vertalen in data voor de estimate applicatie, waarvoor een centraal bereikbare data-storage en -integratie laag beschikbaar moet zijn. Het proces ziet er volgens deze matrix eenvoudig en rechttoe rechtaan uit, maar er is veel vereist om dit proces werkend te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan het helder krijgen van de status van het ontwerp door alle lagen heen en ook het inbrengen van ‘interne drivers’ in het systeem. Dat met extra piping bijvoorbeeld ook extra piping support nodig is of met kabels ook extra kabeltrays. Grote aandacht is nodig voor data-integratie en dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan. Zoals bekend ‘Automating a mess yields an automated mess’ en de top-down aanpak die vaak wordt gekozen leidt niet per se tot goede resultaten. In dat laatste geval is bijvoorbeeld een mooi dashboard gemaakt, maar dan blijkt de onderliggende data niet in orde. Minder vaak wordt de bottom-up methode gekozen. Fluor heeft dat gedaan voor een deel van de material managementdata en zo is een solide basis gelegd om verder op te bouwen. Een basis die werkt met attributen bij de classificatie van items; een concept dat enige uitleg behoeft. Vis, kat, hond Om te laten zien dat gewone codering niet de goede basis is, liet Anton het plaatje zien van een vis met daarop een bordje met het opschrift ‘hond’, duidelijk een foute codering. Dan zijn er wel een aantal mogelijkheden om deze foute situatie te verbeteren, maar die lijken allemaal problematisch en daarbij eindigt men soms met een zelf gemaakte Excel om de fout te omzeilen. Daarom wordt het werken met attributen geïntroduceerd, waarbij bijvoorbeeld attributen als huid, aantal poten, staart, ademhalingsvorm en lichaamstemperatuur worden gedefinieerd om vergissingen in het verschil tussen vissen en honden te voorkomen. Overigens moeten attributen wel toegepast worden in het standaardproces, anders is het alleen een andere vorm van coderen. Attributen moeten wel onderscheidend werken, want een kat zou in bovenstaand geval als hond worden geclassificeerd. Extra attributen zoals geluid, woef versus miauw, en tevreden kwispelen versus spinnen zijn benodigd om katten te kunnen onderscheiden van honden. Ook moeten afspraken over attribuutwaarden worden gemaakt. Als de één het heeft over ‘kwispelen’ en een ander over ‘staart zwaaien’ dan zullen fouten ontstaan. Dit voorbeeld van vissen, honden en katten bracht Anton over naar de projectwereld en dan krijgt het de naam ‘attribute driven classification’. Daarmee kunnen meerdere gestandaardiseerde classificaties worden gedefinieerd voor verschillende doeleinden, bijvoorbeeld voor het maken van een planning, een cost estimate, een ontwerp, een organisatie-indeling of een onderhoudsplan, maar wel gebaseerd op eenzelfde ondergrond. Daarbij worden objecten gedefinieerd op basis van een combinatie van attributen. Dit geeft mogelijkheden van aggregeren, sorteren, filteren en andere database acties. Ook 00: 23 Anton van der Steege, Fluor.
24 Online Touch Home