezingsprogramma van zes jaar geleden is ons verkiezingsprogramma ambitieus én realiseerbaar. Wanneer CD&V van u de kans krijgt om de komende zes jaar “met vernieuwde kracht” verder te mogen besturen, dan staat de volledige ploeg garant dat dit programma daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Dat is de zekerheid, de garantie die we aan alle inwoners van Tielt nu reeds kunnen geven. Coördinatie en eindredactie: Jan Mortier & Vincent Byttebier 11.09.2012 Verantwoordelijke uitgever: Christophe Verstraete, Ter Booye 55, 8700 Tielt 50

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
Home


You need flash player to view this online publication