7

SLOTEN Naast een van Slotens mooie waterpoorten staat de Korenmolen, krachtig en achtkantig. Draaiende wieken zwaaien zwierig en parmantig de tarwe vermalend tot broodverse soorten. Binnen de zware vestingwallen en veilige poorten vloeien voortdurend de heldere waterstromen; kabbelt een gracht, omgeven door lindebomen. Over ‘t Diep schijnt schriel het zonnetje. Op het molenerf een kloek kanonnetje, zomers afgeschoten door de schutterij. Eromheen koeien in een drassig wollige wei. Plaats van mooie monumentale koopmanshuizen, zonder vlugge voertuigen die er aan voorbij suizen. Een stad van historisch statige hals- en trapgevels. Boven het meer hangen de dampige mistnevels. 't Is een treffen van rustieke land- en waterwegen; daar waar de inwoners leven, met eigen wil en zege. Ook vroeger al, ten tijde van Pier Lupckes’ verraad. Samen met de Spaanse troepen van Philips II dacht hij de stad te veroveren, vanuit zee. Een verhaal dat de stadsomroeper nog altijd verslaat. Een listige daad, mislukt, volkomen onbezonnen, ook al was hij verstopt op een boot vol biertonnen. Onthoofding deed ten slotte de blanke botten kraken. De hoofden stonden dagenlang op slanke staken, naast een van Slotens mooie waterpoorten.

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication